Bovenop het dak van de flat hier tegenover staat een vierkant huisje met aan drie kanten glas. Het staat er pas net, vertelt E., terwijl ze de laatste dingetjes inpakt voor haar weekendje weg met een vriendin. Wij kunnen dit weekend in haar Amsterdamse huis doorbrengen en H. zal nog wat langer blijven om een beetje voor z’n dochter te klussen.
Het glazen huisje doet me denken aan Pluk van de Petteflet, al is dit huisje niet rond, zoals het torenkamertje van Pluk. Overdag wordt het als kantoor gebruikt, zegt E., maar in het weekend zien we er niemand. Het lijkt me een vreemde plek om te werken, zichtbaar voor iedereen uit de verre omtrek. Maar zelf heb je dan ook wel weer een geweldig uitzicht rondom.
Door de coronaregels kunnen we niet naar musea en gezellig winkelen is ook geen optie, maar gewoon door de stad lopen kan wel en dat is dan ook wat we doen. Vrijdagmiddag een kleine wandeling die langs een Marokkaanse en een Turkse winkel voert waar we lekkere dingen kopen om te eten.
Zaterdag lopen we de hele Prinsengracht af, met af en toe een uitstapje opzij. Ondanks de corona is het op sommige plaatsen behoorlijk druk. Van smalle stoepjes met veel tegemoetkomende wandelaars word ik onrustig. Ik doe een mondkapje op maar vind het toch niet prettig. We zoeken de minder drukke plekken op. Het is droog en helemaal niet koud. Gelukkig, want een cafeetje induiken zit er niet in. Wel worden overal drankjes en hapjes ‘to go’ aangeboden. We drinken een koffie-to-go op een bankje langs het water. ’s Avonds eten we bij vrienden die we al een tijd niet gezien hebben. Netjes op anderhalve meter maar daarom niet minder gezellig.
Zondag moeten we verplicht naar het centrum. Er is een goedkope parkeerregeling die voorschrijft dat je met het OV uit het centrum komt voordat je de parkeergarage verlaat. Als je dan je parkeerkaartje én je OV-kaart scant, kost het parkeren maar een euro per dag. We wandelen naar het Leidseplein, maar in de miezerregen is de stad een stuk minder vriendelijk. Ik ben blij dat we met de tram terug gaan.
Voordat ik zondagmiddag terug naar huis ga, sta ik nog even voor het raam. Het Pluk-huisje is leeg. Er loopt een meeuw omheen te scharrelen, maar door opstaande randje om het dak kan ik niet zien of ie een houten poot heeft. Ik pak mijn koffertje en de autosleutels. De meeuw stijgt op en verdwijnt in de loodgrijze verte. De miezerregen is overgegaan in een gestadige bui, die onderweg steeds heviger wordt. We hebben echt geluk gehad met onze twee droge, zachte novemberdagen in Amsterdam.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Atelier
Eindelijk de knoop doorgehakt. Ik was het al langer van plan, maar nu heb ik de zolderkamer die vroeger de kamer van E. was, veranderd in ee...
-
Het is ongeveer 10 kilometer fietsen naar Sanguin en voor alle zekerheid doe ik een regenjas aan. Als ik er bijna ben, begint het zachtjes...
-
Er ligt een klein, hemelsblauw eitje in de tuin. Helemaal gaaf ligt het op een onbegroeid stukje grond. Mijn eerste opwelling is, het op e...
-
“Maak er eens een wat mooiere opstelling van”, zegt dirigent W. De alten wat meer naar links ja, en de sopranen een beetje naar voren… Geh...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten