Donderdagmorgen half acht. Ik hoor buiten het geratel van een bak op wieltjes …
‘Groenbak’, bedenk ik, want het is donderdag. Ja, de groenbak moet aan de straat!
Ik rol uit bed, schiet een lang vest aan en loop naar beneden om de bak naar de stoeprand te rijden; hij zit stampvol snoeiafval van de geknipte heg.
Nu ik toch klaarwakker ben, blijf ik meteen maar op, ook al staat er niks speciaals op het programma. Tien minuten work-out, douchen, aankleden. In de slaapkamer ligt H. intussen niet meer te slapen, maar bekijkt op z’n iPad de commentaren op de val van het kabinet. Een eindeloze reeks berichten, filmpjes, uitspraken, steeds meer van hetzelfde.
“Nou, ik heb wel een heleboel dingen die ik vandaag moet doen,” zegt H.
“Zullen we eerst in het dorp ergens gaan ontbijten?” stel ik voor.
“Hm…”
Dat klinkt niet erg enthousiast. Maar als ik tien minuten later vraag om een duidelijk antwoord is het toch een ja.
Ik heb een lunch-restaurantje in gedachten, maar online zien we dat ze daar geen ontbijt serveren. Ontbijten blijkt lang niet overal te kunnen en het ene restaurant waar het wél kan, gaat pas om tien uur open.
“Bakker Bart kan ook,” zie ik, “maar dan ga ik eigenlijk net zo lief lekkere broodjes halen om thuis een lekker ontbijtje te maken.”
“Doe dat dan maar,” zegt H. “Dan kook ik alvast een ei voor je.”
Ik haal niet alleen broodjes, maar ook perssinaasappels en een stuk brie.
Als ik thuiskom heeft H. de tafel gedekt met anders-dan-anders-serviesgoed. Hij perst de sinaasappels uit en even later zijn we in onze eigen keuken ‘uit eten’.
Met precies de dingen die wij lekker vinden en een stuk goedkoper dan in welk restaurant dan ook.
Toch leuk om een gewone donderdag nét een beetje speciaal te beginnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten