
Steeds als ik de voordeur uit ga, vliegen er drie, vier, vijf duiven geschrokken op. Zaten ze net lekker te eten, komt er weer een méns de boel verstoren! De auto hebben we voor alle zekerheid op een andere plek gezet, want tijdens het eten wordt er druk gescheten.
Op deze warme dag eten we buiten. We zitten voor deze gelegenheid naast elkaar; rug naar het huis, gezicht naar de tuin. Achter ons zit, hoog op het dak, een merel die een onnavolgbaar lied zingt. Verderop klinkt het banalere gekek van eksters.
Er is na het kurkdroge voorjaar nog niet genoeg regen gevallen, maar wát er viel is dankbaar ontvangen. De tuin ziet er prachtig uit. Als we uitgegeten zijn, blijven we een tijd zitten kijken. Ik wijs naar de pioenroos, die na vijf jaar zonder bloei eindelijk een dikke knop heeft. H. constateert tevreden dat de wilg na z’n laatste knotbeurt weer fors is uitgelopen.

Het is nog steeds warm, maar we gaan nu toch maar eens naar binnen. Het begint te betrekken. Misschien gaat het straks flink regenen. Volgens het weerbericht is die kans groot, maar krijgen we morgen weer een zomerse dag. Gaan we lekker een eind fietsen.
Klinkt als een heel relaxed pensionadobestaan, maar eigenlijk is het gewoon weekend. Maar wel een heerlijk zomers weekend. Gewoon in onze eigen tuin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten