Drie weken achter elkaar ben ik nu met de auto naar het
werk en terug gereden.
Het is een ongekende luxe om me niet elke avond voor een werkdag druk te hoeven
maken over het weer:
Regen? Dan zeker een regenbroek aan
Koud? Goed inpakken
Onder nul? Is er kans op gladheid? Dan overleggen of ik
de auto kan gebruiken.
Kan dat niet? Dan vroeg op om de bus te halen
Die hele lithanie kan ik nu vergeten. Alleen als het
vriest, moet ik even opletten: een dekentje over de voorruit scheelt een heleboel
krabwerk.
Intussen staat mijn scootertje in de schuur. Eén keer in
de week trap ik hem aan voor een onderhoudsrondje, want het is niet goed voor
em om te lang achter elkaar stil te staan. In de tweede week bel ik vriend en
garagekabouter P. Of hij de scooter met al z’n gebreken wil adopteren. Hij
vindt het leuk, want zat net weer eens uit te kijken naar een klusmotor of
-brommer. We spreken af dat hij hem op een woensdag komt halen.
Als hij aanbelt, doen we eerst een rondje koffie en dan
gaan we de papieren bekijken. Er blijkt een code te ontbreken, die we via de
rdw aan moeten vragen. Dat betekent dat P. officieel nog even niet met de
scooter mag rijden.
Geeft niks. Hij gaat em toch eerst helemaal uit elkaar
halen. En nu gaat ie mee in de bus. Jawel, P. heeft een echte klusbus voor motoren.
Handig.
Dan is het afscheid daar. De Kisbee gaat met een klein
loopplankje de bus in, waar ie stevig wordt vastgezet. Met droge ogen zie ik ze
vertrekken.
Een week later hoor ik wat er allemaal mis is. P. vertelt
het vrolijk met veel technische details en met enige verontwaardiging over bepaalde
reparaties die wel erg nonchalant zijn verricht.
Ik ben blij dat de scooter in goede handen is, want net
als hij zelf, ben ik er van overtuigd dat P. hem weer netjes aan de praat
krijgt en dat hij of een van zijn kinderen er nog een hoop plezier van kan
hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten