zaterdag 27 januari 2018

Enge Buren

“We gaan uit vanavond!” H. komt donderdag uit z’n werk met vrijkaartjes voor De Enge Buren. Ze spelen vanavond in theater Cardo. Ik heb wel eens van ze gehoord, maar weet niet precies wat De Enge Buren doen. Mijn associatie is iets voor kinderen, maar dat komt waarschijnlijk omdat ik wel eens een liedje van hen ben tegengekomen bij een zoektocht naar muziek voor m’n kindertijdschrift.
Onverwachte uitjes zijn altijd leuk, dus gaan we tegen half acht opgewekt op weg naar het Cardo theater in Groesbeek. Daar is het al aardig vol. We vinden een plekje achterin en wachten nieuwsgierig wat er gaat komen.
Allereerst een parodie op de toppers. Best grappig. De drie mannen hebben een flinke batterij instrumenten op het podium staan, die ze ook allemaal bespelen. Ze hebben voornamelijk bekende nummers met eigen, Nederlandstalige teksten. Vaak met een wel erg vette knipoog en voor wie het nog niet begrepen had, worden de grapjes voor of na het nummer nog even uitgelegd. Na drie of vier nummers waarvan we niet heel enthousiast worden, zingen ze ineens a capella een Bulgaars lied. Joh, ze kunnen echt wel mooi zingen met z’n drieën!

Maar dan volgt weer iets flauws en iets plats en iets kinderachtigs. De Enge Buren praten en zingen de hele tijd in allerlei overdreven dialecten, doen Bert en Ernie na, zingen een stukje fabeltjeskrant, dansen gek op de melodie van YMCA en kunnen het niet laten om – knipoog knipoog – grappen te maken over vrouwen en seks.

Als naast me een vrouw keihard meezingt met het blijkbaar bekende “Pizza Calzone”, begin ik me een beetje ongelukkig te voelen. Het lied zelf is al vrij plat, maar daarna komt nog een soort sketch over een date met een vrouw die naar de plee (hihihi) verdwijnt en zich daar gaat scheren (hahaha), terwijl de zingende ik liever iets harigs heeft dan een kale kikker (whoehoehoeoe, de zaal komt niet meer bij).

Ik verbaas me over de wereld. Terwijl in Berlijn een gedicht op de gevel van een hogeschool weggewit moet worden omdat het teveel herinnert aan “de seksuele intimidatie waar vrouwen dagelijks aan worden blootgesteld”, zit hier een zaal vol mannen én vrouwen hard te klappen voor een lied + sketch waar het seksisme vanaf druipt.

Dit is (een vertaling van) het gewraakte gedicht:

Lanen
lanen en bloemen
bloemen
bloemen en vrouwen
lanen en bloemen en vrouwen
een bewonderaar.


En dan de Enge Buren:

‘k heb zo’n zin in een pizza calzone, want daarvan ga ik dromen
van die prachtige tijd daar in Rome, waar ik jou heb genomen
(…)
als ik terugdenk aan de eerste keer, wil ik jou bestellen
als ik terugdenk aan de eerste keer, ik heb zo’n zin om op te bellen
ik wil weer dat jij op die tafel ligt, oh, ja oh telkens weer.

Toen ik het bericht las over het gedicht dat moet verdwijnen, bedacht ik dat de nieuwe preutsheid toch wel dramatische vormen aanneemt. Een avondje Enge Buren overtuigt me ervan dat dat allemaal heel erg meevalt. Maar gelukkig staan hun teksten nergens op een muur.

zondag 21 januari 2018

Kamer restylen

Misschien kun je het als goed voornemen voor 2018 rekenen: we zijn bezig met het restylen van de kamer van E. We noemen we het nog steeds haar kamer, maar ze woont er natuurlijk al lang niet meer. Al verblijft ze er regelmatig een of meer nachten als ze een weekend komt.

Een bed, twee kasten, een wastafel en een roeiapparaat dat hier zolang is neergezet. Erg gezellig of mooi is het er niet. De gele gordijntjes zijn smoezelig, de lamp in de vorm van een zon een beetje kinderachtig en van de zalmroze kasten wordt ook niemand meer echt blij. 
Al maanden geleden hebben we verf gekocht om de kasten een nieuw kleurtje te geven, maar die stond nog steeds in de schuur te wachten. Tot we er in de kerstvakantie werk van gingen maken. Ik ging met de verfstaaltjes op pad om gordijnstof te kopen.

Dat ging minder soepel dan ik had gehoopt. Eerst kocht ik een te kleine lap – gegokt in plaats van gemeten, lekker snugger – en toen een stof die de naaimachine in eerste instantie weigerde te verwerken. Na diverse nieuwe naalden, een ander naaivoetje, andere draad, goochelen met de draadspanning en heel veel gemopper, was er één gordijntje klaar. Toen ik het uitprobeerde, hing het als een dweil. Ik gaf het op en we bestelden gordijnen die over een week of wat kant en klaar geleverd worden.

Voor de gewraakte stof heb ik intussen een liefhebber gevonden (ze is gewaarschuwd) en het te kleine stuk gebruikte ik onder andere voor een sprei; een donkerbruine sprei die het bed er een stuk minder bed-achtig uit laat zien. Toen werd het echt leuk. De kussens kregen een huiselijk nieuw jasje. De kasten hebben hun nieuwe kleur en nieuwe grepen en de zon is vervangen door vier draaibare spotjes. De roeimachine is ergens anders ondergebracht en nu moet er nog een bankje komen.
Beneden de huiskamer staat een bank die heel geschikt is, maar dan hebben we daar wel een kale plek. Dus gingen we op zoek naar een leuke, vervangende bank voor beneden. En die vonden we.
Terwijl we in de eerste weken van het jaar stapje voor stapje de kamer van E. mooi maakten, zei ik er niks van tegen haar. Jammer genoeg moeten we op de gordijnen en de bank nog een week of wat wachten, dus het was nog niet helemaal klaar toen ze gisteren voor het weekend thuiskwam...
Hoewel het onze logeerkamer is die we naar eigen smaak kunnen inrichten, hoopte ik toch dat ze het een beetje leuk zou vinden.

We zeiden niets tot ze naar boven ging om zich om te kleden en…. onze kritische dochter kon de veranderingen waarderen.
Gelukkig maar, want voor mijn gevoel blijft het toch altijd een beetje háár kamer.

zaterdag 13 januari 2018

Levanter, trompet, klarinet en vleugel


“Vind je het leuk om een avondje naar Erik Vloeimans te gaan?”
H. zit op de bank met z’n i-pad en heeft net ontdekt dat er nog kaartjes te koop zijn voor het concert op vrijdag 12 januari van de trompettist samen met een klarinettist en een pianist.
Ik heb Erik Vloeimans wel eens zien en horen spelen op tv. De andere twee ken ik niet.
H. leest voor: “Levanter – de naam voor een warme, sterke oostelijke wind – voert drie muzikanten van wereldniveau naar het theater voor een muzikaal avontuur over de grenzen van jazz, klassiek en wereldmuziek.”
Dat klinkt wel goed, en samen een muzikaal avondje uit lijkt me sowieso wel een goed plan.
“Leuk,” zeg ik, “doe maar.” En H. bestelt de kaartjes, een beetje verbaasd dat die een week voor de voorstelling nog te krijgen zijn.

Een week later ontdekken we hoe dat kwam. De voorstelling was al uitverkocht toen er een rij stoelen werd toegevoegd. Helemaal vooraan. Terwijl alle rijen in de zaal aangegeven worden met letters, hebben wij een kaartje waar “rij 2” op staat. Een beetje aarzelend wijst de zaalwacht ons een plaats op de voorste rij. “Als het niet klopt, kom ik het wel even zeggen,” zegt ze. Maar het klopt wel.
We zitten met onze neus bovenop de vleugel. Achter ons vult de zaal zich met verwachtingsvol geroezemoes en als alle stoelen bezet zijn, komen de drie muzikanten uit de coulissen en beginnen zonder plichtplegingen te spelen.

Ik wist niet dat een klarinet zó zacht kon klinken. Van de trompet van Vloeimans wist ik het wel, maar het is toch wat anders als iemand een paar meter van je af staat te spelen dan wanneer je hem op televisie ziet. Een beetje geheimzinnige, ongrijpbare muziek. Ook de pianist kan héél subtiel spelen, hoewel ie net zo makkelijk een stevig ritme neerzet.

Twee nummers spelen ze voordat de trompettist naar de microfoon loopt en het Nijmeegse publiek welkom heet. Hij houdt tussen de muziek door geestige praatjes, die hij zo uit z’n mouw lijkt te schudden. Het is de bedoeling dat we de zaal een beetje gelukkiger verlaten dan we zijn binnengekomen.

Wat kunnen ze veel, de trompettist, de klarinettist en de pianist. Ze spelen alleen maar eigen composities. Van knettergekke, supersnelle loopjes en uithalen tot fluisterend zachte melodieën. Ik wil m’n ogen dicht doen, maar ik wil ook de interactie niet missen tussen de drie. Het is zó leuk om te kijken naar mensen die met geweldig veel plezier muziek maken. Daar word je vanzelf blij van.

Voor we het weten, hebben ze het laatste nummer al gespeeld. Na een staande ovatie komen ze terug voor een toegift, geschreven door de Syrische klarinettist, tijdens de gebruikelijke zeven uur wachten in een achteraf hok op vliegveld JFK in New York. Gebruikelijk? Ja, wel als je uit bepaalde streken afkomstig bent. Het heeft in elk geval een mooie compositie opgeleverd.

Als we de zaal verlaten, zijn we een beetje gelukkiger dan toen we binnenkwamen. Helemaal zoals het bedoeld was.


zaterdag 6 januari 2018

Karuta


Een jaar of tien geleden hadden we een week lang twee Japanse jongens in huis. Ze kwamen in het kader van een uitwisselingsprogramma met de middelbare school van onze zoon. Helaas was de uitwisseling tamelijk eenzijdig van aard, maar we gaven ons natuurlijk toch enthousiast op als gastgezin.

De twee waren een jaar of veertien en zo verschillend als je maar kunt bedenken. De ene was atletisch, extravert en populair in de groep. Hij stond ’s morgens om zes uur op om voor het ontbijt nog een stukje te gaan hardlopen. De andere jongen was onzeker, verlegen en onhandig. Beleefd waren ze allebei en ze gedroegen zich keurig.

We waren op school geïnstrueerd over mogelijke misverstanden door cultuurverschillen. De gasten zouden kadootjes meebrengen, werd ons op die informatie-avond verteld. Gebruikelijk was het om die in ontvangst te nemen en pas later uit te pakken. Maar ook tien jaar geleden al had internet een bres geslagen in de afgesloten cultuur van Japan. De jongens bleken meer van Europese gewoontes te weten dan de school dacht.

Ze hadden vertaalmachientjes bij zich, waardoor we in het Engels konden overleggen en ze vonden het leuk als we de kadootjes meteen uitpakten. De stille Taka overhandigde ons ook een brief van zijn moeder. Een ontroerend briefje in het Engels, waarin ze ons vroeg om goed voor haar zoon te zorgen. Zijn vader was overleden en ze woonden met z’n tweeën. Hij was duidelijk haar alles.
De week was zó voorbij. De jongens hadden een druk programma op school. Ze kwamen eten en slapen en af en toe brachten we ze ergens naartoe. Op de afsluitende avond waren er optredens voor de gastgezinnen. Onze extraverte gastzoon deed mee aan een stoere dans. Taka liet zien hoe hij binnen een halve minuut een kraanvogel kon vouwen.

De stille veertienjarige Taka is inmiddels een volwassen man, maar nog steeds krijgen we ieder jaar rond kerst een pakje uit Japan. Meestal zit er een mooie kalender in. Dit jaar kregen we een pakketje waar een gedichtenbundeltje in zat en een doosje kleurige kaartjes met Japanse tekens. Mijn zoon J. (die afgelopen zomer zijn bachelor Japans haalde,) bestudeerde de kaartjes en zei dat hij wel eens gehoord had over een Japans spel met kaarten en gedichten.

Google bracht uitkomst: Karuta is een kaartspel gebaseerd op de Hyakunin Isshu, een gedichtenbundel uit de Edo-periode.
Het boekje in ons pakketje bevatte de beschreven honderd korte gedichten (Tanka) uit de beschreven periode en op elk kaartje staat dus een van de gedichten. Het geheugenspel* dat je met deze kaartjes kunt spelen, gaat ver boven onze pet. Maar het ziet er wel heel mooi uit. Als nieuwjaarsgroet sturen we een kadootje terug: een boek met tekeningen over Nederland. Zo houden we eens per jaar contact met een Japanse jongeman die we niet eens zouden herkennen als we hem op straat tegenkwamen.
Bijzonder.


• Het spel bestaat eruit dat twee spelers elk 25 kaarten uitleggen en een kwartier de tijd krijgen om ze te bekijken. Een spelleider leest daarna willekeurig gekozen gedichten voor en wie het eerst de goede kaart aanwijst, mag die pakken. Pak je er een van de tegenstander, dan mag je hem/haar een van jouw kaarten geven. Wie het eerst alle kaarten kwijt is, wint.


Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...