Wij wonen in een twee-onder-een-kap woning. Net als de andere huizen in onze straat, heeft het onze een rond lopend dak. Direct onder de boog van dat dak, zit op de zolderverdieping een groot raam, grenzend aan net zo’n raam van het buurhuis. Allebei een halve boog dus. Op de grens van deze ramen is, zeven meter boven de grond, een ornament aangebracht in de vorm van een langwerpig stuk hout.
Het is onbewerkt hardhout, bedoeld om met de jaren een verweerd, grijs patina te krijgen. Maar daar is onze overbuurman het niet mee eens. Hij heeft het hout jaren geleden al eens van de gevel geschroefd om het te schuren en te lakken en deze week krijgt het een nieuwe behandeling.
Dat heeft heel wat voeten in de aarde, want op zeven meter hoogte manipuleren met een zwaar ornament is geen kattenpis. Eerder in de week zagen we P. buiten voor zijn schuurdeur bezig met het gevaarte. Vandaag hangt hij het, met hulp van zijn zoon, terug
Als P. boven in de juiste positie staat, gaat het ornament langzaam de lucht in. Daar moet het met twee zware bouten weer vastgezet worden. Gelukkig is onze overbuurman bijzonder handig en bovendien is hij een gecertificeerd bergbeklimmer. We kijken dan ook onbezorgd toe hoe hij deze heikele klus tot een goed einde brengt.
Terwijl hij bezig is, wordt de lucht donkerder en nog geen kwartier nadat de ladder aan de overkant is weggehaald, barst er een hagelbui los waarbij stevige windvlagen onze tuinstoelen omver blazen. Ondanks zijn ervaring in de bergen zal P. blij zijn dat hij nu niet op die ladder staat. Zijn houten sierbalk ziet er, als enige in de straat, weer als nieuw uit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten