zondag 26 juni 2016

Wandelen in Limburg


We zijn een weekend in Slenaken, in de Zuidelijkste punt van Limburg. Vrijdagmiddag zijn we vertrokken, we hebben een kaart gekocht en daarop een route uitgestippeld langs wandelknooppunten en zaterdag staan we op tijd op om te gaan lopen. Het is bewolkt, maar op een paar drupjes na blijft het droog. Eigenlijk is het wel fijn dat het niet heel warm en zonnig is, want we moeten af en toe flink klimmen en dalen, dus warm krijgen we het toch wel. Van halftien tot halftwee lopen we stevig door en dan zijn we rond. Het plan was om op ons gemak koffie te drinken in het hotel waar we verblijven en ’s middags voor een (kortere) tweede ronde op pad te gaan.

Maar tijdens de koffie begint het te regenen en niet zo’n beetje. Niet aanlokkelijk om in zo’n bui weer op weg te gaan. We besluiten even af te wachten en gaan op onze kamer een beetje lezen. Op buienradar zien we dat aan het eind van de middag de bui wel zo’n beetje weggetrokken zal zijn. Dat klopt en als het begint op te klaren, dragen we onze modderige wandelschoenen weer naar beneden om ze bij de buitendeur van het hotel weer aan te trekken.

We besluiten de gele-paaltjesroute van een uur te doen en daarna te gaan eten. Het begin van de beschrijving is een beetje rommelig en we zien niet veel gele paaltjes, maar we lopen optimistisch het dorp uit. Daar staat inderdaad de kapel uit de routebeschrijving, waarna er een smal paadje naar rechts moet zijn. Er staan flinke plassen op het paadje, wat natuurlijk niet zo gek is na die regen. Na een paar kilometer voert de route over een ‘stegeltjespad’. Stegeltjes zijn metalen draaihekjes, waarna je vaak een weiland moet oversteken naar een volgend hekje. Het weiland waar we door moeten is zompig en bij de stegeltjes is het zoeken hoe je je voeten neer kunt zetten zonder dat je tot aan je enkels in de modder wegzakt. Na een stukje straat volgt weer een hekje en daarna moeten we langs een kudde koeien, die op een kluitje het pad versperren. Ze kijken ons vriendelijk en nieuwsgierig aan, maar gaan niet erg opzij. H. struint er tussendoor, maar ik aarzel. Ik ben niet bang voor de koeien, maar wél dat ik onderuitga op het veld dat door de koeienhoeven veranderd is in een hobbelig blubberparcours. Verderop staat H. me een beetje uit te lachen en ik begin dapper op de voorste beesten af te lopen, terwijl is ze vertel dat ze maar liever een eind opzij moeten gaan. Ze doen het en ik balanceer heelhuids naar het volgende stegeltje.

Op een smal pad dat we daarna volgen, staan zúlke grote plassen dat we over het prikkeldraad klimmen en op het veld naast het pad verdergaan, waar het net iets droger is. Na ruim een uur weten we zeker dat we niet goed meer lopen. We bestuderen de kaart om erachter te komen waar we heen moeten en na een tijdje dwalen vinden we en pad met gele én rode paaltjes dat klopt met wat we op de kaart zien. Ik geloof pas écht dat we nu op de goede weg zijn als ik een richtingaanwijzer naar Slenaken zie. We hebben twee uur gedaan over de paaltjesroute van een uur. Modderig en hongerig komen we terug in ons hotel, waar we ons vlug even opfrissen en onszelf dan trakteren op een luxe driegangenmaaltijd. Mét wijnarrangement.

woensdag 22 juni 2016

Ramadan

De taalcoach-sessies op woensdagmorgen liggen al een paar weken stil. F. liet begin juni weten dat ze tijdens de ramadan geen taallessen wilde oefenen. Ze heeft dan niet genoeg energie om zich te concentreren. Ik stelde voor om dan op die ochtenden gewoon een uurtje Nederlands te komen praten en dat vond ze wel een goed idee.

Maar de eerste ramadan-woensdag belde ze vanuit het ziekenhuis dat ze daar een paar dagen moest blijven omdat haar zoontje een zware astma-aanval had. De week erna wilde ze ook liever overslaan en afgelopen dinsdagavond stuurde ze een berichtje: “Sorry, ik wil dat we na de ramadan taal les doen, want ik ben nu erg bezig en ik ben ook moe”

Ramadan in de zomer is zwaar. Van zonsopgang tot zonsondergang niet eten en drinken is in juni een heel ander verhaal dan in december. De dagen duren lang en je hebt niet alleen honger en dorst, maar lijdt ook aan slaapgebrek, want na zonsondergang wordt er uitgebreid gegeten en je kunt maar beter ’s morgens voor zonsopgang met een ontbijtje beginnen en genoeg drinken om de nieuwe dag van vasten aan te kunnen.

