vrijdag 31 augustus 2018

Leren fietsen 2

Zodra de baby slaapt, gaan we naar buiten voor de vierde fietsles. Woensdag ging het best goed en vandaag rijdt N. bijna meteen weg.
Ik ren achter haar, klaar om de bagagedrager vast te grijpen als dat nodig is. Maar ze rijdt keurig tot het eind van de doodlopende straat. 

Afstappen, keren, weer opstappen en terug. Halverwege het straatje wordt ze overmoedig en laat met één hand het stuur los. Natuurlijk zwiept ze meteen opzij een oprit op en ze kan nog nét haar voet op de grond zetten en de fiets en zichzelf overeind houden. Ze lacht om mijn schrik.

We wachten een voorbijrijdende scooter af en daar gaat ze weer. Terug langs haar huis tot het andere eind van de straat, wiebelend rechtsaf, rakelings langs een heggetje en iets verderop weer rechtsaf. Ik hou haar maar net bij.
 “Goed, het gaat GOED!” Roep ik buiten adem.
 “Weer rechtsaf!”
 Ze neemt de bocht weer iets te vroeg en duikt bijna de lage struiken in. Een buurman kijkt lachend hoe ze met een wankele bocht weer in het gareel komt en na de vierde griezelige bocht naar rechts zijn we helemaal rond.
 “Goed zo N.!” roept een vrouw vanuit een buurtuintje.
 “Durf je nu alleen een rondje?” vraag ik.
 Ze knikt en stapt weer op. Ik kijk haar na tot ze de bocht om is en loop dan terug naar de andere hoek, waar vandaan ik haar kan zien aankomen.

Er rijdt een auto, daarachter twee fietsers, en dan zie ik N. tevoorschijn komen. Lachend en wiebelend komt ze tot stilstand tegen een heg aan. Stapt weer op. Fietst recht op me af en stuurt weer iets te vroeg naar rechts. Nu gaat ze echt de struiken in. Maar ze laat zich niet uit het veld slaan; het volgende rondje gaat helemaal goed.

Dan is het even genoeg. We gaan naar binnen. “Het gaat hartstikke goed,” vertel ik haar en ze straalt. Boven begint de baby te huilen en N. gaat haar uit bed halen. Als ze met het kindje op de arm weer beneden komt, geeft ze me een pakje. “Voor jou, parfum,” zegt ze. “Voor het leren fietsen.” Even later ga ik lopend naar huis. De fiets blijft bij N. zodat ze de komende week zelf kan oefenen. “Misschien ik volgende week ziekenhuis,” zegt ze vrolijk. Maar ze zal echt wel voorzichtig zijn. Ik heb er alle vertrouwen in.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Vogels voederen

Ik zit aan de keukentafel noten te kraken en ik denk aan de vogels. De kraaien en kauwtjes die net als ik in de herfst bij de plaatselijke n...