zaterdag 30 oktober 2021

Emma

We hebben een goed huwelijk, H. en ik, en we zijn graag dicht bij elkaar, maar als je ’s nachts ongevraagd naar elkaar toe rolt omdat er langzamerhand een kuil in het matras is ontstaan, komt dat niet altijd goed uit. Bovendien is zo’n kuil-matras niet fijn voor je rug. Dus deze zomer besloten we dat we aan een nieuwe matras toe waren.
Met de consumentengids erbij (H. zweert bij de testresultaten) kozen we na een avondje zoeken voor een Emma matras. Best prijzig, maar zo vaak koop je zoiets nou ook weer niet. Bestelling online geplaatst en dan maar wachten tot ie afgeleverd werd.

Sneller dan gedacht wordt er op vrijdagsmorgen een doos bezorgd waarvan je niet zou vermoeden dat er een heel tweepersoons matras van 25 cm. dik in past. In een mooi verzorgd boekje staat, naast een lofzang op onze aankoop, de simpele gebruiksaanwijzing: verwijder de vacuüm getrokken verpakking met het bijgeleverde speciale mesje en binnen enkele minuten is de matras op z’n juiste dikte en kun je er lekker op gaan slapen.

We halen de samengeperste rol uit de doos, openen het plastic volgens de aanwijzingen en leggen de platte matras op de vloer. Dan halen we ons bed af, sjouwen het oude matras naar beneden, rollen het met enige moeite op met een paar sterke banden er omheen en zetten het rechtop in een hoekje om binnenkort naar de stort te brengen. Na dit karwei zijn er wel meer dan enkele minuten voorbij en gaan we nieuwsgierig kijken hoe de nieuwe Emma erbij ligt. Ze is nog teleurstellend plat. In het midden wat hoger dan aan de hoeken en met ergens een vreemde deuk. We besluiten Emma wat meer tijd te geven en laten haar nog een tijdje op de vloer liggen.

Als ze een paar uur later nog steeds hobbelig en vrij platgeslagen oogt, ga ik bellen (vóór de weekend-sluiting) of dit normaal is. Dat is het niet, vertelt een jongeman. Maar er is een zending waarbij de vacumeermachine te sterk stond afgesteld. We moeten het nog even tijd geven. Als Emma na 72 uur nog steeds te plat is, is het niet in orde.

Teleurgesteld tillen we onze oude kuil weer naar boven en maken het bed weer op. De dagen erna bekijken we Emma regelmatig, maar ze doet er wel érg lang over om van het vacumeren te herstellen. Na drie dagen zijn de randen nog steeds niet even hoog als het midden en is de deuk niet weg.
Ik bel nog een keer, stuur een reeks foto’s en ja, we zullen een nieuw exemplaar krijgen. De rare Emma wordt door een apart bedrijf opgehaald, dat ons over een dag of vier zal benaderen.

Na een dag of tien komt er een nieuwe doos met weer zo’n platte rol. Ook Emma 2 doet er iets langer over dan ‘enkele minuten’, maar na een paar uur heeft ze toch een heel acceptabel formaat. Na een extra nachtje voor alle zekerheid hebben we haar gisteren geïnstalleerd en jawel, we hebben heerlijk geslapen.

Emma 1 staat op haar kant te wachten tot ze opgehaald wordt. En toen we haar vanmorgen nog eens kritisch bekeken, was de deuk eigenlijk nauwelijks meer te zien en leken ook de hoeken intussen vrijwel op hoogte. Ik voel me eigenlijk een beetje een overkritische consument.   
Nou ja, nu hebben we twee Emma’s en ik ben benieuwd wanneer dat ophalen gaat gebeuren. Als enkele minuten ruim twee weken blijkt te betekenen, kunnen vier dagen makkelijk uitlopen op een paar maanden.  We gaan het zien.

zondag 24 oktober 2021

Heggenvlechten

 Zaterdagmorgen om half negen zitten we slaperig in de keuken aan tafel.
‘Waarom hebben we dit afgesproken?’ bromt H. terwijl hij de borden op het aanrecht zet.
‘Heb jij zin om te gaan?’
Ik kijk naar buiten, waar het nevelig is en nog een beetje donker. Het ziet er koud uit.
‘Nog niet zo erg,’ zeg  ik, ‘maar straks is het vast leuk.’

We hebben ons opgegeven voor een cursus heggenvlechten. Ik had zin om iets nieuws te leren en al googelend kwam ik dit tegen. Het leek me leuk en H. wilde wel mee. Toen.
Al hebben we er nu niet zoveel zin in, we hebben ons opgegeven dus stappen we om kwart voor 9 in de auto en rijden naar Leur.


Op een verlaten plek langs een smalle weg staan een paar auto’s in de berm. In een weiland staan vlaggen. ‘Kleinschalig cultuurlandschap’ staat er op. Hier ergens moet het zijn.
Ik stap uit en loop een stukje  het weiland in. Niemand te zien. Als ik terug ben, stopt er een andere auto, waar twee jonge mensen uit stappen.
‘Komen jullie toevallig ook voor het  heggenvlechten?’ vraag ik en ja, dat klopt. Zij weten ook niet precies waar we ons moeten melden en met z’n vieren gaan we op zoek naar het huis met het goede nummer. Dat vinden we een stukje verderop. We worden welkom geheten in een schuurtje, waar al een stuk of zes mensen zitten.

Onze cursusleider, Sjoerd Aertssen, steekt van wal met een enthousiast verhaal over vlechtheggen. Vroeger werden die algemeen door boeren gebruikt om hun land af te bakenen, het vee binnen te houden en roofdieren buiten. Maar met de komst van prikkeldraad en door ruilverkaveling verdwenen de gevlochten heggen en ging de kunst van het vlechten verloren.
Heel jammer, want behalve functioneel, zijn vlechtheggen ook mooi en goed voor de biodiversiteit. Daarom wordt het ambacht opnieuw opgepakt. Er worden weer afscheidingen aangeplant van allerlei verschillende struiken die van kleins af aan stevig in elkaar worden gevlochten. En wij gaan met zo’n heg aan de slag.

Buiten laat Sjoerd ons zien hoe je (met stevige handschoenen aan) de nieuwe takken zó opzij moet buigen dat gaten waar mogelijk een schaap door past gedicht worden. Soms geeft een tak niet mee en moet je er een knipje in maken. Geeft niet, daar groeit in het voorjaar nieuw hout op.
In tweetallen gaan we aan de slag. Ik werk samen met een vrouw die het al eerder heeft gedaan. We hebben een stuk heg met hele stekelige struiken. Rozen en meidoorn. De doorns blijven overal achter hangen. Maar het gaat steeds beter. Een kaal stuk in de heg vullen we aan met lange wilgentakken, waarna we heel tevreden het resultaat bekijken. 
Halverwege de ochtend is er koffie met cake en later soep en brood. De groep vlechters is heel gemengd. Er zijn pensionado’s bij en twintigers.

Onze tegenzin is – net als de mist – helemaal verdwenen. Als we om half twee onze handschoenen en snoeischaren inleveren nemen we afscheid van de groep met het voornemen om elkaar vast en zeker nog eens tegen te komen. Want we zijn zeer benieuwd hoe onze vlechtheg er over een jaar uitziet. Daar staan we graag nog een keer vroeg voor op.

 

vrijdag 15 oktober 2021

Vei-lig le-ren wer-ken

Er is een tijd geweest (lang geleden) dat in het bedrijf waar ik werk bij een jubileumtoespraak vrolijk geciteerd werd uit de oude sollicitatiebrief van het feestvarken. Of uit het verslag van een functioneringsgesprek. Een leidinggevende die dat vandaag de dag zou doen, zou snel ‘in goed overleg’ vertrokken zijn. Privacy is tegenwoordig een serieuze zaak. En dat gaat dan niet zo zeer om de meer persoonlijke privézaken zoals die toespraken, maar natuurlijk vooral om de digitale rampen die overal op de loer liggen als er datalekken ontstaan.

Daarom heeft een tijdje geleden het hele bedrijf een cursus Digitale Veiligheid gevolgd. Niet zo gek, want er hoeft maar iemand een hele foute fishing mail te openen en op een gevaarlijk linkje te klikken en de rapen zijn gaar. En nu is er opnieuw een verplichte cursus voor iedereen, want je kunt die kennis maar beter fris houden.

Ik ben nooit te beroerd om iets nieuws te leren en begin opgewekt aan de cursus Awaretrain. Die begint met een filmpje waarin een getekende dame uitlegt hoe belangrijk veiligheid is. Hm, de toon en de ondersteunende animatiefilm zijn een beetje eh – kinderachtig. Nou ja, daar moet ik maar even doorheen. Straks begint het serieuze gedeelte wel.

