donderdag 30 juni 2022

Vliegen

Samen met mijn dochter zit ik aan de keukentafel. Ze is hierheen gekomen om mijn verjaardag te vieren en ergens op de dag zitten we daar tegenover elkaar en vertelt ze me over de vakantie in Portugal, waarvan ze net terug is. Ze had zich zorgen gemaakt over de chaos op Schiphol en of het zou lukken om op tijd haar vlucht te halen. Dat is gelukkig allemaal gelukt en het is een fijne vakantie geweest.

E. houdt van reizen en als ze even de kans krijgt, rijdt of vliegt ze naar verre of minder verre plaatsen voor een vakantie, een lang weekend, een werkbezoek. Over het milieu maakt ze zich daarbij niet erg druk. Ik gun haar die reisjes, en snap ook wel dat ze de behoefte heeft om er af en toe echt even uit te zijn. Maar al dat vliegen…

Als ze me vertelt dat een vriendin een reisje geboekt had vanaf Schiphol en dat die vlucht geannuleerd is, reageer ik niet erg meelevend. ‘Eerlijk gezegd heb ik maar een klein beetje medelijden met haar,’ zeg ik. ‘Eigenlijk vliegen mensen gewoon veel te veel.’ E. sputtert verontwaardigd dat er niks geregeld of vergoed wordt; ‘Ja, ze kan vier dagen later met een vlucht mee, maar dan moet ze meteen de volgende dag al terug.’

‘Dat is natuurlijk wel balen,’ geef ik toe. ‘Maar ergens vind ik het prima dat er zoveel vluchten niet door gaan. Het is hartstikke leuk om te reizen, maar vliegtuigen zijn zo vervuilend… ik heb mezelf voorgenomen om niet meer dan drie keer in m’n leven nog te vliegen.’ 

Het blijft even stil en als ik de blik van E. zie realiseer ik me meteen wat die betekent.
Voor mijn verjaardag heeft ze een verrassing geregeld waar ik een weekend in oktober vrij voor moet houden. We gaan dan ergens naartoe.
‘Ow,’ zegt ze en knikt met een half lachje. En ik weet dat één van mijn drie keren al geboekt is. Het valt niet mee om consequent te zijn als je van een reizigster houdt.
 

zondag 26 juni 2022

Feestje

ballonnen en vlaggetjes met tekst: happy birthday, 30
 “Dit is nou C., daar heb ik je over verteld, dat ze de politie-academie doet, weet je nog? C., dit is mijn moeder.” Ik weet het nog, het was een enthousiast verhaal dat mijn dochter vertelde over haar vriendin die haar werk in de kinderbescherming opgaf om naar de politieschool te gaan.

Het is een van de vele vriendinnen die ik ontmoet op het uitgestelde 30-feestje van E. en twee van haar beste vriendinnen. Eigenlijk was het al twee jaar geleden gepland, maar Covid gooide roet in het eten. Nu het weer kan, vieren ze alsnog met z’n drieën hun dertigste verjaardag.

Hun vriendenkring is heel divers en internationaal. “Dit is I., hij woont al een tijd in Nederland, maar heeft eerst in Engeland gewoond en daarvoor…” I. komt eigenlijk uit Rusland, maar ging later naar Oekraïne, dan naar Engeland en nu woont ie al zo’n jaar of tien in Nederland. Hij vertelt het in het Engels en nog voordat ik ernaar kan vragen, excuseert hij zich voor het feit dat hij nog nauwelijks Nederlands spreekt.

X. kwam speciaal voor dit feestje gisteren uit Frankrijk over. Hij is de vriend van een vriendin, en die romance begon tijdens een vakantie van haar en E. in Kroatië. Eh? Ik laat het me twee keer uitleggen en hij blijft vriendelijk glimlachen. De vriendin in kwestie is trouwens een zusje van de succesvolle schrijfster Simone Atangana Bekono. (Grappig vind ik dat, dat bekende schrijvers gewoon zusjes hebben.)

Een andere vriendin vertelt dat ze binnenkort in New York gaat wonen met haar vriend. De twee zijn er nog nooit geweest en vertellen breed lachend hoe ze in dat avontuur terecht zijn gekomen en dat ze zich er gewoon maar in gaan storten.

Een opvallend koppel zit onopvallend op een bankje achteraf. D. heb ik ooit al eens ontmoet toen de meiden nog twintig moesten worden. Hij en zijn partner R. zijn allebei omvangrijk en hebben allebei een zwarte baard. Een paar maanden geleden is R. bevallen. Er is een documentaire over gemaakt. D. laat me trots een foto van het kindje zien.

Terwijl het zaaltje steeds voller wordt, wordt het steeds moeilijker om elkaar te verstaan. Niet alleen wordt het gepraat door het lage plafond versterkt, ook de muziek gaat steeds harder. Er wordt gedanst, gedronken, gelachen, er worden veel groepsfoto’s gemaakt en het is gezellig. Om een uur of  half 12 besluiten H. en ik om te vertrekken, want we moeten nog van Amsterdam terug naar huis rijden.

We zijn allebei moe van het boven de herrie uit praten en luisteren. Jammer genoeg blijkt er midden in de nacht een file op de A2 te staan en zijn we pas tegen half drie thuis. Maar het was een geslaagd feest, ook al kon het pas twee jaar te laat gevierd worden.
 

zondag 19 juni 2022

Warm water

Zaterdagmorgen. De warmwaterkraan houdt er mee op. Dat wil zeggen, er komt nog wel water uit, maar het wordt steeds kouder. Het is al een paar dagen behoorlijk warm weer, dus een ramp is het niet. We besluiten na het weekend de storingsdienst te bellen, want een noodgeval kun je dit toch niet noemen.

Zoon J. denkt daar anders over. Hij begrijpt niet waarom we niet metéén gebeld hebben. Dat gesprek hebben we zaterdagavond nadat we met z’n vieren een verrassingsdag hebben gehad in Den Bosch. (Toren beklommen, wandeling(etje), lekkere lunch en helaas te laat om nog een rondje varen op de Dieze te regelen). Ik heb niet zo’n zin in dit gesprek en op zaterdagavond een monteur bellen vind ik sowieso geen optie.

foto douchekop met waterOp zondagmorgen neem ik dapper een koude douche (héél kort!). Ik denk na over de motivatie om tot na het weekend te wachten met bellen. Het is denk ik een generatie-ding. Mensen worden hoe langer hoe ongeduldiger, nu de 24-uurs economie in opmars is. Vandaag bestellen is morgen binnenkrijgen en als er nu een probleem is, moet het ook nu meteen opgelost worden.

Ik moet denken aan de veranderende houding van de blinden en slechtzienden waar we luistertijdschriften voor maken. Toen ik voor het eerst met de blindenbieb in aanraking kwam, werden luisterboeken op cassettes naar de abonnees verstuurd. Er was een anekdote over een oude blinde dame die al jaren boeken luisterde en er toen achter kwam dat de cassettes een a en een b-kant hadden. Ze was verrast en dankbaar dat er dus gewoon héle boeken voor haar werden voorgelezen.
We gniffelden over die dankbaarheid over zoiets vanzelfsprekends. Natuurlijk scheep je mensen niet af met een half boek.

Zondagmiddag besluit H. om toch even de storingsdienst te bellen. Misschien is het iets simpels en kan hij zelf met een reset-knop en aanwijzingen de boel weer in orde maken. Resetten lukt niet, maar wel komt er meteen even iemand langs om de verwarmingsketel te fixen. Hij vindt het heel normaal om dat op zondag te komen doen. Ik voel me als de blinde oude dame. In de wereld van 2022 is het heel gewoon om in het weekend iemand langs te laten komen voor een reparatie. We hebben er recht op met ons storingsabonnement.

Het is fijn dat we weer warm water hebben, maar ik heb er toch een dubbel gevoel over. Is het nou echt zo’n goeie ontwikkeling dat we nooit meer ergens op hoeven te wachten?

zondag 12 juni 2022

Veulen

Vandaag lopen we een klompenpad vlak bij huis. We hebben afgesproken dat we om half 10 vertrekken, maar we worden pas om kwart voor 10 wakker.

Het pad is volgens H. zo’n 12 kilometer lang. We hebben het jaren geleden ook eens gelopen en sloegen toen ergens verkeerd af, waardoor er een lange extra lus door de uiterwaarden bij kwam. Nu nemen we ons voor om heel goed op te letten en H. heeft op z’n iphone een globaal kaartje van de route. Uiteindelijk starten we om 11 uur.

Het is echt een prachtige wandeling en al is dit bekend gebied, we komen toch op onverwachte plekken. Een stukje bos, een stukje dijk, smalle paadjes langs akkers en weilanden, door de uiterwaarden tot vlak langs de Waal. We komen langs een kudde Konikpaardjes die onder een grote boom staan te grazen.  
Een heel eind verderop staat helemaal alleen een veulentje.
‘Ach’, zeg ik uit de verte tegen hem, ‘waarom sta je hier zo alleen. Heb je straf?’

Konik-veulen
Als we dichterbij komen, zien we dat hij achter een prikkeldraadhek staat. Het is een hek dat helemaal rond een waterpoel staat en hij lijkt er niet uit te kunnen. Dat kan niet de bedoeling zijn. We lopen een stuk langs het hek om te kijken of er een uitgang is waar we hem heen kunnen lokken. Het veulen kijkt in de richting waar we de kudde hebben gezien en af en toe hinnikt hij.

H. loopt helemaal om de poel heen terwijl ik op m’n telefoon google wie het beheer heeft over de wilde paarden. Er blijkt een kuil te zijn waar het beestje onder het prikkeldraad door past. Maar om weer buiten het hek te komen, moet hij een stukje flink klimmen en dat kan H. hem niet uitleggen.
We laten het paardje achter en vervolgen onze wandeling.

Het is over tweeën als we terug zijn bij onze fietsen. Die twaalf kilometer zijn waarschijnlijk een erg optimistische schatting. Thuis zoek ik het mail-adres waar we een melding kunnen maken van het verdwaalde veulen, want het vindt alleen de uitweg niet en de kudde heeft het blijkbaar al opgegeven. Hopelijk komt iemand hem dan vandaag of morgen de weg wijzen naar z’n moeder. De kuddes Konikpaarden mogen dan wild zijn, daarom hoef je een eenzaam paardenkind nog niet helemaal aan z’n lot over te laten…

zaterdag 4 juni 2022

Een geslaagd oefenproject!

“Dat is nou typisch iets voor G.,” zei mijn tante ooit terwijl ze kritisch naar een kledingstuk keek dat mijn moeder (haar zus) gemaakt had. “Gebruikt ze gewoon een spoeltje met een andere kleur draad.”

Het is al vele jaren geleden, maar die opmerking is altijd ergens in mijn hoofd blijven hangen. Het was misprijzend bedoeld, maar ik moet er altijd om glimlachen. De draad op het spoeltje hoort niet van een andere kleur te zijn, maar mijn moeder was niet van dat precieze en keurige. Gelukkig niet. Op allerlei gebieden improviseerde ze met wat ze wist en wat ze had.

Toen ik trouwde, kreeg ik van mijn ouders een naaimachine. En net als mijn moeder deed ik altijd maar wat. Daar kun je een heel eind mee komen. Maar vorige week gaf ik mezelf een naaicursus cadeau. Het leek me leuk om nou eens serieus te leren hoe je bepaalde dingen aanpakt. En de cursus, die ik op internet vond, had een prettig uitgangspunt: gebruik milieuvriendelijke materialen en verspil niets.

Veel van wat de cursus me leert, wist ik al. Maar ik kom ook veel dingen tegen die ik net wat handiger aan kan pakken, die ik helemaal niet wist, of die me inspiratie geven. Dit weekend heb ik de eerste twee oefenprojecten afgerond. Een rugtasje en een broodmandje. Helemaal netjes volgens de regels. Hoewel… zwart stiksel op een gele stof? Als ik naar dit mandje kijk, denk ik aan mijn moeder en haar tegendraadse naaimanieren. Ze zou het leuk gevonden hebben. 

Rugtasje van stof, aan de achterkant van een stoel hangendRond stoffen broodmandje met brood erin. De kleur is overwegend geel, het stiksel is zwart.

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...