zondag 30 oktober 2016

Palacio de Gobierno

(Achteraf verhaal uit onze eerste vakantieweek in Peru)
Onze gastvrouw in Lima, Silvia, heeft een vriend die in het Palacio de Gobierno werkt, het ‘Binnenhof’ van Lima. Ze heeft het voor elkaar gekregen dat we het paleis mogen bezoeken en op maandag 3 oktober gaan we er ’s middags naartoe. In de ochtend hebben we al een bezoekje gebracht aan het chocolademuseum, we hebben de grote kathedraal bekeken, we zijn door de Chinese buurt gewandeld en hebben uitgebreid en laat geluncht bij de Peruaanse chinees, de Chifa.
 
 
Het is al vier uur geweest als we bij de ingang van het officiële gebouw aankomen en de man in uniform die daar zit, zegt vriendelijk dat het te laat is voor een bezoek.
Dan krijgen we een staaltje Peruaans doorzeuren te zien. Silvia betoogt dat ons beloofd is dat we naar binnen mogen en ze belt haar vriend binnen, Señor Flores. Na tien minuten geduldig wachten, krijgen we toch groen licht. We gaan het hek door en komen bij een klein kantoortje waar we onze paspoorten moeten laten zien. Een ambtenaar bestudeert ieder paspoort zorgvuldig en geeft ons ieder een uitgebreid formulier waarop van alles moet worden ingevuld. Ook de formulieren worden weer bestudeerd en tenslotte krijgen we een voor een toestemming om door te lopen.

We steken een tuin over naar een grote hal waar achter een balie weer een geüniformeerde man zit. Hij begint al met z’n hoofd te schudden als we binnenkomen en als Silvia haar verhaal doet, schudt hij nog harder. Nee. Het is te laat. Na vier uur worden er geen bezoekers meer toegelaten. We moeten een andere keer maar terugkomen. Maar zij geeft zich niet gewonnen en komt weer met haar troef: Señor Flores. De official lijkt niet overtuigd en blijft schudden. Wij staan een meter achter Silvia en proberen te volgen wat er allemaal in het Spaans gezegd wordt. Het lijkt een verloren zaak.

Maar dan komt er haastig een kleine man binnenlopen. Hij spreekt de man achter de balie overtuigend toe en een minuut later hebben we allemaal een pasje aan een kettinkje om onze nek. Uit het niets verschijnt een vriendelijke dame die ons een rondleiding zal geven. Lang leve Señor Flores!
 
We lopen door lange gangen en krijgen verschillende indrukwekkende zalen te zien. Met trots vertelt onze gids over Admiraal Miguel Grau, een Peruaanse Michiel de Ruyter, zeeheld uit de oorlog met Chili (1879-1884). Er hangt een groot portret in de zaal die naar hem genoemd is.

 
In de deftige vergaderzaal wil de gids wel een foto van ons maken in vergaderpose rond de voorzittersstoel. In de parlementszaal zijn werkmannen bezig met een grote trap, die ze bereidwillig een klein stukje opzijschuiven voor onze fotosessie achter de voorzitterstafel.
 
 
Het gevoel dat we hier geheel tegen de regels in rondlopen geeft de tour iets heel speciaals. Als kinderen zitten we op de presidentiële stoel en doen we op de daarvoor bestemde plaats een televisie-interview na (met een grote foto van de paleis-ingang erachter alsof de interviewer op de stoep staat)

Na drie kwartier is de rondleiding afgelopen. We nemen hartelijk afscheid van de gids, leveren onze pasjes weer in aan de balie en dan gaan we de poort van het ‘Palacio de Gobierno’ weer uit. Dat was een bijzonder en leerzaam bezoek.

zondag 23 oktober 2016

Machu Picchu (deel 2)

(klik hier voor deel 1)
Op onze tourtickets staat dat er een diner, een gids, een overnachting in een hotel en de busreis bij de prijs zijn inbegrepen. In de middag  hebben we een maaltijd gehad. Was dat het diner? Of toch per ongeluk een extra lunch? We gaan gewoon maar met de groep mee en we zien wel. Daar lopen we dan als kinderen op een schoolreisje achter onze gids aan. Hij brengt ons naar een restaurant met lange tafels, waar we zowaar een menukaart krijgen met keus uit vijf voor- en vijf hoofdgerechten. Het hoort bij de tour. Net als het ontbijtpakketje dat we uitgereikt krijgen.
Voor morgenochtend zijn de instructies weer erg kort maar vrij duidelijk. Vanaf half vijf moeten we gaan lopen. De gids wijst langs welke straat.  Het kan niet missen. Dáár is de start van de klim naar Machu Picchu, "De duizend treden".
Eenmaal boven zullen we rond zes uur een Engelstalige gids treffen. En denk eraan: wij zijn Grupo Puma.

We spreken met Jorge af om weer samen te lopen en even voor half vijf 's morgens zien we elkaar op het plein terug. In het donker lopen we met zaklantaarns over het pad naar het eerste toegangspunt... Daar moeten we wachten tot het hek om vijf uur open gaat.
Honden lopen met ons mee. Ze krijgen koekjes uit de ontbijtpakketten van al die wachtende toeristen. Dan begint de klim.

In de vochtig warme lucht van de jungle heeft iedereen last van zuurstofgebrek. Waar de eindeloze trappen het toelaten, staan mensen even stil om naar adem te happen. Ik tel de ongelijke treden. 
Waar komt het verhaal vandaan dat het er duizend zijn? Naarmate we hoger komen, wordt het minder vochtig en is het makkelijker om lucht te krijgen. Na 1730 treden zijn we boven. En daar... wacht ons weer een controlepunt waar we achter aan moeten sluiten om onze kaartjes te laten stempelen.
Nu zijn we dan echt in de bijzondere Incastad.
We worden gevonden door onze gids (met een Puma-vlaggetje) en dan moet er weer geklommen worden.

Naar de zonnetempel, naar de oude incahuizen die op het dak na nog vaak wonderlijk intact zijn in dit gebied van aardbevingen.

De Inca's (die eigenlijk Quechua's heetten) konden ongelooflijk slim en precies bouwen. De gids vertelt dat ze de hoogste plaatsen kozen voor hun steden. Niet alleen omdat ze dan dicht bij hun aanbeden zon waren, maar ook omdat de stad zo, geplakt tegen de hoge rots, zware aardbevingen kon doorstaan zonder veel schade. We horen waaraan we de functie van verschillende bouwwerken kunnen herkennen; de grote gebouwen van perfect aansluitende, vierkante blokken rots zijn voor de tempels. De minder perfecte muren van grove stenen zijn voor de huizen, scholen en opslagplaatsen. We krijgen voorbeelden te zien van het vooruitstrevende irrigatiesysteem, een zonneklok, offerplaatsen voor dieren met uitgehakte bloedgootjes.

En natuurlijk de terrassen waarop de Inca's hun gewassen verbouwden: op de hoogste plek de aardappels, die wel wat kou kunnen hebben, lager de gevoeligere soorten.
Na twee uur is de gids uitverteld en kunnen we zelf nog een paar uur ronddwalen.

Dan wordt het tijd om onze spullen te gaan halen in het hotel. We moeten nog teruglopen langs het spoor en om kwart over drie zal bij Hydroelictrica de bus weer vertrekken. Na alle stenen trappen is de wandeling pittig, maar omdat we het busje zeker niet willen missen, lopen we het stuk deze keer iets sneller: in twee en een half uur. We zijn ruim op tijd om nog een half uur rond te hangen voordat we weer in de bus stappen. Daar zitten de meeste passagiers het grootste deel van de rit (6 uur) te slapen. Het was een lange dag in Machu Picchu, maar beslist de moeite waard.

Machu Picchu (deel 1)

We gaan naar de beroemde Incastad Machu Picchu. Dat kun je op veel manieren doen. Van loodzware 5-daagse trektochten tot een luie bus-en-trein variant. We kiezen voor een tussenvorm. De tweedaagse tour die we hebben geboekt, houdt in dat we met een busje van Cusco naar Hydroelectrica gaan. Van daaraf kun je lopend langs het spoor naar Aguas Calientes, het dorp aan de voet van de berg waar Machu Picchu op gebouwd is. De volgende ochtend vroeg klimmen we naar de Incastad en worden dan ’s middags bij Hydroelectrica weer opgepikt voor de terugreis naar Cusco

17 oktober
Rond 8 uur ’s morgens worden we vanaf ons hotel in Cusco opgehaald met een kleine bus. De Spaanstalige chauffeur is kortaf. Op verschillende plaatsen komen er mensen bij tot we met 15 personen vol zitten. Mensen helpen elkaar welwillend met bagage en schikken in. We raken aan de praat met Jorge, een Spanjaard die in Engeland woont. Handig, want hij vertaalt voor ons wat de chauffeur zo nu en dan aan summiere informatie mompelt.
Om half 11 stoppen we bij een winkel / café / toilet. Even wat drinken, plassen, de benen strekken. Dan gaan we het busje weer in.
uitzicht onderweg vanuit de bus: imposante bergen

Voor hoe lang? Geen idee.
Jorge dacht iets te horen over een lunch. Die blijkt pas drie en een half uur later te zijn. Het regent als we uitstappen bij een huiskamerrestaurantje. Hier en daar lekt het dak van golfplaat. Aan een lange tafel brengt een jongetje van een jaar of tien voorzichtig borden soep rond. Daarna is er omelet met rijst en aardappels.
Dan wacht het busje weer. Gelukkig zijn we nu bijna bij onze bestemming. Na nog een half uurtje rijden worden we uitgeladen op een desolate plek: Hydroelectrica is een kleine waterkrachtcentrale. Behalve een kale parkeerplaats is er alleen een loket waar we onze paspoorten moeten laten zien. Dan staan we zonder verdere informatie naast het enkele spoor van de dure trein naar Aguas Calientes, oftewel Machu Picchu dorp.
lopen langs de spoorlijn
 
over de bielzen van het spoor een woest beekje oversteken

over het spoor lopen door een donkere tunnel

Je kunt maar één kant op, dus we lopen op goed geluk achter iedereen aan langs het spoor. Gelukkig regent het niet meer. Samen met onze nieuwe vriend Jorge struinen we over het grind, langs smalle, zanderige voetpaadjes en soms een stuk over de bielzen van het spoor. We passeren andere wandelaars en worden gepasseerd. Eén keer moeten we opzij voor de trein, die je al kilometers van te voren aan hoort komen, omdat ie onophoudelijk met lange tonen toetert.
Volgens de boekjes is de afstand acht kilometer. Wij lopen 2 uur en drie kwartier stevig door en schatten de afstand eerder in op 12 kilometer. Dan staan we op het station.
Wat nu?
We hebben geen naam van een hotel of van een gids, zelfs geen informatie over een ontmoetingsplek. Via een kleine informatiebalie bij het station komen we erachter dat alles zich hier afspeelt op de Plaza de Armas, in het hart van het dorp.
Daar vinden we wat mensen uit ons busje terug die weten dat alle gidsen hier hun mensen komen zoeken. Inderdaad loopt er na een tijdje iemand onze namen te roepen. We krijgen een hotel aangewezen en krijgen de opdracht om ons om 19.30 opnieuw op het plein te melden. We horen bij grupo Puma.
vlaggetje: Grupo Puma

We frissen ons op en zijn een tijdje later terug op het plein, waar na wat geharrewar een groep ontstaat. Onze gids zoekt z’n kudde bij elkaar, verzamelt paspoorten en neemt ze mee om toegangskaarten voor Machu Picchu te gaan regelen. Dertig mensen van allerlei nationaliteiten staan af te wachten of ze ooit hun paspoorten terugzien. Er worden grappen gemaakt, de chaos schept een band; en als tien minuten later zowel de paspoorten as de toegangsbewijzen worden uitgedeeld, is de sfeer uitgelaten.
En nu?
(klik hier voor deel 2)

maandag 17 oktober 2016

Cusco

Net buiten de stad Cusco ligt het Incabouwwerk Sacsayhuaman. Je kunt er vanuit de stad makkelijk naartoe lopen, koopt een toegangskaartje voor 70 sol (of een combi kaart voor meerdere archeologische complexen) en klimt de grote stenen trappen op die je naar de hoger gelegen plaatsen brengen vanwaar je het hele complex kunt overzien.
 

We lopen een paar uur rond  in Sacsayhuaman. Dan dalen we alle trappen en schuine steegjes  weer af tot we op een van de centrale pleinen van Cusco zijn.  Daar horen we muziek. Er blijkt een processie gaande te zijn. Zeker twintig in het paars geklede mannen torsen een zwaar ornament mee over het plein.



Achter het gevaarte lopen muzikanten die stemmige muziek spelen. Het is indrukwekkend om te zien hoe de mannen met het zweet op hun gezicht hun zware last tillen. Om de zoveel tijd worden ze afgewisseld door frisse mannen. Zo gaat het langzaam de stad door,  kerk in, kerk uit. Zwaar. 

zaterdag 15 oktober 2016

Rieteilanden

                         Puno.
Het is hier niet moeilijk om vroeg op te staan. Om zes uur kunnen we al ontbijten in het hotel.om kwart voor zeven staan we in de hal klaar om opgehaald te worden voor een one Day tour op het Titicaca meer. Om 7 u. is er nog geen busje. Ze blijken ons hotel overgeslagen te hebben, maar met Hulp van de receptionist komt het goed.  Een taxi brengt ons naar het haventje van Puno, waar de boot al ligt te wachten. Niet alleen op ons, er komen ook nog vier nonnen op het laatste nippertje aan boord. Dan vertrekt de volle boot.
Op weg naar de Uros rieteilanden. De drijvende eilanden Ik van riet gemaakt, net als de huizen erop en de vissersboot van de bewoners. Boven de primitieve huisjes zien we heel verrassend zonnepanelen.  Een gift van de vorige president, Fujimori, om het toerisme op de eilanden te stimuleren. Naar de visserij is dat waar de eilanders van leven. We worden dan ook vriendelijk ontvangen op het eerste, kleine eiland waar we aanleggen.
Onze gids leert ons dat we 'Wailiki' moeten zeggen in antwoord op de groet hier. Iedereen die van de boot af stapt op het meeverende eiland zegt dus braaf 'Wailiki'. In een kring mogen we op rieten bankjes gaan zitten en de 'burgemeester' van dit eiland vertelt in het Chuechua Hoe zo'n rieteiland wordt gemaakt. Onze gids vertaalt. Dan mogen we per viertal mee naar binnen in de rieten huisjes.  Daar laten de bewoners hun eigengemaakte producten zien die we - niet verplicht - kunnen kopen. Ook buiten liggen allerlei kleurige souvenirs. We kopen wat kleine dingen en dan varen we Door naar het grotere hoofdeiland.
 
Daar hebben ze zowaar koffie - en voor 1 sol kun je een stempel van het eiland in je paspoort laten  zetten. Ook hier worden locale producten verkocht. Na 20 minuten gaat de boot weer verder. Nu twee en een half uur varen naar Taquile, een 'gewoon' eiland, waar we twee km. gaan lopen.Dat klinkt als een wandelingetje van niks, maar ten eerste starten we op 3800 m. hoogte en ten tweede gaat de eerste km. stijl omhoog. 
Ik raak al snel buiten adem. Mijn strategie is om heel langzaam Door te dieselen zonder te stoppen. Om me heen hoor ik  anders iedereen gehijg en soms gehoest. Samen met drie Duitse jongens en twee IIsraëliers zijn we als eersten boven bij het restaurant waar we gaan lunchen. Ei of forel is de keus. We krijgen er kruidenthee bij.
Het schema is strak. Na  de lunch 20 min. om rond te kijken in het dorp, dat voornamelijk uit een plein bestaat met wat grote gebouwen er omheen. Ook hier weer de onvermijdelijke verkoop van mutsen, handschoenen, sjaals, armbandjes etc.
Naar beneden lopen vraagt minder adem, maar je moet wel goed opletten, want het pad bestaat uit ongelijke blokken steen. De uitzichten zijn fantastisch en er wordt veel gestopt voor foto's. Ook van de eilandbewoners die je aan  het werk ziet op de rotsachtige hellingen en van een paar kleine jongens die met een stoffen bal spelen.
Aan de andere kant van het eiland wacht de boot,  die ons weer terug vaart naar de haven van Puno.

woensdag 12 oktober 2016

In Arequipa

Na twee dagen Colca Canyon komen we terug in Arequipa, waar we het grootste deel van onze bagage hadden achtergelaten in het hotel. We hadden ook bijgeboekt voor twee dagen, maar die boeking kon de vriendelijke man aan de receptie niet terugvinden. Geen probleem, we kregen toch een kamer, en wel eentje die twee keer zo groot was als onze vorige en deze keer met een eigen douche en toilet. Een luxe. 
Deze banken met kleurige kussens staan in een van de vele algemene zitplekken van het hotel. Vooral ´s avonds is het overal (behalve op de kamer zelf) vrij fris. Alles grenst aan ruimtes in de open lucht. Tussen zes en zeven uur wordt het snel donker en in de avond is het koel buiten. We hebben dus altijd wel een jasje of fleece bij ons.

 
Op dinsdag hebben we een bijzondere afspraak. Een neef van ons (zoon van mijn zwager) reist met zijn vrouw en drie blonde dochtertjes de wereld door en is toevallig gelijk met ons in Peru. We ontmoeten de familie op het centrale plein van de stad, Plaza de Armas. We drinken samen café Americano en Inca Cola en gaan dan naar de grote markt. 
Dit blauwe bogengebouw is een enorme, overdekte markt, waar we een hele tijd ronddwalen.  

 
We bestellen voor iedereen een groot glas verse vruchtensap dat ter plekke gemaakt wordt. De meisjes worden alom bewonderd en veel Peruanen vertellen hun ouders hoe mooi hun kinderen zijn. (Linda, linda) Ze zijn er aan gewend. Al een paar maanden worden ze overal nagekeken en stiekem gefotografeerd. Soms hebben ze er schoon genoeg van. 
Na de sapjes gaan we verder kijken. Er worden hoeden gepast (allemaal veel te groot voor de kinderen) en we zien de tientallen soorten aardappels die ze hier hebben, de rijst en bonen die uit grote zakken worden geschept en de olijven die in mooie torentjes worden geschikt, net als de aardbeien. Dan komen we bij de vleesafdeling.

Behalve de kippen met hun grote poten omhoog zien we varkenskoppen, varkenspoten, allerlei ingewanden die de meisjes ernstig bekijken. Dit zijn nieren, dat is pens en dat is een hart. ´Corazon?´ vraagt de oudste aan de kraamhoudster. ´Si, corazon´. Verderop ligt een kip die zo is opengewerkt dat je niet alleen de ingewanden ziet, maar ook de eieren die nog in ontwikkeling zijn. Een prachtige biologieles. 

 
We verlaten de markt en lopen met z´n allen nog een tijdje door de binnenstad. De oudste van de drie meiden weet uiteindelijk voor 10 soles (ongeveer 2 euro 50) een hoedje op de kop te tikken dat past.
Dan nemen we afscheid. Na omhelzingen en handenklapsessies gaan we ieder een kant op. Twintig meter verderop spreekt een jonge Peruaan ons aan. Had hij ons net Nederlands horen praten? Hij kende Nederland. Had een jaar in Middenmeer gewoond, in de buurt van Alkmaar. En hij sprak ook een beetje Nederlands. Grappig om een Peruaan ineens Nederlands te horen spreken. 

Overal op straat kom je hier mensen tegen met hun eigen, kleine handeltje. Veel vrouwen die ter plekke de producten zitten te maken die ze verkopen. Deze dame had ons graag een kleurige, Peruaanse pop verkocht, maar voor een sol wilde ze ook wel op de foto. 

Morgen weer vroeg op, want we gaan verder naar Puno.


dinsdag 11 oktober 2016

Colca canyon

Vanuit Arequipa boeken we een tweedaagse tour in de Colca Canyon.

Niet alles in Peru is mooi. De buitenwijken van Arequipa (en van andere grote steden) laten kilometers aan troosteloze gebouwen zien. Bij veel huizen is de bouw halverwege gestopt omdat het geld op was. Toch zijn die halve huizen gewoon bewoond. Je ziet er kleurige was wapperen op de daken.


We rijden de bergen in. Een woest gebied, waar de autoweg slingerend door omhoog gaat. Regelmatig stoppen we voor een mooi uitkijkpunt, maar ook een keer omdat er grote stukken rots op de weg zijn gevallen die eerst verwijderd moeten worden.

Onze eerste wandeling in de hoogte is maar een kilometer heen en één terug. Maar ook zo´n 800 meter de hoogte in. Onze gids checkt zorgvuldig wat we aankunnen op deze hoogte, zo´n 3600 meter. Hij leert ons hoe je cocabladeren moet kauwen, dat zou helpen tegen hoogteziekte. Ziek is niemand, maar je merkt goed dat je minder zuurstof binnen krijgt. Die kilometer is pittig. Eenmaal boven zien we een aantal oude incagraven. Schedels en botten in inhammen in de rots. Kleine heiligdommen, waar mensen gaven voor de voorouders neerleggen, zoals cocabladeren en snoepjes.

Overal zie je muurtjes die de verschillende stukken land van elkaar scheiden. Van oudsher worden de bouwlandjes beveiligd door er cactussen op te laten groeien.

De uitzichten zijn hier fantastisch. In de verte een stad waarvan je de zinken daken ziet blikkeren in de zon.


En ja, we zagen de condors vliegen. Ze zijn enorm, met een spanwijdte van bijna drie meter zweefden ze vlak boven ons op de thermiek. 

Verrassende kleuren door de bloeiende cactussen

En zelfs in the middle of nowhere vind je gelukkig toiletten. Je moet alleen even geduld hebben voordat er iemand komt met de sleutel en een pakketje wc papier. Je betaalt er een sol voor.



zaterdag 8 oktober 2016

Lima

Acht uur ´s morgens zit ik in Arequipa Peru achter een ouderwets toetsenbord in het hotel. Het kost me wat tijd om te begrijpen hoe ik in het Spaans de goede plek moet vinden om iets op m´n Appelpunt te zetten, maar hier ben ik.
In Lima is het me gelukt om de volgende foto´s te uploaden en voor deze blogpost hou ik het bij een kort commentaar op elke foto. 

In Lima zijn we hartelijk ontvangen door onze Peruaanse vrienden Silvia en Oscar, waar we vier nachten logeren. Samen met nog een Peruaans stel, Corina en Fernando, hebben ze voor de eerste dag een bijzonder uitje voor ons bedacht. Ze nemen ons mee naar een voorstelling van Los cavallos de pasos, een speciaal paardenras met een dansende tred. Er wordt niet alleen door de paarden gedanst, maar ook door mensen. Na de voorstelling hebben we een lunch op het landgoed. En lunchen betekent hier wat voor ons het diner is. Laat in de middag en uitgebreid.

Los cavallos de pasos. Dansende paarden in Lima
De tweede dag gaan we de Cambiar del Guardia bekijken, changing of the guards. Dit gebeurt elke dag om 12 uur voor het presidentiele paleis. Deze dag blijkt er iets bijzonders aan de hand. De brassband speelt niet het traditionele El Condor Pasa, maar ´Happy birthday´. De president is jarig. Hij komt met een hele groep bobo´s naar buiten, komt naar het hek waar het publiek een meter vandaan wordt gehouden en steekt z´n handen door de spijlen zodat de wachters de mensen wel dichterbij moeten laten komen. De president is populair. Op de terugweg naar binnen maakt hij met z´n vrouw een dansje op de muziek van de brassband. Dan volgt alsnog de traditionele ceremonie.
Changing of the guards in Lima.
Speciaal met een bezoek van de jarige president.
Later op de dag bezoeken we het gouvernementsgebouw. Een bijzonder bezoek, omdat onze gastvrouw connecties binnen heeft. We kregen een rondleiding door bijna alle ruimtes waar het Peruaanse gouvernement vergadert en regeert.

Natuurlijk gaan we ook naar de markten met kleurige Peruaanse producten. Leren afdingen in het Spaans. Onze gastvrouw is er goed in. Ze weet de prijs van een zachte sjaal van alpacawol flink omlaag te krijgen. 

Op dinsdag gaan we vroeg in de avond naar het fonteinenpark, waar veel verschillende fonteinen ´s avonds verlicht worden en waar we kijken naar een kitscherige, nationalistische show bij de grootste fontein. De waternevel wordt gebruikt als scherm voor filmbeelden en we zien een jaguar door de fontein sprinten, we zien er condors vliegen en er komen afbeeldingen van de Nazcalijnen voorbij.  

Op woensdag bekijken we in Museo Larco. het museum voor Inca geschiedenis, het fantastische Inca aardewerk. Gladde, fijn bewerkte vazen en andere voorwerpen met vooral veel gezichten. Er zijn veel voorwerpen en ze zijn heel gaaf. Niet te geloven dat dit al van ver voor Christus dateert!

Donderdagavond nemen we de bus naar Arequipa. . Zestien uur in een bus is lang, maar we slapen een deel van de tijd. De stoelen kunnen 160 graden omlaag en dat slaapt beter dan in een vliegtuig. Als we wakker worden rijden we door een troosteloos, woestijnachtig landschap met hier en daar een dorpje van een paar gammele hutjes. Alles is gericht naar de grote weg waar de bus over rijdt. Je ziet dat alleen aan deze kant huizen kleurig geverfd zijn. Als een filmdecor. Alles daarachter is grauw. Op de achtergrond zijn de bergen van de Andes te zien. Nog een paar uur en we komen aan in Arequipa. Daar worden we niet meer gepamperd en rondgereden. Nu moeten we het zelf gaan doen. 


Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...