“We kunnen naar de tuinen van Appeltern gaan,” stelt H.
voor. We hebben een paar weken geleden al gezien dat de tuinen geopend zijn,
alleen kun je niet op het terras een kop koffie gaan drinken. Ik twijfel. Op Hemelvaartsdag?
Dan is het er vast veel te druk. Ik heb
geen zin in de taferelen die op het nieuws voorbij zie komen: volle stranden en
parken waar mensen geen afstand van elkaar houden...
“Kunnen we niet beter gewoon een eind gaan fietsen,
ergens waar het rustig is?”
Maar H. zit met z’n iPad op de bank en zegt dat het erg
meevalt met de drukte.
“Kijk, ze werken met een tijdslot en ik kan gewoon
reserveren voor elf uur.”
Ik laat me overhalen en een uurtje later zitten we in de
auto, op weg naar Appeltern. We doen er langer over dan we gedacht hadden, verkeersborden
wijzen ons een weg die beslist niet de kortste weg is. Het is al tien voor half
twaalf als we bij de ingang zijn. H. graaft in z’n rugtas naar het uitgeprinte toegangsbewijs…
dat nog thuis op tafel blijkt te liggen. Vervelend. Op zijn telefoon kan hij
niet bij het mail-adres waar het heen gestuurd is. Maar hij kan wel laten zien
dat er betaald is.
De dame bij de ingang verwijst ons met dit probleem naar
haar collega, die op een laptop op zoek gaat naar de gegevens. Die vindt ze en
dan moet er een QR-code gescand worden. Laptop en scanapparaat staan, elk met
hun eigen snoer, nét iets te ver uit elkaar. We kijken elkaar aan. Dat was dan
ons dagje uit.. Maar de vrouw doet nog één dappere poging met de scanner en ja,
daar klinkt een verlossend piepje. We zijn geregistreerd.
“De aanhouder wint,” lacht ze en we bedanken haar
vriendelijk. Om 1 minuut voor half 12 kunnen we de tuinen in. En daar, in het
modeltuinencomplex van 22 hectare, hebben we alle ruimte. We
lopen er uren rond, gaan af en toe even zitten op de stoelen die in allerlei
soorten en maten in tweetallen op mooie plekjes staan en drinken uit onze zelf
meegebrachte flessen. Er zijn prachtig aangelegde modeltuinen, tuinen die we
saai vinden, een stuk wildernis waar we allebei blij van worden, vijvers met
kwakende kikkers, geheimzinnige paadjes… We proberen een troon-achtige stoel
uit langs een pad. Ik oefen een minzame koninginnenzwaai naar het langslopende
publiek. Een man op de fiets ziet me zwaaien en roept met een grote glimlach: “Hou
dat gevoel vast! En vertel het door!” Het is de eigenaar van de tuinen.
Halverwege de middag is het genoeg.
Langs een kortere weg rijden we terug naar huis. Naar onze eigen tuin, waar het
koffieterras wél open is, en die we weer met nieuwe ogen bekijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten