donderdag 25 april 2024

Botten

model van drie ruggenwervels waarvan de middelste in stukken uit elkaar spatAanmelden voor mijn afspraak in het ziekenhuis gaat met een QR-code die ik op m’n telefoon heb staan. Er komt een bonnetje tevoorschijn waarop staat waar ik naar toe moet. De trap af en dan naar wachtruimte 1. Drie weken geleden was ik hier ook, voor een botscan. Die ga ik nu bespreken met de osteoporose specialist.

Ik heb nog maar net een boek uit mijn tas gehaald als dokter Meinardi me al komt halen. ‘Zo,’ zegt hij, en nog eens ‘zo’ en hij gaat me voor naar de spreekkamer. Daar heeft hij al een computerscherm openstaan met de resultaten van mijn scan.

Dat ik osteoporose heb, weet ik al lang. Eerst kreeg ik er pillen voor die niet hielpen, nu elk half jaar een injectie met Prolia. Dat helpt wel. De afbraak van m’n botten is gestopt en vandaag krijg ik zelfs te horen dat de botdichtheid in m’n heup niet meer in de categorie osteoporose valt, maar hoog genoeg is om ‘osteopenie’ te heten.
“Een upgrade,” constateer ik en de dokter knikt glimlachend.

Maar na tien jaar gebruik wordt het nu tijd om de Prolia af te gaan bouwen. Daar ben ik een beetje bang voor, want ik heb gehoord dat stoppen met dit geneesmiddel betekent dat daarna je botten snel weer aftakelen, met de kans dat je ruggengraat inzakt. Ik vraag aan dr. Meinardi of dat klopt.

“Jawel,” zegt hij, “dat heb je goed begrepen,” en hij legt uit dat er twee soorten cellen werken aan de voortdurende vernieuwing van je botten. De osteoclasten breken bot af en de osteoblasten bouwen bot op. De Prolia remt de osteoclasten af, zodat het bot niet te snel afbreekt. Ze worden door het middel ‘in slaap gehouden’. Zou je plotseling stoppen, dan worden ze extra hongerig wakker.
“En dat wil je niet!”

Dat wil ik zeker niet.
“Maar we gaan wel stoppen. En nu dan?” vraag  ik.
De dokter vertelt dat ik eerst een ander middel krijg, hetzelfde spul als de niet-werkende pillen, maar dan sterker en via een infuus. Rond de tijd dat mijn laatste injectie is uitgewerkt, komt er een afspraak voor dat infuus.
“Dan ben je veilig,” zegt hij geruststellend.

Hij heeft al mijn vragen kalm en duidelijk beantwoord en voor mijn gevoel nam hij daar alle tijd voor. Als ik uit de spreekkamer kom en mijn jas aantrek, zie ik dat we precies het kwartier hebben volgepraat dat voor de afspraak stond.
Ik heb er vertrouwen in. En ik heb zin in koffie. Maar niet hier in het restaurant; eerst fiets ik naar huis. Zes kilometer flink tegen de wind in trappen. Goed voor m’n botten.


 

zondag 21 april 2024

Open dag

Ik heb me aangemeld om te helpen bij de open dag van de voedselboomgaard. Op zaterdagmorgen fiets ik tegen een harde, koude wind in naar de Waalgaard, waar om half 11 de taken verdeeld worden. Ik zit samen met R. in het soepteam.

Bord aan de ingang van de Waalgaard: Welkom bij de Waalgaard, een voedselbosgaard (+ meer tekst in kleine letters)
In de Waalgaard gebeurt bijna alles buiten. Als het echt rotweer is, kun je schuilen in de voortent van de kleine caravan, maar iedereen is gekleed op kou en nattigheid. Al hopen we natuurlijk dat de zon zich vandaag wil laten zien.

R. en ik spreken af hoe we het gaan aanpakken en gaan aan de picknicktafel uien, prei, zevenblad snijden, terwijl iemand anders voor ons kool en brandnetels plukt.
Grote pan met daarin bekers en andere dingen klaargezet om te beginnen
Het wassen van de groenten is een uitdaging, want stromend water of een flinke wasbak is er niet. Elektriciteit ook niet, dus we snijden alles zo fijn mogelijk;  blenderen zit er niet in. Als de brandnetels aan de beurt zijn, stelt R. voor om alvast de uitjes te fruiten. Binnen, in de caravan, zijn een paar gaspitten. Het begint meteen al lekker te ruiken, vooral als al het kruidige groen erbij gaat.
Een paar liter water erbij in de grote pan, zes bouillonblokjes, en dan wachten tot de hele boel kookt. Af en toe steekt iemand z’n hoofd om het hoekje van de caravan: ‘Mmmm, dat ruikt goed.’

Een eindje naast de caravan staat onder een partytent een feestelijke tafel met verschillende soorten taart, kannen koffie en thee en een proeverij met verschillende soorten pesto, jam, chutney, alles gemaakt met producten uit de boomgaard. Terwijl wij nog druk aan het snijden waren, begonnen er bezoekers binnen te druppelen. Nu de soep staat te koken, loop ik naar buiten en zie net een groepje vertrekken voor een rondleiding.

Om een uur of één draagt R. de grote pan naar buiten en ik roep in het rond dat er soep is. We scheppen bekers vol voor iedereen die dat wil. En natuurlijk wil iedereen zo’n beker warme, kruidige soep op deze kille dag.

Ondanks het weer lopen er de hele dag groepjes bezoekers rond. Nu onze taak erop zit, vertrekt R. en hang ik een beetje rond. Beetje kletsen, soms wat vragen van een bezoeker beantwoorden Tegen vieren gaan we de boel opruimen. Iedereen heeft het inmiddels koud en van de geplande na-borrel komt weinig terecht. Toch zijn we tevreden over de dag. Voor herhaling vatbaar, maar dan graag met iets meer zon.

zaterdag 6 april 2024

Doe-lijstje

Kijkje in de stoffenwinkel: stapels stof op de rol, daarachter een rijtje paspoppen en daarboven enkele rollen stof waarvan een afgerold stuk naar beneden hangt

Ineens is het warm buiten. De achterdeur open, koffie op het terras.
H. gaat na die koffie op stap voor een stevige oefenwandeling. Echt veel zin heeft ie nog niet maar er moet nodig getraind worden voor de vierdaagse. Ik lach hem uit als hij zuchtend vertrekt.
“Waarom schrijf je je dan ook in?”
Ik moet er niet aan denken om vier dagen dertig, veertig of zelfs vijftig kilometer te lopen; geef mij maar de fiets.

Als hij vertrokken is, ga ik eerst m’n laarzen schoonmaken. Daar heb ik gisteren mee in de prut gelopen in de voedselboomgaard waar ik vrijwilligerswerk doe. Daarna fiets ik naar de grote stoffenwinkel tien kilometer verderop, want ik heb een naaiproject in gedachten.

Het is fantastisch weer om te fietsen (en dus ook om te wandelen) en ik ben zó op de plaats van bestemming. Daar vind ik een paar stofjes waar ik mee aan de slag wil en als ik terug fiets merk ik waarom de heenweg zo snel ging: er staat een stevige wind, die ik nu tegen heb. Dat maakt van m’n fietstochtje een work-out. Eentje van de leuke soort, want onderweg zie ik in de bermen van alles bloeien.

Weer thuis vind ik dat ik koffie heb verdiend en dan ga ik een tijdje tevreden zitten kijken naar de drie lappen stof die ik heb gekocht. Ik zie al helemaal voor me wat ik er van ga maken. Na volgende week heb ik daar alle tijd voor. Hoewel, ik heb mezelf beloofd om eerst de hele keuken eens echt goed schoon te maken. En er moet een nieuw uithangbord geschilderd worden voor Vrijwillig Landschapsbeheer. En het is tijd om de moestuinbakken te gaan vullen.
En … nou ja, vervelen staat voorlopig nog niet op m’n doe-lijstje.

woensdag 3 april 2024

Laatste keren.

Foto van het Dedicon pandNog een week, dan ga ik voor het laatst naar Dedicon, het bedrijf waar ik lang heb gewerkt. In juni ga ik officieel met pensioen, maar vanaf 11 april heb ik al vakantie. Deze weken staan dus in het teken van de laatste keren.
Vandaag de laatste opname van audiotijdschrift Klinkklaar met mij als eindredacteur. Of eigenlijk de eerste keer met de nieuwe eindredacteur, mijn collega B. Die zit af en toe verwilderd rond te kijken omdat ze zo veel tegelijk in de gaten moet houden.

Moet er een tune aangezet worden?
Op welke van de twee memorysticks staan de muziekjes en geluiden?
Waar zit ook weer het geluid van de walvis en wanneer moet de voorlezer daar doorheen gaan lezen?
Er moet nog een introotje gelezen worden vóór het interview dat al klaarstaat.
Deze regel staat verkeerd in het draaiboek en moet de technicus er straks nog even uithalen.  

Bij de vorige opname keek B. met mij mee en nu kijk ik mee  hoe zij het doet. Af en toe souffleer ik of steek ik een hand op om aan te geven dat een lezer nú moet starten. Gaandeweg krijgt ze er wat meer vertrouwen in. Het scheelt dat de twee vaste voorlezers een goed samenwerkend team zijn en dat de technicus ook weet hoe zo’n opname in elkaar zit.

Vorige week verscheen de laatste special waar ik interviews voor maakte en ook voor ons personeelsblad heb ik voor de laatste keer de kopij verzameld en geredigeerd en het naar de vormgever gestuurd.
En dan is er maandag opnieuw zo’n laatste sessie als vandaag.  Dan met Zienswijs, audiotijdschrift voor mensen die op latere leeftijd blind/slechtziend zijn geworden. Ook dat draag ik over aan een collega.

En dan zit het erop. Dan kan ik uitslapen en luieren tot ik daar genoeg van heb. Dat zal niet heel lang duren, weet ik van mezelf, dus heb ik al een hele lijst gemaakt met plannen en projecten. Wat ik in elk geval blijf doen is schrijven. Dit stukje hoort er dus niet bij, bij al die laatste keren.


vrijdag 29 maart 2024

Een zakje met wildbloemenzaad

Op 11 april is mijn laatste werkdag bij Dedicon.
Collega’s van wie ik afscheid neem (of andersom: die van mij afscheid komen nemen), krijgen een zakje met wildbloemenzaad met een QR code eraan die naar dit bericht linkt. Een soort bijsluiter. Komt ie:

De stoffen zakjes zijn gemaakt van restjes van allerlei naaiprojecten. Dat is iets waar ik straks meer tijd voor krijg: kleding en andere dingen maken van stof, liefst hergebruikt. Niet alleen omdat het leuk is om te doen, maar ook als tegenwicht tegen vervuilende fast-fashion.

Bij elk zakje zit een QR code. Daarvoor moest ik eerst uitzoeken hoe je die maakt. Niet heel moeilijk, maar leuk om nu te weten hoe het moet. Ook na mijn werkzame leven blijf ik graag nieuwe dingen leren.

Wie mij een beetje kent, weet dat ik van tuinieren hou. Na mijn pensioen ga ik me onder andere bezighouden met vrijwilligerswerk bij een voedselboomgaard en bij Vrijwillig Landschapsbeheer. Allebei projecten die biodiversiteit hoog in het vaandel hebben. Elke meter wildbloemen helpt daarbij.

Dus trek een tegel uit je tuin of stoep of geef het zakje weg aan iemand die ergens een stukje aarde te missen heeft.
Meng het bloemenzaad met de bodemverbeteraar en strooi uit over ca. ½ m2 grond.
Het is een mengsel van ca 15 soorten eenjarige inheemse bloemen, die bijen en vlinders aantrekken.
Als ze deze zomer staan te bloeien, kun je nog eens aan me denken.



 


Verdriet

vage foto met een vaag, onherkenbaar gezicht
In mijn droom ben ik een weekend met familie op vakantie. Een vaag gezelschap, waarvan ik vooral mijn moeder meemaak. Ik sta samen met een paar anderen bij ons huisje als er een witte Volkswagen aan komt rijden. Zo’n ouderwets kevertje. De deur gaat open en mijn moeder stapt uit. Op dat moment besef ik dat dat niet kan, omdat ze al lang dood is. Maar met wie was ik dan het hele weekend samen? Was het een door A.I. gegenereerde kloon? Ik voel me bedrogen en ik moet verschrikkelijk huilen.

Als ik wakker word voel ik me verdrietig. Ik vertel H. mijn droom en er loopt een traan langs mijn wang mijn oor in. Ik blijf nog een tijdje liggen en vraag me af hoe het kan dat ik me zo verdrietig voel over een moeder die al 17 jaar dood is. En hoe het kan dat je in de tien minuten tussen twee keer ‘snoozen’ van de wekker een heel weekend kunt dromen.

Dan denk ik aan mijn vader. In zijn laatste jaren gebeurde het wel eens dat hij zat te dommelen als ik bij hem was, dat hij dan wakker schoot en vroeg: ‘Waar is je moeder?’ En terwijl ik nog zat na te denken over wat ik moest zeggen, keek hij naar m’n gezicht en zei: ‘Ze is er niet meer hè… helemaal niet meer.’

Hij was soms een beetje de kluts kwijt, maar niet zo dement dat ik tegen hem zou hebben gelogen. Nu, vooral weer na deze droom, denk ik dat het wel genadig is om tegen iemand die het echt niet meer weet gewoon te liegen dat een dierbare alleen maar even weg is. Het moet wel vreselijk zijn om elke dag een paar keer te ontdekken dat iemand al lang dood is.

zondag 24 maart 2024

Luxe etentje

Als cadeau gaan we uit eten in een sterrenrestaurant. Het  is een dubbel verjaardagscadeau: H. en dochter E. zijn allebei in maart jarig en ik ga gewoon lekker mee. Op deze regenachtige zaterdagmiddag gaan we naar Amsterdam. Eerst nog even met E. naar de bouwmarkt voor wat praktische inkopen en dan bespreken we de opties: gaan we op de fiets? Of met een Uber?

Als niet-Amsterdammers zijn wij niet gewend aan Ubers, maar E. draait er haar hand niet voor om. Als we eenmaal hebben besloten dat het met dit weer echt niet leuk is om 20 minuten door de stad te fietsen, is het zó geregeld.
‘Over 7 minuten staat Souhail op de hoek,’ ziet E. in de app. En jawel. We staan nog maar even buiten of de zwarte BMW komt er aan om ons naar Mos te brengen, waar we om 7 uur hebben gereserveerd.

Het leuke van zo’n luxe etentje is, dat je niet alleen allemaal bijzondere, mooi geserveerde, lekkere kleine gerechten krijgt voorgeschoteld, maar ook door vriendelijk personeel met aandacht bediend wordt. Van elk gerecht krijgen we precies uitgelegd wat het is en van elke bijpassende wijn waar die vandaan komt en van welke druiven die gemaakt is.

Alles is lekker en sommige dingen nóg lekkerder. Tussen de gangen in zit precies genoeg tijd en we hebben elkaar van alles te vertellen. Verbaasd zien we na het toetje dat het intussen elf uur is. Ik ben voorbereid op de rekening, maar heb er niet aan gedacht dat we twee weken geleden al een aanbetaling hebben gedaan. Dat valt dus nog mee ook.

We worden door Ali teruggereden, die een stuk communicatiever is dan Souhail. Hij vertelt over zijn werk als chauffeur, de drukke en slappe tijden en de moeilijkste klant die hij ooit had. Voor we het weten staan we alweer bij E. voor de deur.
Het was een gezellig, heerlijk etentje, vinden we alle drie. Een goed cadeau, voor de gevers én voor de ontvangers.

vrijdag 15 maart 2024

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer.
Allebei houden we van teksten. Om te schrijven, om te lezen, om naar te luisteren en om voor te lezen. En voorlezen kunnen we toevallig heel goed; we zijn allebei professioneel voorlezer (geweest) bij Dedicon.

K. was mijn directe collega tot ze een paar jaar geleden door langdurige ziekte thuis kwam te zitten. We blijven elkaar opzoeken om bij te praten en toen ik haar begin februari opzocht om samen iets leuks te doen op haar verjaardag, begonnen we voor elkaar mooie teksten te zoeken en voor te lezen. Dat was zo inspirerend dat we aan de rest van de plannen voor die dag niet toe kwamen (behalve een lekkere lunch dan)

Het werd meteen een traditie. Nu ze me een tegenbezoek komt brengen, heb ik ‘Sprakeloos’ van Tom Lanoye klaarliggen. Ik weet zeker dat ze dat een mooi boek zal vinden en bijna zeker dat ze het nog niet gelezen heeft. Op haar beurt heeft K. een tas meegenomen met een stapeltje boeken erin. Ik mag kiezen waaruit ze iets zal voorlezen. Lastig, want ik ken de boeken niet. Het wordt háár keus: een verhaal van Renate Dorrestein.

Behalve het voorlezen en commentaar op elkaars keus geven, hebben we nog heel wat andere dingen te bespreken. Van het voornemen om samen ook een bordspel of dobbelspelletje te doen, komt ook nu weer niets terecht. Grinnikend vertelt K. die alleen woont, dat ze een tijdje geleden via Facebook probeerde om een maatje te vinden voor gezamenlijk museumbezoek of om samen spelletjes te doen. De reacties waren wonderlijk. In plaats van aanmeldingen kreeg ze duimpjes of werden er namen geopperd van mannen die ook ‘een maatje’ zochten. ‘Ik zoek geen man’, had ze onder die reacties laten weten, waar dan weer met schaterlachende emoticons op werd gereageerd. Kortom, deze zoektocht via Facebook leverde niets anders op dan verbazing.

Volgende keer dan maar een spelletje? Wie weet. Maar als we een paar weken verder zijn kan het ook zomaar zijn dat we lekker op het waterterras gaan luieren of een eindje varen. In elk geval zullen er boeken en verhalen in de buurt zijn en wordt er minstens een klein stukje voorgelezen. En lekker geluncht. Een goede traditie moet je in ere houden, hoe jong die ook nog is.

zondag 10 maart 2024

Gesprekjes waar je vrolijk van wordt

Zondag is het goed fietsweer. Het regent niet, het is niet koud; een beetje meer zon en een beetje minder wind was nog beter geweest, maar dit is helemaal niet verkeerd. We hebben bedacht dat we op de nuchtere maag naar Nijmegen rijden, daar ontbijten en dan een tochtje naar Duitsland te maken.

Minstens een keer per jaar verwennen we onszelf met een ontbijt bij De Blonde Pater. Het is rustig deze zondagmorgen. We installeren ons aan een tafeltje voorin en bestellen. Iets verderop zit een vrouw met een klein hondje, dat ineens hard begint te blaffen. Het geblaf is gericht aan een man die buiten door het raam staat te kijken. Een griezel? Nee, hij loopt om naar de deur en wordt enthousiast door het hondje begroet en ook door de vrouw.

H. lacht hardop: ‘Ik dacht: hij blaft tegen een slechte man, maar het is juist een goede man.’ Met het beestje in z’n armen draait de man zich naar ons en vertelt dat de hond altijd zo hard naar hem blaft. ‘En naar bezoek ook,’ zegt de vrouw lachend. ‘Onze buren houden er niet van als wij visite krijgen.’

Dan komt ons ontbijt en hun koffie en voert iedereen weer z’n eigen gesprekken. Ik vertel H. dat ik gisteren in de krant een artikel las van iemand die ‘hoi’ begon te zeggen tegen vreemden. Het is een goede gewoonte. ‘Mensen die vaker ‘hoi’ of  ‘bedankt’ zeggen tegen vreemden zijn tevredener met het leven dan anderen,’ werd door verschillende onderzoeken bewezen.

We zijn het er over eens dat dit soort minigesprekjes met onbekenden heel goed zijn voor ons humeur, waar toch al niks mis mee was. Het lekkere ontbijt draagt nog wat extra bij. Als we hebben afgerekend en aanstalten maken om te vertrekken, staat iemand van het tafeltje naast ons op en komt naar het onze, dat groter is. Met z’n vieren willen ze graag verhuizen, en inmiddels is het zo druk dat hij alvast het plekje komt reserveren.

Er volgt alweer zo’n vrolijkmakend oppervlakkig gesprekje en als we vertrekken wordt ons vanaf twee plekken een mooie dag gewenst. En een mooie dag wordt het. Met tegenwind heen, koffie in Duitsland en meewind terug. Als we halverwege de middag weer thuis komen, zijn we dan ook heel tevreden over deze zondag

zondag 3 maart 2024

Artificiële Intelligentie

‘Vind je het leuk om nog één keer mee te werken aan een special?’ vraagt mijn collega A. Een paar keer per jaar maken we een audiospecial over een actueel onderwerp, met de focus op onze doelgroep: mensen die slechtziend of blind zijn.

De vorige special waaraan ik meewerkte ging over koken met een visuele beperking en er zat een podcast aan vast, waarvoor ik onder andere bij een blinde dame langsging die een Santiago-taart bakte. Leuk was dat! Deze keer gaat het over A.I., een onderwerp waar de media ons de laatste tijd mee overspoelen en dat een belangrijke rol kan spelen voor onze doelgroep. 

Ik sta klaar als collega A. me komt halen, want we hebben een strak schema. Eerst pikken we H. op in Spankeren, dan gaan we naar M. in Harmelen, waar we onszelf hebben uitgenodigd. Het is de meest efficiënte manier om met z’n vieren bij elkaar te komen voor de opname van een gesprek over A.I.

H. is slechtziend en onze gastvrouw M. is blind. We willen van hen weten wat A.I. ze brengt en wat de nadelen ervan zijn. Voor iemand met een visuele beperking zijn de voordelen groot. Een app die je alles kan voorlezen of beschrijven dat in beeld komt, helpt geweldig om onafhankelijk te kunnen leven.
H. en M. vertellen ons hoe ze A.I. gebruiken en we hebben het over privacy, afhankelijkheid van apparaten (wat als de elektriciteit uitvalt?) en wat er nog uitgevonden zou moeten worden. Een gesprek waarin veel aan de orde komt. We zijn er tevreden over. 

Als H. weer netjes in Harmelen is afgeleverd, rijden we terug en zet A. me thuis af. Bij een kop thee praten we even na over de opname en de rest van het project. Leuk, om je zo in een onderwerp te verdiepen voor een special. Dit ga ik missen als ik binnenkort met pensioen ga. 

zaterdag 24 februari 2024

Fietstochten, wandelstokken en treurtrips

Glanzende, nieuwe (elektrische) fietsen om een hoog bouwwerk met reclame heen
‘We gaan morgen naar de fiets- en wandelbeurs in Utrecht’, app ik naar dochter E.
Ik krijg een knipogend icoontje terug: ‘Lekker burgerlijk; ANWB koppel’
‘Ja,’ app ik, ‘doen we allebei hetzelfde trainingspak aan.’
H. en ik weten niet zeker of we zo’n beurs leuk zullen vinden, maar omdat we veel fietstochten en -vakanties van plan zijn de komende tijd, gaan we kijken of we er inspiratie op kunnen doen.

In de trein naar Utrecht is het druk. Om me heen hoor ik veel verschillende gesprekken. De meest doordringende stem is die van een man die met zijn reisgenoten een uitgebreid gesprek voert over auto’s en motoren. Hetzelfde groepje loopt vanaf het station vlak voor ons in de meute richting jaarbeurs. Zouden die ook naar de fiets- en wandelbeurs gaan? Nou nee, bij de hoofdingang zien we dat er ook een motorbeurs gaande is. Ons vooroordeel wordt bevestigd en de mannen gaan naar een andere hal.

Wat is zo’n beurshal groot! Veel elektrische fietsen, een parcours om die uit te proberen en dan een grote hoeveelheid stands met foldertjes, kaarten en andere informatie over fietsen in Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en verder weg. Kleine en grote tochten, Volledig verzorgd of zelfvoorzienend, we kunnen alle kanten op. Standhouders zijn vaak zelf enthousiaste fietsers die graag hun kennis delen, vragen beantwoorden, meedenken.

Een jonge man prijst ons Italië aan als fietsland en haalt me over om me in te schrijven voor een nieuwsbrief met fietsblogverhalen. Een oude veteraan van ‘Nivon natuurvrienden’ vertelt grinnikend aan H. dat die club vroeger socialistische liederen zong tijdens het wandelen in de natuur. We krijgen her en der uitleg in het Engels, Frans en Duits en vooral ook veel routekaarten en folders.

We hebben een flink stapeltje verzameld als we naar boven lopen voor de lezing die we graag willen horen: ‘Treurtrips,’ door Mark van Wonderen. Hij heeft een boekje gemaakt met routes langs lelijke plekken in Nederland. Zijn verhaal is origineel en hilarisch. Hij heeft niet alleen oog voor vreemde, onverwachte, treurige en wonderlijke plekken, maar weet ook vaak iets te vertellen over de oorsprong ervan.

Dan weer naar de stands. Bij ‘Vrienden op de fiets’ krijgen we op vertoon van mijn lidmaatschapsnummer een kop koffie die beter smaakt dan de dure koffie die we eerder dronken. Nog een rondje langs het laatste stuk van de hal;  de tent bovenop een auto lijkt ons niet echt handig, nooit-meer-zadelpijn-zadels hebben we eigenlijk niet nodig en voor wandelschoenen komen we hier niet. We laten alle wandel-stands links liggen, behalve die met mooie, handgemaakte wandelstokken. Ik neem me voor ooit zelf zoiets te gaan maken.

Om half vier hebben we het wel gezien. We gaan terug naar het station en hebben zowaar snel twee op elkaar aansluitende treinen. Vonden we het leuk? Ja. We hebben zeker inspiratie opgedaan. Enige nadeel is dat er zoveel mooie en leuke routes zijn dat we straks niet meer weten wat we moeten kiezen.

zaterdag 17 februari 2024

Buiten spelen

Ik sta voor het raam en kijk naar buiten. In de achtertuin liggen op verschillende plaatsen bossen afgeknipte takken die nog afgevoerd moeten worden. De lente begint weer vroeg dit jaar en we zijn al flink aan het knippen geweest.

'Sneeuwwitje', witte, harige kat met een rozebruine zweem - op het terras

In mijn ooghoek zie ik iets bewegen. Een beest? Achter een takkenbos zie ik een bijna-witte dikke staart heen en weer bewegen. Het is de staart van Sneeuwwitje. Een lichtgekleurde ragdoll (kat) die twee huizen verderop woont. Ik weet de echte naam niet, maar toen ik die witte wolk vacht voor het eerst langs zag komen, werd het voor mij meteen ‘Sneeuwwitje’. 

Langzaam verdwijnt de zwiepende staart en even later zie ik het dier aan de andere kant van de takkenbos tevoorschijn komen. Sluipend. Op jacht naar een vogel?
Maar dan springt ze ineens naar voren, er blijkt een tweede kat achter een bosje te zitten. Het is stiefbroer Milo. Bij ons bekend als zwart-witte, brutale wildpoeper (zie Strijd om de moestuinbakken )

Milo, zwartwitte kat met een dikke, zwarte staart

Na de ontmoeting sluipen ze weer elk een kant op. Om een muurtje heen, achter een andere bos takken langs, tot ze elkaar weer ontmoeten. Dan herhaalt het spel zich.
Als ze in de buurt van de moestuinbakken komen, sta ik klaar om de achterdeur open te doen en ze weg te jagen. Want al zijn ze leuk, ik ben geen liefhebber van kattenpoep tussen de veldsla.

Maar vandaag hebben ze het veel te druk met elkaar aan het schrikken te maken. Achter elkaar aan sluipen ze uit mijn gezichtsveld. Ik glimlach. Het is een mooie dag om buiten te spelen.



zaterdag 10 februari 2024

Alles wat je niet aanstaat vergiftigen

Planken met bestrijdingsmiddelen
Ik ben op zoek naar een flinke hoeveelheid zaad voor gemengde wildbloemen. Online vind ik verschillende pakjes en zakjes zaden voor bloemen die insecten, vlinders, bijen, vogels zouden aantrekken. Wat de soorten precies zijn blijft overal onduidelijk en ook het formaat van de verpakkingen. Ik besluit dat ik eerst maar eens bij het tuincentrum ga kijken, dan weet ik tenminste precies wat ik koop.

Ik fiets naar Overvecht, een groot tuincentrum, waar we in het voorjaar regelmatig wat plantjes gaan halen. Tot mijn verbazing is het pand donker en leeg. Dicht? Dat had ik helemaal gemist. Gelukkig is er nóg een tuincentrum op fietsafstand, dus ik rij door tot een stukje buiten het dorp. Tuincentrum Bull is open en ik ga op zoek naar de zaden.

Dat valt tegen. De wand met een hoopvolle hoeveelheid haakjes waar zakjes zaad aan kunnen hangen is tamelijk leeg. Hier en daar hangen wat zakjes zaad voor bloemen en verderop wat meer voor groente en fruit… maar veel is het niet. Dat verbaast me, want in februari begin je toch zeker wel na te denken over wat je in je moestuin of je bloemenperk wilt zaaien.

Wat ik wel zie, zijn bestrijdingsmiddelen. Schappen vol. Onkruidverdelgers, middeltjes tegen slakken, tegen mieren, tegen muizen, tegen onbenoemd ongedierte. Ik word er een beetje droevig van. Onverrichter zake fiets ik naar huis.

Een dag later, na mijn werkdag in Grave, bedenk ik dat hier een Welkoop is, waar ze natuurlijk ook bloemzaden hebben. Ik loop er binnen en het eerste wat ik zie zijn de groene flessen roundup en ander gif. Naast veel dierenvoer, snoepjes, speeltjes en andere benodigdheden voor huisdieren zijn het ook hier bestrijdingsmiddelen waar de nadruk op ligt.

Gelukkig zijn er tussen alle ellende ook twee hele schappen met zaden, een voor groente en een voor bloemen. Ik vind wat ik zoek. Maar echt blij ben ik niet als ik de winkel verlaat. Dit is dus blijkbaar de manier waarop je geacht wordt je tuin te beheren. Alles wat je niet aanstaat vergiftigen. Het staat me zó tegen dat ik dit voorjaar zelfs de vraatzuchtige slakken zal verwelkomen.  

zondag 4 februari 2024

Rare perenbomen

Met de zaterdaggroep van Vrijwillig Landschapsbeheer gaan we aan de slag op een stukje gemeentegrond. Tot een paar maanden geleden stond hier een noodschoolgebouw. Daarachter een lang stuk grasland met aan beide kanten een sloot en middendoor een verhard pad. Langs de sloten staan wilgen, die we twee weken geleden hebben geknot. Nu zijn de perenboompjes aan de beurt die verspreid in het gras staan.

“Het is een lastige klus,” vertellen de-mannen-die-er-verstand-van-hebben. “We moeten de bomen weer een beetje in vorm krijgen, maar ze zien er niet best uit.”
We zijn met z’n veertienen. Ik heb wel eens perenbomen gesnoeid in een boomgaard, maar deze zien er heel anders uit.
“Kijk nou hoe raar dat groeit,” klinkt het verontwaardigd. “Die zijn he-le-maal verkeerd gesnoeid. Nou ja, gesnoeid, ze hebben gewoon alles eraf gehaald wat in de weg zat toen ze met een grote machine het gras gingen maaien.”

Terwijl in een boomgaard de belangrijkste zij-armen op heuphoogte of nog lager beginnen, zijn deze stammen kaal tot zeker twee meter hoog. Je kunt zien dat er vroeger lagere takken af zijn gehaald.
De takken die er wel zijn, groeien niet de breedte in, maar vooral naar boven en buigen soms zelfs weer terug naar de stam.

Wil je bloesem en later fruit aan je boom hebben, dan heb je vooral horizontale takken nodig, heb ik geleerd. Bij het snoeien haal je alles wat recht omhoog groeit weg en alles wat elkaar in de weg zit. Maar hoe moet dat bij deze lange-lijzenbomen? Ik ga eerst bij een ervaren snoeier afkijken en kies dan een boom uit om te bestuderen. Als ik een idee heb hoe het aan te pakken, vraag ik J. om raad. Hij wijst wat er door elkaar groeit, waar wel en niet een tak weg kan. Het klopt in grote lijnen met wat ik van plan was.

Zagen met een stokzaag boven reikhoogte is vermoeiend. Ik wissel af met anderen: zagen, knippen en takken sjouwen. In de koffiepauze zijn we al een heel eind. Er staat nog één wilg die we vorige keer vergeten zijn. Een lekker concreet klusje na al het gepuzzel met de perenbomen. Samen met twee anderen ga ik die wilg te lijf. Gewoon alles eraf. Dunne takjes met de snoeischaar, dikke met de zaag. Kijk uit voor de vallende dikke takken! 

Om een uur of twaalf zijn we klaar met de wilg. Omdat dit veldje zo dicht bij ons huis is, hebben H. en ik beloofd voor de soep te zorgen. We gaan die alvast op het vuur zetten en spreiden in de hal een zeil uit voor alle modderschoenen. Terwijl buiten een miezerbui valt, zitten we met z’n allen in onze huiskamer. Het was geen grote klus vandaag, maar wel een lastige. Over twee weken fruitbomen snoeien in een park verderop. Ik vind het nog steeds leuk.

maandag 29 januari 2024

Oppassen

Louie

Vanaf de bank kijkt Louie ons ondoorgrondelijk aan als we binnenkomen. Jack laat zich pas tien minuten later zien. Op deze twee weldoorvoede bontballen passen we voor dochter E., die een lang weekend naar een vriendin is. Het is geen straf. ’s Morgens en ’s avonds voeren, een beetje knuffelen en/of spelen en de kattenbak schoonhouden. In ruil hebben we twee gratis overnachtingen in Amsterdam.

Vrijdag bezoeken we het Zaans Museum (nooit eerder geweest, en H. komt nog wel uit de Zaan) en nemen we een kijkje bij Loods 5. Die trendy woonwinkel valt een beetje tegen en we gaan vlug door naar de bouwmarkt om een houten schraag te kopen. De vrijdagavond hangen we lekker op de bank, en op zaterdag hebben we een vol programma.

Samen met een vriendin heeft E. een bootje. Geweldig leuk om met je eigen bootje door de wateren van Amsterdam te tuffen, maar in de winter moeten er allerlei dingen gebeuren.
Allereerst zorgen dat ie niet volregent en zinkt. Het aanbrengen van een dekzeil is lastiger dan je zou denken. Als het niet strak genoeg gespannen is, komen er plassen water te staan die uiteindelijk vaak het zeil lostrekken zodat al dat water alsnog in de boot terechtkomt.

Gewapend met onze houten schraag gaan wij dat bootje redden van de ondergang. Mijn voornaamste taak (behalve het super-idee van die schraag) is het aangeven en aanpakken van spullen, terwijl H. balancerend hoost en daarna met het zeil manoeuvreert.

