vrijdag 30 januari 2015

Kroegtijger

Voor ons personeelsblad heb ik een interview gehouden met collega M. die haar twaalf en een half jarig jubileum vierde. Het werd een gesprek over haar werk, maar ook over persoonlijke dingen zoals wat ze in haar vrije tijd graag doet.
Tijdens het interview liet ze zich kritisch uit over een project dat volgens haar niet goed aangepakt was door het management. Een beetje zorgelijk vroeg ze zich daarna af of dat zo wel in het personeelsblad kon.
“Een beetje kritiek moet toch kunnen,” vonden we allebei. Ik beloofde dat ik het zorgvuldig zou verwoorden en dat ze het stuk vóór de publicatie te lezen kreeg om te checken of ik haar goed had geciteerd. Dat gebeurde en met haar toestemming ging het artikel naar de drukker.

Een paar weken later. Het personeelsblad is uitgedeeld en ik blader het tevreden door. Er staan een paar leuke artikelen in en de column van mijn blinde collega is weer leuk. Dan gaat het tijdschrift in mijn la en het werk gaat door. Later die week gaat er een mail rond van de postkamer. Er moet met spoed een grote zending cd’s de deur uit, die allemaal met de hand in een speciaal hoesje moeten worden verpakt. Iedereen die een uurtje kan missen, wordt gevraagd om even te komen helpen. Ik heb geen dringende deadlines en loop naar beneden om mijn hulp aan te bieden.

We zitten rond een paar tafels vlak bij de koffieautomaat met een paar mensen een tijdje ijverig in te pakken als M. langsloopt om koffie te halen. Als ze met een paar volle bekertjes koffie terug loopt, kijkt P. van de postkamer haar na. “Daar gaat ze, de kroegtijger,” zegt hij. Twee tellen ben ik verbaasd, dan weet ik waar hij het over heeft. In het interview heeft ze ook gezegd dat ze graag op stap gaat, naar de kroeg. Ik schiet in de lach: “Het is maar net wat je bijblijft uit zo’n interview”, zeg ik.
“Nou ja,” zegt P. verdedigend. “Ik heb het onthouden omdat ik dat helemaal niet van haar had verwacht!”

Grinnikend ga ik verder met cd’s inpakken en ik bedenk hoe leuk het is om mee te werken aan een personeelsblad waardoor de collega’s elkaar beter leren kennen. Als kritisch persoon en/of als kroegtijger.

zaterdag 24 januari 2015

Maquette van Zunderdorp

In april is het twee jaar geleden dat mijn vader overleed. Bij het opruimen van zijn huis vonden mijn broer en ik de onderdelen van een bijna volledige maquette van Zunderdorp, waar hij zijn leven lang woonde. De piepkleine, houten huisjes, geplakt op stukken stevig papier, zaten in zes grote enveloppen. Die lagen misschien al tientallen jaren vergeten in een hoekje. We besloten dat we de maquette (ooit) af zouden maken.

Toen we op een ‘open huizendag’ samen in mijn vaders huis waren om op mogelijke kopers te wachten, (die niet kwamen,) puzzelden we alle losse stukken aan elkaar. We overlegden hoe we het zouden aanpakken om er iets moois van te maken. Een kadasterkaart uit de goede periode en op de goede schaal zou een mooi begin zijn, maar hoe oud was deze weergave van het dorp? Via Facebook probeerde ik daarachter te komen en kwam in contact met een Zunderdorper die erg geïnteresseerd was in de geschiedenis. Hij kwam kijken en we overlegden over welke huizen wanneer gebouwd of veranderd waren en in welke periode mijn vaders huisjes dus thuis konden horen. Het moest ongeveer in de jaren tachtig zijn.

Aan het eind van de dag gingen de huisjes weer in de enveloppen en ik nam ze mee. Een tijd lang gebeurde er niets, behalve dat we af en toe zeiden dat we toch echt een keer een afspraak moesten maken om aan de slag te gaan.
Een paar weken geleden werd ik opgebeld door geschiedenisliefhebber H. uit Zunderdorp. Organisatoren van een tentoonstelling in de kerk hadden iets gehoord over onze maquette en zouden die best graag willen neerzetten. In het laatste weekend van januari. Zouden we dat voor elkaar kunnen krijgen? H. dacht dat het wel moest kunnen, want zijn schoondochter was intussen ook enthousiast geworden over het project en zij had alvast een ondergrond gemaakt met als uitgangspunt een oude kadasterkaart. 


Wat een geweldige stok achter de deur! We maakten meteen een afspraak en op zaterdag 24 januari reden we (ondanks een laagje sneeuw en code 3 voor extreme weersomstandigheden) naar Zunderdorp. In de enorme keuken van H. lagen twee platen triplex met daarop een prachtig ingekleurde kaart op de schaal die we nodig hadden. Toen we de meegebrachte stukken papier met de houten huisjes op de kaart legden, paste het allemaal precies.
Voorzichtig lijmden we gave stukken op de kaart, knipten kapotte stukken papier weg of peuterden de huisjes er af om ze los op de nieuwe ondergrond te plakken. De kleuren van de oude en de nieuwe onderdelen pasten mooi bij elkaar en nu alles stevig werd vastgezet begon het steeds mooier te worden.

Het project was al een heel eind toen wij met zes lege enveloppen weer naar huis terug reden. Het laatste stukje laten we vol vertrouwen over aan de maakster van de ondergrond. Volgend weekend staat de maquette drie dagen tentoongesteld in de kerk van Zunderdorp. Ik denk dat mijn vader er wel trots op geweest zou zijn. Ik ben in elk geval trots op hém, want hij heeft heel precies met veel liefde en geduld al die huizen van zijn dorp op schaal nagemaakt.
 En straks kan iedereen ze zien.


zaterdag 17 januari 2015

Automatische knoopsgatvoet


Ik mocht altijd terugkomen als ik vragen had, zei de man van de winkel waar ik eind december een nieuwe naaimachine kocht. Vandaag doe ik dat, want intussen heb ik een heel lijstje vragen. In de kerstvakantie heb ik me in de machine verdiept en met het instructieboekje en wat ik al wist, kwam ik een heel eind. Maar met sommige aanwijzingen kan ik niet uit de voeten, zoals de opmerking dat er geen ruimte mag zitten “tussen de lip en de front van de automatische knoopsgatvoet”. Het bijbehorende plaatje maakt me niet wijzer.

Een automatische knoopsgatvoet kende ik nog niet en ik vind het een geweldige uitvinding. Ik hoef alleen de knoop van mijn keuze op het goede plekje in de knoopsgatvoet te leggen en alle knoppen goed af te stellen (dat dan weer wel!) en dan maakt de naaimachine geheel zelfstandig een knoopsgat waar de knoop precies doorheen past. Wel moet ik zorgen dat er geen ruimte zit tussen de lip en de front... Het eerste knoopsgat dat ik uitprobeer, laat prompt de afwijking zien die ontstaat als er wél ruimte tussen de lip en de front zit. Dat is dus zoiets waar ik niet uit kom.

Onze telefonische afspraak op zaterdagmorgen 10 uur is bij mijn naaimachineman niet bekend, maar hij vraagt me wat ik wil weten. Als ik losbarst met mijn vragenlijstje, knikt hij. “Het is nog vroeg, maar hier komen we wel uit.”
Eerst gaat hij koffie zetten en ik trek m’n jas uit.
Rustig geeft hij antwoord op al mijn vragen. Tot ik tenslotte zelfs weet hoe ik dat knoopsgat in orde moet krijgen. Dan kijkt ie me nadenkend aan.
“Maak je ook kleding met de machine?” vraagt hij en ik zeg dat dat wel de bedoeling is. Hij oppert dat een cursusje misschien iets voor mij is, “maar volgens mij wil je het echt góed doen, hè.” Ik knik.
“Sja, want er zijn veel cursussen, maar vaak zijn dat van die clubjes die meer voor de gezelligheid zijn…”
Hij rommelt tussen een verzameling foldertjes en visitekaartjes en vist er een kaartje uit dat hij me geeft. “Je moet Mieke gewoon maar eens bellen en zeggen waar je naar op zoek bent.” zegt hij. “Ik denk dat zij precies de goeie is voor jou.”

 
 Met het kaartje in mijn tas ga ik even later de deur uit. Op weg naar mijn volgende bestemming: een grote stoffenhal. Het is even zoeken, want ik ben er nooit eerder geweest, maar op een onooglijke plek naast een bedrijventerrein, achter een kleine, witte deur, is een grote ruimte vol rollen stof. Ik vind er een mooi katoentje voor een dekbedhoes en een kleurige lap tricot voor een t-shirt. Twee eenvoudige projecten om mee te beginnen. Knoopsgaten komen daar niet aan te pas, maar daar kom ik binnenkort ook wel aan toe. Ik heb er zin in.


zondag 11 januari 2015

Fijn huis


Deze maand verdiep ik me in het thema “Licht”. Dat zonlicht belangrijk is voor mensen, dieren en planten wist ik natuurlijk al lang, maar nu ik op allerlei websites over licht rond surf, word ik daar weer eens extra op gewezen. Hoe verlichter de samenleving, hoe minder we buiten komen. En dat is eigenlijk heel ongezond.
Prompt neem ik me voor om meer tijd buiten door te brengen. Ook als het weer nou niet bepaald uitnodigend is. Maar dat vergt wel wat zelfdiscipline.

Vandaag is het niet zo moeilijk. Het waait wel hard, maar het is droog buiten en af en toe laat de zon zich zelfs even zien. H. laat zich makkelijk overhalen om mee te gaan en omdat we fietsen met deze wind niet echt leuk vinden, gaan we lopen.
Gewoon vanaf onze eigen voordeur wandelen we verschillende wijken van het dorp door. We vertellen elkaar welke huizen we leuk vinden en welke saai. We vinden heel verschillende dingen leuk. H. houdt van moderne architectuur en strakke vormen. Een in mijn ogen fantasieloos, wit blok huis vindt hij mooi. Ik hou meer van wat knussere huizen. Met rieten daken bijvoorbeeld, wat hij dan weer niks vindt.
Maar er zijn ook veel dingen waar we het over eens zijn.
Zoals dit huis.

Dat vinden we allebei heel mooi.

We lopen kriskras door het dorp, kijken naar bekende plekken, naar nieuwe dingen en naar details die ons nooit eerder zijn opgevallen. Al met al zijn we bijna twee uur buiten en als we weer thuis komen zijn we niet alleen heel tevreden over het bewegen in de buitenlucht, maar ook over ons eigen huis. Dat vinden we namelijk allebei een mooi, blauw huis met een fijne tuin op een goeie plek. Heel goed om dat af en toe weer eens vast te stellen

woensdag 7 januari 2015

Een troosteloos moeras


“HELP!”
Wanhopig trapte de jongen met zijn benen en tegelijk klauwde hij met z’n vingers naar een droge graspol. Net buiten zijn bereik. Het trappelen zorgde er alleen maar voor dat hij harder wegzakte in de zompige poel. Hoe kon hij toch zo van het pad geraakt zijn? Hij probeerde zich te herinneren wat hij geleerd had over overleven in het moeras.
Regel 1. Blijf rustig. Geen wilde bewegingen.
Maar terwijl zijn hersens regel 1 dachten, deden zijn benen iets heel anders. Trappelend voelde hij zich steeds verder in de zuigende modder zakken. Zou dit dan zijn einde worden? Hier, in dit kille, sombere moeras?

Het is een zonnige dag en ik heb zin om naar buiten te gaan. Dus fiets ik naar Nijmegen, waar ik wat spulletjes haal bij de Toko. Ik loop nog even door de binnenstad en dan fiets ik weer terug. De rookpluim boven de elektriciteitscentrale laat duidelijk zien waar de wind vandaan komt. Als ik terug dezelfde weg neem als heen, moet ik een lang, kaal stuk tegen de wind in. Ik besluit langs het industrieterrein te gaan. Misschien vang ik daar net wat minder wind.

Zonnig is het niet meer. Het begint zelfs al een beetje donker te worden, terwijl het pas even over vieren is. Een industrieterrein is geen vrolijke plek om langs te fietsen. Ik vraag me af of dit beter is dan tegenwind. Na de saaie rechte wegen hier, volgt een bocht en daar achter ligt de vuilverwerking. Het fietspad daar langs is in de zomer best mooi. Er staan bomen langs en een groot deel van de oude vuilnisbergen is in de loop van de jaren veranderd in groene grasheuvels. Alleen als de wind verkeerd staat, ruik je de muffe vuilnisgeur.

Vandaag stinkt het niet. Maar een lieflijke omgeving kun je het beslist niet noemen. Langs het fietspad is het afgelopen voorjaar een stuk van het smalle slootje uitgebaggerd tot een ondiepe plas. Het water is nu zo ver gezakt dat er een soort moeraslandschap is ontstaan. Terwijl ik er langs fiets, komt er een duister verhaal in mijn hoofd op. Moerassen heb ik altijd een beetje griezelig gevonden.
Er klinken krassende geluiden die goed passen bij een troosteloos moeras. In de kale bomen langs het pad zitten grote groepen kraaien, die steeds als er een auto langskomt opvliegen en dan weer in een andere formatie op de takken terugkeren. Een zwart patroon tegen de lichtgrijze lucht. Ik stop even om een foto te maken en daarna fiets ik snel door.



Het verhaal in mijn hoofd gaat niet verder. Jammer voor de jongen in het moeras. Hij wordt niet gered. Maar verder weg zakken doet ie ook niet. Als ik er op een zonnige dag weer langs kom, zal ik hem we een lang en gelukkig einde geven. Nu ga ik vlug naar huis.

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...