zondag 26 mei 2013

Veel blauw ondanks de kou

Al is het voorjaar koud, af en toe zit er zo’n dag tussen dat je best buiten wilt zijn. En ineens zie je dan dat er in de tuin van alles bloeit.

Ik hou van de akelei (aquilegia vulgaris)
Ooit kreeg ik deze plant van mijn schoonvader, die inmiddels is overleden. Een lieve man, waar de mooie blauwe akelei me ieder voorjaar aan herinnert . Het is geen moeilijke plant. Hij gedijt op een zonnige of halfzonnige plek en zaait zich ieder jaar uit. Daardoor weet je nooit precies waar hij op zal komen. Mijn schoonvader hielp de plant altijd een handje door de uitgebloeide exemplaren tussen zijn vingers fijn te wrijven zodat de zaadjes op de grond vielen. En door mij ook wat plantjes mee te geven heeft hij gezorgd dat de akelei voortleeft in mijn tuin.

 

Lobelia’s kan ik in het voorjaar nooit laten staan. Elk jaar verleiden ze me als ze in bakjes van zes of acht piepjong en groen bij het tuincentrum staan. Je zet ze in een pot en een paar weken later zijn ze uitgedijd en spat het blauw er vanaf. Lobelia’s blijven lang mooi, maar aan het eind van de zomer is het afgelopen. Overhouden of uitzaaien is er niet bij. Niet erg, volgend jaar koop ik gewoon weer nieuwe.

 

De jacobsladder (polemonium caeruleum) staat al jaren in mijn tuin. De forse pollen van het begin zijn inmiddels vervangen door losse plukjes her en der. De plant dankt zijn naam aan de smalle blaadjes, die als de treden van een ladder in paren dwars op de steel staan. Hij doet het goed in boeketjes en geeft dan een zoete geur af.  De jacobsladder komt met een lange steel (ca. 60 cm) uit een rozet van groen. Net als de akelei zaait hij zichzelf uit en komt dus wel eens op onverwachte plaatsen op.

 

De korenbloem (centaurea montana) heb ik binnengehaald vanwege zijn kleur. De bloemen van deze tuinplant zijn net zo blauw als de veelbezongen korenbloemen uit het veld. Toch ben ik niet onverdeeld gelukkig met deze tamme variant. Hij heeft namelijk nogal veel blad en dat blad is erg gevoelig voor schimmel. Na de bloei moet ik er dus als de kippen bij zijn om uitgebloeide bloemen en lelijke bladeren weg te knippen, anders is het al gauw een trieste, wit uitgeslagen boel.

 


Tenslotte zie ik tevreden dat de adderwortel  (Persicaria) begint te bloeien. Nu zijn de aren nog smal en compact, maar over een tijdje worden ze rul en dik en overheersen de lange rissen roze bloemetjes het nu nog groene beeld. De naam adderwortel klinkt niet zo vriendelijk; de plant is genoemd naar z’n zwarte gekronkelde wortelstok. Die wortelstok zorgt er voor dat de plant zich ieder jaar uitbreidt en een dichte bos vormt. ‘Omdat deze plant woekert, is het noodzakelijk hem af en toe te corrigeren’. Lees ik op Tuinieren.nl. Klopt, maar een klein beetje mag de adderwortel van mij wel woekeren, want ik hou zo van die prachtige roze aren boven dat donkergroene bladerbos. 

donderdag 23 mei 2013

Kwartet, of: wat een heerlijke lente.

Heb jij voor mij, van Zomer 2012: 35 graden op 20 augustus?
Ja?
En heb je dan ook van Zomer 2012: Eind augustus veel regen.
Mooi, dan heb ik een kwartet.
En nu... heb je van Winter 2012: Een extreem warme kerst?
Nee?
Jammer. Dan ben jij nu.

Ha, dan wil ik van X graag van Winter 2012 die extreem warme kerst.
En ook van Winter 2012: sneeuw en ijs in januari.
Dank je wel.
Dan moet jij van Winter 2012 de sneeuw van 10 februari hebben.
Kwartet!

Heb je voor mij, van Voorjaar 2013: een hagelbui op 23 mei?
Wat?
Nee, je hebt gelijk, dat kan niet kloppen.
Ik heb me natuurlijk vergist.
Haha, een hagelbui op 23 mei...
Dat zou toch wel bizar zijn!


vrijdag 17 mei 2013

Vetplantjes kopen


We lopen door het grote tuincentrum, op zoek naar wat plantjes voor in de potten op het terras.
In een nieuwe, bruine pot willen we verschillende soorten vetplantjes zetten. En dat brengt ons meteen op het idee voor een kadootje. Voor onze jarige buurvrouw kunnen we ook wel een mooie schaal vullen met kleine plantjes.
De planten zijn duur. Kleine, vierkante potjes met vrouwenmantel, een plant die zich in onze tuin rijkelijk vermeerdert, kosten al gauw drie euro. Hetzelfde geldt voor campanula’s, penningkruid en kruipend zenegroen.
Als je onze achtertuin in vierkantjes ter grootte van de potjes bij het tuincentrum verdeelt, en elk vierkantje telt voor drie euro, dan hebben we een flink kapitaal achter ons huis liggen.
We zetten aarzelend een paar dingen in de winkelkar en mopperen dat het eigenlijk niet leuk meer is, zoveel geld voor een paar plantjes, die niet eens altijd even florissant zijn.
Bij de vetplantjes lopen we een tijd rondjes. We vinden niet dezelfde dingen mooi en proberen het eens te worden over de keus. Als we voor de tweede keer een rijtje plantjes omwisselen voor andere spreekt een vrouw ons aan.
“Als jullie vetplantjes willen kopen...”
Ze komt wat dichter bij, kijkt om en dempt haar stem.
“Dan weet ik een plek waar je ze veel goedkoper kunt krijgen.”
Ze vertelt dat er in een wijk iets verderop een vrouw woont die als liefhebberij vetplantjes kweekt en die gewoon in haar voortuin verkoopt voor twee kwartjes.
“Als ze niet thuis is, kun je het geld gewoon in de brievenbus gooien.”
Ze legt uit waar de vrouw woont maar kan niet vertellen hoe de straat heet. “Een gewoon rijtjeshuis is het. Je ziet het vanzelf.”
We besluiten dat we er best even kunnen gaan kijken en zetten onze zorgvuldig uitgekozen verzameling terug in de bakken. “U bent wel slecht voor de klandizie hier”, grinniken we. Maar vervolgens zoeken we een extra mooie bloembak voor het kadootje en we nemen nog wat tuinkruiden en een peperplant mee.
Dan stappen we op onze fietsen  en gaan op  zoek naar de particuliere vetplantjesverkoop. We moeten even zoeken, maar dan zien we het. In de tuin van een gewoon rijtjeshuis staan aan weerszijden van een smal paadje meters lange, verhoogde bakken vol plantjes. Ze zien er goed verzorgd uit en volgens een keurig, handgeschreven bordje kosten ze vijftig cent per stuk.
We zoeken er zo veel uit als er in de fietstas passen en staan op het punt om geld in de brievenbus te gooien als de deur opengaat en de bewoonster naar buiten komt. We vertellen haar hoe we in het tuincentrum getipt werden en dat het toch wel erg leuk is wat ze allemaal in haar tuin heeft staan. En van dat geld in die brievenbus. Dat zoiets nog kan in deze tijd.
Ze zegt dat er wel eens mensen zonder betalen iets meenemen, maar dat het zo jammer is om je daardoor te laten bepalen. “Nou, wij worden hier helemaal vrolijk van”, verzekeren we haar. “We komen vast nog wel eens terug!”
Het is maar tien minuten fietsen naar huis. Daar zetten we meteen alle nieuwe aanwinsten in de potten. De mooisten gaan in de schaal voor de buurvrouw, en die is echt blij met haar kadootje.
   

vrijdag 10 mei 2013

Jouw vrouw mijn vrouw



Ik kijk naar een aflevering van het ruilprogramma Jouw vrouw mijn vrouw. De vrouwen die van gezin ruilen zijn Judith Osborn, ondernemer en ontwerpster en Melisa Schaufeli, vrouw van ex-voetballer Andy van der Meyde.

Melisa komt terecht bij de oudere programmaker en schrijver Bert van der Veer in een rustig huis vol boeken, waar ze zich onmiddellijk begint te vervelen. De vrijgevochten Judith Osborn moet het huishouden gaan voeren in een gezin met drie kleine kindjes en een luie donder van een man die alleen maar op de bank ligt.
Hoewel mijn situatie meer op die van Bert en Judith lijkt, ligt mijn sympathie onverwacht bij de voetbalvrouw. Uit haar drukke gezin geplukt, weet ze zich geen raad in het stille huis met alleen maar boeken en een saaie, oudere man die vooral met rust gelaten wil worden. En ze houdt niet van lezen... Dapper probeert ze gesprekken te voeren met Bert en als ze na een paar dagen zelf mag bepalen wat er gebeurt, begint ze energiek aan een grote schoonmaak, want de smerige keuken is haar een doorn in het oog.
Intussen moet Judith een huis schoonhouden, wassen draaien en koken. Allemaal activiteiten die ze nooit eerder gedaan lijkt te hebben. En dan ook nog eens helpen in de kapperszaak aan huis. Het valt haar zwaar en zodra ze het voor het zeggen krijgt, gaat de hele klussenlijst naar de voetballer en zij op de bank.
Na een week is de ruil afgelopen en gaan de vrouwen weer naar huis. Het is voor iedereen een leerzame ervaring geweest. Dat is in elk geval de bedoeling geloof ik. Voor mij ook trouwens.

