woensdag 13 augustus 2014

Scherven

Mijn moeder maakte er nooit een probleem van als er een stuk serviesgoed brak. Ooit vertelde ze me dat dat een bewuste keus was. Haar eigen moeder werd altijd erg boos als iemand tijdens de afwas per ongeluk een kopje of glas liet vallen. Een drama was dat. Zij, mijn moeder dus, vond dat zo’n onzin en zo vervelend dat ze zich voornam om dat zelf anders te doen. En daar hield ze zich aan.
Nu had het gekund dat ik zelf dan weer voor het drama koos, maar nee, ook bij mij kan iedereen een potje breken. Of een glas. Wijnglazen sneuvelen het meest in ons huishouden, en ik moet zeggen dat ik daar zelf een groot aandeel in heb. Mijn reactie als een ander een glas breekt is dan ook over het algemeen een soort opluchting: deze keer was het eens niet míjn schuld.
Maar de laatste week is het vooral mijn dochter E. die glaswerk om zeep helpt. Vorige week, toen ik bij een feestelijke maaltijd de kristallen glazen ‘van oma’ op tafel zette, nam ik me hardop plechtig voor om ze heel te houden. Bij de afwas stootte zij van één van die glazen het steeltje af. Jammer, maar niets aan te doen.
Gisteren kwam ik thuis van mijn werk en stond E. bij de keukentafel een maaltijdsalade klaar te maken, terwijl haar vader bij het aanrecht druk was met iets onduidelijks. “Wil jij even de stofzuiger pakken?” was zijn warme welkom. Er bleek een glazen kom gedeeltelijk uit elkaar gespat te zijn. Het meeste glas was al verzameld, maar de verraderlijke, kleinste stukjes moesten nog opgezogen worden. Ik verbaasde me trouwens over de manier waarop de kom was stukgegaan. Hij bestond uit glazen randjes, waarvan alleen de bovenste twee waren afgebrokkeld. Er was een bijna gave, kleinere versie over.


Toen de ravage was opgeruimd, was het eten klaar en konden we aan tafel. Het was een lekkere maaltijdsalade. Zoals gewoonlijk, was ik de langzaamste eter. De anderen hadden hun bord al leeg toen ik op tweederde van mijn salade op iets hards beet. Tot mijn afgrijzen haalde ik een stukje glas uit mijn mond. Geen bloed, geen afgebroken tanden, maar we schrokken wel allemaal. Er zat dus glas in het eten!!
Bij een onderzoek van de rest van de salade, zagen we nog één verdacht schittertje. Het zou ook een glazig uitje kunnen zijn, maar voor de zekerheid kieperden we toch maar alles in de vuilnisbak. Wie nog niet genoeg gegeten had, nam maar een pitabroodje met kaas.

Gelukkig heeft niemand buikpijn gekregen of bloed gevonden op griezelige plaatsen. Je zou kunnen concluderen dat scherven dus geluk brengen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Open dag

Ik heb me aangemeld om te helpen bij de open dag van de voedselboomgaard. Op zaterdagmorgen fiets ik tegen een harde, koude wind in naar de ...