zaterdag 11 mei 2024

Oproep tot actie

klokwijzers met daarboven de tekst 'Time for Action'
Zodra ik met pensioen was, werd de eerste afspraak gemaakt. Ik had beloofd mee te gaan werken aan de nieuwe website van Vrijwillig Landschapsbeheer; de oude was al een tijd weinig actief en moest nodig op de schop.

Met een groepje van vier bespreken we wat er anders moet en kan. Ik ben van de teksten, A. is handig in het beheer, de inrichting van de site. G. weet inhoudelijk veel over de stichting en H. heeft de boel aangezwengeld.

Onze tweede bijeenkomst begint met een enthousiast plan over de homepage. Dan barst een inhoudelijke discussie los. A. zegt met grote stelligheid dat iedere pagina, ieder artikel op de website moet leiden naar een oproep tot actie. Ik twijfel daar hardop aan, maar hij is ervan overtuigd dat dit een wet is om je aan te houden.

Ik probeer me voor te stellen hoe ik het als bezoeker ervaar als een website voortdurend van me vraagt om lid te worden, vrijwilliger te worden, een donatie te doen, iets te kopen.
‘Je kijkt nogal sceptisch,’ merkt G. op en ik zucht dat dit zó niet mijn manier van denken is… en dat ik zelf erg geïrriteerd zou raken van al die oproepen.

‘Toch zal elke marketeer je vertellen dat dit uit onderzoek blijkt. Je wilt iets met je website, je wilt iets van de bezoeker…’
Ik denk aan mijn Appelpuntjes en aan het totale gebrek aan ‘iets willen van de bezoeker’. Nou is een persoonlijke blogspot natuurlijk iets anders dan de website van een stichting, maar toch.

‘Mag het dan ook gewoon een oproep zijn om eens een tegel uit je tuin te lichten of om beter om je heen te kijken in de natuur?’ probeer ik dan maar. De anderen beginnen te lachen.
'Oké, dat kan natuurlijk ook.'
En daarmee is het onderwerp afgerond.
Voorlopig.


maandag 6 mei 2024

Patsvrouw van het jaar

tekening van Superwoman in blauw pak met een lange, rode cape
Op zoek naar iets anders kom ik boven in een boekenkast een oud dagboek tegen uit de tijd dat de kinderen 11 en  8 waren. Ik blader er een tijdje in en lees dingen die ik herken, maar ook veel wat ik vergeten was. Ik verbaas me niet over al die keren dat E. en J. ruzie kregen over kleinigheden. Wel over de hoeveelheid logeerpartijen van allerlei vriendjes en vriendinnetjes.

Een scène die ik me niet herinner lees ik grinnikend door:
“ ‘Mevrouw,” zei E. van de week, en ze duwde een denkbeeldige microfoon onder mijn neus, “hoe vindt u het nou, dat u patsvrouw van het jaar bent geworden?’ Ik vertelde uit de losse pols dat ik daar erg trots op was en er volgde een heel vraaggesprek.
‘E., wat ís eigenlijk patsvrouw van het jaar?’ vroeg J. na een tijd.
‘Ja, dat weet ik ook niet’.”

Het is grappig om dit soort dingen terug te lezen en er is veel in te herkennen. De rol van interviewer die E. op zich neemt, zegt iets over haar. Ze nam altijd al het voortouw en als volwassene heeft ze nu (natuurlijk) een leidinggevende functie. De nieuwsgierigheid van J. naar de betekenis van een woord is ook een blijvertje. Wij kunnen eindeloos over woorden, woordgrapjes en betekenissen kletsen.

Ik blader en lees en blader en ben even terug in de tijd. Als J. de kamer binnenkomt, kijk ik even verbaasd op. Is dit dezelfde persoon als het achtjarige jongetje dat in mijn dagboek net een medaille heeft gehaald bij judo? Ik sla het dagboek dicht en zet het terug in de kast. Filmpjes van ons gezin hebben we nooit gemaakt, maar zo’n dagboek werkt minstens zo goed vind ik.
Ik blijf schrijven.

Oproep tot actie

Zodra ik met pensioen was, werd de eerste afspraak gemaakt. Ik had beloofd mee te gaan werken aan de nieuwe website van Vrijwillig Landschap...