dinsdag 27 december 2016

Kerstdiner met hond

Er ligt een oor onder de bank! Ik loop met de stofzuiger door het huis om de kruimels van het kerstdiner op te zuigen. In de keuken, onder de grote eettafel door en tenslotte door de zithoek, waar ik onder de bank tegen iets aanstoot. Op m’n knieën buig ik voorover om te kijken wat er voor groots ligt en daar ligt een oor.

Ze hebben een hond, mijn broer en zijn gezin. Het is een Amerikaanse bully, een pitbull-achtige hond.  Nog jong dus hij zal nog een stuk groter worden, maar nu is het ook al een stevig beest. We wisten dat de hond mee zou komen, maar dat deze familie-avond zulke gevolgen zou hebben, had niemand voorzien.

 Ik haak het mondstuk van de stofzuiger voorzichtig achter het oor en trek het onder de bank uit. Het is een groot, gedroogd varkensoor. Eén van de lekkernijen die Charley’s baasjes voor haar hadden meegenomen. Om haar zoet te houden? Daar was helemaal geen verwensnoep voor nodig. Charley is de liefste hond die je je kunt voorstellen.

En nou is haar varkensoor hier onder de bank blijven liggen. Als een herinnering aan een gezellige Kerst met familie en hond. Over een paar weken krijgt ze het terug. Dan gaan we met z’n allen een weekendje naar Texel. Een idee dat plotseling opkwam en dat meteen is omgezet in een boeking. Nee, dat deze familie-avond dat gevolg zou hebben, hadden we niet voorzien.

zaterdag 24 december 2016

Hoezo stress voor het Kerstdiner?

De dag voor Kerst en alle boodschappen zijn al gedaan. H. is naar een verjaardag en ik heb alle tijd om een beetje te knutselen. In de tuin is spontaan iets met dennentakken opgekomen. Een kerstboom kun je het niet noemen, want het is meer een slordige, magere struik. Deze zomer heb ik het ding laten staan met de bedoeling hem in deze tijd te verwerken tot kerststuk. En dat ga ik dus nu doen.

Kerststuk
In de schuur vind ik een ring van oase die ik alvast in een bak water leg en dan ga ik met een snoeischaar naar buiten. Zonder pardon knip ik alle bruikbare takjes van de lelijke kerststruik, zodat ie nog veel lelijker wordt. Ik breng ook een bezoekje aan de rozemarijn, waarin ik iets voorzichtiger knip want die wil ik een beetje mooi houden. De klimop heeft decoratieve uitgebloeide bolletjes in de aanbieding en voor een beetje kleur (en geur) snij ik tenslotte sterretjes uit mandarijnenschillen.
Nu heb ik genoeg materiaal bij elkaar om een kerststuk te maken. Gezellig.

Maar ik ben nog niet klaar met m’n kerst Doe Het Zelf dag. We hebben ingrediënten in huis gehaald om dadelrollen te maken. Van die lekkere zoete caloriebommen waarvan je dunne plakjes snijdt om bij een kaasplankje te eten. Eerst kraak ik geduldig walnoten tot ik 100 gram blote noot heb. Daar gaan dadels, gedroogde abrikozen en nog wat dingetjes door. De dadels moeten in de keukenmachine tot een kleverige massa gehakseld worden en het is een heel geknoei om dat spul te verwerken. Als alle zoetigheden door elkaar gekneed zijn, ziet het tamelijk smerig uit. Ik rol er drie worstjes van, wat al een iets beter beeld oplevert, maar ik moet zeggen dat kleur en structuur nog steeds doen denken aan minder aantrekkelijke zaken. Dat maakt allemaal niet uit, want als je er een plakje van geproefd hebt, wil je meer! Alleen moet het eerst minstens 24 uur in de koelkast met rust gelaten worden, dus: afblijven.
 
