Vrijdag heb ik een etentje met collega’s. Om vijf uur moet ik ergens in de Ooypolder zijn en halverwege de middag kijk ik wat google over de route te zeggen heeft. Hoewel H. vandaag de auto nodig heeft, heb ik nu tóch de luxe van een auto voor de deur. Ik kijk hoe ver het rijden is en hoe lang. Erg ver is het niet: 13 kilometer. Maar met het vrijdagmiddagverkeer zal ik er volgens google wel zo’n 50 minuten over doen.
Ik klik op het fietsje van google maps en zie dat de route dan een paar kilometer korter is; ingeschat op een half uur fietsen. Ik kijk naar buiten, waar een vriendelijke zon aan de hemel staat en mijn besluit is genomen. Ik ga fietsen.
Even over vieren vertrek ik, want dan hoef ik me niet te haasten. Het is koud, maar prima fietsweer. Over de fietssnelweg, langs de Waalkade, de polder in en langs de dijk. Daar word ik ingehaald door collega V. op z’n elektrische fiets. Hij zwaait en na een tijdje zie ik hem een eind verderop linksaf slaan. Aha, daar moet ik dus ook heen. Het is een smalle, slingerende weg die helemaal de bewoonde wereld uit gaat. Dat zal vanavond terug wel flink donker zijn, denk ik.
De B&B waar we eten, is een vriendelijke plek. Ik ben ruim op tijd en beetje bij beetje druppelen alle collega’s binnen. De meesten hebben een tijd in de file gestaan, want behalve V. en ik is iedereen met de auto. We spreken af dat we het eerste stuk samen terug zullen fietsen. Hij kent de weg goed omdat hij hier vaak komt. Het etentje is erg gezellig. Zo vlak voor Sinterklaas is er voor iedereen een klein cadeautje met een gedicht. Ze worden allemaal voorgelezen, onder gelach en bewondering dat er voor iedereen zoiets passends gevonden is. Het eten is lekker en ineens is het negen uur en tijd om te vertrekken.
V. heeft zijn fiets aan de andere kant van het huis staan en ik ga op zoek naar het kleine fietsenrek waar de mijne in staat. Wat is het donker! Ik loop er eerst voorbij, maar zie hem dan toch staan. Jas goed dicht, slot los, handschoenen aan. Ik trek m’n fiets naar achteren het rek uit, maar dan stokt ie want ik had hem met het kettingslot vastgezet. De ketting ligt nu in het hoge gras.. Intussen is V. achter het huis vandaan gekomen en hij schijnt me bij terwijl ik tussen de brandnetels naar het slot zoek.
Even later zijn we op weg. Het is aardedonker hier en ik ben blij met de degelijke verlichting die V. op z’n fiets heeft. Hij kent de bochten en loodst me van de smalle kronkelweg naar de rechte dijk. Verderop zien we verlicht Nijmegen liggen met z’n karakteristieke Waalbrug. Als we weer in de buurt van de bewoonde wereld zijn, scheiden onze wegen. Ik bedank m’n collega hartelijk. De rest van de weg is bekend en makkelijk.
Ik ben toch wel blij dat ik dat hele donkere stuk niet in m’n eentje hoefde te fietsen. Volgende keer even goed nadenken voordat ik m’n vervoermiddel kies.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Vogels voederen
Ik zit aan de keukentafel noten te kraken en ik denk aan de vogels. De kraaien en kauwtjes die net als ik in de herfst bij de plaatselijke n...
-
Het is ongeveer 10 kilometer fietsen naar Sanguin en voor alle zekerheid doe ik een regenjas aan. Als ik er bijna ben, begint het zachtjes...
-
Er ligt een klein, hemelsblauw eitje in de tuin. Helemaal gaaf ligt het op een onbegroeid stukje grond. Mijn eerste opwelling is, het op e...
-
“Maak er eens een wat mooiere opstelling van”, zegt dirigent W. De alten wat meer naar links ja, en de sopranen een beetje naar voren… Geh...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten