vrijdag 30 december 2022

 Het betere bedelwerk

De buurman is naar z’n vriendin in Roemenië. Daar zit ie regelmatig een tijdje en we weten het altijd meteen, want dan komt Salomon ons opzoeken.

Wij zijn het tweede-keus adres van de kat. Maar hij heeft ons intussen wel zo ver dat we kleine zakjes kattenvoer in huis halen. Deze week zit ie elke morgen voor de achterdeur. Zodra er een teken van leven in huis is, gaat ie rechtop staan zodat ie door het glas naar binnen kan kijken. ‘Mauw,’ mimet hij, we horen het binnen niet, maar zien het wel. Als hij binnengelaten is, loopt ie vol verwachting naar de keuken voor z’n ontbijt.

Bij de buurman krijgt Salomon vol pension met een eigen bakje vol katten-eten. En dat terwijl hij eigenlijk aan de overkant thuishoort (lees: Salomon). Hier komt ie vaak een beetje extra schooien voor de lol. Geven we hem dan een serieuze hoeveelheid eten dan laat ie het meeste staan. Maar nu heeft ie duidelijk echt honger.

kat zit aan tafel achter een bakje fruit, pootjes netjes naast elkaar voor zich op de tafel
 
Als z’n bakje leeg is, komt hij kijken of er op tafel nog iets lekkers voor hem bij is. Hij springt op een kruk en blijft daar keurig zitten. Op de tafel komt ie nooit, maar na een tijdje zet ie wel voorzichtig twee pootjes op de rand. Het ziet er grappig uit, alsof hij straks met mes en vork zal gaan eten.

Als ik een foto van hem heb gemaakt, springt ie van de kruk en krult zich op in een stoel. Daar blijft ie als een grijs, harig kussentje liggen. Net zo lang tot er iemand in de keuken in de weer gaat en Salomon vermoedt, dat het weer etenstijd is.



woensdag 28 december 2022

Niet ziek

clip art tekening van niezend poppetje

Uche uche uchch… snuf.
Arme H. Hij is echt hartstikke verkouden. Overdag was het al flink hoesten, maar ’s avonds in bed is het nog erger. Met twee paracetamollen hoopt ie toch een beetje te kunnen slapen, maar het helpt weinig. En hij is niet de enige die ervan wakker ligt.
Steeds als ik bijna in slaap val, word ik wakker van het gehoest, gesnuif, gedraai en gesnotter naast me. Na een tijd besluit ik hem voor de rest van de nacht te verlaten. Gelukkig hebben we op zolder een kant en klaar bed staan, waar dochter E. met kerst een nachtje in heeft gelogeerd. Ik hoef er alleen maar in te kruipen.

Het is vakantie en ik slaap lekker door tot ik wakker wordt. Ik begin de dag goed met een half uurtje binnen sporten en dan kijk ik voorzichtig om een hoekje bij H. Hij ligt nog te slapen. Zachtjes pak ik m’n spullen, ga douchen en aankleden en dan naar beneden om een ontbijtje klaar te zetten met veel fruit.

Een uurtje later hebben we samen ontbeten en H. gaat met z’n iPad op de bank liggen.
‘Hoe voel je je nu?’ vraag  ik. ‘Ben je echt ziek?’
‘Ik ben niet ziek,’ zegt H. ‘Maar ik heb wel hoofdpijn en ik voel me nogal beroerd.’
‘Maar dan ben je toch ziek.’
‘Nee,’ zegt H. ‘Want ik heb geen koorts.’
‘Je hoeft toch geen koorts te hebben om ziek te zijn.’
‘Jawel, anders ben je niet ziek.’

En dat vind ik nou wonderlijk; dat je het fundamenteel oneens kunt zijn over zo’n gewoon, algemeen gebruikt woordje. Ik ben eigenlijk benieuwd hoe anderen daar over denken. Ben je pas ziek als je koorts hebt? En is dat dan echt pas bij 38 graden? Of hangt dat er vanaf wat je normale niet-ziek temperatuur is (geen idee trouwens, ik meet nooit m’n temperatuur als er niks aan de hand is).

Nu hangt H. de hele dag een beetje niet-ziek op de bank. Ik laat hem lekker hangen en denk er het mijne van ('wel ziek' dus). Misschien ga ik vannacht nóg een nachtje uit logeren. Want of je het nou ziek noemt of niet, het maakt wel een hoop lawaai als je er naast ligt.

maandag 19 december 2022

De winter in het kort

Het is 19 december. Nog twee dagen… dan is het de eenentwintigste. Officieel begint dan net de winter, maar het is ook de kortste dag van het jaar. Ik kijk ieder jaar uit naar het moment dat de dagen weer langer worden. En ik ben niet de enige! Ik las dat de oude Germanen al feest vierden rond de zonnewenden.

Prachtig woord: zonnewenden. Als je erop googelt, vindt je allerlei interessante weetjes. Dit jaar is de officiële winterzonnewende op 21 december om 22.48 u. De kortste dag is dan al voorbij, die duurt in Amsterdam 7 uur, 40 minuten en 40 seconden. De dag erna is een tikkie langer en daarna komt er elke dag een beetje meer dag bij.

Natuurlijk hebben lange winteravonden ook wel iets. Knus in huis met kerstlichtjes, rug tegen de verwarming (ook als je die maar op 17 a 18 graden zet, voelt dat lekker warm) Samen netflix kijken, kerst vieren met familie, oud- en nieuw met vrienden… Maar als ’s morgens om vijf voor zeven de wekker gaat, verlang ik toch wel heel erg naar de lente.

Al googelend op het internet kwam ik ook de meteorologische winter tegen, die al op 1 december is begonnen. Voor weermetingen verdelen ze het jaar graag in vier gelijke blokken die altijd hetzelfde zijn. Elk stuk drie hele maanden. Dus december, januari en februari voor de winter. Dat betekent dat de meteorologische lente precies op 1 maart begint.

Met alle respect voor de winter- en schaatsliefhebbers: ik heb m’n winter liefst zo kort mogelijk. En als ik uitga van de gewone 21 december als start en de meteorologische 28 februari als slot van de winter, klinkt dat best goed. Ik stem vóór!


 

zondag 11 december 2022

Even een wasje draaien

Als ik op woensdagmiddag een lakenwas wil ophangen, krijg ik de wasmachine niet open. Ik trek tevergeefs, draai aan de knop, doe de hoofdschakelaar uit en weer aan, maar het deurtje blijft dicht. Raar is ook dat er geen lampje meer gaat branden als ik de knop op een willekeurig programma zet.
‘Er is iets niet goed met de wasmachine,’ vertel ik beneden aan H.

Die legt het boek opzij dat hij aan het lezen is en loopt mee naar het washok op zolder. Hij probeert dezelfde dingen die ik heb gedaan, maar waar mijn pogingen ophielden, gaat hij verder. De stekker van de wasmachine blijkt muurvast te zitten en H. schroeft en wrikt net zo lang tot ie los is. Ergens is blijkbaar iets te heet geworden, er zitten stukjes plastic binnenin vastgesmolten.


We vinden ergens nog een bruikbare vervangende stekker en na een half uurtje lijkt het probleem verholpen. De deur is intussen open, en het is duidelijk dat de was nog niet lang gedraaid had toen de boel uitviel. Er zit een laag water in de machine en de natte boel ruikt bepaald niet fris. Ik zet het programma opnieuw aan en … er begint een lampje te knipperen met een slotje, maar verder gebeurt er niets.

Ik haal de kleddernatte was uit de machine en breng die in verschillende sessies een verdieping lager om ze daar in het bad te gooien. Het helpt niet. Volgens het boekje met gebruiksaanwijzingen kan het lampje een aantal dingen betekenen. Ik voer elke mogelijke aanbevolen actie uit, maar het levert allemaal niets op. Het icoontje blijft knipperen en verder niks. Er zal toch een monteur bij moeten komen.

Donderdag moet ik werken en H. belt de monteur. Die zal dinsdag langskomen.
Dinsdag! En dat bad vol vuile, natte was ruikt nú al muf. Ik loop naar de buren om te vragen of we daar misschien een was mogen doen.

‘Nou jaah,’ roept de buurman. ‘Dat is al de vijfde wasmachine waarvan ik deze week hoor dat ie kapot is!’ Hij somt op bij wie allemaal. En natuurlijk mag ik komen met m’n natte was.
Een paar uur later draag ik een mand met frisse, schone was naar huis om daar op zolder te hangen. Op de overloop staat een tweede mand, vol gekleurd goed dat nog aan de beurt moet komen. Maar dat moet nog even wachten tot dinsdag. Want vol vertrouwen ga ik er vanuit dat die monteur de boel wel weer aan de praat krijgt. Daar zijn monteurs toch voor!
    

 

maandag 5 december 2022

Nat

De eerste keer vond ik het nogal griezelig. Het gebeurde ’s morgens, op weg naar m’n werk. Ik naderde een rood verkeerslicht, remde af en zette de versnelling lager. Maar de auto bleef een geluid maken alsof ik nog met 100 km. per uur reed. Ook toen ik stilstond bleef hij razen.

Bij groen trok ik heel voorzichtig op en zocht zo snel mogelijk een plekje langs de weg om stil te staan. Ik zocht het telefoonnummer van de ANWB, m’n bril, m’n telefoon… Ze gaan natuurlijk om een kentekennummer vragen, maar dat weet ik nooit goed uit m’n hoofd. Ik stapte uit om het te checken.

Eens kijken of ie nog steeds dat rare geluid maakt, dacht ik voordat ik ging bellen. Maar toen ik de motor startte, zei de auto dat er helemaal niks aan de hand was. Dus reed ik een stukje, en nog wat verder, en tenslotte helemaal door. Gewoon naar m’n werk. En ’s avonds gewoon weer terug. Toen ik het aan H. vertelde, zei die doodleuk dat hij dat ook wel eens gehad had.

Een paar weken later gebeurde het weer en we besloten dat er toch even naar gekeken moest worden. H. maakte een afspraak voor maandagmorgen. Niet ideaal in combinatie met mijn agenda, maar wel fijn dat het snel kon.  In het weekend bekeek ik een paar keer het weerbericht en elke keer dat ik keek, werd de kans op regen voor maandag groter. Op zondagavond was duidelijk dat het de hele dag zou regenen bij een temperatuur van een graad of twee. Zucht.
Hoewel ik er een hekel aan heb om met de bus naar het werk te gaan, moet dat dan toch maar voor een keer.

Het is een tijd geleden dat ik dit stuk voor het laatst met OV deed en ik kijk zondagavond even op 9292ov hoe laat ik weg moet. Eerst naar Dukenburg, dan met de 99 naar Grave. Tot mijn verbazing krijg ik als reisadvies een haltetaxi. Minstens een uur van te voren reserveren en betalen via de app. ‘Sluit goed aan op de bus en/of trein’, staat in de informatie en ook: ‘de haltetaxi kan tot 15 minuten na de gereserveerde tijd arriveren’. Een vreemde combinatie.

Ik zoek verder of er ook een reisadvies is met gewoon twee bussen, maar lijn 11 naar Dukenburg blijkt opgeheven te zijn. Nou, lekker dan. De omweg via Dukenburg was al een rammelende verbinding (met regelmatig een bus die niet kwam opdagen), als er ook nog een deeltaxi bij komt, ga ik tóch maar liever op de fiets.

Maandagmorgen fiets ik warm ingepakt naar Grave. Dik vest aan, regenpak, waterdichte laarsjes, hoofdband onder m’n fietshelm en een paar extra droge handschoenen mee voor de terugweg. Het valt mee, maar het is ook weer geen fietstochtje dat je voor je plezier maakt. Vooral de terugweg, met wind en regen tegen, terwijl om vier uur de avond al begonnen lijkt.

Als ik thuis kom, staat de auto op de oprit. Terug van de garage.
En hoe sportief ik ook ben (vooral in de zomer), morgen mag m’n fiets lekker in de schuur blijven staan.

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...