Op de wekelijkse taalochtend is F. vaak moe. Als alleenstaande moeder heeft ze haar handen vol aan een tweejarige tweeling. De kinderen zijn schattig, maar ze vragen veel aandacht, worden regelmatig ’s nachts wakker en ook zijn ze allebei vaak ziek. Maar F. is vastbesloten om de Nederlandse taal goed genoeg onder de knie te krijgen om een beroepsopleiding te doen. En daar werkt ze hard voor, ook al is ze moe.

Deze maand lukt het dus even niet. Ik kan het me goed voorstellen, maar het is wel jammer. Want een hele maand op halve kracht leven en leren zal vast voor een terugslag zorgen. Niet eerder heb ik me gerealiseerd hoeveel impact de ramadan op iemands leven kan hebben. Op 6 juli is het vasten afgelopen en wordt het Suikerfeest gevierd. En daarna gaan we weer voluit aan de slag. Ik hoop dat het F. gaat lukken om de opleiding van haar keuze te doen.

dinsdag 14 juni 2016

Een klein, blauw eitje

Er ligt een klein, hemelsblauw eitje in de tuin. Helemaal gaaf ligt het op een onbegroeid stukje grond. Mijn eerste opwelling is, het op een warm plekje te leggen. Misschien komt het nog uit. Maar als ik het oppak, voelt het koel aan. Hier is geen redden meer aan.
Waar komt het vandaan? Het pruimenboompje waar het onder ligt, is nog overzichtelijk klein en daar zit zeker geen nest in. Verderop in de tuin staan dichte struiken waar best nesten in kunnen zitten, maar hoe kan dat eitje zo’n afstand ongeschonden hebben afgelegd?
Ik stel me voor dat er een ekster op rooftocht was of een kat. Nest uit elkaar getrokken, de andere eitjes opgegeten en dit over het hoofd gezien. Maar dan blijft het nog een raadsel hoe het zonder te breken op de kleiachtige grond terecht kwam, die na een paar zonnige dagen droog en steenhard is.


Ik weet niet goed wat ik er mee zal doen. Bewaren kan niet; het zal over een paar dagen waarschijnlijk vreselijk gaan ruiken. Ik leg het terug waar het lag en stel een beslissing uit. Van welke vogel zou het zijn? Niet van een koolmees, die legt geen blauwe eitjes. De mezen in het nestkastje aan de schutting zijn trouwens al lang uit hun ei. En omdat er na een paar weken hevig gepiep en af- en aanvliegende ouders nu geen geluid meer uit de kast komt, ga ik er optimistisch van uit dat ze zijn uitgevlogen – al heb ik daar niets van gezien.
Een beetje googelen leert me dat het gevonden exemplaar een merel-ei is. Als ik het in de vroege avond aan H. wil laten zien, is het blauwe eitje verdwenen. Waarheen? Dat raadsel lijkt me minder groot dan dat van de verschijning. Eksters en kraaien genoeg in de buurt. Nou ja, dan hoef ik me tenminste niet meer af te vragen wat ermee moet gebeuren.
Gelukkig heb ik er foto's van gemaakt.



vrijdag 10 juni 2016

Vijf tips om je elke dag prettig te voelen

Bij het doorbladeren van het AD kwam ik een kop tegen die mijn aandacht trok: “Je elke dag prettig voelen, kun je jezelf aanleren”. Het stond boven een klein artikeltje dat voornamelijk bestond uit vijf tips. Uitgangspunt was een quote van de Amerikaanse schrijver, uitgever, artiest en filosoof (toe maar) Elbert Hubbard. “Gelukkig zijn is een manier die je kunt cultiveren.” Een gevaarlijke uitspraak vind ik, want je zou er de conclusie uit kunnen trekken dat het je eigen schuld is als je ongelukkig bent.

Elbert Hubbard blijkt al meer dan 100 jaar dood te zijn. Hij stierf op 7 mei 1915 om precies te zijn, en wel op een dramatische manier. Samen met zijn vrouw was hij aan boord van een schip op de Atlantische Oceaan dat werd getorpedeerd en zonk.
“Neem het leven niet te serieus, je komt er toch nooit levend vanaf” is een ander citaat van hem. En er zwerven er meer rond op het internet. Wat de uitspraak over geluk betreft, gaf het bijbehorende krantenartikeltje de volgende tips:
1. Geniet elke dag van minstens twintig minuten stilte.
2. Omhels vijf keer (of meer) per dag iemand
3. Lach zo vaak als je kunt
4. Lees een boek
5. Gebruik je lijf

Elke tip werd nog wat uitgebreider uitgelegd, maar ik ga hier niet het hele artikel herhalen. Wat er in mijn hoofd gebeurt als ik zulke tips zie, is dat ik meteen ga bedenken in hoeverre ik die tips al toepas of anders kan gáán toepassen. En ik ben ongetwijfeld niet de enige bij wie het zo werkt.
De stilte van tip 1 lukt me denk ik wel. Het werk op mijn afdeling bestaat voor een groot deel uit schrijven, wat genoeg stille momenten oplevert (al wordt er tussendoor ook best veel gepraat).
Tip 4, lees een boek, is geen probleem, tip 5 gaat over bewegen en actief zijn, daar heb ik altijd zo m’n goede voornemens voor die soms nog lukken ook. De derde tip, lach zo vaak als je kunt, probeerde ik zojuist thuis uit. Hardop een vette “Hahaha” “hohoho”, waarop H. verbaasd vroeg waar ik mee bezig was en vervolgens ook in lachen uitbarstte.

Maar de meest interessante tip vind ik nummer 2: Omhels vijf keer per dag iemand. Op de dag dat ik het artikel tegenkwam (het was op mijn werk), las ik de tips hardop aan m’n collega’s voor en prompt werden er omhelzingen uitgewisseld. Maar op een gemiddelde dag zou ik niet zo goed weten hoe je het moet aanpakken. Vooral als je er vanuit gaat dat het vijf verschillende personen moeten zijn.
Het zet je fantasie aan het werk. Hoe zouden willekeurige voorbijgangers reageren als je ze vanuit het niets innig omhelst? Of: hoe vreemd is het om je collega’s bij binnenkomst even te huggen? Het blijven theorieën en in werkelijkheid komt het er niet van om vijf personen per dag te omhelzen. Ben ik nu ongelukkig? Nou, niet speciaal. Maar zodra ik me ongelukkig begin te voelen, weet ik wat me te doen staat, want Je elke dag prettig voelen, kun je jezelf aanleren… Tenminste, volgens Hubbard.

donderdag 2 juni 2016

Waar is dit knopje voor? NEE, daar moet je niet a--

Er staat een schaal met lekkere koeken klaar in de bedrijfskantine maar de kinderen die ze mogen opeten, zijn nog nergens te bekennen. Een beetje bezorgd loop ik de trap af naar de hoofdingang. Juist als ik weer naar boven wil gaan, zie ik een kleurig groepje de hoek om komen. Niet rennend dollend, maar rustig tikkend met hun taststokken. Vier van de acht kinderen zien helemaal niets en de andere vier zijn slechtziend. Voor de schuifdeuren wacht de meester tot de groep compleet is.

Ze komen een bezoek brengen aan de studio, waar we vandaag Klinkklaar opnemen, ons audiotijdschrift voor kinderen. En ze komen niet alleen kijken en luisteren hoe wij dat doen, maar de klas krijgt een actieve rol. Ik heb een hoorspel voor ze geschreven dat ze van tevoren in de klas al gelezen hebben. De kinderen spelen zichzelf tijdens een bezoek aan de studio. Eerst stelt iedereen zich voor en daarna vragen ze om muziekjes en geluiden: “Kan de technicus een hond laten horen? Een hele enge?” “Nee, juist een lieve!” “Ik wil een puppie, ik wil een puppie”.

Ze hebben goed geoefend. Vooral de stukjes waar iedereen door elkaar moet roepen, gaan prima. Om de paar zinnen zetten we de opname even stil om door te nemen wie straks wat gaat zeggen. Sommigen praten zó zachtjes en verlegen dat het – iets dichter bij de microfoon – nog een keer over mag. Anderen voelen zich blijkbaar steeds meer op hun gemak. Aan het eind van het hoorspel mag iedereen nog één ding vertellen of vragen. En de uitsmijter is, dat één van de kinderen roept: “Waar is dit knopje voor?” Eén van de vaste voorlezers zegt verschrikt “NEE, daar moet je niet aan draaien!” En dan valt het geluid plotseling weg. Het gaat helemaal goed.


Eigenlijk willen ze daarna nog veel meer weten, maar we moeten vanmorgen de rest van het tijdschrift ook nog opnemen, dus wordt iedereen zachtjes en vriendelijk de studio uitgeduwd. Ze mogen met een collega nog een rondje door het bedrijf. Naar de braillemachines,  naar de plek waar elke dag honderden cd’s gebrand worden, naar de postkamer waar de cd’s in de hoesjes gaan.
Later op de dag hoor ik hoe enthousiast ze waren en dat de meester best volgend jaar met een andere klas wéér wil komen. Intussen hebben wij de opname van Klinkklaar afgemaakt en staat die in de computer te wachten tot er voor alle abonnees een cd van gedraaid wordt. En nog een stapeltje extra voor de sterren van ons hoorspel. Als aandenken.

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...