Nu ben ik uitgeknutseld. Op een laag tafeltje staat het kerststukje naar manda- en rozemarijn te geuren en in de koelkast liggen drie dadelrollen te wachten tot ze gegeten mogen worden.
Stress voor het Kerstdiner? Integendeel, ik vind het heel rustgevend, zo’n middagje voor de Kerst.

zondag 18 december 2016

Jonkerbos War Cemetry

Voordat we in oktober naar Peru gingen, hadden we de gewoonte ontwikkeld om elke zondagmorgen een eind te wandelen. De laatste vijf, zes weken waren dat stevige wandelingen met zoveel mogelijk hoogteverschillen (voor zover dat in Nederland bestaat).
Sinds we terug zijn van die vakantie, zijn onze zondagen aanmerkelijk luier en vandaag vinden we dat we maar weer eens iets buiten moesten gaan doen. Het wordt een fietstochtje naar Nijmegen, langs plekken waar we niet zo vaak komen. We zwerven in de buurt van het Goffertpark rond en komen uit op de Weg naar Jonkerbos, waaraan het Jonkerbos Oorlogskerkhof ligt.


“Dat heb ik nou eigenlijk nog nooit bezocht”, zegt H.
“Wil je er nú naartoe?” vraag ik en na een korte aarzeling besluit hij dat we dat best even kunnen doen. We steken de weg over en zetten onze fietsen neer tegen het lage hek. Het kerkhof ligt er verlaten bij. “Jonkerbos War Cemetry” staat op een bordje bij het hek, dat gewoon open kan.
Achter een open stenen bouwwerk ligt een weids grasveld met verschillende rijen graven. Het kerkhof is vanaf de weg wel zichtbaar, maar nu we het hek door zijn, zien we pas hoeveel van die witte stenen er staan.  We lopen langs de rijen. Op sommige stenen staat alleen maar dat er een soldaat ligt, zonder naam, maar op de meeste stenen staan naam, rang en regiment van de dode. En de leeftijd! Het zijn vrijwel allemaal jonge mannen, jongens vaak nog, van 19 of 23. Jonger dan onze kinderen.

De afgelopen weken heb ik me voor m’n werk verdiept in de biografie van Roald Dahl die gevechtspiloot was in de tweede wereldoorlog. Hij heeft verhalen geschreven over die periode, waarin ik las hoe de piloten zich klaarmaken om te vliegen en een paar uur later zitten te wachten hoeveel van hen deze keer niet meer terugkeren. Dat waren deze mannen, die hier onder al die rijen witte stenen liggen.

Het kerkhof is netjes bijgehouden, de graskantjes strak afgestoken. In het open gebouwtje staan banken voor bezoekers en we stellen ons voor hoe de steeds oudere familieleden van de gesneuvelden zo’n plek hard nodig hebben na een bezoekje aan een graf. Achter een deurtje ligt een register, een boek waarin iedereen iets kan opschrijven. Op het plakkaat aan de andere muur lezen we dat hier 1629 militairen van het Britse gemenebest begraven liggen en dan nog 13 van andere nationaliteiten. Allemaal gesneuveld in de tweede wereldoorlog.

Zwijgend lopen we terug naar het hek. Dat was een ongeplande, maar indrukwekkende onderbreking van ons fietstochtje. We stappen weer op de fiets en rijden na een tijdje weer naar huis. Moeten we vaker doen, gewoon even naar buiten op een zondagmorgen. Dan zie je nog eens wat.

zondag 11 december 2016

Dromen

Het is zondagmorgen en we zijn laat wakker. Als ik beneden kom, staat mijn dochter eitjes te bakken. Onderdeel van het zondag-ontbijt dat ze voor ons klaarzet. Ook zoon J. komt mee ontbijten. Gezellig, zo met z’n vieren.
Als we aan tafel zitten, vertelt E. dat ze over mij gedroomd heeft. “We zaten samen in de auto op een drukke weg, en jij ging ineens spookrijden. Heel eng, iedereen begon te toeteren en ik riep steeds tegen je dat je naar rechts moest!”
“Nou,” zeg ik, “wat zou zo’n droom nou zeggen over hoe jij over mij denkt?”
Ze lacht en ik geef haar meer munitie door te vertellen over een droom die ik zelf weleens heb gehad. Ik zat in een hoog, happer-achtig voertuig, de bestuurdersplek zo hoog dat ik de lampen van de lantaarnpalen naast me zag. En vanaf daar moest ik het ding besturen, terwijl we tussen ander verkeer door reden. Dat ging steeds maar nét goed.

Nu begint iedereen te vertellen over rare dromen. E. en ik hebben weleens de wc-droom, waarin je op de wc zit terwijl iedereen je kan zien. De mannen kennen die droom niet, maar J. heeft wel laatst gedroomd dat hij per ongeluk iets had ondertekend waardoor hij partijleider werd. Geen idee van welke partij, maar hij moest een toespraak houden en ontdekte toen dat hij geen broek aan had.
H. droomt soms dat hij kan vliegen. Lekker relaxed een klein stukje boven de stad, waar hij al het gewoel onder zich ziet.

Intussen hebben we allemaal genoeg ontbeten. We ruimen gezamenlijk af en voordat ze naar de douche verdwijnt zegt E. dat ze straks wel even af wil wassen, want vanavond na het eten doet ze het liever niet omdat ze snel naar Amsterdam terug wil.
Als ze is gaan douchen, bedenk ik dat ze natuurlijk gaat vragen of iemand haar vanavond naar het station wil brengen. Vaak strijk ik mijn hand over m’n hart, sla de wijn bij het eten over en rij haar naar Nijmegen. Maar nu haar droom zo duidelijk heeft onthuld hoe ze over mijn rijvaardigheid denkt, kan ik dat natuurlijk beter aan een ander overlaten.

vrijdag 2 december 2016

Verjaardagscadeau van mijn dochter

Woensdagavond heeft mijn dochter een verrassing voor me in Amsterdam, waar zij ook woont. Als laat verjaardagscadeautje. Ze moet ’s morgens werken en we hebben afgesproken dat ik vroeg in de middag naar haar toe kom.
“Weet jij iets leuks om ’s middags in Amsterdam te doen?” appt ze een paar dagen van tevoren. Ik denk een tijdje na en app dan terug
“Wat denk je van tassenmuseum Hendrikje?”
Meteen antwoord:
“Haha, dat had ik ook bedacht!”
Dat is dus een goed begin van ons moeder-dochter uitje.

We gaan van boven naar beneden het kleine museum door. Op de bovenverdieping leren we over de geschiedenis van de tas. Over beurzen aan een koord om je middel, stelsels van haken met kettinkjes waar allerlei kleine gebruiksvoorwerpen aan hangen (chatelaines heet dat) en dijzakken die vrouwen in de 17e en 18e eeuw onder hun wijde rokken droegen, waar ruimte genoeg was. In vitrines zien we voorbeelden uit de verschillende periodes. Bewerkelijke kralenweefsels, harde buidels van hout, ijzer, schildpad en allerlei soorten leer die in onze moderne ogen erg illegaal aandoen. (krokodil, varaan, olifant)

We dalen af naar de speciale tentoonstelling van koninklijke tassen, waar we niet alleen tassen van Queen Elisabeth, Grace Kelly en onze eigen Maxima zien, maar ook uitleg krijgen over de etiquette rondom de handtas en de subtiele signalen die koningin Elisabeth gaf door haar tas links te dragen in plaats van rechts of tijdens een diner op de grond te zetten (dan wilde ze weg).
Helemaal beneden is de museumwinkel, waar we een tijdje ronddwalen. We zien wel een paar leuke tassen, maar laten ons niet tot een aankoop verleiden. Dan moeten we vertrekken, want met het oog op de verrassing hebben we een strak tijdschema.

Om halfzes zijn we bij het restaurantje in de Pijp waar E. heeft gereserveerd voor een kaasfondue. Het is een gezellige plek en behalve de kaasfondue met knapperig brood krijgen we ook rauwe groente om mee te dippen, een salade met een lekkere dressing en een schaaltje frietjes.
Helemaal tevreden lopen we een tijdje later buiten. Wat de verrassing ook zal zijn, het is nu al een geslaagde dag
.
Het wordt een cabaretvoorstelling van Wim Helsen in de Kleine Komedie. 
“Vind je dat leuk?” vraagt E.
Zeker vind ik dat leuk. Ik heb de kleine Belg een paar keer op tv gezien en vind hem meestal erg grappig. We hebben plaatsen op het tweede balkon, helemaal bovenin. E. legt uit dat het al bijna uitverkocht was toen ze de kaartjes reserveerde en maakt zich zorgen of het wel goede plaatsen zijn en of we straks geen last hebben van die lange meneer twee plaatsen voor ons. Maar ze hoeft nergens bang voor te zijn. Het is van bovenaf prima te zien en de voorstelling is hilarisch.
Met de tram gaan we terug naar haar huisje vlakbij het Bos en Lommerplein, waar we nog even gezellig nakletsen. Deze middag en avond samen waren echt een geweldig leuk cadeau. Iets beters had ze niet voor me kunnen bedenken.

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...