vrijdag 27 mei 2016

Ontstoken teen


Het is ongeveer 10 kilometer fietsen naar Sanguin en voor alle zekerheid doe ik een regenjas aan. Als ik er bijna ben, begint het zachtjes te miezeren. Binnen laat ik bij de balie mijn rijbewijs zien en krijg de vragenlijst, die ik braaf begin in te vullen:
bent u de afgelopen drie jaar in een land buiten Europa geweest?
Hebt u onlangs een piercing of tatoeage laten zetten?
Gezondheidsklachten gehad?
Hebt u op dit moment een ontsteking of infectie?


Ik aarzel even en terwijl ik JA aankruis, besef ik dat ik waarschijnlijk voor niets gekomen ben. Het is alleen maar een teen die rood en een beetje dik is, maar ik ben bang dat dat wel degelijk als een ontsteking geldt.

Zodra ik word opgeroepen, vraag ik het aan de assistente die de vragenlijst moet doornemen. Ze twijfelt, vraagt door hoe ernstig het is en als ik de bewuste teen laat zien, haalt ze er een dokter bij. Die werpt een blik op mijn voet en zegt vriendelijk maar beslist dat ik geen bloed mag geven. “Zo’n ontstoken teen zit vol bacteriën”, vertelt ze en ze adviseert om tenminste vier weken te wachten voor een volgende afspraak.
Die afspraak maken we dan maar meteen. Bijna verontschuldigend vraagt de assistente op welke dag het mij uitkomt en als er een nieuwe datum genoteerd is, zegt ze dat ik gerust koffie en een broodje mag pakken voordat ik weer naar huis ga. Ik heb wel zin in die kop koffie en sluit aan achter een stevige meneer die juist tegen de koffiedame zegt: “Ik had eigenlijk op de fiets willen komen, maar het is zó’n rotweer!” Ik moet in mezelf een beetje lachen als hij dat zachte lentebuitje zo hartgrondig ‘rotweer’ noemt. Op m’n gemak drink ik de koffie en als ik weer buiten kom is het droog.

Op de terugweg neem ik een omweggetje door het stadscentrum en ik koop voor mezelf een broek en een blouse. Heb ik dat eind niet voor niks gefietst. Dan zet ik er de sokken in met de wind mee. Kan ik vanmiddag nog even lekker in de tuin werken, want daar is het perfect weer voor.

vrijdag 20 mei 2016

Stoelmassage

Meestal vind ik het geen goed idee om aan de deur kortingsbonnen te kopen, maar van de saunabonnen hebben we geen spijt. We kochten er al een tijd geleden twee voor 15 euro per stuk. Eén dagje sauna met z’n tweeën is al aanzienlijk duurder dan zo’n bon. Dat hebben we in maart gedaan. We kunnen er ook nog een keer ’s avonds mee naar binnen, een gratis drankje halen en nog wat extraatjes, zoals een stoelmassage.

Op 1 juni verloopt de bon, dus we besluiten dat het hoog tijd is voor een relaxte avond in de sauna. Op een gewone, doordeweekse donderdagavond. We zorgen allebei dat we op tijd thuis zijn, eten een lichte maaltijd en rond half zeven draaien we de auto de parkeerplaats van de sauna op.

Romeinse Kruidentempel
Douchen, heet voetenbadje, zweten in de ‘boomgaardsauna’ en dan lekker buiten in het zwembad wat baantjes heen en weer zwemmen. We brengen een bezoek aan de Romeinse Kruidentempel, waar het lekker naar lavendel ruikt. Er hangt een bordje aan de deur waarop het verzoek staat om binnen stil te zijn. Binnen klinkt zachte muziek. Behalve wij zitten er nog vier mensen twee bij twee in het ronde bad. Af en toe tilt iemand een voet of been uit het water of gaat verzitten. Dan weerkaatst het geklots in de ruimte.

Ik leun achterover en kijk naar de amateuristische schildering op het plafond: een soort mandala met een mannen- en een vrouwenfiguur erin. Lelijk. Heel zachtjes neurie ik de grondtoon van de muziek mee en ik voel het resoneren. Als kort na elkaar de andere tweetallen weg zijn gegaan, kan ik het niet laten: ik zing een paar akkoorden en ze blijven in de lucht hangen. Grappig.
Na een Turks stoombad en nog een baantje zwemmen, gaan we op zoek naar de massagestoelen. Het blijken monsterlijke, bruinleren stoelen te zijn die eruitzien als een soort vriendelijke, oude beesten. Er zitten slijtageplekken op de rugleuningen. Bij de balie hebben we muntjes gekregen, die moeten in een kastje naast de stoel en dan beginnen de monsters te bewegen.

Ik probeer me te ontspannen terwijl er stevig in mijn kuiten geknepen wordt en de rugleuning golfbewegingen tegen mijn rug maakt. Van onder naar boven duwt de stoel als een harde vuist tegen m’n ruggengraat, m’n schouderbladen, m’n nek. Het ontspannen lukt niet erg, want ik realiseer me de hele tijd dat deze stoel mij precies zo’n behandeling geeft als iemand van 120 kilo. En bij mij zit er geen beschermend speklaagje tussen de hardhandige stoel en mijn botten. Ik zit de behandeling manmoedig uit, maar ben blij als het kwartier voorbij is.

Nog even scrubben en in een warm bad bijkomen van de massage, dan lekker lang douchen en aankleden. Tijd om naar huis te gaan. Rozig en schoon, maar wel een beetje gemangeld. Leuk om te weten hoe zo’n massagestoel werkt, maar díe hoeft volgende keer niet meer van mij.

zondag 15 mei 2016

Jong zenegroen en kleine manteltjes

hosta
kruipend zenegroen
Ieder voorjaar hou ik plantjes over. Veel vaste planten dijen uit; de pollen worden steeds groter en krijgen in het midden een dode plek. Dan deel ik ze en hou van één pol twee of meer kleinere planten over. Zo levert de rand vrouwenmantels langs het stapstenenpaadje steeds kleine manteltjes op om weg te geven. Bodembedekkers maken eindeloos nieuwe uitlopers die niet op elke plaats welkom zijn en ook die gaan in potjes voor wie ze wil hebben.
Vorig jaar kon ik veel van die jonkies kwijt aan een collega met een nieuwe tuin. Dit voorjaar stonden er al een paar weken minstens twintig potjes op de rand van het terras. Het was zaak om ze goed nat te houden, want we hadden zomerweer. Een dochter van de braam heeft vorige week een nieuwe eigenaar gevonden en vandaag is de helft van alle plantjes in een plastic kratje op weg gegaan naar een andere tuin. Voor de rest vind ik vast ook nog wel een liefhebber.
Mei is een van de mooiste maanden in de tuin. Behalve dat alles groen is en veel planten beginnen te bloeien, fladdert en fluit er van alles. Vanuit een goed verstopt nestkastje piepen jonge koolmezen de hele dag om eten en de ouders zijn inmiddels zo aan mijn aanwezigheid gewend dat ze twee meter van me af het kastje in en uit floepen.
De kleine pruimenboom is z’n speciebak ontgroeid en heeft – voor het eerst in de volle grond – uitbundig gebloeid. Nu zie ik de kleine, groene beginnetjes van wat straks pruimen worden. Voor de zekerheid krijgt ie elke dag water, want erg diep kunnen die wortels nog niet gaan. Verderop heeft de appelboom intussen ook z’n bloesem verloren en nu is de braam aan de beurt om te bloeien.

Salomonszegel
Tussen de stapstenen bloeit het kruipend zenegroen mooier dan ooit en in de voortuin hangen de witte klokbloemetjes van de plant met de prachtige naam salomonszegel. Bijna elke dag doe ik even een rondje tuin. En altijd zie ik dan van alles wat er moet gebeuren. Nooit is het klaar en soms word je daar weleens moe van. Maar toch hou ik van m’n tuin. Vooral in mei.

zondag 8 mei 2016

Stampen en wrijven tot de hele keuken geurt


Ik koop heus wel eens een diepvriespizza als het zo uitkomt, maar over het algemeen ben ik niet zo’n fan van kant-en-klaar voedsel. Waarom zou je bijvoorbeeld gesneden sla kopen of gesneden champignons… er gaat een hoop vitamine verloren en het is een karweitje van niks om het zelf te snijden. Met alle pakjes en zakjes in de supermarkt zou je haast vergeten hoe voedsel groeit.

