vrijdag 25 januari 2019

Sneeuwmuppet

Op woensdagmiddag loop ik naar buiten met een schop en een bezem om de stoep sneeuwvrij te maken. Bij de deur van mijn overbuurvrouw zie ik een sneeuwpop staan. Of eigenlijk meer een bergje sneeuw met een muts, een sjaal en oogjes. Mijn overbuurvrouw woont alleen en ik zie er nooit kinderbezoek. Zou ze hem zelf gemaakt hebben?

Ik pak m’n schop en begin de centimeters dikke laag sneeuw van het pad te scheppen. Met de bezem maak ik daarna een stuk stoep helemaal schoon. Het is een klusje waar ik het warm van krijg. Af en toe stop ik even om naar het resultaat te kijken. Naast de schuurdeur hoopt de weggeschepte sneeuw zich op.

Ik denk aan de grote sneeuw-adelaar die ik een paar dagen geleden op een nieuwsfoto zag. Best leuk om iets moois te maken van zo’n hoop sneeuw. Aan de overkant stopt het lage sportautootje van m’n buurvrouw. Terwijl ze naar haar voordeur loopt, klopt ze de sneeuwpop even op z’n muts.
“Heb jij die gemaakt?” roep ik naar de overkant.
Ze lacht: “De sneeuw lag op het pad,” zegt ze met haar grappige accent. En ze gebaart hoe ze het opzij heeft geschoven. Ze klopt de sneeuwpop nog een keer op z’n kop, steekt een hand op en gaat naar binnen.

Ik begin aan het paadje naar mijn voordeur. De sneeuw die ik wegschep, gooi ik zorgvuldig op een hoop en dan kan ik het toch niet laten om er een kop op te zetten. Met een flinke neus, muppet-wenkbrauwen en uitstaande oortjes. Dan veeg ik snel de rest van het paadje schoon.
Even later zit ik aan de keukentafel met een kop koffie. Buiten kijkt de muppet onaangedaan met z’n stenen oogjes voor zich uit. Ik lach in mezelf. Waarom zouden alleen kinderen het leuk moeten vinden om een sneeuwpop te maken?



vrijdag 18 januari 2019

“Er dreigt gevaar”

Ik zit aan de grote tafel achter m’n laptop te bedenken waar ik een blogje over zal schrijven.
Achter mij, in de keuken, is mijn zoon volgens afspraak bezig met de laatste loodjes van de afwas. Ik hoor hem kasten open en dicht doen.

“Er dreigt gevaar,” zegt een lage stem met een Vlaamse tongval.
Zachte, spannende muziek zweeft mijn linkeroor in. Er gromt een dier
J. legt rammelend de messen in de bestekla en schuift de la dicht. Voetstappen komen uit de keuken en verdwijnen naar boven.
Er kwetteren vogels en daar is de Vlaamse stem weer:
“De roedel is uiteengeslagen. En nu zullen de leeuwen de jongen proberen weg te kapen.”
Ik weersta de aanvechting om mijn nek te rekken om het beeld van de televisie te kunnen zien, die links van mij staat, gericht naar de bank waar H. languit op ligt te kijken.

Toem toededoem – toem toededoem … de spanning loopt op
“Er is maar één volwassen dier bij de jongen. Dat zal niet volstaan om ze te redden.”
Toem toededoem….
Stilte, dan opgewekt:
“maar dít misschien wel!”
Er klinkt muziek, er fluiten vogels, uit de ondefinieerbare geluiden die volgen, kan ik niet opmaken wat de jongen dan wel zal moeten redden. Ik weet trouwens helemaal niet wat voor jongen het zíjn die door de leeuwen belaagd worden.

Ineens gromt er iets dreigend, maar dat geluid houdt abrupt op als H. naar een andere zender zapt.
Een lawaaierig live-concert van iets met veel koper blaast de natuurdocumentaire de kamer uit.
Ik geef het op en pak een boek om lekker te gaan lezen.

zondag 13 januari 2019

Smakelijk Lezen.


Op donderdagmorgen ben ik voorlezer. Dan loop ik met mijn leesbril, mijn flesje water en mijn sleutelbos naar beneden waar de studio’s zijn. Aan de sleutelbos hangt een badge die ik nodig heb als ik in studio 9, 10 of 11 ben ingepland; die zijn namelijk in het gebied ‘achter de deur’, waar ook de examens ingelezen worden. Een beveiligd deel van het gebouw, want de examenopgaven zijn strikt geheim. 

Vandaag zie ik op het planbord dat ik in studio 9 zit waar ik om te beginnen 45 minuten ‘Diabc’ ga voorlezen. Het is een tijdschrift voor mensen met diabetes, dat van voor naar achter moet worden ingelezen, compleet met advertenties. Ik hoor mezelf blijmoedig reclame maken voor een zorgverzekeraar en lees verschillende verhalen van mensen die ondanks hun diabetes heel actief in de wereld staan. Leerzaam.

Om tien uur komt iedereen uit z’n hol om een kwartiertje samen koffie te drinken. De meeste lezers eten er een boterham of koek bij, want je zou het misschien niet denken, maar voorlezen is behoorlijk fysiek. Ik krijg er altijd flink honger van, en een rommelende maag is het laatste wat je kunt gebruiken als je voor een microfoon zit die dat soort bijgeluiden genadeloos registreert.

Mijn tweede klus is ‘Delicious’, een kooktijdschrift vol recepten. Maar goed dat ik net iets gegeten heb, want hiervan krijg je spontaan trek. Een deel van het tijdschrift is gisteren al voorgelezen en ik mag verder met power-ontbijtrecepten die vooral uit stevige papvarianten bestaan. Dan komen er aanwijzingen om je eigen, trendy frisdrankvervangers te maken met o.a. kefir en kombucha. Ik wist niet dat er zoveel manieren waren om drankjes met bubbels te maken. Van gefermenteerde vruchtenthee tot komkommer/munt-drank.   
  
Recepten voorlezen is best leuk, maar vrij tijdrovend, omdat elk recept in een apart mapje moet worden ondergebracht. De planners gaan er van uit dat je als lezer in 4 uur ongeveer 135 minuten netto opneemt. De ene keer lukt dat fluitend (bij wijze van spreken dan) en de andere keer is het een race tegen de klok. Vandaag heb ik iets meer nodig dan 4 uur. Maar ik heb dan wel weer geleerd hoe je appelcider moet maken. 

Om kwart voor 1 trek ik de studiodeur achter me dicht en zet ik de kopij van ‘Delicious’ klaar voor de collega die het laatste stukje gaat lezen. Mijn voorleestijd van vandaag zit erop. Later deze week kunnen abonnees met een leesbeperking op mijn aanwijzingen een power-ontbijtje gaan maken. Of alleen maar voor de lol luisteren hoe je zoiets zou kunnen doen, want dat kan natuurlijk ook. Ik hoop dat ik het allemaal smakelijk genoeg  heb voorgelezen.

zaterdag 5 januari 2019

Falafel

H. is gek op kookboeken. Op de bovenste plank van de boekenkast staat een hele verzameling, maar dat belet hem niet om zichzelf in december 2018 een feestelijk nieuw boek cadeau te geven: TLV, recepten en verhalen uit Tel Aviv. Hij kan er echt van genieten om in zo’n boek te bladeren en te lezen. En vandaag was het plan om er dan ook maar eens iets uit te koken.

De basis van falafel zijn kikkererwten. Maar niet uit een blikje; dan valt de boel uit elkaar. Dus stonden al vanaf gisteravond 500 gram kikkererwten te weken om vandaag falafel mee te maken. Heb ik zin om te helpen? Zeker wel. Ik neem de taak op me om ras el hanout te maken, een kruidenmengsel dat je ook kunt kopen, maar zelf maken is veel leuker.

In de vijzel stamp ik kruidnagel, komijnzaad, peperkorrels, cardemom en piment en daar gaan dan nog een stuk of tien andere kruiden bij, zodat het meteen al lekker ruikt in de keuken. Intussen heeft H. de kikkererwten afgegoten en gaan die in de keukenmachine. Samen met een ui, een heleboel peterselie en wat citroensap. Het moet gepureerd worden, ‘fijn, maar niet tot pap’. Dat is even uitproberen.

Na een tijdje hebben we een geurig mengsel waar je redelijk balletjes van kunt vormen en als H. er op eigen initiatief nog wat meel bij gooit, gaat het nog beter. Een falafeltang hebben we niet, maar met twee eetlepels kunnen ook prima balletjes gemaakt worden. Ze gaan in de hete olie en zijn in een paar minuten klaar

Van 500 gram kikkererwten kun je een heleboel falafel maken. Als H. klaar is met bakken, heb ik een rij schaaltjes gevuld met sla, paprika, tomaat en schijfjes komkommer. Het smaakt prima op kleine pitabroodjes. Hoewel we er met z’n drieën flink van eten, blijft er nog een heleboel over. Helemaal niet erg, dat gaat gewoon in de vriezer.

Dus kom je deze week toevallig langs, dan heb je kans dat we vragen of je blijft eten: falafelbroodjes ‘uit Tel Aviv’. Lekker hoor.

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...