zondag 29 oktober 2023

Pepertjes

Hmmm, lekker pittig soepje! Dat hele kleine rode pepertje heeft best veel effect. 


Het afgelopen voorjaar peuterde ik een paar pitjes uit een rode, Spaanse peper. Ik legde ze een paar dagen op een nat wattenschijfje en plantte ze toen in een klein potje met potgrond. Ik weet niet meer hoe lang het duurde voor het eerste groene puntje bovenkwam, maar na dat eerste puntje kwam er al snel meer. Het leverde uiteindelijk drie piepkleine plantjes op.

Een peperplant zelf opkweken vraagt veel geduld, weet ik nu. Het duurde alleen al weken voordat de kiemplantjes eindelijk echte blaadjes kregen. Maar ze stonden op de vensterbank in de keuken en elke morgen zag ik ze daar staan, controleerde of ze water nodig hadden en sprak ze vriendelijk toe.
En na vele weken, het was al lang zomer, waren ze groot genoeg om uit te  planten. Eén in de moestuinbak, een treurig experiment want hij was al na een paar dagen door slakken opgegeten. Twee in een grote pot. Die groeiden tergend langzaam uit tot echte peperplanten.

Ergens in augustus kwamen er zowaar bloemetjes aan en daarna, kort voordat we drie weken op vakantie gingen, spotte ik de eerste minipepertjes. Het was begin september, het was heet, het was droog en ik was drie weken niet in de buurt om de babypepertjes te verzorgen.
Maar J. bleef thuis. Omdat ie niet de meest betrouwbare plantenverzorger is, stuurde ik hem af en toe een appje met de vraag of mijn peperplantjes nog leefden. Dat hielp denk ik wel. Toen we thuis kwamen, waren er groene pepertjes van een paar centimeter groot. Hoera.

Toen het ’s nachts kouder werd, haalde ik de planten binnen. Een week geleden begon eindelijk, eindelijk het eerste exemplaar rood te worden. En vandaag, op 29 oktober, oogstte ik een helderrood Spaans pepertje van ongeveer vier centimeter lang. Was dat nou al die moeite waard? Absoluut. Ik word altijd zó vrolijk van zelf gekweekte groente. En die soep uit de eerste regel is gewoon superlekker.

Maar volgend jaar moet ik beslist eerder beginnen met opkweken. Of nog beter: deze plant laten overwinteren, want dat schijnt ook te kunnen. Dit experiment krijgt een vervolg.


zondag 22 oktober 2023

Links op het grote podium zit een groep mensen, de rug naar het publiek. Ze kijken in de richting van een lichtbron, een stem doet in een onverstaanbare taal verslag van wat klinkt als een sportevenement. Rechts op hetzelfde podium maakt een donkere jongen met een petje soepele breakdance-bewegingen. Hij danst een tijdje fanatiek, maar wordt dan moe. Zijn bewegingen worden langzamer, tot hij uiteindelijk op de grond zakt en languit gaat liggen.

De lichtbron achterin dooft, het geluid zakt weg en het groepje mensen links begint luidkeels te protesteren. Ze staan op, sjorren aan de danser tot hij weer rechtop staat en begint te dansen. Het licht wordt feller, de commentaarstem klinkt weer en de groep gaat tevreden zitten – tot de breakdancer weer moe wordt en neerzakt. Dan herhaalt het spel zich.

Vier mannen staan in een kring, op hun schouders staan twee andere mannen. In de lucht draait een acrobaat op weg naar de top van deze piramide.We zijn bij een circusvoorstelling. Maar de gebruikelijke trapezes, glitterpakjes, clowns en een spreekstalmeester ontbreken. Dit circusgezelschap uit Guinée bestaat uit elf mannen en twee vrouwen. Allemaal jong, donker van huid en gekleed in een simpele spijkerbroek en shirt.
En allemaal lenig, sterk en bruisend van energie.

Hun voorstelling heet Yé, wat water betekent. Plastic flessen met en zonder water zijn de enige attributen. Er wordt om gevochten, er wordt mee gegooid, een groot net met zulke lege flessen dient als vangnet voor omhoog gegooide acrobaten.

Want acrobaten zijn het allemaal. In schijngevechten gooien ze elkaar om of omhoog, verdwijnen ze in de coulissen om dreigend tweehoog terug te komen. Ze vormen op allerlei manieren menselijke piramides, buitelen van links naar rechts over het podium met flikflaks en salto’s. Eén van hen is een slangenmens die zich in de meest onmogelijke bochten wringt.

Een uur lang houden ze de aandacht van het publiek vast, door steeds op andere manieren hun kunsten in een woordloos verhaal te verpakken. Ruzie om een meisje, om de laatste slok water. Pogingen om langs een versperring te komen, Sjorren aan groepsleden die voor dood op de grond liggen en zich slap laten optillen en heen en weer gooien. Het blijft boeien.

Aan het eind van de voorstelling staat de groep in een rij op het podium om de staande ovatie in ontvangst te nemen. En als toegift razen ze nog eens een voor een van links naar rechts over het podium, dansend, rollend, flikflakkend met een energie alsof ze net beginnen.
Circus Baobab. Het was beslist de moeite waard om voor naar Tilburg te rijden.
Echt leuk!

zondag 15 oktober 2023

Bowlingfeestje

Het is dezelfde locatie als vijf jaar geleden waar we zijn uitgenodigd voor het jubileumfeest van mijn zwager en schoonzus. Een bowlingcentrum is het, dus het wordt niet alleen maar eten, drinken en praten. We hadden het verkeer tegen, dus de meeste tafels in de grote zaal zijn al bezet. H. begint gelijk opgewekt handen te schudden.

Het jubilerende paar heeft vijf kinderen, twee neven en drie nichten van ons. Vier van de vijf zijn getrouwd en hebben zelf kinderen, waarvan de meeste inmiddels volwassen zijn en partners hebben. Dat is bij elkaar een behoorlijk groot gezelschap. Ik weet van alle neven en nichten wel hoeveel kinderen ze hebben en veel namen weet ik ook nog wel, maar om in deze menigte meteen iedereen thuis te brengen is niet makkelijk. Zeker niet met al die partners erbij.

Andersom weten zij ook niet allemaal meteen wie wij zijn. Om het makkelijker te maken, blijf ik bij H. in de buurt. Die gaat met alle achterneven en -nichten enthousiast in gesprek, zodat we pas drie van de zes tafels gehad hebben als iemand de aandacht vraagt om het bruidspaar toe te spreken. We zoeken gauw een plekje en het voordeel daarvan is, dat we nu koffie met gebak aangeboden krijgen.

Het hele gezelschap wordt opgedeeld in groepjes, want om vijf uur kunnen we de bowlingbaan op. En voor die tijd moeten we de speciale bowlingschoenen aan. Het schept meteen een band om daar met z’n allen in een beperkte ruimte schoenen aan- en uit te trekken. Je móet haast wel even op een schouder leunen om niet om te vallen en daarna loop je met z’n allen op dezelfde gekke flapschoenen rond.

Ik zit in een groepje met een aangenomen nicht, een achternicht en het op een na jongste achterneefje van een jaar of 12. Hij heeft net verteld dat hij erg van sporten houdt, vooral van voetballen. Stoer begint hij zonder ‘hekje’ langs de baan en prompt gaan de eerste drie beurten bijna alle ballen de goot in. Hij laat zich niet ontmoedigen (wat ik knap vind), maar kiest dan toch voor een bumper. Daarna gaat het beter en wordt ie echt enthousiast.

Naast ons staat een andere achterneef met stevige spierballen zo hard te werpen met de zware bowlingballen dat ik me iedere keer een hoedje schrik. Het uur is zo om en dan strijkt iedereen ergens aan een tafel neer om straks te gaan eten. Ik zit aan een gezellige tafel met een neef die regelmatig in bulderend lachen uitbarst en hier vier zonen en schoondochters heeft rondlopen die allemaal van tijd tot tijd even om z’n nek komen hangen. Knus.

Aan de andere kant zit mijn Franse neef, die speciaal voor het feest van z’n ouders een paar weken in Nederland is. Hij zit deze hele week in een huisje vlak bij ons en we maken dan ook meteen een eet-afspraak. Rond half tien gaat de zaal sluiten. Het afscheidsrondje duurt bijna net zo lang als het rondje binnenkomen. Het is leuk om al die familieleden weer even ontmoet te hebben. Het zou mooi zijn als het hele gezelschap over vijf jaar weer hier is voor zo’n bowlingfeestje. Laten we hopen dat dat gebeurt.  


vrijdag 6 oktober 2023

Marokko deel 11: Slot

De laatste dagen van onze reis brengen we door in de havenstad Essaouira. We zwerven rond bij de vissersboten en kijken hoe de vangst van de dag uit het ruim wordt gehaald. Op het achterdek schept een man een emmer vol vis; die volle emmer gooit hij over naar een andere man die op een verhoging midden in de boot staat. In één beweging vangt de tweede man de emmer op en gooit hem een paar meter omhoog, naar een derde man die op de wal staat. Die kiepert hem leeg en weer iemand anders gooit de lege emmer terug naar man één. Soepel gaat het scheppen, gooien en legen aan de lopende band door.

Het is druk bij de vissershaven. Schepen komen binnen of liggen aangemeerd. De bemanning druk aan het werk of juist even aan het uitrusten. Er staan kraampjes waar plaatselijke restaurant-eigenaren verse vis komen kopen. Mensen lopen weg met grote tassen vol vis. Meeuwen vliegen heen en weer of zitten op een paaltje op de loer in de hoop een visje mee te kunnen pikken.

Als we uitgekeken zijn, gaan we verderop uitwaaien op het strand. Een mannetje met een dienblad om z’n nek probeert ons zoete thee te verkopen. Dat doen we toch maar niet. Verderop zien we de gekleurde zeilen van windsurfers op de golven. Het is hier aan zee een stuk koeler dan in Marrakesh, waar we gisteren nog waren. ’s Avonds komen zelfs jassen en vesten uit de koffers.

De laatste avond in Essaouira is de één na laatste avond van de reis. Omdat we morgenavond moeten inpakken om maandag vroeg te vertrekken, doen we alvast een afscheidsdiner met de hele groep. Reisleidster Akke houdt een kleine toespraak en onze held-met-dertien-hechtingen spreekt namens iedereen een dankwoord. H. en ik zingen een toepasselijk lied met achter ons W. en A. als gebarentolken.

Onze chauffeur Khalid is mee en vertelt dat hij deze groep heel fijn vond om mee rond te rijden. Het zou natuurlijk kunnen dat hij dat tegen iedereen zegt, maar we geloven hem wel; als hij ons later bij het vliegveld heeft afgezet, blijft hij zwaaien tot iedereen naar binnen is gegaan.

Voor het eerst van ons leven deden we een groepsreis van drie weken. Zo vreemd als we de eerste dag tegen alle andere groepsleden aankeken, zo bekend is iedereen ons nu. In het vliegtuig naar Amsterdam zitten we verspreid tussen de andere passagiers door, maar bij de bagageband vinden we iedereen terug. We schudden handen, we omhelzen mensen, zwaaien naar elkaar. Langzaam valt de groep uiteen.
In de ontvangsthal staat E. ons op te wachten. Voordat we de trein naar huis nemen, drinken we koffie met onze dochter en vertellen we over onze reis. En voorlopig zijn we niet uitverteld over alles wat we de afgelopen drie weken gedaan en beleefd hebben.

donderdag 5 oktober 2023

Marokko deel 10. Ongeschreven regels

In Marokko is het heel normaal om af te dingen als je iets wilt kopen. Dat lees je op allerlei websites of in reisboekjes. Een veel gehoord advies is om in eerste instantie ongeveer een derde van de vraagprijs te bieden en dan uit te komen op het bedrag dat je zelf in gedachten had voor dit product.

kraampje met kleurige stoffenDat is makkelijker gezegd dan gedaan. De eerste de beste keer dat ik een halfslachtig bod doe op een portemonneetje dat ik eigenlijk niet echt wil hebben, wordt dat zó krachtig geweigerd dat verder onderhandelen zinloos is. Er blijken winkeltjes te zijn waar de prijzen toch echt vastliggen en er zijn ook gevallen waarin een derde van de prijs nog steeds veel te veel is. 

Je moet een beetje gevoel krijgen voor de gedragsregels en het is natuurlijk wel handig als je alvast wat tips hebt gehoord of gelezen. “Als je thee gaat drinken met een winkeleigenaar, geef je daarmee aan dat de onderhandelingen serieus zijn begonnen.”
In een coöperatieve winkel met allerlei leuke dingen, koop ik na bedachtzaam onderhandelen (je leert wat bij in een dag of 12,) een paar souvenirs. Ik praat nog even na met de verkoper, die zegt dat ik nog eens terug moet komen om thee te drinken.

Als ik groepsgenoten A en Y vertel over de winkel, willen die er ook wel eens kijken en ik vind het wel gezellig om met ze mee te gaan. Y heeft een sieradenwinkel en weet wat ze zoekt. Doelbewust kiest ze een paar kettingen uit om te bekijken en vergelijken. Ze past er een paar en wij geven commentaar. Ik vind ook een mooie ketting die ik wil kopen. Intussen heeft de eigenaar van de winkel een dienblad gehaald met een pot thee en een aantal glaasjes. Is het omdat hij mij herkend heeft? Of omdat we zo duidelijk van plan zijn om sieraden te kopen? Hoe dan ook: de onderhandelingen zijn begonnen.
Ik laat het aan Y. over, die verstand van zaken heeft en ze weet een mooie prijs af te spreken (inclusief een cadeautje voor ons allebei) waar iedereen tevreden mee is. Zo is afdingen eigenlijk heel gezellig.

Een andere onderhandelingssituatie: Iemand spreekt je aan en vraagt waar je naartoe wilt. Vervolgens wil hij je er wel even heen brengen. Dan kun je eigenlijk al niet meer terug: je hebt een gids. Eentje die je misschien wel naar de gewenste plek brengt, maar zeker niet langs de kortste weg. En dan moet er betaald worden. 

smal steegje in de medina van FesAls we in Fes op zoek zijn naar de Synagoge, meldt zich zo’n wegwijzer. We hebben geen haast en besluiten ons door de straatjes van de medina te laten leiden. Intussen weten we dat een redelijke prijs voor een gids rond de honderd dirham ligt. De synagoge moet ergens in de buurt zijn, maar voordat we er zijn, hebben we zeker een half uur rondleiding achter de rug. Vlak voordat we er zijn, blijft onze man staan in een smalle steeg, onzichtbaar voor de politieagent die verderop staat. Hij wil 20 euro hebben. H. geeft hem tien, maar dat vind ie niet genoeg. Als we de steeg uit stappen in de richting van de agent, kiest hij eieren voor z’n geld, maar boos is hij wel.

Verschillende keren hebben we meegemaakt dat iemand voor een ongevraagde dienst méér wilde hebben dan de paar dirhams die wij het waard vonden. Boos worden dan de munten op de grond gegooid – en even later toch weer opgeraapt als niemand ervan onder de indruk blijkt te zijn.

De meest brutale afgedongen prijsverlaging was eigenlijk onbedoeld. W. en ik keken op een markt naar wat ringen en meteen begon de koopman van alles tevoorschijn te halen en aan te bieden. Eigenlijk vonden we het niks, maar één ring vonden we wel aardig. Hij was er in twee kleuren en we werden overgehaald om er allebei een te passen. De koopman wilde er 750 dirham (ca 75 euro) voor hebben en er was echt geen sprake van dat we dat gingen betalen.

Wat zou ik thuis voor zo’n ring betalen? Nog geen tientje, dacht ik. Toen de man bleef aandringen op een tegenbod zei ik voorzichtig: 100 dirham? Prompt kwam de tegenzet: 150 voor de twee ringen. Dat vonden we een acceptabele prijs. En aan het gezicht van de verkoper te zien, was hij er helemaal niet ontevreden mee. Een vijfde van de vraagprijs… soms gaan de dingen echt anders dan het in de boekjes staat.

woensdag 4 oktober 2023

Marokko deel 9 Alles is hier nep

18 sept.

We zijn op weg naar Aït Benhaddou, een schilderachtige plaats. Als je Game of Thrones hebt gezien, ken je de stad als Yunkay, de stad die ingenomen wordt door Daenerys Targaryen, de drakenmoeder. Maar er zijn nog veel meer films die in of rond deze stad zijn opgenomen.

Om er te komen, moeten we wéér door Ouarzazate, waar we C. en L. ophalen. Drie dagen na zijn val in het ravijn ziet C. er nog gebutst uit, met verband op zijn hoofd en zijn neus, maar samen met z’n vrouw stapt hij opgewekt weer in de bus. Ze worden enthousiast ontvangen en we rijden om te beginnen naar de Atlas Filmstudio’s, waar we een rondleiding krijgen.

