vrijdag 6 oktober 2023

Marokko deel 11: Slot

De laatste dagen van onze reis brengen we door in de havenstad Essaouira. We zwerven rond bij de vissersboten en kijken hoe de vangst van de dag uit het ruim wordt gehaald. Op het achterdek schept een man een emmer vol vis; die volle emmer gooit hij over naar een andere man die op een verhoging midden in de boot staat. In één beweging vangt de tweede man de emmer op en gooit hem een paar meter omhoog, naar een derde man die op de wal staat. Die kiepert hem leeg en weer iemand anders gooit de lege emmer terug naar man één. Soepel gaat het scheppen, gooien en legen aan de lopende band door.

Het is druk bij de vissershaven. Schepen komen binnen of liggen aangemeerd. De bemanning druk aan het werk of juist even aan het uitrusten. Er staan kraampjes waar plaatselijke restaurant-eigenaren verse vis komen kopen. Mensen lopen weg met grote tassen vol vis. Meeuwen vliegen heen en weer of zitten op een paaltje op de loer in de hoop een visje mee te kunnen pikken.

Als we uitgekeken zijn, gaan we verderop uitwaaien op het strand. Een mannetje met een dienblad om z’n nek probeert ons zoete thee te verkopen. Dat doen we toch maar niet. Verderop zien we de gekleurde zeilen van windsurfers op de golven. Het is hier aan zee een stuk koeler dan in Marrakesh, waar we gisteren nog waren. ’s Avonds komen zelfs jassen en vesten uit de koffers.

De laatste avond in Essaouira is de één na laatste avond van de reis. Omdat we morgenavond moeten inpakken om maandag vroeg te vertrekken, doen we alvast een afscheidsdiner met de hele groep. Reisleidster Akke houdt een kleine toespraak en onze held-met-dertien-hechtingen spreekt namens iedereen een dankwoord. H. en ik zingen een toepasselijk lied met achter ons W. en A. als gebarentolken.

Onze chauffeur Khalid is mee en vertelt dat hij deze groep heel fijn vond om mee rond te rijden. Het zou natuurlijk kunnen dat hij dat tegen iedereen zegt, maar we geloven hem wel; als hij ons later bij het vliegveld heeft afgezet, blijft hij zwaaien tot iedereen naar binnen is gegaan.

Voor het eerst van ons leven deden we een groepsreis van drie weken. Zo vreemd als we de eerste dag tegen alle andere groepsleden aankeken, zo bekend is iedereen ons nu. In het vliegtuig naar Amsterdam zitten we verspreid tussen de andere passagiers door, maar bij de bagageband vinden we iedereen terug. We schudden handen, we omhelzen mensen, zwaaien naar elkaar. Langzaam valt de groep uiteen.
In de ontvangsthal staat E. ons op te wachten. Voordat we de trein naar huis nemen, drinken we koffie met onze dochter en vertellen we over onze reis. En voorlopig zijn we niet uitverteld over alles wat we de afgelopen drie weken gedaan en beleefd hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Asielzoekers om de hoek (deel 2)

   [Asielzoekers om de hoek deel 1] Donderdagavond tegen half acht loop ik door een miezerbuitje naar de hoek van de straat. Bij de schoolwo...