Maar ach, de toon blijkt niet te veranderen. Na het getekende mevrouwtje komen er getekende meneertjes aan het woord. En achter of naast of in plaats van die pratende mensen wordt de tekst voortdurend verduidelijkt met animaties. Als HET DOEL wordt uitgelegd, zie ik een voetbaldoel waar iemand een bal in schiet. IEDEREEN wordt geïllustreerd met een groepje mensen van diverse dikte, kleur, leeftijd en sexe (keurig),  bij GEVOELIGE INFORMATIE verschijnt een man met zonnebril die een map draagt waarop ‘top secret’ staat.

Ik moet denken aan de kinderboeken van Geronimo Stilton, waarin allerlei woorden een bijzondere vormgeving of een aparte kleur krijgen. WATER met golvende blauwe letters, GEVAARLIJK met puntige, rode letters en KAAS geel met gaten. Erg leuk om kinderen enthousiast te krijgen voor boeken, maar voor volwassenen zou ik het toch niet zo gauw inzetten…

Acht modules heeft de cursus. En ik denk dat ik hem zo veel mogelijk met m’n ogen dicht ga volgen. Of met een dubbele agenda: niet alleen om iets te leren over Digitale Veiligheid, maar ook over Kalm Blijven in Irritante Situaties.
Erg leerzaam.




woensdag 13 oktober 2021

Coronatest

Voor het eerst in de hele coronaperiode heb ik me laten testen. Maandagmiddag, op een heuse testlocatie, neergezet in dramatischer tijden om meer mensen tegelijk te laten doorstromen. Er staan maar een stuk of tien auto’s op het grote parkeerterrein, maar een man in uniform wenkt me professioneel dichterbij en wijst in welk vak ik mag gaan staan.

Ik zet een mondkapje op, doe de auto op slot en hou m’n telefoon in de aanslag om de afspraak te kunnen laten zien. Binnen loopt alles op rolletjes. Eerst zigzaggen door een efteling-wachtrij-gangetje van paaltjes met linten naar de balie en dan in een grote, bijna lege ruimte wachten op een groen lampje. Die lampjes zitten boven loketten waarachter een klein, wit hok. Daar mag ik in een stoel achterover gaan zitten.

De man die de test gaat afnemen worstelt met de rubber handschoenen die hij moet aantrekken. De vingers zitten aan elkaar geplakt. Hij is er een tijd mee bezig.
‘Even erin blazen,’ flap ik uit, maar dat mag natuurlijk niet. Zou ook lastig zijn trouwens, want hij draagt net als ik een mondkapje.
Het mijne mag af, want er moet een wattenstaaf in m’n keel. En dan een in m’n neus.
Theoretisch wist ik al lang hoe dat gaat, maar nu weet ik ook hoe het voelt. Niet prettig.
‘Vervelend?’ vraagt de man als de tranen in m’n ogen schieten.
Ik knik. ‘Maar wel heel kort.’
‘De uitslag komt binnen 48 uur.’ zegt hij en dan mag ik gaan. Op de parkeerplaats staat de man in uniform driftig te wenken naar een auto die gewoon een eind verderop parkeert.
‘Ze willen niet luisteren!’ zeg ik tegen hem.
Hij haalt z’n schouders op. ‘Dan moeten ze een stuk verder lopen.’
Ik vraag me af of je uit dit werk nou een beetje voldoening kunt halen.

De uitslag is al binnen als ik de volgende morgen wakker word. Negatief.
En dat is positief nieuws.

vrijdag 8 oktober 2021

Project Magic Ball

Heeft iedereen dat? Soms heb ik ineens verschrikkelijk veel zin om iets te maken. Een tekening of schilderij, een kledingstuk, een gebruiksvoorwerp of gewoon een mooi boeket van bloemen uit de tuin. Het kan zomaar uit het niets komen, of door een museumbezoek. Of, zoals deze week, doordat ik bij de Zeeman een bol wol zie met allerlei verschillende kleuren. ‘magic ball’, staat op het etiket.


Magic ball blijkt – behalve speelgoed – een bol wol zijn die gemaakt is van allemaal restjes. Dat spreekt me wel aan. Kleurige restjes wol heb ik genoeg liggen. Op internet vind ik er verschillende beschrijvingen van en filmpjes van de manier waarop je de draden stevig aan elkaar kunt knopen zonder dat je losse eindjes overhoudt. Het ziet er allemaal nogal priegelig en bewerkelijk uit.

Maar dan zie ik ergens in een reactie staan: ik maakt ze gewoon aan elkaar door de ene kleur draad met een naald in de andere te stoppen en andersom. Aha, dat lijkt me wel te doen. En daarmee begint mijn project magic ball.


Kleurige draden breiwol, variërend van een ongeveer een halve meter tot anderhalve meter aan elkaar vast maken. Oprollen tot een bolletje dat steeds groter wordt en er heel vrolijk uitziet. Het is een verslavend werkje dat heel goed kan terwijl je bijvoorbeeld naar een podcast luistert. Of ik doe er in een verloren kwartiertje nog gauw een paar draden bij.

Voor nu is het gewoon leuk om de bollen te zien groeien. Bollen ja, want intussen ben ik aan de tweede toverbal begonnen. En terwijl ik geduldig meer draden aan elkaar vast maak, heb ik alle tijd om te bedenken wat ik er uiteindelijk van ga maken. Maar dat is weer een volgend project.

 

 

 

 

zondag 3 oktober 2021

Avondje theater

Op zaterdagavond willen we iets leuks doen en we kijken online naar het programma van de bioscoop in Nijmegen. Behalve een reeks films waarvan een paar misschien leuk zijn, is er ook een theatervoorstelling. Zeven eenakters, geschreven door verschillende auteurs. Er zijn nog kaartjes voor en we besluiten dat we daar naartoe gaan.

‘s Avonds zijn we bijna bij de parkeergarage als H. losjes opmerkt dat hij zijn telefoon thuis heeft laten liggen.
‘Maar dan kunnen we niet naar binnen,’ zeg ik geschrokken. ‘We moeten natuurlijk de corona-app laten zien!’
‘Oei, daar had ik niet aan gedacht.’ 

We staan voor een stoplicht vlak voor een rotonde en ik denk dat we allebei de mogelijkheid overwegen om de rotonde helemaal rond te rijden en snel thuis de telefoon te halen. Een ideetje dat net zo gauw weer de prullenbak in kan. Dat halen we nooit.
‘We bellen het theater om te vragen hoe streng ze ermee zijn,’ stel ik voor. Vanuit de parkeergarage bellen we en H. vraagt of een foto van de QR code misschien ook kan.
‘Eh, dat is scanbaar dus ik denk het wel,’ zegt de dame aan de telefoon.

We bellen J. die thuis is gebleven. Hij vindt de QR op de telefoon en stuurt een foto. Door een miezerbuitje lopen we snel naar de bioscoop, waar ik bij de ingang vlekkeloos mijn code kan laten scannen. Dan de foto van H. Maar nee, dat werkt niet. De QR blijkt om de zoveel tijd te verspringen en is dus al verouderd.
De jongen bij de ingang denkt mee. ‘Als je nou de persoon die de foto heeft gestuurd via facetime kunt bellen, kan ie de code ‘live’ laten zien.’
Goed idee. We bellen weer naar huis, maar J. neemt niet op.
‘Misschien is ie even naar de wc.’
Na zes keer bellen zegt de deurbewaker dat we wel even naar binnen mogen komen; het miezert nog steeds. Na tien keer bellen beginnen we de moed te verliezen en na vijftien keer bellen geven we het op.

‘Ga jij maar naar binnen,’ zegt H. ‘Bel maar als het is afgelopen, dan kom ik je ophalen.’
Ik heb geen tijd om erover na te denken, want om acht uur begint de voorstelling en het is één minuut voor acht.
Een zoen, twee trappen op rennen en voor de ingang van de zaal probeer ik op mijn telefoon het toegangskaartje tevoorschijn te toveren. Maar er komt een melding dat dit niet mogelijk is. ‘Bestelling x kan niet worden gevonden. Dit kan zijn omdat de voorstelling is geweest.’
Ik laat het zien aan de dame bij de deur.
‘Ga maar gewoon naar binnen,’ zegt ze gemoedelijk.
‘Ja maar ik weet niet meer wat mijn stoelnummer is.’
‘Eh, nou, ga maar ergens zitten. En als er nog iemand komt voor die stoel kun je nog ergens anders gaan zitten.’

Er is inderdaad ruimte genoeg en een paar minuten nadat ik binnen ben begint de voorstelling. Zeven eenakters waarvan er een paar erg leuk zijn, een paar best leuk en helaas vind ik de laatste flauw en overgeacteerd. Toch ben ik blij dat ik wel naar binnen ben gegaan. En na mijn solo avondje theater word ik heel lief weer opgehaald door H.
Best een leuke avond, maar toch niet helemaal hoe we het ons hadden voorgesteld.

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...