maandag 29 september 2025

Omfietsen

Ik heb de wind mee als ik naar mijn vriendin K. fiets. Windkracht vier, dat gaat lekker vlot. Op de terugweg wordt dat flink trappen, maar ik heb tenslotte een elektrische fiets, dus dat komt wel goed. Twee kilometer voordat ik bij de woonboot van K. ben, staan langs de dijk een kleine twintig notenbomen op een rij.  Wat ik hoopte blijkt te kloppen; met deze wind valt er wat te rapen. Moeiteloos verzamel ik een zak vol noten. 

Een kilometer verder. Na de volgende bocht ligt de boot waar ik moet zijn. Maar dwars over de dijk staan onaangekondigd over de hele breedte metalen hekken met een rood-wit lint eraan. Niet leuk. Omdat mijn ervaring is dat er op de fiets haast altijd wel een sluip-paadje te vinden is, trek ik één van de hekken een klein stukje open, duw m'n fiets door de kier en zet het hek netjes terug.  

Maar twintig meter verderop is de weg echt helemaal opengebroken. Op een bulldozer zit een man die me in het oog krijgt. Ik sta op het punt om te draaien als hij boos tegen me roept: TERUG! En nog een keer nóg wat harder: TERUG!!! Met een gestrekte wijsvinger wijst hij aan waar ‘terug’ is. Alsof ie het tegen een hond heeft. “Hoe ben je door die afzetting gekomen?” 

Ik haal mijn schouders op en draai om. Oké, ik zit verkeerd, maar daarom hoeft ie nog niet zo tegen me te schreeuwen. Opnieuw schuif ik het hek een stukje open. Erachter staat een andere wegwerker die langs me loopt, door het geopende hek. Zonder commentaar schuift hij het tussen ons dicht.  

En nu? Een halve kilometer terug, van de dijk af, het dorp door, zoeken waar ik de dijk weer op kan achter de afsluiting. Dat is een eind ná de woonboot, dus ik krijg een voorproefje van de tegenwind van de terugweg. Ik mopper in mezelf over de fiets-onvriendelijke afzetting.  

K. woont op een plekje aan een rivier-arm van de Waal dat tot voor kort fantastisch was. Vanuit de ramen van de boot is het uitzicht altijd anders. Het water dat in hoogte wisselt, de vogels, het eiland aan de overkant waar je soms een stuk strand ziet en waar soms de wilgen tot hun knieën in het water staan. Dat uitzicht is er nog steeds als je maar de goede kant op kijkt. Aan de andere kant is al het groen verdwenen en wacht een zandvlakte op het komende bouwproject. Dat is ook de reden van de wegafzetting. Niets aan te doen.  

De deur van de woonboot is open. K. en ik begroeten elkaar hartelijk. We hebben het niet over bouw- en sloopwerkzaamheden maar drinken koffie, lezen elkaar boekfragmenten voor, lunchen, praten en kijken de goede kant op naar buiten. Tot de dag is omgevlogen en ik weer op mijn fiets stap. Tegen de wind in terug. De noten laat ik achter. Op de terugweg vind ik wel weer nieuwe.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Omfietsen

Ik heb de wind mee als ik naar mijn vriendin K. fiets. Windkracht vier, dat gaat lekker vlot. Op de terugweg wordt dat flink trappen, maar i...