vrijdag 15 juli 2016

Hier staat mijn verstand bij stil

Omdat de ramadan een zware tijd was voor mijn taalmaatje F., wilde ze de sessies op de woensdagmorgen stoppen tot na het Suikerfeest. Als ik voor het eerst weer bij haar aanbel, hebben we elkaar vijf weken niet gezien. Ze is nog bezig met het ontbijt van haar dochtertje en terwijl ze haar voert, vertelt ze me dat ze afziet van de hbo-studie die ze zo ambitieus van plan was.

Met twee kleine kindjes die zo vaak ziek zijn en haar eigen zwakke gezondheid zou ze veel lessen missen en behalve dat het dan moeilijk is om bij te blijven, zou ze dan problemen krijgen met de studiefinanciering, waarvoor ook een zekere aanwezigheidsplicht geldt. Gecombineerd met de extra handicap dat ze pas anderhalf jaar bezig is Nederlands te leren, maakt dat de kans van slagen wel erg klein. En falen zou betekenen dat ze voor niets een flinke studieschuld maakt.
Ze mikt dus niet op een vervolgstudie, maar gaat wel binnenkort inburgeringsexamen doen.
Ik vraag waarmee ze graag wil oefenen en dat is Nederlands praten. Dus geen opdrachten, boeken en papieren meer tijdens de taalcoach-sessies, maar praten.

Het onderwerp voor vandaag ligt voor de hand: “Wil je me vertellen over de ramadan en het Suikerfeest?”
F. vertelt hoe ze de afgelopen maand heeft geleefd. ’s Middags eten koken en ’s avonds laat, als de kinderen slapen, eten. Soms alleen, soms samen met anderen. Ze vertelt hoe ze elke dag veel tijd besteedt aan bidden en dat het de bedoeling is dat mensen die genoeg geld hebben tijdens het Suikerfeest een percentage van hun rijkdom weggeven aan de armen. Over twee maanden is het slachtfeest en dan moeten zij die het kunnen betalen een schaap kopen, waarvan ook weer een deel weggegeven moet worden aan minderbedeelden. Hier in Nederland is dat wel wat lastiger dan in Guinee, waar ze vandaan komt, want hier heb je niet zoveel ‘arme mensen’ om je rijkdom mee te delen.

We praten over de nadruk in de islam op eerlijk delen. Ik vertel haar dat veel mensen bang zijn voor haar religie omdat er in naam van de islam zoveel terroristische aanlagen gepleegd worden. Met grote ogen betoogt ze dat het in haar geloof helemáál niet mág: anderen doden of kwaad doen. Dat zijn geen moslims die dat soort dingen doen!
Onze taaloefening is een serieus gesprek, en als ik naar huis fiets, denk ik erover na hoe groot het verschil is tussen wat F. me over de islam vertelt en wat extremisten ervan maken.

Een dag later worden er in Nice meer dan 80 mensen in het wilde weg doodgereden door een gestoorde gek in een vrachtwagen. Onmiddellijk wordt op sociale media de conclusie getrokken dat de grenzen toch echt gesloten moeten worden voor alle moslims.
Kortsluiting in mijn hoofd. Hoe is het mogelijk dat het geloof van F. iets te maken heeft met dit soort gebeurtenissen?? Hier staat mijn verstand bij stil.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Doe-lijstje

Ineens is het warm buiten. De achterdeur open, koffie op het terras. H. gaat na die koffie op stap voor een stevige oefenwandeling. Echt vee...