zondag 30 juni 2024

Cultureel ommetje

Als we bij het Cultureel Centrum De Lèghe Polder aankomen, staat er al een grote groep mensen voor de ingang te wachten.
“Daar moeten we zijn,” zegt H. “Bij de fietsen.”
We hebben ons ingeschreven voor ‘Het zomers ommetje’. Het is een route met onderweg op vier plaatsen een concert of ander optreden. Er zijn drie versies en wij hebben de fietsroute gekozen.

Om half acht gaat er een toeter en vertrekken alle groepen. Een gedrang van fietsen en wandelaars in heel veel groepen van ongeveer 15 personen met voor en achteraan een gids in een geel of oranje hesje. Tenminste, dat is de theorie. Er is meteen al verwarring, want op het eerste adres komen we samen met een halve andere groep aan.

Er treedt een bandje op van een gitarist, een drumster en twee zangeressen, die overbekende evergreens laten horen en ons hartelijk uitnodigen om mee te zingen. Op de achtergrond is geharrewar over wie bij welke groep hoort en waar zou moeten zijn. We zijn nog niet heel enthousiast.

Toen we vertrokken, begon het een beetje te regenen. Nu we over de dijk naar het tweede adres fietsen, wordt de bui wat serieuzer. Jammer, want kunstenaar Ronald Tolman, waar we nu heengaan, kan ons nat en wel niet in z’n atelier toelaten; het zou z’n etsen kunnen ruïneren. Maar de tuin is ook geweldig. Vanaf de dijk kun je veel van zijn beelden wel zien staan, maar van dichtbij en met uitleg zijn ze nog mooier.

Verder over de dijk, nog steeds in de regen, gaan we naar B&B Bed of Flowers. Daar zingt een acapellagroep van zes vrouwen, waaronder een goede kennis. Hier hou ik van. Serieuze muziek, veelstemmig met mooie klanken. Behalve de liederen krijgen we muntwater en een petit-four. Dan gaan we de regen weer in, maar op dit laatste stuk wordt die steeds minder.

Het laatste adres is in het dorp. Singer-songwriter Ilse Rooyackers speelt op de vleugel en zingt drie nummers. Tussendoor vertelt ze iets over de liedjes op een kalme manier. Knap hoe ze communiceert met de groep in dat kwartiertje.
Het is droog. We fietsen terug naar het uitgangspunt, waar we een drankje nemen en nog een tijdje napraten met een aantal mensen terwijl er een jazzbandje speelt. Gezellig. Het was een leuk zomer-ommetje. Dit moeten we vaker doen!



zondag 23 juni 2024

Tuinsafari

tekening van een bessenschildwants en een fluweelmijt
Eindelijk begint het zomer te worden. Vandaag schijnt de zon en als ik in m’n tuin rondloop, hoor ik het gezoem van bijen en andere insecten rond de bloeiende planten. Een tijdje geleden heb ik de app obsidentify gedownload en nu kan ik em gebruiken. Met mijn iPad sta ik voor de border met flox die sinds twee dagen knalroze bloeit.

Het idee van de app is, dat je een foto maakt van het beestje (of de plant) waarvan je wilt weten wat het is. Is de foto duidelijk genoeg, dan vertelt de app wat de naam is. Simpel, zou je denken. Maar probeer maar eens een bij te fotograferen! De honingbij herken ik inmiddels wel. Maar elke hommel die ik met m’n iPad achtervolg, is weggevlogen voor ik hem goed in beeld heb. 

Als het eindelijk lukt om op tijd de foto te maken van een hommel midden op een roze bloem, tik ik op ‘identificeer’. Zonder aarzelen laat de app weten dat dit een foto is van de phlox paniculata. Ja, duh, die bloem bedoelde ik niet!

Langzaam krijg ik door hoe het moet. Ik kan de foto het beste van iets verder weg maken en daarna inzoomen en ‘bijknippen’. Bijen blijven lastig, maar intussen heb ik al een heel lijstje namen van leuke insecten verzameld. Het muntvlindertje is maar 1 cm. groot, maar prachtig oranje met zwart en geel. Het gele soldaatje heet wel geel, maar het kevertje is meer oranje. De fraaie schijnbok is van een glanzend lichtblauw.

Als je goed naar die kleine beestjes kijkt, zie je hoe mooi sommige zijn. Zo ontdek ik steeds wat nieuws op safari in onze eigen tuin. Leuk!


dinsdag 18 juni 2024

Overnachtingen

Luxe keuken in GeraardsbergenEén van de leuke dingen van een fietsvakantie vind ik dat het steeds weer verrassend is in wat voor hotel of B&B je terechtkomt. O ja, we boeken wel van te voren, want je wilt niet de kans lopen dat je nog twintig kilometer door moet fietsen om een plek te vinden. Maar de foto’s op internet zeggen niet alles. En bovendien bekijken we zoveel verschillende sites dat we niet meer weten wat ook weer wat was.

De mooiste overnachtingsplek hadden we in Geraardsbergen. Na een slopende etappe van 100 kilometer klimmen, dalen en vooral modder en kasseien, werden we beloond met een prachtige, ruime kamer en een al even prachtige, luxe keuken die we officieel deelden met andere gasten - maar in de praktijk hadden we de ruimte voor onszelf.

De dag erna, in Kortrijk, verbleven we in een oud, krakend herenhuis, waar het naar eten rook. De planken vloer deed ons denken aan studentenkamers in Amsterdam, lang, lang geleden. Maar het was wel sfeervol en het ontbijt de volgende ochtend was fantastisch.

Na de lelijkste kamer met het gezelligste ontbijt (zie De Last Post) kwamen we in Nieuwpoort in het meest onpersoonlijke, ongezellige vakantiecomplex terecht. Online inchecken, naar binnen met een code, zelf handdoeken meebrengen (of huren voor 8,50 per dag). Een functionele maar doodsaaie kamer in een complex met heel veel dezelfde doodsaaie woonblokken.
In een brede gang was een driehoog stapelbed waar je acuut claustrofobie van kreeg; je kon er niet rechtop in zitten. Gelukkig bleek de bank een uitklapbed te zijn.

De hotelkamer in Antwerpen was gewoon oké, en het laatste adres voordat we naar huis gingen, was het bijzonderst. ‘Praktijkhuis’, heette het en dat wás het ook. Een compleet huis met behalve een grote woonkamer, keuken, badkamer en slaapkamer ook twee praktijkruimtes, een wachtkamer en een inpandige berging.

We hadden het hele huis voor ons, behalve de praktijkruimtes; die waren niet op slot maar het was niet de bedoeling dat we er kwamen. Op een prikbord in de hal hingen mededelingen voor bezoekers. Een vreemde plek om te overnachten, maar wel grappig.

Zo had iedere plek (behalve Kortrijk) z’n eigen charme. Maar toen we na twee weken thuiskwamen, vonden we ons eigen huis toch eigenlijk wel de beste plek om te wonen.

zondag 16 juni 2024

The Last Post

Mensenmenigte rond het met lint afgezette centrum van de Menenpoort
5 juni – we komen vroeg in de middag aan in Ieper.
Jaren geleden zijn we hier naar het museum ‘Flanders Fields’ geweest. Ik weet nog dat ik het een indrukwekkend en mooi museum vond, al ben ik niet heel dol op oorlogsmusea. Vandaag hebben we genoeg tijd om het nog een keer te bezoeken. We kunnen al om half twee inchecken bij de B&B waar we slapen. Fijn, dan hoeven we ons geen zorgen te maken over de fietsen en de bagage.

Een vriendelijke dame doet voor ons open en laat de kamer boven zien. Het is de lelijkste kamer tot nu toe, maar verder is er niks mis mee. Als ze alles heeft uitgelegd wat we moeten weten, loopt ze weer mee naar beneden.
‘Hier is morgenochtend het ontbijt,’ wijst ze. En voordat ze ons alleen laat, zegt ze opgewekt dat we morgen bij het ontbijt met iedereen kennis kunnen maken en praten.

Het museum is minder indrukwekkend dan de eerste keer, maar nog steeds erg goed. Deze hele streek is doordrenkt van ‘De Grote Oorlog’, zoals ze hier de Eerste Wereldoorlog noemen. Hier waren de velden met lieflijke klaprozen waar zoveel jonge jongens kansloos sneuvelden.

Als we na ons bezoek aan ‘Flanders Fields’ in een restaurant zitten, zien we voortdurend militairen voorbijlopen. Nederlandse, Vlaamse, Engelse soldaten.
‘Is er iets speciaals aan de hand vandaag?’ vragen we aan de ober, en die zegt achteloos: ‘O ja, The Last Post. Dat begint om acht uur.’
We rekenen af en lopen in de richting van de Menenpoort, waar het gaat gebeuren. Het is er druk, al is het nog geen half acht.

Een man in uniform houdt mensen voor de poort tegen en wijst waar je wél door mag.  Midden onder de grote poort is een vierkant met lint afgezet. Daarachter vinden we een plekje tussen het publiek. Precies om acht uur wordt op een trompet de Last Post geblazen. Daarna komen kleine groepjes militairen, veteranen, kinderen om de beurt plechtig naar voren om een krans op te hangen.
We horen dat deze plechtigheid iedere dag plaatsvindt. Onvoorstelbaar! Zóveel mensen, bijna 90 jaar na WO I, die zo ‘de gesneuvelde soldaten van het voormalige Britse Rijk en haar geallieerde’ herdenken. We zijn onder de indruk.

De volgende morgen aan het ontbijt maken we inderdaad kennis met iedereen die op dit moment in de B&B verblijft. We worden geplaatst aan één lange tafel en er ontstaan vanzelf gesprekken. Al gaan die grotendeels over het oorlogsverleden van deze streek, het is het gezelligste ontbijt van de hele vakantie.  En dan is het tijd om weer verder te fietsen.



vrijdag 14 juni 2024

Met fietsen in de trein

31 mei. Onze fietsvakantie begint. Of eigenlijk begint ie morgen pas, in Maastricht. Daar moeten we eerst nog met de trein naartoe.

We hijsen onze fietsen in de stoptrein naar Roermond. Het is best druk en we kunnen niet anders dan in het halletje blijven. We halen de tassen netjes van de fietsen af en proberen die zo neer te zetten dat mensen er nog langs naar binnen of naar buiten kunnen, maar dat valt niet mee. Op een opklapstoeltje naast de deur zit een jonge gast van een jaar of achttien onverstoorbaar in de weg. H. vraagt hem vriendelijk of hij misschien verderop kan gaan zitten, maar hij schudt zijn hoofd. Dat kan niet. Vanuit de coupé ernaast roept iemand dat daar nog een plaats vrij is en dan staat de jongen onwillig op. Gelukkig, nu kunnen we alles iets beter uit de weg zetten.

Treinen met volgepakte fietsen is altijd een uitdaging. Terwijl H. een plek verderop zoekt, blijf ik bij de bagage staan en denk aan de weigerachtige jongen. Wat een vervelende reactie; dit is toch echt de coupé voor fietsers en we hebben betaald om… O ja? Ik realiseer ineens dat we vergeten zijn om kaartjes voor de fietsen te kopen. Ik weet ook hoe het komt. Omdat ik een abonnement heb met korting in de daluren, kan H. ook met korting meereizen. Dat moet je sinds kort vooraf online regelen en dat hebben we gisteren geprobeerd. Maar er was blijkbaar een storing, want ook via de telefonische helpdesk lukte het niet. Vanmorgen probeerden we het weer met hetzelfde resultaat. Balen.

Toen we daarnet langs de automaten het station door liepen, lieten we die links liggen omdat die meereiskorting toch niet meer via die dingen gaat. We waren meer bezig met op tijd via de lift op het goede perron komen. En nu rijden we dus zwart. Of de fietsen dan in elk geval. Ik denk niet dat er veel kans is dat we met deze drukte gecontroleerd worden, maar het voelt behoorlijk onrustig. Misschien moeten we straks maar ergens uitstappen, kaartjes kopen en de volgende trein nemen. Als het iets stiller wordt, komt H. naar me toe. Hij heeft hetzelfde bedacht en in Venray gaan we de trein uit.

Een half uur later stappen we opnieuw in de fietscoupé van de korte trein. Deze keer zijn de mensen om ons heen vriendelijker. Een mevrouw met een rollator kijkt bezorgd hoe we onze fietsen in het gangetje zetten (dat kan nu wél). ‘Zo kan ik er straks niet uit,’ zegt ze, en wij verzekeren haar ervan dat we op tijd plaats zullen maken. Dat lukt prima. Voor de overstap in Roermond hebben we zes minuten en we hebben besloten om ons niet te haasten en er zesendertig van te maken. Een trein later kan ook best. Het is een tip die ik ergens tegenkwam op een website over fietsvakanties: als je met de fiets in de trein reist, kun je beter ruim de tijd nemen voor een overstap. Dat werkt wel, maar het blijft stressen, vooral bij het uitstappen, om jezelf, je fiets én je fietstassen op tijd uit de trein te wringen als er al allerlei nieuwe mensen bezig zijn in te stappen.

In Maastricht fietsen we onze eerste mini-etappe. Van het station naar het hotel. Morgen gaan we voor echt. Van Maastricht naar het Belgische Tienen.

donderdag 13 juni 2024

Rood fruit

Na twee weken fietsvakantie zetten we de fietsen weer in onze eigen schuur, laden de tassen af en maken koffie in onze eigen keuken. Tot zover volgen we hetzelfde patroon, maar daarna loopt het uiteen.

H. ploft op de bank en gaat op zoek naar een of andere sportuitzending op tv. Ik doe de achterdeur open en ga naar buiten. Het eerste wat ik wil weten als ik thuiskom: hoe staat de tuin erbij? Leeft m’n tomatenplant nog? Hoe is het met de potplanten? De pompoen?

We hebben maar twee echte regendagen gehad, maar echt droog en zonnig was het de meeste tijd niet. De potplanten hebben het dus prima overleefd, maar helaas is de pompoenplant nergens meer te vinden. Slakken. Ik wist het. De tomatenplant is er nog wel.

Verdere inspectie laat een teleurstellende appelboom zien. Toen we vertrokken hing ie vol kleine appeltjes, waarvan verreweg de meeste nu op de grond liggen, formaatje knikker t/m pingpongballetje. Maar de frambozen doen het dan weer geweldig. Ik pluk een schaal vol, zet de mooiste apart en doe de rest in de vriezer om smoothies mee te maken.

Vakantie is fijn, maar terugkomen ook. Lekker op onze eigen plek. Na het rondje tuin ga ik even lekker buiten zitten. De fietstassen staan in een hoekje te wachten tot we ze leegmaken, maar dat komt vanavond wel. Eerst bedenken we wat we vandaag willen eten.

Niet te ingewikkeld, want daar hebben we geen zin in. Gewoon iets met broodjes, sla en tomaten. En het toetje hebben we alvast klaarstaan: lekker vers rood fruit uit eigen tuin!

Barbecue

Bij de houtwerkplaats van Vrijwillig Landschapsbeheer Beuningen (VLB) wordt de hooitijd afgerond met een barbecue. H. is bestuurslid en houd...