Een dag later doe ik m’n keukenkastje open en zie hoe vies het daarin is. Eigenlijk wist ik dat wel, maar nu besluit ik er iets aan te doen. Ik maak een emmer sop en ga aan de slag, om niet te stoppen voordat de hele keuken fris en schoon is. Terwijl ik bezig ben, denk ik aan het boek dat ik nog uit wil lezen, het stuk dat ik nog moet schrijven en mijn mailbox die ik nodig moet checken. Toch maak ik mijn klus af en ik ben heel tevreden met het resultaat. Ik denk aan Melisa Chaufeli en haar schone huis en kan me best voorstellen dat ze zich doodverveelde zonder alle huishoudelijke beslommeringen die ze gewend was. Als je niet van lezen houdt...
Alleen zo’n man op de bank die vindt dat het hele huis bijhouden vrouwenwerk is, dat een vrouw daar genoegen mee neemt kan ik me dan weer níet voorstellen.
Hoeft ook niet. Terwijl ik het keukendoekje uitwring en het vuile sop wegspoel, hoor ik op de trap de stofzuiger en de voetstappen van mijn H.
Ik ben vandaag niet de enige in huis met schoonmaakwoede. 

vrijdag 3 mei 2013

Pensioen en de vrouwen van Stepford.




Mijn fysiotherapeute gaat met pensioen. Ik ken haar al sinds ik bij haar zwangerschapsgym deed, 24 jaar geleden. Sindsdien komen we elkaar regelmatig tegen bij het boodschappen doen en maken dan een praatje. Als iemand van ons gezin fysiotherapie nodig heeft, gaan we naar haar en nu mijn arm nog steeds niet helemaal bekomen is van acht weken gips, kom ik weer regelmatig in haar praktijk.
De laatste keer vertelde ze dat ze met pensioen gaat.
Ik was verrast, want ik wist niet dat ze al tegen de 65 liep.
Ze zei dat ze het eens allemaal op een rijtje gezet had en tot de conclusie gekomen was dat het kon. Dat het eigenlijk een gunstig moment was om met haar praktijk te stoppen.
Of ze het niet zou missen, vroeg ik. Maar nee, ze had haar werk altijd erg leuk gevonden, maar nu vond ze het toch wel heerlijk om gewoon dingen in en om het huis te kunnen doen, wat vaker met vakantie te gaan en tijd hebben voor de kleinkinderen.

Nadenkend fietste ik naar huis. Dat iemand die haar werk met zo’n kennelijk plezier doet zo blij kan zijn om met pensioen te gaan... Ik kan me niet zo goed voorstellen dat ik liever zou stoppen met werken. Vakantie is heerlijk, maar juist omdat het tijdelijk is, lijkt mij.

Twee dagen later. Samen met H. loop ik over de vrijmarkt te slenteren. We neuzen bij de kraampjes, kopen hier en daar een boek en komen af en toe bekenden tegen. Eén van die bekenden is L. We hadden hem al een tijd niet gesproken en hij vertelt blijmoedig dat ie al bijna twee jaar met pensioen is. “En hoe bevalt dat?” vraag ik hem. Ik weet dat hij leraar op een school met moeilijke leerlingen was met veel hart voor zijn werk. Tot mijn verbazing vertelt hij dat ie het werken niet mist. Nee, hij geniet van zijn vrije tijd en zijn hobbies.
“Ik kon het nooit begrijpen”, zegt hij, “van oudere collega’s die met pensioen gingen... dat ze er ineens naar uitkeken om te stoppen. Maar nu heb ik gemerkt dat het bij mij ook zo werkte. Als de datum eenmaal in zicht komt, hoef je ineens niet meer zo nodig.”
Hij ziet er al net zo tevreden uit als mijn fysiotherapeute.

Natuurlijk geloof ik hem, maar ik moet ineens wel erg denken aan het boek “De vrouwen van Stepford” van Ira Levin. De vrouwen van het stadje Stepford doen met grote hartstocht het huishouden, en niets anders dan dat. Nieuwkomer Joanna houdt helemaal niet van huishoudelijke taken en begrijpt niet dat bijna al die vrouwen zo zijn. Ze praat erover met de twee enige vriendinnen die ze er vindt, maar na een tijdje blijken die de een na de ander ook in een huishoudrobot veranderd te zijn. Tenslotte zien we vanuit een ander perspectief dat ook Joanna zich aanpast.

Het gaat vanzelf. Het doet helemaal geen pijn, en als je eenmaal de knop hebt omgezet, blijk je daar heel tevreden van te worden. Misschien komt dat allemaal ooit nog, maar nu vind ik het vooral een beetje griezelig.


Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...