Bij de halte vlakbij het Olympisch Stadion loopt Amsterdamse metro lijn 15 leeg. H. en ik lopen achter de meute aan tot we een groot, roze spandoek zien met “Startplaats”. Hier in de buurt moeten we E. zien te vinden, die samen met een groepje collega’s de acht kilometer gaat lopen op de dag van de Amsterdam Marathon. Wij komen aanmoedigen en pakezel spelen. Na wat heen en weer bellen komen ze eraan.
Vijf jonge sportievelingen geven ons sweaters en jassen in bewaring en vertrekken naar hun startvak. In roze shirtjes en met opzichtige zonnebrillen zijn ze straks in de massa vast wel terug te vinden vanaf de tribune in het Stadion. Dat is waar wij rechtstreeks heen wandelen en waar zij aan het eind van hun acht kilometer de finish door zullen komen.
Het is gezellig druk in de stad op deze zondagmorgen. Rond het stadion zijn kraampjes met allerlei lekkere dingen, een stand waar je medailles kunt laten graveren, en eindeloze rijen tenten waar lopers hun spullen kunnen laten opslaan. We zoeken een plaats op de tribune in de buurt van de finish.
Op een groot scherm zien we dat de kidsrun bezig is. Kinderen van 4-6 jaar lopen, al of niet aan de hand van ouders, over de baan. Sommigen steken trots hun armen in de lucht als ze langs de camera door de finish lopen. Maar dr zijn ook ukjes bij die door alle drukte haast vergeten dat ze aan het lopen zijn. Of die de richting kwijtraken. Er wordt door de speakers serieus verslag gedaan.
Intussen zijn de professionele marathonlopers zo’n 15 kilometer onderweg. En als het goed is, zijn onze acht-kilometerlopers nu ook gestart. We vermaken ons prima in het stadion en voor we het weten, is het 11 uur. Nu moeten we gaan opletten of we een kluitje roze met zonnebrillen zien. En jawel, ze zijn inderdaad herkenbaar genoeg. Wij niet. We kunnen juichen en roepen wat we willen, maar ze zien ons niet.
Omdat H. wil blijven kijken tot de eerste officiƫle marathonlopers binnen zijn, ga ik met de warme kleren op goed geluk het stadion uit. Bellen helpt niet, want E. heeft geen telefoon bij zich. Maar stomtoevallig zie ik het roze groepje ineens tussen de menigte staan. Ze zijn blij met hun kleren. Na veel omhelzingen, zoenen en bedankjes gaat de groep uit elkaar.
Later, terwijl E. aan het douchen is, doen we boodschappen voor haar. We lunchen samen, blijven nog een tijdje hangen en halverwege de middag rijden we weer terug naar huis. Leuk, om onze Amsterdamse dochter op deze manier te bezoeken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten