woensdag 27 januari 2010

Even zappen.

Na een avondje schrijfwerk kruip ik tegen elven nog even naast H. op de bank. Hij zapt zich juist midden in een duistere scène: onder spannende muziek zien we een nietsvermoedende vrouw op een open plek in het bos. Ouderwetse bloemenjurk, donker, opgestoken haar. Achter haar nadert een andere vrouw. Werkbroek, pet en nadrukkelijk dreigend samengeknepen ogen. Wat de bloemetjesjurk niet vermoedt, zien wij al aankomen. Met een stevige drankfles wordt ze op het hoofd geslagen. Ze valt. Bloed in het donkere haar. Dan stapelt de pet takken om haar heen. Een voice over spreekt van een gruwelijke moord en een duister geheim.
Nieuwe scène:
Terug in de tijd. Bloemetjesjurk en pet aan tafel, met een kind. “Harry komt uit Verweggisten”, vertelt de stem. “Hij trouwt met X, maar heeft een duister geheim, dat zij dreigt te ontdekken.” We begrijpen dat X de jurk is. Maar wie is dan die vrouw met de pet? Het draaiboek schrijft duidelijk voor dat ze slechte bedoelingen heeft. Zelden zie je iemand zo hard proberen gevaarlijk en meedogenloos te kijken. Al gauw blijkt de pet Harry voor te stellen. Na tien minuten zien we een glimp van zijn duistere geheim. Verborgen, strak platgebonden borsten. Harry is eigenlijk een vrouw!!
Ondanks de gruwelijke moord zitten we naast elkaar te schudden van het lachen.
“Oh, wat een duister geheim!” zegt H. dramatisch.
“Harry was een vrouw!” roep ik vol verbazing.
En terwijl Harry nogmaals takken om zijn arme, neergeslagen vrouw stapelt, klikken we hem zonder pardon uit.
We gaan slapen. Morgen weer vroeg naar het werk. Maar als dat niet bevalt, kunnen we altijd nog documentaires gaan maken. Want als dit wordt uitgezonden, maken wij ook een goeie kans. Toch leuk om achter de hand te hebben.

zaterdag 23 januari 2010

Chipje

Eindelijk!
Geen sneeuw, geen vorst, geen ijzel; na een maand winterrust durf ik weer te gaan hardlopen.
Ik ga samen me H. Hij bouwt op na een blessure dus vindt ie vijf kilometer oké. Al na een halve kilometer zegt mijn ene kuit: "Je gaat toch niet het hele stuk in zíjn tempo lopen hè!" Ik luister altijd braaf naar zulke signalen en ga wat langzamer.
Als een hondje ren ik achter H. aan, die de route bepaalt. Hij loopt uit, maar komt - wie is nou het hondje?  - af en toe even terug om te kijken of ik nog volg.

Ik loop voor het eerst op m'n nieuwe schoenen: nikes, met een afzichtelijk roze-paars randje, maar ze zaten verreweg het lekkerst. In de zool zit een chipje, waardoor je via je i-pod allerlei informatie kunt aflezen over je snelheid, gelopen afstand, hartslag, haarkleur etc. 
Ik heb geen i-pod.
De verkoper van de schoenen moet dat onmiddellijk aan me gezien hebben, want hij noemde het chipje pas achteloos toen ik mij keus gemaakt had. Ik stel me voor dat ik met mijn dochter naar dezelfde winkel ga voor een paar hardloopschoenen. Zeker weten dat ze tegen haar gelijk over dat chipje beginnen!

Ook zonder i-pod weet ik bij thuiskomst dat ik vijf kilometer gelopen heb In ruim 35 minuten. Niet echt flitsend, maar het is weer een begin.
Laat de lente maar komen.

zaterdag 16 januari 2010

krant

Op vrijdag 15 januari staat mijn trein al ruim voor vertrektijd klaar. Ik ben nog op tijd om een Metro en een Spits te redden van de troep-opruimer. Altijd fijn om onderweg even een krantje te lezen. Ik trek mijn jas uit en maak het me makkelijk.
Tegenover me komt een jong stel zitten. Studenten schat ik. Als de trein weg rijdt, haalt zij een krant uit haar tas.
“Hé”, zegt hij, “koop jij ook af en toe een NRC?”
“Sterker” , zegt zij, “Ik ben er lid van”.
(Líd van een krant? Denk ik, dat heet toch abonnee? Ik kijk uit het raam en luister verder)
“O”, lacht hij “Ik heb em pas opgezegd” en na een korte stilte voegt ie toe “NRC is wel een rechtse krant”
“Eigenlijk is het NRC next”, zegt zij.
(verontschuldigend?)
“Weet je wát pas een rechts tijdschrift is?” vraagt hij retorisch, “De Elsevier!”
Zij knikt en hij haalt een tijdschrift uit zijn tas.
“En HP/De Tijd”..., zegt ie peinzend terwijl hij het op zijn schoot legt. Hij kijkt naar de cover waar met grote letters op staat: HET PVV DAGBOEK.
“Ook wel rechts eigenlijk”
Ze verdiepen zich in hun lectuur en ik sla de Spits open.
Wat heeft deze krant te melden over het Irak-debat van gisteravond?
Er werd druk getwitterd, meldt Spits. Ja, dat was me op tv ook opgevallen.
Femke Halsema is een fanatiek twitteraar.
“Halsema werd in het heetst van de politieke strijd overspoeld met tweets” lees ik.
En waar gaan die dan over?
Spits kiest er een belangwekkend thema uit: vragen over haar opvallende halsketting. Het verlossende antwoord op een prangende vraag van haar volgers: “En op veler verzoek: ja, het is een uil en nee, het is geen voodoo…”
Ik leg de Spits opzij en begin in m’n boek.
Vanavond lees ik het allemaal wel in NRC.

vrijdag 8 januari 2010

Benjamin

Vrouwen worden gemiddeld vijf jaar ouder dan mannen. In het verzorgingshuis waar mijn schoonvader woont, is hij de enige man van het huiskamerproject. Vanuit de gang kijken we door het raam van de gezamenlijke huiskamer of hij daar is. Vijf vrouwen zitten om de lage tafel thee te drinken, en in een hoekje zien we het witte hoofd van pa, die in z’n stoel zit te dutten.
We lopen naar binnen en groeten de dames. Op de bank de zus van pa, samen met haar teruggevonden jeugdvriendin, die ze blij voor de vierde keer aan ons voorstelt. Daarnaast in haar rolstoel de slechthorende mevrouw uit Friesland. We geven handen en komen dan bij pa, die we voorzichtig wakker maken. Het duurt een paar minuten voor hij weet welke zoon hij voor zich heeft en dan pas ik ook weer in het plaatje.
We vinden een plaatsje in de kring en krijgen thee. “Koekje erbij?” vraagt de verzorgster. “Och, ik geloof niet dat ik veel in huis heb”, zegt tante zorgelijk. Ze wordt vriendelijk gerustgesteld: er zijn koekjes voor de gasten. Een vlotte twintiger helpt een zesde bewoonster naar binnen en gaat knus tussen de twee vriendinnen op de bank zitten.
“Je gaat steeds meer op je vader lijken”, zegt tante tegen H., die prompt ter vergelijking zijn hoofd vlak naast dat van z’n vader houdt. Er wordt over het weer gepraat. Sneeuw en ijs. Aan de wand hangt de Friese vlag en H. vraagt de Friese mevrouw of ze vroeger veel geschaatst heeft. Nou en of! Ze heeft haar kinderen moeten beloven om niet achter haar rollator het ijs op te gaan. Tante en haar vriendin geven de jonge verzorger een compliment over zijn nieuwe spijkerbroek en tante vindt dat H. toch wel erg op z’n vader gaat lijken. “Jawel”, zegt H. “maar ik ben wel een jonkie hè, ik kom pas kijken.” De dames giechelen. De één is 96, de ander 98. “Dan is pa ook nog een Benjamin hier”, constateert H., “die is pas 91.”
Pa lacht. Hij zegt niet zo veel, maar vindt het allemaal best.
H. is in zijn element tussen de oude dames. Tante vindt hem eigenlijk best op z’n vader lijken, maar dan zonder bril, waarop H. een leesbril uit zijn binnenzak haalt en op zet. Nu vindt iedereen de gelijkenis nog sprekender!
Als we na een uurtje weer opstappen om naar mìjn vader te gaan, geeft m’n schoonpa de groeten mee. We schudden iedereen weer de hand en vertrekken. Zes dames wensen ons een goede terugreis en zwaaien tot we uit zicht zijn. In het hoekje zakt pa z’n witte hoofd weer langzaam op zijn borst.

vrijdag 1 januari 2010

Nieuw Jaar

We vieren oud en nieuw met vrienden. Drie gezinnen die elkaar kennen vanaf de basisschooltijd van de nu boomlange zonen. Als we aan komen fietsen zit er een groepje jongeren op de stoep die hun tenen voor ons intrekken en opmerken “Daar is de visite”. In het donker zie ik niets bekends aan ze en dat blijkt te kloppen. Onze gastvrouw legt uit dat oudste zoon een uurtje geleden aan kwam zetten met wel erg veel vrienden. Ze heeft er een aantal geweigerd en zei erbij dat ze net gedweild had omdat er visite zou komen.
Nu zitten ze op de stoep vuurwerk af te steken. Af en toe komt er één plassen of even opwarmen. Onze zoon voegt zich bij de A-vrienden, die boven om een computer zitten.
Wij volwassenen zitten beneden. We laten alle conferences en compilaties van t.v.hoogtepunten aan ons voorbijgaan want we hebben genoeg te praten.
Het is heel gezellig en voor we het weten is het half twaalf geweest. Langzamerhand is de kamer voller geworden. Een A-vriend komt beleefd vragen of hij een biertje mag pakken en blijkt bij toestemming feilloos te weten waar de krat staat. De schaal oliebollen op tafel is plotseling leeg en allerlei hapjes verdwijnen rap nu het feestje van boven zich bij ons gevoegd heeft. Twee jongens die er precies hetzelfde uitzien voelen zich hier duidelijk thuis. Eén komt gezellig bij ons zitten en voegt zich in het gesprek. Dat gaat ineens over “Het puberende brein” en hij vraagt zich hardop af waarom ouders zo’n boek in vredesnaam willen lezen. Een lange knul met woest haar komt zich aan iedereen voorstellen. De zonen des huizes diepen hun vuurwerkpakket op: nog tien minuten.
Iemand zet de televisie aan om “de klok” te zoeken. Als Bohemian Rhapsodie begint, weten we dat het niet lang meer duurt. Kan niet missen, dat is al weer de nummer één van de top 2000. Nog net genoeg tijd om voor iedereen champagne in te schenken. Traditioneel tellen we hardop mee vanaf tien seconden voor twaalf. Dan wordt er gezoend, handen geschud, geproost en geknald.
De jongeren verspreiden zich door de buurt en wij maken binnen de champagne op.
Proost. Er is een nieuw jaar begonnen.

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...