Ook van kant-en-klare kruidenmixen word ik niet enthousiast. Je gebruikt altijd maar een beetje van wat er in een verpakking zit en ons ‘kruidenkastje’ puilde op een gegeven moment uit van de potjes, zakjes en bakjes met tacokruiden, mexicaanse mix, cajunmix, grillkruiden, kipkruiden enzovoort.
Behalve dat het vervelend is dat de mixen vaak zo lang blijven liggen dat ze hun kleur en smaak verliezen, vraag ik me af wat er eigenlijk in zit. Zijn dat niet gewoon kruiden die ook in mijn kastje staan?

Een tijdje geleden besloot ik dat het genoeg was met de mixen. Ik wilde iets klaarmaken waar ik seasoning mix voor nodig had. Dat kun je kopen in kleine zakjes, maar toen ik op het zakje keek wat de ingrediënten waren, bleken het stuk voor stuk dingen te zijn die ik al in huis had. Vanaf dat moment maak ik mijn kruidenmixen zelf. Ik heb ontdekt dat er op de site Tallsay goede recepten te vinden zijn en het is echt leuk om zo’n mengsel te maken.

Vanmiddag haalde ik de zware, gietijzeren vijzel tevoorschijn om curry madras te maken. Er gaat korianderzaad in, komijnzaad, zwarte peperkorrels en nog tien andere ingrediënten. Een minuut of tien ben ik bezig de zaden en korrels fijn te stampen en te wrijven en het gaat steeds lekkerder ruiken in de keuken. Behalve dat het goedkoper en lekkerder is dan een gekochte mix, geeft het veel meer voldoening om het zelf te maken.

In mijn kruidenkastje is het nog steeds een zooitje; ik sta liever als een heks mijn kruidenmengsels te brouwen dan die kast netjes op te ruimen en schoon te maken. Maar op een goeie dag kieper ik in één keer alle kant-en-klaar potjes in de vuilnisbak. Die gaan we toch niet meer gebruiken.

donderdag 5 mei 2016

“Verdriet is het ding met veren”



Het is 5 mei en Hemelvaartdag. Twee bijzonderheden op één dag. Met zo’n blauwe lucht en een al best warme zon is het een prachtige dag om te herdenken of ten hemel te varen.
Vanmorgen hebben we een eind gelopen en nu zit ik in de tuin met een boek. Een klein boekje met de titel ‘Verdriet is het ding met veren’. Er staan zinnen in waarvan de tranen me in de ogen schieten, zinnen waar ik blij van word en zinnen die ik niet begrijp. Het leest als poëzie en af en toe sla ik het even dicht, vinger ertussen en laat de woorden zakken in mijn hoofd terwijl de zon op mijn gezicht schijnt.

Ik hoor de wilgen ruisen. Ik hoor de jonge koolmezen piepen als er weer een ouderlijke snavel vol eten wordt aangevoerd. Af en toe krast er een onzichtbare kraai verderop.
Boekje open, weer een bladzijde van dit wonderlijke boek. Over een vader met zijn twee jonge zoontjes, van wie de vrouw en moeder plotseling gestorven is. Over rouw,  verlies, troost en Kraai.

Over kraai gesproken; er krast iets in de lucht.
Ik kijk op en zie een buizerd die belaagd wordt door twee kraaien. De buizerd is een stuk groter, maar daar trekken de twee zwarte pestkoppen zich niets van aan. Ze lijken hem op te jagen en na een tijdje verdwijnt het drietal uit zicht achter een buurhuis.
Glimlachend zoek ik met mijn ogen waar ik op de bladzijde was gebleven en dit is wat ik lees:

“Sodemieters, kijk die kleine schavuit, excuseer mijn taalgebruik beste mensen. Het is lente en de zwarte kraai die op deze plaats broedt wil zijn eieren beschermen, dat zou u ook doen als er verdikke een zeearend rondvloog. ASJEMENOU! Kijk toch, dames en heren, wat een dappere kleine opdonder. Een kraai die MEESURFT OP DE RUG VAN EEN ZEEAREND!”

Goed, wat ik in de lucht zag was geen zeearend en er werd niet op een rug meegesurfd, maar het is toch wel verrassend als je bijna leest wat er net gebeurd is.
En dat op deze prachtige Hemelvaartdag op 5 mei.
Drie bijzonderheden op één dag.

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...