Als de klus klaar is, gaan we opwarmen met koffie en chocoladetaart. En dan fietsen, met de pont naar Amsterdam-Noord, een bezoekje aan het NDSM terrein, in de IJ-hallen rondsjouwen.
We fietsen rond in de Zaanse buurt (blijkbaar het thema van het weekend) en bewonderen de gerenoveerde huizenblokken in de stijl van de Amsterdamse school. Nooit geweten dat hier zulke prachtige gebouwen staan.

Jack

We nemen een kijkje bij de Buiksloterdijk, waar H. gewoond heeft, fietsen over de Kamperfoelieweg, waar ik even gewoond heb, en als het al donker begint te worden, melden we ons bij Het Tolhuis om te gaan eten.

’s Avonds wachten Jack en Louie ongeduldig op hun eten. Of ze ook op ons wachten?
Daar laten ze zich niet over uit,
maar aaien mag.

zondag 21 januari 2024

Cadeau

5 emoticons, van boos naar blij

“Bedankt voor je bestelling bij de Cadeau Carroussel”, begint de mail die ik ontvang nadat ik voor de kerst-bon van m’n werk een cadeau heb uitgezocht. Ha, mocht ik nog getwijfeld hebben, nu weet ik dat de bestelling gelukt is.
Twee dagen later laat Cadeau Carroussel weten dat mijn bestelling onderweg is en kijk, dat wordt ook bevestigd door DHL, die aankondigt dat het pakje de volgende dag bezorgd zal worden.
Voor alle zekerheid sturen ze me de volgende dag nóg een mail met ook nog het verwachte bezorgmoment tussen 11.10 en 13.00
Die 11.10 u vond ik al behoorlijk precies, maar het mailtje van een dag later vertelt zelfs op de minuut af wat het bezorgmoment was, namelijk 9 januari om 11.59 u. Indrukwekkend! Alleen is er niets bezorgd.
Maar wacht, er was gewoon net iets te snel gemaild. Drie minuten later kwam de bezorger er achter dat ik niet thuis was: “Onze bezorger kon je pakket (…) om 12.02 helaas niet bij je afleveren. Het gaat naar een DHL ServicePoint in de buurt.”
Natuurlijk was er nog een zevende mail nodig om me te laten weten welk servicepunt dat werd. En in de achtste mail las ik de verrassende mededeling dat ik op woensdag 10 januari om 15.00 u. mijn pakket in handen kreeg.
In die mail vragen ze me ook vriendelijk om de service te beoordelen. Dat wordt me zo makkelijk mogelijk gemaakt: ik mag kiezen uit een aantal emoticons  

5 emoticons, van boos naar blij
Maar welk van deze gezichtjes is nou het meest van toepassing?
Ik mis bijvoorbeeld het gezichtje met een dikke knipoog, want zeg nou zelf:  acht beleefde mailtjes over hetzelfde pakketje dat zonder probleem verstuurd en afgehaald is… dat is toch wel een beetje overdreven.  




vrijdag 12 januari 2024

Cinque Terre

puzzel cinque terre
“Weet je dat we deze puzzel nog nooit gemaakt hebben!”
H. trekt de grote doos uit de kast die onder een stapel spellen stond. Voorop staat een afbeelding van de fotogenieke Italiaanse Cinque Terre. We zijn er nooit geweest, maar het is een bekend plaatje. Nou ja, plaatje, zeg maar plaat. Op de doos is de foto bijna 30 x 40 cm., maar als we de puzzel gaan leggen zal hij 75 x 100 cm. zijn.

Op de foto zijn de kleurige huizen van een van de vijf dorpjes te zien, hoog tegen een rots die uit de donkere zee steekt. Een derde water, een derde rots en een derde huisjes. En dat verdeeld over 2000 stukjes.

We gaan de uitdaging aan. En wel op de grote tafel in de huiskamer.
Eerst leggen we de rand. Dan begin ik met het stukje lucht en H. met het dorp. Er zijn veel dingen waar H. beter in is, maar met puzzelen win ik. Tot laat in de avond blijf ik fanatiek doorpuzzelen, ook als hij geen zin meer heeft en naar een schaatswedstrijd gaat kijken.

Tweeduizend stukjes is veel. Dat krijg je niet in één dag in elkaar, zelfs al doe je bijna de hele druilerige, grijze zondag niets anders. Na het weekend zijn we er nog een paar avonden mee bezig en nu is het vrijdag en zijn alleen de moeilijkste stukken nog over. Het gaat steeds langzamer.

Maar ik vind dat we binnen een week al een heel eind gekomen zijn. Dat verschrikkelijke stuk zee gaat ook nog wel lukken, en het dorp hebben we al glansrijk in elkaar gepuzzeld. Mochten we ooit naar Italië gaan en Cinque Terre bezoeken, dan hebben we dít dorpje alvast helemaal in onze vingers.

Botten

Aanmelden voor mijn afspraak in het ziekenhuis gaat met een QR-code die ik op m’n telefoon heb staan. Er komt een bonnetje tevoorschijn waar...