“Alles is hier nep,” is het eerste dat de gids ons vertelt als we over het enorme terrein lopen. Er staan rekwisieten opgesteld zoals de strijdwagen van Gladiator, waar we snel langs lopen om naar de eerste filmset te gaan. Een zuilengalerij met Egyptische hiërogliefen, de draagstoel van Cleopatra, Egyptische goden. De gids vertelt over scènes die hier zijn opgenomen voor de film Asterix en Cleopatra. Dan krijgen we even tijd om rond te lopen voordat we doorgaan naar een volgend decor.

We zien filmsets van Gladiator. The Passion of Christ, Ben Hur, overal heeft de gids een verhaal bij. Hij laat een zwaar ogend rotsblok zien dat hij vervolgens optilt en omdraait: Papier-maché op een houten frame. Hij vertelt hoe met vier figuranten een hele menigte werklieden gefilmd werd door ze steeds met een omweggetje achter aan te laten sluiten. Een filmset met kleine deurtjes en kleine bomen diende om Hercules heel groot te laten lijken. In een Chinese setting vertelt hij hoe Brad Pitt sinds ‘Seven years in Tibet’ niet meer welkom is in China omdat de film te kritisch was.

Tenslotte laat hij een ruimte zien met rotsblokken op de grond en in de lucht planeten die aan draden hangen. Hier is een Hermes-reclame opgenomen. Hij laat ons op zijn telefoonschermpje de acteur zien en vraagt wie het is. Het blijkt een niet bestaand persoon te zijn, gecreëerd met AI. Die kant gaat het op met films. Steeds meer computer-gestuurd en –geanimeerd. Wie weet hoe lang een filmstudio zoals deze nog blijft bestaan.

Als uitsmijter gaan we met de hele groep een film maken. Onze gids ontpopt zich als een handige regisseur. Hij zet onze hele groep in twee rijen neer, pikt er een paar mensen uit die een opdracht krijgen: “Jij loopt daarheen en doet dat – dan doen jullie allemaal zó. Jij zit hier en hij neemt je mee dáár naartoe. Dan loop jíj hierheen en daarna jíj daarheen – en jullie doen weer allemaal zó.

Met die aanwijzingen moeten we het doen. De gids filmt het et zijn i-phone allemaal in één doorlopende take en dat gaat helemaal goed. Het levert een filmpje op dat we achteraf allemaal doorgestuurd krijgen, met een hoofdrol voor H. en mij en met sfeervolle muziek om het nog echter te maken. Een superleuke herinnering aan een leuke rondleiding.  En dan: naar alweer een filmlocatie: Aít Benhaddou, waar ons volgende hotel is. 

 

dinsdag 3 oktober 2023

Marokko deel 8: De bus

Voorin de bus wordt Frans gesproken. De eerste dagen sluit het Frans van reisleidster Akke niet helemaal aan op dat van chauffeur Khalid. Er zijn soms misverstanden over wanneer en waar stoppen of hoe de weg loopt. Maar ze gaan elkaar steeds beter begrijpen.
De groep krijgt steeds meer waardering voor de rustige, zekere rijstijl van Khalid en zijn onvermoeibare hulp bij het in- en uitladen van alle bagage.

Op dag 12 van onze reis zitten we weer eens bijna de hele dag in de bus. Vanuit de Dadèsvallei rijden we naar Zagora, met een stop in Ouarzazate, waar Akke onze gewonde reisgenoot gaat bezoeken (zie deel 7). Intussen kunnen wij de Kashba (ommuurde oude binnenstad) bezoeken. Delen ervan zijn gesloten omdat ze na de aardbeving niet veilig zijn om rond te lopen. Een plaatselijke gids vertelt over de geschiedenis van de stad.

Na een snelle lunch rijden we verder, richting Zagora, richting woestijn. Buiten is het 37 graden, in de bus is het niet veel koeler, want de airco hapert regelmatig. Voorin de bus zie ik Akke fronsen en met haar hoofd schuin luisteren naar de motor van de bus. Er rammelt iets. Als de weg weer omhoog gaat, rijden we steeds langzamer, tot we bovenaan helemaal stil staan.
Om ons heen woestijn.
Nergens schaduw.

Het is nog zo’n 30 kilometer naar Zagora, en 30 kilometer is een akelig eind lopen in deze hitte…
Chauffeur Khalid trekt een luik open in de vloer van de bus en terwijl verschillende mensen geïnteresseerd meekijken, buigt hij zich over het motorblok..

Na een tijdje zien we hem iets langs en zwarts naar boven halen. Er is een riem gebroken. Een hele tijd is hij bezig draden en flarden los te trekken. Dan sluit hij het luik en gaat weer achter het stuur zitten. Zou het probleem hiermee verholpen zijn?

Gelukkig, de motor start meteen. Opgelucht geven we Khalid een applaus, terwijl de bus weer voorzichtig in beweging komt. De airco is nu helemaal dood, maar daar klaagt niemand over; we zijn al lang blij dat we weer rijden. Zonder verdere problemen komen we bij het hotel. Een hotel met als welkome bonus een klein, maar koel zwembad.

De volgende dag, terwijl we met een klein groepje in Zagora rondlopen, zien we een bekende bus rijden. Khalid stopt naast ons en met een grote glimlach doet hij de deur open om ons een lift te geven. Mét airco, want die is gerepareerd.

maandag 2 oktober 2023

Marokko deel 7: een val in het ravijn

In de lobby van het hotel zit L. een beetje verloren op een bank. Ze moet haar koffer gaan pakken om met de taxi naar het ziekenhuis in Ouarzazate te gaan, waar haar man heen is gebracht. Hij is van een richel een meter of drie, vier naar beneden gegleden en heeft een flinke hoofdwond.

Onze reisleidster Akke is goed in noodsituaties. Ze is meteen naar de plek gegaan waar het gebeurde, heeft de andere wandelgroep ingelicht en is L. daar gaan halen. Nu is ze een taxi aan het regelen, stelt L. gerust, is druk aan het bellen met zorgverzekeraars, met de reisorganisatie…

Ik praat even met L., die zit te wachten op een van de makkelijke banken.  Ze heeft een paar uur flink in angst gezeten. Eerst hoorde ze dat iemand van het groepje ‘pittige wandeling’ in een ravijn was gevallen. Eén van de drie mannen. Uren later bleek het haar man te zijn, maar was onduidelijk hoe ernstig het was. Nu is het nieuws dat hij weliswaar even buiten kennis is geweest, maar inmiddels weer helder. Wel moet er voor alle zekerheid een hersenscan gemaakt worden in Ouarzazate, zo’n 120 kilometer verderop.

Ik prijs me gelukkig dat ik al die tijd nietsvermoedend aan het wandelen was en niets van de vage, verontrustende berichten heb meegekregen. Als L. is vertrokken, haal ik mijn boek en ga lezen.

Het duurt uren voordat H. terug is met de andere twee van het groepje. Ze zijn alle drie een beetje hyper en moeten keer op keer hun verhaal vertellen. Achter de jonge gids aan liepen ze over een richel met aan één kant een schuin aflopend stuk. Ineens hoorden ze een geluid achter zich, keken om en zagen C. wegglijden over het schuine stuk en daarna verdwijnen – niemand wist meteen hoe diep. Dat kon je vanaf hun plek ook niet zien.

Ze riepen ongerust naar beneden, terwijl de gids meteen begon te rennen om langs een kleine omweg op het lage gedeelte te komen waar C. lag. Veel bloed op zijn hoofd en zijn gezicht, veel schaafwonden. Al gauw was hij aanspreekbaar, wel een beetje verward, maar het trok bij. Lopen ging niet. Hij moest bijna een kilometer met een geïmproviseerde brancard naar een begaanbare weg worden gedragen.

De gids was in paniek en voelde zich vreselijk schuldig. Toen C. eenmaal in veiligheid was, besloot de rest van het groepje dat het voor iedereen goed zou zijn om toch nog een stukje te wandelen.
Daarna wordt het verhaal van de drie overblijvers enthousiast. De gids bracht hen naar het huis van z’n ouders, waar ze erg vriendelijk werden ontvangen, met eten, met cadeautjes. Ze laten foto’s zien waarop ze met de familie een Berbervlag omhoog houden. Het is bijna feestelijk.

Dezelfde avond krijgen we bericht dat C. uit het ziekenhuis is ontslagen. Met dertien hechtingen in z’n hoofd en z’n neus is hij naar het hotel gebracht waar zijn vrouw L. op hem wachtte. 

Drie dagen later komen wij met de bus door Ouarzazate en wonder boven wonder haken ze gewoon weer aan bij de reis. Met zijn gehavende kop is C. de bezienswaardigheid van de groep. Hij doet het een beetje rustig aan, maar is weer helemaal terug. Een bijzondere afloop.  

Deel 8: De bus

 


zondag 1 oktober 2023

Marokko deel 6: Een dag voor mezelf

15 sept.

We zijn in de Dadeskloof. Gisteren was een lange en rommelige dag met regen, te weinig pauzes, een te late lunch, onduidelijkheid over een wandeling die eerst 1,5 uur zou duren, toen 40 minuten en uiteindelijk bestond uit een klein stukje lopen, een vaag verhaal door de gids van een ándere groep en dan terug de bus in. Ik werd er heel chagrijnig van.

Vandaag zijn er twee wandelingen met gids mogelijk. Een lange, pittige van 5 uur en een kortere.  Voor allebei moet je eerst een eind rijden naar een beginpunt. H. gaat de lange wandeling doen. Ik heb geen zin in de bus en geen zin in de groep. Deze dag is voor mezelf.

Piepklein gebouwtje met opschrift 'Shop'In m’n eentje wandel ik vanaf het hotel omhoog langs de enige verharde weg die hier loopt. Links in de diepte loopt een smal stroompje water, rechts zijn hoge rotsen. Ik kom langs een paar andere hotels, wat huizen en dan is een stuk zonder bebouwing. Op een piepklein gebouwtje met een dicht luik en twee stapels kratten ernaast staat een bordje met ‘SHOP’. Verderop nog zo’n verlaten ‘shop’.

Een man loopt gebukt iets te rapen onder een boom. Ik vraag nieuwsgierig wat hij verzamelt en hij laat het zien: amandelen. Met een steen slaat hij er een kapot om me te laten proeven. Lekker. Kan ik er een paar van hem kopen? Hij haalt een handvol uit de zak en zoekt naar iets om de noten in te doen. Wacht, ik heb wel een plastic zakje in m’n tas. Hij wil geen geld en vraagt of ik koffie wil drinken in zijn restaurantje verderop. Daar heb ik nog geen zin in. Later misschien.

Een hoge, gruizige trapLangs een vervallen huis gaat een steile trap naar beneden, tot het riviertje. Ik loop er voorzichtig af, de treden liggen vol gruis. Beneden zijn een soort moestuintjes met alfalfa, hier en daar wat mais en koolachtige planten. Er lopen smalle paadjes tussendoor. Ik prent me goed in hoe ik terug moet lopen. Als ik over een klein bruggetje ga, zie ik ineens een soort markt. Twee overdekte kramen waar allerlei kleding aan hangt, ernaast op de grond meer bakken met kleren. Een stuk of tien mannen, vrouwen en kinderen lopen er rond.

Een moeder duwt zodra ze me ziet haar kleine zoontje naar voren zodat ik hem kan fotograferen voor een muntje. Een ander jongetje komt spontaan poseren. Gelukkig heb ik wat losse dirhams bij me om  ze te geven. Over het bruggetje loop ik terug naar de trap, naar de weg. Vanaf de steile rots zie ik ineens een blauw geklede man naar beneden klimmen. Een onmogelijke afdaling, lijkt het, zonder pad of trap. Hij passeert me en even later zie ik hem op een klein terrasje zitten. Het is het ‘restaurantje’ van de amandelman.

Nu heb ik wel zin in koffie. Er wordt een stoel ergens vandaan gehaald, een laag tafeltje en een witte doek die er plechtig overheen gedrapeerd wordt. De blauwe man moet het met alleen een stoel doen. Hij is Berber, vertelt hij me als ik zeg dat ik hem net naar beneden heb zien klimmen. Maar veel meer begrijpen we niet van elkaar. De amandelman vertelt over het harde leven van de Berbers, die vijf keer per jaar naar een andere plek trekken en ’s winters in grotten wonen. Ik mag wel eens komen kijken naar zo’n grotwoning. Dat zal lastig worden, want we reizen morgen weer verder.

Ik kom nog twee giechelende meisjes tegen die me laten zien hoe je de vijgen kunt eten die hier overal langs de weg groeien. Dan ben ik terug bij het hotel.

“Jij hebt het zeker nog niet gehoord,” zegt iemand tegen me.
En dan blijk ik een heleboel commotie gemist te hebben: Er is vandaag iemand gewond geraakt; iemand uit de groep van de pittige wandeling…

Botten

Aanmelden voor mijn afspraak in het ziekenhuis gaat met een QR-code die ik op m’n telefoon heb staan. Er komt een bonnetje tevoorschijn waar...