zaterdag 23 november 2019

Ik heb vanmorgen iets groots gekocht

“Ik heb vanmorgen iets groots gekocht”, app ik naar mijn dochter E. en voeg een foto toe.
Haar antwoord komt pas een uur later, want zij bevindt zich een uurtje of wat eerder in de tijd, op vakantie in Mexico.
“Heuh echt?”
"Toch wel een auto?"
Niet gek dat ze verbaasd is, want ik heb tot nu toe mijn hele leven geen tweede auto willen hebben. Tot nu toe lukte het allemaal met goede afspraken, een fiets en een scootertje voor woon-werk verkeer.

Een scooter heeft een hoop voordelen. Ik kom de week door met ongeveer drie liter benzine, als er een file staat, rij ik daar vrolijk langs en ik heb maar een klein parkeerplaatsje nodig. Op de fiets vind ik 15,5 kilometer net een beetje te ver, maar in de zomer kan het af en toe wel eens.
Maar als het winter wordt, is het altijd wat lastiger te organiseren. Als het vriest is het (vooral ’s morgens vroeg) wel erg koud en voor gladheid ben ik bang. Dus als het echt koud wordt, en H. moet voor een vergadering een eind weg (wat steeds vaker gebeurt), ben ik aangewezen op het OV. En dat is geen soepele verbinding.

Zoals gezegd: tot nu toe lukte het allemaal best. Alleen begint de laatste maanden het systeem te haperen. Twee keer binnen een maand stond ik met m’n scootertje ergens onderweg stil en moest ik hem laten ophalen en repareren. Na die tweede keer vertelde ‘het scootermannetje’ dat m’n motortje wel erg oud begon te worden. Aan de starter kon hij daarom niet zoveel meer doen. Het knopje van de elektrische starter werkte al steeds slechter. Kort na dat gesprek over die oude motor gaf ie alleen nog maar een naar, astmatisch kuchje als ik hem indrukte. Oké, dan heb ik de kickstarter nog, maar dan moet ik de scooter wel eerst op de standaard hijsen. Beetje lastiger. En ook de kickstarter laat me soms schrikken door pas na een keer of acht stevig trappen aan te slaan.
Kortom: ik vertrouw m’n scootertje niet meer helemaal. De laatste weken ga ik als het even kan wat eerder weg van m’n werk om te voorkomen dat ik echt in het donker ergens met pech kom te staan.
Omdat H. eind volgend jaar van plan is met pensioen te gaan, wil ik geen nieuwe scooter kopen. Als H. niet meer werkt, kan ik de auto gebruiken. Ik moet deze winter nog even doorkomen en leg me er bij neer dat ik dan misschien een tijdje de bus zal moeten nemen.

Afgelopen woensdag was het erg koud. Ik keek naar het weerbericht en zag dat het donderdagmorgen waarschijnlijk zou vriezen. H. had de auto nodig en was zo lief om me naar de bushalte in Nijmegen te brengen, wat me een overstap scheelt.
Tegen half vijf borg ik mijn spullen op om de bus van een paar minuten over half te halen. (Soms is die iets te vroeg dus  je moet zorgen dat je op tijd bent). Het duurde behoorlijk lang voor er een bus kwam, waardoor ik de aansluiting miste. Dat werd 25 minuten wachten. Maar na 25 minuten was er geen bus. Wel een aankondiging op een scherm dat ie over 15 minuten zou komen. Weer wachten. Tien minuten later sprong het cijfer op het scherm van 5 minuten weer terug naar 15. “oponthoud” stond er onder. Op vijf minuten na deed ik zo twee volle uren over een afstand van ruim 15 kilometer.

Bij de gedachte dat ik de hele winter van dit systeem afhankelijk zou zijn werd ik zó moedeloos, dat ik die avond besloot om voor één jaar van mijn principes af te stappen. En dus heb ik vanmorgen iets groots gekocht

zondag 17 november 2019

Kersverse schrijfster

Woelwater.
Zo heet het boekje dat mijn collega/vriendin dit weekend ten doop hield. Maanden lang praatte ze er tijdens onze lunchwandelingen met veel enthousiasme over. Over de kunstenares die precies de illustraties maakte die bij haar verhalen passen, over de uitgever die ze vond en waar het meteen mee klikte. Over het luisterboek dat ze zelf insprak en waar ze zelf een mooi geluidsdecor bij had gezocht. En tenslotte over de boekpresentatie op zaterdag 15 november.

(“In het rechter hoekpand van het winkelblok van Oh la la, nabij nr. 82, schuin tegenover de kerk”, stond op de uitnodiging. Een andere collega lachte bij het lezen van die aanwijzingen dat het haar deed denken aan de postbezorging zoals ie een paar eeuwen geleden waarschijnlijk ging.)

Na het delen in zoveel voorpret was het jammer dat ik niet naar de boekpresentatie kon komen. Die viel helaas samen met de jaarlijkse broers- en schoonzussendag. Maar gelukkig was de tent ook de volgende dag open en kon ik toch de tentoonstelling gaan bekijken van de originele illustraties en natuurlijk een gesigneerd exemplaar van Woelwater kopen.

Dus reed ik zondagmorgen naar Beneden-Leeuwen om daar de kersverse schrijfster te vinden op de aangeduide plek. In een leegstaand pand met daar binnen een grote partytent waarvan de wanden bedekt waren met schilderijen en etsen. Ik had het me anders voorgesteld. Meer zoals in een galerie, met een kleiner aantal werken, groter van formaat, ingelijst. Hier waren losse papieren mannetje aan mannetje opgehangen. Even schakelen. Maar hoe langer ik naar de prenten keek, hoe mooier ik ze begon te vinden. Vooral de abstracte waterschilderijtjes in allerlei kleurenvariaties. Er waren ook meer mensen dan ik had verwacht. Het duurde even voor ik Karin kon feliciteren met haar eersteling.

Na een tijdje werd er op een toeter geblazen. Dat was het sein dat we moesten luisteren. Uit twee grote speakers klonk het eerste, korte waterverhaal; een column vol zelfspot om van te glimlachen.
Ik liep nog een rondje langs alle prenten, maakte een praatje met de uitgever, hoorde de kunstenares uitleggen hoe ze een ets gemaakt had en kreeg koffie van de trotse partner van Karin. Na nog een keer toeteren en weer een kort verhaal, deze keer live voorgelezen, verliet ik de tent met mijn gesigneerde boek. “Taal, lees, water… we delen het met plezier!” heeft Karin boven haar handtekening geschreven.
En zo is het.

zondag 10 november 2019

Rondje langs allerlei water


We stappen op de fiets op deze zonnige herfstdag. Ik dacht toch echt dat we volgens het weerbericht vanaf vandaag regen zouden krijgen. Des te meer genieten we van dit fietstochtje. Eigenlijk valt er niet veel te schrijven over zo’n rondje van veertien kilometer. Het is bijna windstil en we rijden gewoon vanaf thuis over de fietspaadjes langs het water. 

Het is altijd leuk om te kijken naar de tuinen die, net als de onze, aan dat water grenzen. De één zet de boel af met een strakke beschoeiing, de ander laat de natuur z’n tuin in komen. Je ziet verzakte steigertjes, bootjes die zo vol water staan dat ze bijna zinken, treurwilgen die zich over het water buigen, saaie grasveldjes. Zoveel manieren om een tuin aan het water te hebben.

We verlaten de woonwijken en rijden de dijk op. Gezicht in de zon, klein beetje tegenwind, en heel veel mensen die net als wij lekker even buiten fietsen of lopen. Een Vlaamse gaai scheert voor ons langs en verdwijnt in een groepje bomen. Een eind verderop gaan we de dijk weer af. Even lekker met een vaartje naar beneden. Langs deze weg stond altijd een rij hoge bomen, maar vandaag zien we ineens alleen nog maar stronken staan. Aan de stronken zie je goed hoe dik de bomen waren en we vragen ons hardop af waarom ze zijn weggehaald. Jammer. 

Buitenlucht en beweging. Eigenlijk zou je een paar keer per week een eind moeten gaan fietsen of lopen. “Oké, dat gaan we doen,” beloven we onszelf en elkaar. Dit was weer een goed begin. En nu hebben we koffie verdiend. Lekker.  

zaterdag 2 november 2019

Een naafdynamo met een shimanostekkertje


Om half acht ’s avonds heb ik een afspraak hier in het centrum. Zonder er bij na te denken pak ik m’n fiets, maar als ik die de schuurdeur uit rij weet ik het weer: m’n licht doet het niet. Ik had het eerder deze week al gezien en bedacht dat ik daar in het weekend naar moest kijken. Niet aan deze afspraak gedacht. Ik loop vlug terug naar binnen om een zaklampje te zoeken en die hou ik voor me uit, zodat ik in m’n donkere kleren niet onzichtbaar ben. Als ik terug ben, plak ik een briefje op de koelkast: FIETSLAMPJE!

Zaterdagmorgen ga ik naar de fietsenwinkel om een nieuw lampje te halen. Het oude lampje heb ik mee als voorbeeld, maar de fietsenman vertelt me dat het niet kapot is. “Heb je een naafdynamo?” vraagt hij, “dan moet je even het stekkertje loshalen. Er zit waarschijnlijk wat roest op waardoor ie geen contact maakt. Dat moet je er even afschuren of krabben met een schroevendraaiertje of zo.” Ik bedank hem en neem m’n lampje weer mee naar huis.

Daar tik ik op internet ‘naafdynamo’ in en bekijk waar ik dat stekkertje moet zoeken. Ik zet m’n fiets ondersteboven om er beter bij te kunnen en hoewel ik geen roest zie, ga ik met een klein stukje schuurpapier aan de slag. Lampje weer in de koplamp, aan het wiel draaien …. Niks. Ik bestudeer de lamp en de draadjes die er heen lopen, maar ook als ik nóg een keer het denkbeeldige roest in het stekkertje heb weggepoetst en het lampje zorgvuldig op z’n plek heb geduwd, gaat er geen lichtje branden. (En ja, het aan/uit knopje heb ik ook gecontroleerd). 

Ik weet het niet meer en vraag H. of hij iets ziet wat ik niet gezien heb. Hij doet nog eens dezelfde dingen die ik had gedaan en dat helpt allemaal niks. Er zit niets anders op dan terug te gaan naar de fietsenwinkel. Er staat een hele verzameling te repareren fietsen achter de werkplaats, maar de fietsenmaker is zo vriendelijk om meteen te kijken wat er mis is. Stekkertje controleren, lampje controleren … en dan haalt ie een lange ijzeren pin met een haakje tevoorschijn waarmee hij iets doet in het binnenste van de koplamp. “Wil je het wiel even optillen?” vraagt hij en laat het draaien. En kijk, er is licht.

Hij hoeft er niets voor te hebben, zegt ie, maar ik geef hem toch vijf euro, want hij heeft zijn kostbare tijd aan mijn fiets besteed. Blij rij ik weer naar huis; mijn fiets is weer veilig en winterklaar. En al is het me niet gelukt om de lamp zelf te fixen, ik heb vanmiddag een heleboel geleerd: -hoe ik m’n koplamp los moet maken, en dat een naafdynamo een shimanostekkertje heeft en dat daar contactpuntjes in zitten die kunnen roesten. Als ik weer een niet-werkende koplamp tegen kom, is het heel goed mogelijk dat ik die zó weer aan de praat heb.

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...