maandag 2 oktober 2023

Marokko deel 7: een val in het ravijn

In de lobby van het hotel zit L. een beetje verloren op een bank. Ze moet haar koffer gaan pakken om met de taxi naar het ziekenhuis in Ouarzazate te gaan, waar haar man heen is gebracht. Hij is van een richel een meter of drie, vier naar beneden gegleden en heeft een flinke hoofdwond.

Onze reisleidster Akke is goed in noodsituaties. Ze is meteen naar de plek gegaan waar het gebeurde, heeft de andere wandelgroep ingelicht en is L. daar gaan halen. Nu is ze een taxi aan het regelen, stelt L. gerust, is druk aan het bellen met zorgverzekeraars, met de reisorganisatie…

Ik praat even met L., die zit te wachten op een van de makkelijke banken.  Ze heeft een paar uur flink in angst gezeten. Eerst hoorde ze dat iemand van het groepje ‘pittige wandeling’ in een ravijn was gevallen. Eén van de drie mannen. Uren later bleek het haar man te zijn, maar was onduidelijk hoe ernstig het was. Nu is het nieuws dat hij weliswaar even buiten kennis is geweest, maar inmiddels weer helder. Wel moet er voor alle zekerheid een hersenscan gemaakt worden in Ouarzazate, zo’n 120 kilometer verderop.

Ik prijs me gelukkig dat ik al die tijd nietsvermoedend aan het wandelen was en niets van de vage, verontrustende berichten heb meegekregen. Als L. is vertrokken, haal ik mijn boek en ga lezen.

Het duurt uren voordat H. terug is met de andere twee van het groepje. Ze zijn alle drie een beetje hyper en moeten keer op keer hun verhaal vertellen. Achter de jonge gids aan liepen ze over een richel met aan één kant een schuin aflopend stuk. Ineens hoorden ze een geluid achter zich, keken om en zagen C. wegglijden over het schuine stuk en daarna verdwijnen – niemand wist meteen hoe diep. Dat kon je vanaf hun plek ook niet zien.

Ze riepen ongerust naar beneden, terwijl de gids meteen begon te rennen om langs een kleine omweg op het lage gedeelte te komen waar C. lag. Veel bloed op zijn hoofd en zijn gezicht, veel schaafwonden. Al gauw was hij aanspreekbaar, wel een beetje verward, maar het trok bij. Lopen ging niet. Hij moest bijna een kilometer met een geïmproviseerde brancard naar een begaanbare weg worden gedragen.

De gids was in paniek en voelde zich vreselijk schuldig. Toen C. eenmaal in veiligheid was, besloot de rest van het groepje dat het voor iedereen goed zou zijn om toch nog een stukje te wandelen.
Daarna wordt het verhaal van de drie overblijvers enthousiast. De gids bracht hen naar het huis van z’n ouders, waar ze erg vriendelijk werden ontvangen, met eten, met cadeautjes. Ze laten foto’s zien waarop ze met de familie een Berbervlag omhoog houden. Het is bijna feestelijk.

Dezelfde avond krijgen we bericht dat C. uit het ziekenhuis is ontslagen. Met dertien hechtingen in z’n hoofd en z’n neus is hij naar het hotel gebracht waar zijn vrouw L. op hem wachtte. 

Drie dagen later komen wij met de bus door Ouarzazate en wonder boven wonder haken ze gewoon weer aan bij de reis. Met zijn gehavende kop is C. de bezienswaardigheid van de groep. Hij doet het een beetje rustig aan, maar is weer helemaal terug. Een bijzondere afloop.  

Deel 8: De bus

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Asielzoekers om de hoek (deel 2)

   [Asielzoekers om de hoek deel 1] Donderdagavond tegen half acht loop ik door een miezerbuitje naar de hoek van de straat. Bij de schoolwo...