De tweede EHBO les valt midden in de herfstvakantie. Twee
van de zes deelnemers zijn er om die reden niet bij vandaag. Met vier overgebleven
cursisten en een docent verzuipen we in de grote zaal die ons voor deze avond
is toegewezen. We zitten om twee aan elkaar geschoven tafels met om ons heen
ruimte zat voor het oefenen van de rautek-greep en de stabiele zijligging.
Docent Jan is een enthousiaste prater. Bij elke noodsituatie
die hij behandelt, heeft hij smeuïge voorbeelden. Wat mij – net als bij de
eerste les – verbaast, is de fixatie op het examen. Terwijl hij door het boek
bladert, zegt Jan regelmatig: “Dít hoeven jullie niet te weten; dat vragen ze
toch niet bij het examen.” Alsof we weer op de middelbare school zitten!
Ik ga er niet met hem over in discussie. Waarschijnlijk komt
wat je voor het examen moet weten overeen met wat je het meest in de praktijk
nodig hebt.
We nemen de belangrijkste verband- en hulpmiddelen door,
maar gaan elkaar nog niet verbinden. Eerst wordt de volgorde van handelen
besproken als je ergens een slachtoffer tegenkomt.
Er is veel waaraan je moet denken als je iemand te hulp
schiet die hulpeloos op de grond ligt. Is ie van een hoogte gevallen, dan moet
je het slachtoffer vooral niet verplaatsen, maar ligt ie op een gevaarlijke
plek, dan toch weer wel. Ligt ie op z’n rug, dan kan ie stikken in bloed,
braaksel of de eigen tong. Maar leg je iemand op z’n zij en heeft ie geen
ademhaling, dan moet ie weer op z’n rug om te kunnen reanimeren. Hulpverlenen is een wespennest vol dilemma's.
We oefenen op elkaar de rautek-greep, waarmee je
bijvoorbeeld iemand die van z’n stokje gaat, gecontroleerd op de grond kunt
laten glijden. En de stabiele zijligging; een uitdrukking die ik vaak gehoord
had, maar nu weet ik eindelijk hoe dat werkt. Niet heel moeilijk allemaal, maar
je moet het wel een paar keer gedaan hebben om het toe te kunnen passen.
Nadenkend fiets ik na de les naar huis. Nu ik begonnen ben aan deze
cursus, voel ik een verantwoordelijkheid op me drukken. Als ik nu iemand op
straat in elkaar zie zakken, zal ik iets moeten doen. Maar ik weet nog niet
goed genoeg wat en in welke volgorde. Ik hoop dus heel erg dat het nog mínstens
vijf lessen duurt voordat zo’n situatie zich voordoet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten