zaterdag 6 december 2025

Prijs voor de vrede? zo’n beker is gewoon te koop

TrofeebekerBovenop onze piano staat een ‘zilveren’ beker. Een halve meter hoog, op een vierkante voet, met twee krullerige, bewerkte oren en bovenop het deksel een rond handvat met daarop een ‘goedzo’ duimpje. Wie heeft deze afzichtelijke trofee gewonnen en waarmee?

Nou, zulke bekers zijn gewoon te koop. Met precies de inscriptie die je erop wilt hebben.  Het lijkt erop dat Donald Trump dat niet weet. Waarom zou hij anders zoveel moeite doen om  overal symbolische nepvredes tot stand te brengen en zo een prijs binnen te hengelen als vredestichter? 

Jammer voor hem dat de serieuze nobelprijs voor de vrede naar iemand anders ging. Maar gelukkig heeft hij fijne vrienden bij de FIFA die een troostprijs voor hem regelen. Voorzitter Infantino weet namelijk wél dat je zo’n prijs gewoon zelf kunt regelen. 

De inscriptie op ónze beker is: ‘vrijwilliger van de maand - VLB’. Voorzitter H. heeft namelijk bedacht dat het wel een leuke gimmick is om elke maand iemand met deze wisseltrofee in verlegenheid te brengen. Binnenkort wordt ie voor het eerst uitgereikt, tijdens het stampottendiner dat traditioneel in december plaatsvindt.

Wie de beker als eerste moet krijgen is een vraag waar met de nodige diplomatie naar gekeken moet worden. Het moet iemand zijn die de humor ervan inziet en kan waarderen, die zich niet in het nauw gedreven voelt, naast z’n schoenen gaat lopen of juist beledigd zal zijn door een toespraak met de nodige ironie. 

Ik vertrouw het H. wel toe om de uitreiking een succes te maken, maar ik ben benieuwd of het lukt om de beker maandelijks door te geven en daar de aandacht bij te houden. En verder hoop ik die vreselijke beker zelf nooit te winnen. Hij staat vanaf nu nog twee weken op de piano en dat vind ik meer dan genoeg. 

maandag 1 december 2025

Mispelfeestje

De laatste zaterdag van november staan we vroeg op. Ik trek m’n warme, schapenwollen trui uit de kast en onder mijn oude werkbroek doe ik een legging aan. Dit wordt een buitendag en het is best koud.

’s Morgens werken H. en ik met de zaterdagploeg van Vrijwillig Landschapsbeheer. Elk op een andere locatie, maar we zien elkaar weer bij de soep in de kantine. Daar kost het me moeite om H. op tijd mee te krijgen naar onze volgende bestemming: de voedselboomgaard, waar vanmiddag een mispelfeest is.

Je moet een beetje geluk hebben met het organiseren van een mispelfeest, want die dingen zijn pas in november te oogsten, soms zelfs nog later. Deze vergeten vrucht wordt pas rijp als het flink koud is.  Maar gelukkig is het droog en de valse, koude wind van vanmorgen is een stuk geluwd.

“Eerst moet de vorst erover”, wordt meestal over mispels beweerd, maar in de Waalgaard was dat niet nodig. Eind oktober begonnen de eerste exemplaren zacht te worden. Nu zit er nog hier en  daar eentje aan de boompjes, er zijn er inmiddels heel wat geoogst en verwerkt.

“Zo rot als een mispel”, is een bekend gezegde. Dat klinkt fout, maar in het geval van de mispel is het juist oké. Als ie helemaal bruin en zacht is, kun je hem eten. Het ziet er niet uit, niet voor niets heeft ie de bijnaam ‘dogs ass’, maar het smaakt niet verkeerd. Een lichte appelsmaak met een hint van kaneel.

Buiten staan verschillende tafels waarop de meeste gasten bij aankomst iets lekkers neerzetten. Mispelcake, mispelbrood, mispel-plaattaart, pannenkoekjes, perentaart (we zijn in een voormalige perenboomgaard), mispellikeur en mispelcider. We hebben allemaal ons best gedaan.

Na een welkomstwoord met informatie over onze vergeten vrucht (zo voedzaam, zo gezond, zo lekker en zo hondenkont) begint het grote proeven en recepten uitwisselen. Als iedereen vol zit van al dat gebak, begint het Mispelspel. In teams van twee of drie worden we het bos in gestuurd met een bingokaart. Wie het eerst alles op de kaart heeft verzameld, is de winnaar. 
 
Mijn team is niet erg snel, maar we winnen toch de derde prijs, want in tegenstelling tot een paar haastige-spoed-teams voor ons hebben we alles goed. Hoera!
De eerste prijs, het boek ‘voedselbos’ is voor een vader met drie enthousiaste kinderen. Leuk. En wij gaan, na een gezellige middag, naar huis met een fles perensap. Maar na deze hele dag buiten hebben we eerst heel veel zin in hete koffie!

woensdag 26 november 2025

De Amsterdamse Grachten

Op een zwarte achtergrond is met witte lijnen een rij grachtenhuizen getekend
Omdat E. binnenkort een paar weken op vakantie gaat, hebben we afgesproken om voor die tijd nog een dagje bij haar langs te gaan in Amsterdam. Het wordt zondag en ik ga online op zoek naar iets leuks om die dag samen te doen. Ik vind het Grachtenmuseum, waar we alle drie nog nooit geweest zijn. Daar willen we wel naartoe.

Zondag staan we op tijd op om naar Amsterdam te rijden. We beginnen met koffie, katten aaien, kletsen, nog even treuzelen en dan constateren dat het al bijna lunchtijd is. Dat is altijd een punt van discussie, want H. eet nooit lunch en ik kan niet zonder. Gelukkig is het vandaag twee tegen één - en als we afspreken om dan eerst langs de megapopulaire desembakker ‘Fort Negen’ te gaan is H. helemaal om, want daar hebben ze errug lekkere verwenbroodjes. Soms luncht hij gewoon wél.

Het is een druilerige dag dus we nemen de tram naar het Grachtenmuseum. Binnen krijgen we een speler met een audiotour. Bezoekers gaan in kleine groepen om het kwartier (of zo) het kleine museum door. In elke kamer van het grachtenhuis kun je de speler activeren en synchroon met het geluid worden afbeeldingen en hologrammen getoond,  dingen op een bepaalde manier belicht, of krijg je gewoon informatie te horen over wat er in deze ruimte is. 

Het is een helder verhaal over het ontstaan van de grachtengordel. Hoe de stad uit z’n voegen groeide, welke verschillende plannen er werden overwogen en waarom het op déze manier werd aangepakt. Eerst heel succesvol, dan met periodes van verval en tegenwoordig Unesco Werelderfgoed. We zijn onder de indruk van de efficiëntie van de tour en horen allemaal dingen die we eigenlijk niet wisten. Leuk, dit museum! 

De tentoonstelling over stadsdieren vinden H. en ik leuk, maar E. haakt na een tijdje af. We blijven dus niet al te lang hangen en gaan de druilregen in naar onze volgende bestemming: de Bijenkorf. Een leuke winkel om rond te struinen en op de afdeling met keukenspullen is H. helemaal in z’n element. Als E. laat vallen dat ze een nieuwe koekenpan nodig heeft, krijgt ze van haar vader spontaan een pan van zijn favoriete merk. Iedereen blij.

Onderweg naar het huis van E. doen we boodschappen om zelf een lekkere maaltijd te koken en daarna vertrekken we. Tevreden over deze dag wensen we E. straks een fijne vakantie. De volgende keer dat we elkaar zien, is het Kerst.

zaterdag 15 november 2025

Op de knieën in de modder

In en om een stuk zwarte grond zitten mensen op hun knieën bollen in de aarde te stoppen

Er liggen plassen op het smalle fietspaadje door het Notenhofpark, maar zaterdagmorgen regent het niet. Ik zie een kleine groep mensen staan rondom een platte kar. Hm, het zijn er niet zo veel, hooguit een stuk of tien. Als dat maar gaat lukken vandaag.

Het is de bedoeling dat we in de gefreesde vakken langs het pad een dikke 6000 bollen gaan planten. Dat wordt hard werken. Aan de rand van vak 2 staat J., die uitlegt wat stinzenbollen zijn (het zijn bepaalde, vroegbloeiende voorjaarsbloemen die  gemakkelijk verwilderen) en hoe we ze gaan planten. Veertien soorten bloemen, twintig bollen per vierkante meter. Voor elk van de zeven vakken is er een grote doos met stinzenbollen. 

Tijdens de uitleg is het groepje van tien uitgedijd en er komen in de verte nog meer mensen aan. Samen met N. begin ik aan een eerste vierkante meter. Twintig bollen in een emmertje, een paar bamboestokken in de hoeken en dan op de knieën om kuiltjes te maken. Het is even wennen, maar het gaat steeds vlugger.

In een vak verderop zien we een andere techniek: daar strooien ze eerst nonchalant de bollen uit over de hele oppervlakte en gaan ze daarna ingraven. Intussen zijn we met minstens 25 vrijwilligers, misschien wel 30. Een vader uit de buurt is met twee kinderen gekomen. Eén van de jongens komt iedereen steeds bakjes met 20 bollen brengen. 

Vak 2 is al gauw helemaal vol geplant. In vak 3, 4 en 5 wordt al druk gewerkt, dus N. en ik nemen het doosje bollen voor vak 6 mee. We besluiten deze keer eerst in het hele vak de vierkante meters aan te geven door in rechte lijnen voetje voor voetje door de aarde te lopen. Het lijkt op een dronkemanstest en een paar fietsers die voorbij komen informeren lachend of we nog nuchter genoeg zijn. 
Als we de doos open willen maken, wordt verderop geroepen dat het koffietijd is. Om de platte kar heen staat de hele groep bij elkaar. Iedereen in modderige jassen, regenbroeken, laarzen met klonten aarde eraan. We drinken koffie met punten boterkoek. En we constateren dat het werk supersnel gaat met zoveel mensen.
 
Na de koffie zijn we nog een uurtje bezig en dan zitten alle bollen in de grond. “Ik ben zo benieuwd hoe het er in het voorjaar uit gaat zien,” zeggen we tegen elkaar. Als het goed is wordt het een zee van kleurige bloemen. 

Er is soep voor de liefhebbers. We praten nog een tijdje na en dan loopt of fietst de een na de ander weer naar huis. Als dank voor het werk krijgt iedereen een zakje van dezelfde stinzenbollen mee. Kunnen we in onze eigen tuin een voorproefje krijgen. Maar het leukst is natuurlijk om over een maand of vier door het Notenhofpark te fietsen en te kijken naar het resultaat van ons werk! 



maandag 10 november 2025

Cirque du Soleil

“Vind je het leuk om samen een avond naar Cirque du Soleil te gaan?” vroeg mijn Amsterdamse dochter E. Ik vond het een prima idee en we gingen eind september op zoek naar kaarten voor een goede prijs op een goede plek en naar een geschikte datum. Dat werd 8 november. 

In het donker is een wit silhouet te zien van de circustent met veel omhoog stekende punten

We spreken ’s middags af, zodat we eerst nog even in Den Haag kunnen rondlopen, dan samen eten en om acht uur begint de voorstelling. Het is al donker als we op het Malieveld komen. De tent licht op in de verte en we staan even stil om een foto te maken samen met nog tientallen anderen die het ook zo’n mooi plaatje vinden.  

Een half uur voor de voorstelling is het al druk. In de ring om de hoofdtent is van alles te doen. Je kunt spullen kopen, verkleed op de foto, drankjes kopen en grote zakken popcorn, waar de hele tent naar ruikt. We lopen een tijdje rond en gaan dan op zoek naar onze plaatsen. Niet moeilijk want overal staan medewerkers om de weg te wijzen.

Acht verschillende ingangen zijn er en 2500 zitplaatsen, die snel volstromen. Al een kwartier voordat het begint, is er van alles te zien. Iemand klimt in een hoge paal en zit op een plateautje papieren vliegtuigjes te gooien. In de piste waar allerlei wonderlijke attributen klaarstaan, loopt iemand naar de paalzitter te gebaren. Tussen het publiek wandelt een rijtje vreemd uitgedoste figuren. 


Maar om acht uur begint het écht. ‘Kurios, cabinet of curiosities’, heet de voorstelling. En het is een prachtig rariteitenkabinet waar we naar kijken. De gedachtenspinsels van een soort geleerde in een witte jas, die alle bizarre figuren en machines lijkt te bedenken die in de piste verschijnen. Ook de live-muzikanten horen bij de show. Ze duiken op allerlei plekken op.

De aankleding (‘steampunk’) en de muziek maken de circus-acts bijzonder en extra spannend. Tot hoog in de nok van de tent wordt gesprongen, gezweefd, rondgedraaid. Een wankele toren van stoelen bovenop een tafel blijkt ineens vanuit de hoogte óók naar beneden toe gebouwd te worden. In het midden ontmoeten de acrobaten elkaar. 

Slangenmensen in een soort vissenkostuum wringen zich in onmogelijke bochten tot abstracte figuren. En zo is er steeds iets anders te zien. Grote en kleine dingen wisselen elkaar af. Zo zijn er 'wandelende en dansende' handen die op een grote luchtballon geprojecteerd worden en er is een piepklein mannetje dat uit de kogelronde, metalen buik van een andere man tevoorschijn komt. Een vrouw met een metalen hoepelrok doet dansjes, een zangeres loopt zingend over de rand rondom de piste. En dan is er weer acrobatiek. 
De energie van de artiesten laat ons vergeten hoe ongemakkelijk de stoeltjes zijn. Tot we opstaan, dan vragen we elkaar lachend of de ander ook zo’n houten kont heeft. 

Als afsluiting blijf ik bij E. thuis slapen en hebben we een gezellig ontbijtje voordat ze me naar de trein brengt en meteen doorgaat naar een lunch met vriendinnen. Onderweg appen we elkaar hoe leuk het was. Met een hartje erbij. 

zondag 2 november 2025

Wat woont er in de wilg

Geknotte wilg met ernaast een grote stapel takkenOp 1 november begint het snoeiseizoen voor de zaterdagvrijwilligers van VLB.

Op zaterdagmorgen is het grijs en nat. Maar om tien uur staat er toch een flinke groep mensen op het verzamelpunt. Het is leuk om de oude bekenden weer te zien en er zijn ook twee nieuwe vrijwilligers gekomen. Omdat het zo regenachtig is, wordt er extra nadruk gelegd op de veiligheid. Met natte laarzen glij je makkelijk uit op een ladder en met een capuchon op is het lastig omkijken of niemand jouw afgezaagde tak op z’n hoofd krijgt. 

Als je in je warme huiskamer zit en naar buiten kijkt, krijg je van dit weer weinig zin om naar buiten te gaan. Maar als je met z’n twintigen bezig bent met wilgen knotten en je bent na een kwartier kleddernat, maakt het niet zoveel meer uit. 

Het leuke van wilgen knotten is dat je het resultaat zo duidelijk kunt zien. Alle takken gaan er af. De kale bol met takkenstompjes ziet er levenloos uit, maar in het voorjaar komt ie terug en over een jaar kun je niet geloven hoe groen en vol de boom weer is. 

Na een dik uur werken zijn we welkom in de kapschuur van een buurtbewoner voor koffie met een dik stuk cake. En net als we weer aan de slag willen gaan, komt een andere buur met een pan warme soep. Die kunnen we natuurlijk niet koud laten worden. Maar daarna gaan we weer het park in. 

Het laatste half uur stopt het eindelijk met regenen. Overal liggen stapels takken en we beginnen fanatiek aan de laatste wilgen. ‘Waar blijven in de winter nou die vijfhonderd soorten insecten die in zo’n boom wonen?’ vraagt iemand zich hardop af. 
Ik weet dat de wilg kampioen biodiversiteit is, met honderden organismen die er in, om, en van leven. We knotten ze dan ook niet allemaal tegelijk, maar om en om, zodat er schuil- en eetplekken overblijven voor allerlei beestjes. Maar hoe dat in de winter zit, weet ik niet precies. 

Als ik weer thuis ben, met droge kleren aan, zoek ik op internet naar de wilg en zijn bewoners. Het eerste wat ik vind is een foto van een eend die in de holte van een oude knotwilg nestelt. Er kunnen dus zelfs eenden wonen in deze sympathieke boom. Hoe meer ik over hem weet, hoe meer ik van de wilg ga houden. 

(Wat je bijvoorbeeld allemaal in een wilg kunt tegenkomen:
 Veel soorten vogels: om te nestelen, voedsel te vinden of om even uit te rusten of te schuilen voor storm of juist voor hitte.
 Bijen, wespen, zweefvliegen enz. voor de nectar, allerlei wantsen, galwespjes die hun eitjes op het blad leggen, kevers en torren, spinnetjes, rupsen en vlinders, slakken.
 Schimmels, mossen, korstmossen
 Planten die zich in spleten of holtes vestigen …. En nog veeeel meer. En eenden) 





zondag 26 oktober 2025

Gidsen op de afvalberg

Een lange trap loopt naar beneden met aan beide kanten (kale) struiken. In de verte beneden staat een groepje mensen in kleurige regenkleding“Er hebben zich zestien mensen aangemeld,” zegt H. terwijl hij op zijn telefoon kijkt. “Hoe gaan we het doen vandaag? Wil jíj beginnen of zal ik dat doen?” We staan op het punt om voor de tweede keer samen als gids op te treden bij een begeleide wandeling over de afvalberg in Weurt.

Het is een grijze zondagmorgen en volgens buienradar houden we het niet droog vandaag. Maar als we bij het startpunt onze fietsen neerzetten, staan er al twee mensen te wachten. Om tien uur zijn op twee na zijn alle deelnemers aanwezig en gaan we beginnen. Ik heet iedereen welkom en vertel iets over het ontstaan van deze wandelroute. 

Het is een samenwerking tussen de ARN (Afvalverwerking Regio Nijmegen), het Dijkmagazijn (Centrum voor natuureducatie) en VLB (Vrijwillig Landschapsbeheer). Na veertig jaar afval verzamelen is een deel van de vuilnisberg grondig ingepakt, met een flinke laag aarde bedekt en beplant met struiken.
 
Intussen is er een natuurgebied ontstaan waar veel dieren leven. Insecten en vogels, maar ook muizen, hazen, konijnen en zelfs reeën en vossen. Omdat de afvalcentrale aan de andere kant van het terrein (en grenzend aan deze groene heuvel) nog in bedrijf is, mag het niet opengesteld worden voor publiek. Maar wandelingen met een gids mogen wél. 

Het blijkt in een behoefte te voorzien. Sinds deze zomer de wandelingen begonnen, zijn ze steeds volgeboekt. Samen met een groepje IVN-gidsen hebben we een korte opleiding bij de ARN gehad om over de afvalberg en haar geschiedenis te kunnen vertellen. En met die groep geven we nu bij toerbeurt de rondleiding. 

Een heuvel met groen gras, waar middenin een boomstammentrap over naar beneden komt. Op die trap lopen mensen in de regen, capuchons op, naar beneden kijkend om niet mis te stappen
Ik weet de belangrijkste informatie wel, maar H. is beter op de hoogte van de geschiedenis en de werking van de centrale. Ik ben dan weer beter in de planten en struiken. Zo vullen we elkaar aan. We starten op een breed pad met aan beide kanten grauwe abelen die ons aankijken met tientallen ogen op de stammen.
 
In het natte gras vinden we populierenzwammen en in de jonge eiken van het ‘geboortebosje’ bekijken we de verschillende soorten gallen. Dan gaan we het hek door en de berg op over de nieuw aangelegde boomstammen-trap. Steeds staan we stil om iets te vertellen. Bovenaan de berg zie je nog een onafgedekt stuk stortberg waar hier en daar plastic uit de grond steekt.  

Net als we op het uitkijkpunt staan, begint de voorspelde regenbui. Jammer. We blijven daarom niet al te lang van het uitzicht genieten. Weer beneden vragen we of iedereen tevreden is over de tocht. Er wordt geknikt, er barst een gesprek los over hoe losjes er vroeger met afval werd omgegaan. Iedereen vond het interessant, we krijgen bedankjes en handen. Dan duikt iedereen in z’n capuchon en door weer een bui gaan we ieder naar ons warme, droge huis. Het was een koude, natte, maar zeer geslaagde ochtend.   
 



 

zondag 19 oktober 2025

Het echte vakantiegevoel

Kasteel Ruurlo
We hebben zin in een dagje weg en besluiten de Graafschaproute te fietsen. Op zaterdag staan we op tijd op en met de fietsen achterop rijden we naar de startplaats in Vorden. In ons routeboekje staan alle fietsknooppunten aangegeven en we vinden makkelijk het eerste nummer.  

Fietsen langs de knooppunten vinden we handig. Je hoeft niet de hele tijd op een telefoontje te kijken (bril op, bril af). We volgen gewoon de opgegeven reeks nummertjes. Van Vorden fietsen we door een bosrijk gebied naar Lochem, waar we de fietsen neerzetten en een rondje door het centrum lopen om het leukste koffietentje uit te zoeken.

In dat leukste koffietentje nemen we koffie met twee taartpunten en een mes om ze te delen. Ik warm mijn koude handen aan m’n cappuccino en we kijken samen nog eens in het routeboekje. Kasteel Ampsen hebben we gemist, maar verderop gaan we kasteel Ruurlo bezoeken. Dat is een museum, met o.a. een tentoonstelling van Carel Willink.

Bij Ruurlo moeten we even van de route af om bij het kasteel te komen. We dachten gewoon de bordjes te kunnen volgen, maar Museum More Kasteel Ruurlo wordt goed geheim gehouden. Zelfs als we volgens de app vlakbij zijn, is nergens een richtingbord naar het kasteel te bekennen. Toch ís het er wel. 

Terwijl we de fietsen op slot zetten, zien we twee dames in sjieke, lange jurken langslopen. Even later een jongeman strak in het pak. En nog meer mensen in feestelijke kleren. We lopen langs de lange-jurken-dames en geven ze een compliment voor hun elegante outfit. De feestgangers nemen een afslag en wij gaan naar de museum-ingang.

De schilderijen van Carel Willink vallen nogal tegen. Het zijn er niet zo veel en de meeste zijn vrij saai. Maar er is ook een zaaltje met een paar prachtige jassen van ontwerpster Fong Leng en de verrassing is een expositie met kijkdozen, kamers en video’s van een karton-kunstenares. Geweldige, complete minikamers van karton die ook weer als achtergrond dienen in wonderlijke, grappige filmpjes. 

Dit kleine museum is perfect om als tussendoortje op een fietsdag te bezoeken. We komen er glimlachend uit, fietsen het laatste stukje terug naar Vorden en zijn precies op tijd thuis. Daar heeft I. net pizza’s voor ons  gehaald. Goed geregeld, en zo krijgen we zelfs als pensionado’s het echte vakantiegevoel.



zondag 12 oktober 2025

Drukke tandartspraktijk


Behandelkamer tandarts

Mijn afspraak bij de tandarts is om vijf voor 9 ’s morgens. Ik moet ik me haasten om op tijd te zijn. In zeven minuten fiets ik naar de praktijk, waar ik me precies om vijf voor negen registreer ‘aan de paal’.

Op gepaste afstand van elkaar zitten er al vier mensen op de bankjes in de wachtkamer.  We wachten. Af en toe komt er een tandarts of een assistente de lange gang door om iemand te halen.  Mij niet.
Er staat een bordje bij het tijdschriftenrek: ‘Als u al langer dan vijftien minuten moet wachten, kom dan even naar de balie.’  Na twintig minuten ga ik vragen of er iets niet klopt. De receptioniste gaat even informeren en verzekert me dat ik ieder moment geroepen kan worden.

En jawel, een minuut later kan ik terecht bij Faust, mijn favoriete tandarts. Terwijl we door de gang naar de behandelkamer lopen, zeg ik dat het geen best begin is als je zo vroeg op de dag al zo uitloopt. Faust knikt en verontschuldigt zich. Dan vertelt hij dat het tegenwoordig steeds drukker is in de praktijk. “Patiënten wachten steeds vaker te lang met een behandeling die eigenlijk nodig is en dan wordt het ineens een spoedgeval dat tussendoor moet.”

Ik vraag of dat komt omdat mensen het misschien niet kunnen betalen, maar hij denkt dat het vooral een kwestie van mentaliteit is. Mensen vinden dat ze alles zelf wel kunnen bepalen. Dus wordt een advies vaak niet opgevolgd.

Intussen zit ik in de tandartsstoel. Faust praat verder. “En verder zijn wij de enige praktijk in de gemeente waar asielzoekers terechtkunnen. Alle anderen weigeren dat. Sja, het is af en toe een beetje gedoe met vertaal-apps en zo, maar die mensen moeten toch ook geholpen worden.”

Onder het praten door heeft hij de stoel achterover laten zakken en hij pakt het gereedschap om mijn gebit te gaan controleren. “En die uitlooptijd halen we niet meer in. Want voor jouw behandeling moet ik ook gewoon netjes de tijd nemen.”
Dat doet hij. En dan zegt ie tevreden dat ik mijn gebit netjes bijhoud en dat ik over een half jaar een nieuwe afspraak krijg.

De stoel gaat weer omhoog en ik wandel naar de balie voor de afspraak. “Maakt het uit bij welke tandarts?” vraagt de receptioniste. “Ja, bij Faust graag,” zeg ik. Want hij is niet alleen een prima tandarts, maar hij heeft ook zijn hart op de goeie plek zitten. En zo’n half uurtje extra wachten neem ik dan graag voor lief.

 

zondag 5 oktober 2025

Applaus voor de afzwemmers

kinderen in het water langs de rand van een zwembad
‘Ik wacht op je bij het zwembad,’ appt mijn vriendin N.  Om kwart over twee zwemt haar 7-jarige dochtertje T. af, maar ze zijn al vroeg op weg. Ik trek snel mijn zwempak aan onder m’n kleren en fiets naar het zwembad. 

N. heeft me door de glazen deur aan zien komen en komt me buiten begroeten. In de hal staan haar oudere dochter en de kleine A. Ze trekken me mee naar de wachtruimte met stoeltjes en tafeltjes, waar we onze schoenen uittrekken. T. staat  in haar roze badpak met ruches bedremmeld vlakbij haar moeder. 

Toen T. haar A-diploma haalde, nog geen drie maanden geleden, was er een misverstand: moeder N. had niet begrepen dat er een grappig ritueel bestond: elk afzwemmend kind mocht na het zwemmen en vóór de diploma-uitreiking mama of papa van de rand in het water duwen. Dat mislukte dus voor T. en die was ontroostbaar.

Omdat N. niet zeker is van haar zwemkunst en bovendien niet in badpak zou verschijnen met vaders in de buurt, beloofde ik als surrogaat-oma mee te gaan bij het B-diploma. 

Maar T. kijkt niet op als ik hallo zeg en klampt zich ineens in tranen aan haar moeder vast. 
Gelukkig heeft ze een doortastende zwemjuf. Die pakt haar vriendelijk maar vastberaden bij de hand en brengt haar naar de rij kinderen die al in badpak klaarstaan. Wij supporters zoeken een plekje langs de kant tussen heel veel anderen. 

Het is lang geleden dat mijn eigen kinderen hun diploma’s haalden en ik kijk met verbazing hoe het nu gaat. Eerst lopen de afzwemmers in een rij langs het publiek, dat gevraagd wordt te applaudisseren. 
Het is het eerste van vele applausrondes. Ieder kind dat onder een mat door is gezwommen krijgt een applaus. Er wordt geklapt na een paar banen schoolslag-heen-rugzwemmen-terug, applaus voor watertrappelen, applaus voor het beruchte ‘duiken door het gat’ en tenslotte voor een half baantje borst- en rugcrawl. 

Dan is het afzwemmen klaar en kondigt de badmeester aan dat elk kind een ouder van de rand het water in mag duwen. Ik wacht tot T. me een duwtje geeft, maar ze is zelf al enthousiast van de kant gesprongen, dus spring ik maar achter haar aan. Plagerig laat de badmeester ons een aardig tijdje watertrappelen (‘zijn jullie al moe?’) en dan moet iedereen snel afdrogen en aankleden, want over tien minuten worden de diploma’s uitgereikt. 

N. bedankt me hartelijk en buiten gaat T. samen met mij en haar diploma op de foto. Trots en blij. En al was het maar voor een paar minuutjes watertrappelen. Ik ben tevreden dat ik ben meegegaan. 

maandag 29 september 2025

Omfietsen

Ik heb de wind mee als ik naar mijn vriendin K. fiets. Windkracht vier, dat gaat lekker vlot. Op de terugweg wordt dat flink trappen, maar ik heb tenslotte een elektrische fiets, dus dat komt wel goed. Twee kilometer voordat ik bij de woonboot van K. ben, staan langs de dijk een kleine twintig notenbomen op een rij.  Wat ik hoopte blijkt te kloppen; met deze wind valt er wat te rapen. Moeiteloos verzamel ik een zak vol noten. 

Een kilometer verder. Na de volgende bocht ligt de boot waar ik moet zijn. Maar dwars over de dijk staan onaangekondigd over de hele breedte metalen hekken met een rood-wit lint eraan. Niet leuk. Omdat mijn ervaring is dat er op de fiets haast altijd wel een sluip-paadje te vinden is, trek ik één van de hekken een klein stukje open, duw m'n fiets door de kier en zet het hek netjes terug.  

Maar twintig meter verderop is de weg echt helemaal opengebroken. Op een bulldozer zit een man die me in het oog krijgt. Ik sta op het punt om te draaien als hij boos tegen me roept: TERUG! En nog een keer nóg wat harder: TERUG!!! Met een gestrekte wijsvinger wijst hij aan waar ‘terug’ is. Alsof ie het tegen een hond heeft. “Hoe ben je door die afzetting gekomen?” 

Ik haal mijn schouders op en draai om. Oké, ik zit verkeerd, maar daarom hoeft ie nog niet zo tegen me te schreeuwen. Opnieuw schuif ik het hek een stukje open. Erachter staat een andere wegwerker die langs me loopt, door het geopende hek. Zonder commentaar schuift hij het tussen ons dicht.  

En nu? Een halve kilometer terug, van de dijk af, het dorp door, zoeken waar ik de dijk weer op kan achter de afsluiting. Dat is een eind ná de woonboot, dus ik krijg een voorproefje van de tegenwind van de terugweg. Ik mopper in mezelf over de fiets-onvriendelijke afzetting.  

K. woont op een plekje aan een rivier-arm van de Waal dat tot voor kort fantastisch was. Vanuit de ramen van de boot is het uitzicht altijd anders. Het water dat in hoogte wisselt, de vogels, het eiland aan de overkant waar je soms een stuk strand ziet en waar soms de wilgen tot hun knieën in het water staan. Dat uitzicht is er nog steeds als je maar de goede kant op kijkt. Aan de andere kant is al het groen verdwenen en wacht een zandvlakte op het komende bouwproject. Dat is ook de reden van de wegafzetting. Niets aan te doen.  

De deur van de woonboot is open. K. en ik begroeten elkaar hartelijk. We hebben het niet over bouw- en sloopwerkzaamheden maar drinken koffie, lezen elkaar boekfragmenten voor, lunchen, praten en kijken de goede kant op naar buiten. Tot de dag is omgevlogen en ik weer op mijn fiets stap. Tegen de wind in terug. De noten laat ik achter. Op de terugweg vind ik wel weer nieuwe.  

dinsdag 23 september 2025

De mooiste dijk van Nederland

Bijna een jaar geleden schreef ik in een blogpost dat ik begonnen was aan een boek over de geschiedenis van VLB. Daar ben ik nooit op teruggekomen, maar dat betekent niet dat het niet gelukt is. 

Stapeltje exemplaren van het boek "De mooiste dijk van Nederland"
In juni was het boek klaar. "De mooiste dijk van Nederland; 50 jaar vereniging Vrijwillig Landschapsbeheer Beuningen". Voorzien van veel foto's, van voor naar achter meegelezen en geredigeerd, mooi opgemaakt en naar de drukker gestuurd. 

Toen lag er een doos vol Mooiste Dijken te wachten tot de geschikte datum om het eerste exemplaar aan de burgemeester aan te bieden. Het beste moment bleek pas in augustus aan te breken. De gelegenheid was een lezing over de toekomst van onze bloemrijke dijken. Een passend onderwerp en een datum waarop de burgemeester kon komen.

Burgemeester Daphne Bergman nam niet alleen het boek in ontvangst, maar bleef de hele avond en was heel geïnteresseerd in de lezing en de vereniging. Na afloop deelden we de boeken uit en natuurlijk bleven er nog een heleboel over. Die zijn nu te koop voor een tientje per stuk. 

Het was een leuke, tijdrovende klus om het te schrijven. Nu zijn er weer andere leuke klussen op mijn pad. Zoals het schilderen van teksten op mooie, houten borden, het maken van een werkbroek met veel zakken, het tekenen van de katten van dochter E. en het bijhouden van de website van VLB. Altijd genoeg te doen. 

zondag 21 september 2025

Nog één vakantieblogje

 (vervolg van "Luxemburg"

Na twee nachten in onze luxe tent verhuizen we naar een veel kleiner maar lekker droog huisje. Om tien uur moeten we uit de tent zijn, maar we hoeven niet tot drie uur 's middags te wachten met inchecken in het huisje. Onze bagage wordt met het golfkarretje regelrecht van de ene naar de andere plek op het vakantiepark gebracht.  

Vandaag gaan we naar Echternach, het oudste stadje van Luxemburg. Er moet een enorme Romeinse villa aan de rand van het stadje liggen, maar die slaan we over. We lopen een tijdje door Echternach, drinken koffie, bekijken de enorme voormalige abdij en besluiten naar de Wolfsschlucht te wandelen. 

Het is geen lange wandeling maar wel eentje die een flink eind omhoog gaat. Langs een smal pad met ronde keien klimmen we gestadig door tot we aan het begin van de kloof staan. Het uitzicht is geweldig. Tussen hoog oprijzende rotsen loopt een kronkelig pad van trappetjes met daar tussendoor steenbrokken, rechtopstaande en omgevallen bomen, mossen en varens.  

Op een informatiebord zie je hoe de kloof ontstaan is door het overhellen en afbreken van een brok van het oorspronkelijke steenplateau. We lopen een klein stukje omlaag tot onderaan het trappetjespad en dan wordt het pas écht klimmen. Het is een imposante plek. Een mens is maar klein als ie naast zo'n enorme rotswand loopt. 

Zodra we terug zijn in ons huisje breekt er een flinke bui los. We hebben eigenlijk de hele vakantie geluk met het weer. De meeste regen valt 's nachts of als we ergens binnen zijn.  

Onze laatste vakantiedag gaan we opnieuw naar de stad Luxemburg. Deze keer naar Musée National d'Histoire et d’Art. En we maken nu een ronde door 'Grund’, de oude benedenstad. Er loopt een riviertje door dat we volgen. We besluiten dat Luxemburg een mooie en bijzondere stad is.  

Nog één nachtje in het kleine huisje en dan is de vakantie om. We rijden vlot terug naar ons eigen fijne huis. Met onze eigen fijne tuin waar de paprikaplant helaas gestorven is van de droogte maar waar de tomaatjes aan de tomatenplant juist rood beginnen te worden. 

woensdag 17 september 2025

Luxemburg

(vervolg van "Langs de Moezel")

Voor het staartje - nou ja, een flinke staart - van onze vakantie rijden we naar Luxemburg. H. wilde graag nog een paar nachten kamperen, maar ik vind de tijd van kleine, oncomfortabele tentjes echt voorbij. Als compromis heeft H. voor twee nachten een glamping- tent geboekt in Larochette.  

Doorkijkje - onder een ruwe, stenen boog door zie je een huis en brokkelige stenen muren

Het heeft de hele nacht flink geregend en als we uit Perl vertrekken is het nog grijs en nat. Maar in de loop van de ochtend wordt het beter. In Larochette zijn we veel te vroeg om al in te checken en we maken een wandeling naar ‘Het Kasteel’. We klimmen naar de ruïne, die vanaf het vertrekpunt niet zo groot lijkt. Maar als we boven zijn, blijkt het haast een klein dorp te zijn. 

Voor een deel alleen resten van muren, voor een deel opgelapt en/of opnieuw opgebouwd en voor een deel in de steigers om verder gerestaureerd te worden. We lopen een tijd rond en gaan dan terug naar het pad om verder te wandelen. Terug in het stadje zien we een woest stromende beek tussen de huizen door klateren. Het heeft hier zó hard geregend dat er waarschuwingen voor hoog water uitgingen.  

De tent waar we gaan slapen staat op een deel van het terrein waar geen auto’s mogen komen. Onze bagage wordt er met een golfkarretje vanaf het parkeerterrein naartoe gebracht. Het is een enorm gevaarte waar je makkelijk met z'n zessen in zou kunnen wonen.  

In de vroege avond breekt nog even de zon door en zitten we op de vlonder van de voortent. In de tent naast ons jengelt een kind. In het huisje tegenover ons huilt een baby hartstochtelijk en ergens aan de andere kant klinkt vriendelijk gebrabbel van een peuter. Mensen met handdoeken om hun nek komen terug van het koepelzwembad dat we bij het inchecken zagen. We zijn op een soort Centerparks terechtgekomen.  

De avond is kil en vochtig en dan is een huis van doek toch niet het fijnste wat je kunt bedenken. 's Nachts kruipen we bij elkaar. Gelukkig hebben we geen last van alle baby's rondom en wakker worden is hier een stuk warmer dan gaan slapen. En kijk, het weerbericht voor deze dag is goed! 

Vanaf Larochette kun je makkelijk naar de stad Luxemburg. Eerst naar een P&R, dan met de trein, die hier gratis is. Vanaf het station kunnen we met een kabelbaan naar het hoge gedeelte van de stad. Ik wist niet dat Luxemburg zo'n spectaculair hoogteverschil had. Vanaf wat ‘het mooiste balkon van Europa’ genoemd wordt, kijk je uit over het lage deel. Dat uitzicht heb je trouwens vanaf veel meer plaatsen. We wandelen rondom de 'Grund’ en gaan met de glazen panoramalift naar beneden.  


Luxemburg lijkt op geen enkele andere stad die ik ooit bezocht heb. Behalve dan die onvermijdelijke straat met dure winkels die overal in Europa zou kunnen zijn. Maar daar zijn we heel gauw uitgekeken.  

(wordt vervolgd

 

zondag 14 september 2025

Langs de Moezel

 Metz, kasteel - bij dag     Metz, kasteel - bij avond

Onze vakantie begint in Metz. We zijn het erover eens dat het een leuke, gezellige stad is. Maar we blijven er maar kort, want om op de fiets langs de Moezel te trekken, hebben we een parkeerplek nodig waar de auto een tijdje kan blijven staan. Die hebben we gevonden in het kleine stadje Perl.  

Van Metz naar Perl is maar een uurtje (met de auto). We kunnen pas vanaf 3 uur 's middags inchecken bij het hotel dat we hier geboekt hebben maar we gaan vragen of we de auto alvast op de parkeerplaats mogen zetten om eerst te gaan fietsen. Een vriendelijke dame laat ons binnen en als we willen kunnen we meteen al de sleutel krijgen. (Hoeft niet) Parkeren is geen probleem. 

We fietsen een stuk langs de Moezel en terug. Morgen beginnen we echt.  
De aardige hotelmevrouw wijst ons de parkeerplaats die H. online had gevonden en waar we de auto gewoon een week neer kunnen zetten. Alles wat we de komende week nodig hebben, zit in onze fietstassen. 

Ik hou van fietsen langs een rivier. Niet alleen omdat je er weinig last hebt van de hoogteverschillen in het landschap. Het is ook fascinerend dat de rivier op de ene plek rustig is en op de andere plek een woeste stroming heeft. Op de ene plek enorm breed is en ergens anders veel smaller. Op de ene plek vriendelijk, op de andere donker en griezelig. Allemaal hetzelfde water. Op de voorgrond water. Daarachter een dorp en oplopende wijnvelden met in witte letters 'Piesporter Goldtröpfchen'

Langs de Moezel zijn eindeloze wijngaarden. Soms op hellingen die zó steil zijn dat je je afvraagt hoe ze daar ooit kunnen werken. Het is bijna tijd om de druiven te oogsten en op een paar plaatsen zien we al kleine groepjes mensen bezig. Wat we ook zien zijn de namen van de verschillende wijndomeinen die met trotse, grote letters op de berghelling staan.  

We fietsen naar Trier, naar Bernkastel Kues, naar Cochem en tenslotte naar Koblenz. Elke namiddag is het een verrassing op wat voor plek we gaan overnachten. Het appartement in Koblenz wint. Geweldig veel ruimte en een terras met uitzicht en een hangstoel. Elke dag proeven we een glas wijn uit de streek. En elke dag hebben we wonder boven wonder goed weer. Terwijl er in de voorspellingen voortdurend regen voorkomt. Die valt vooral ‘s nachts en op plekken waar we niet zijn. 

VOor de terugweg naar Perl hebben we een dag minder. Dat is soms even doorbijten maar ook met de windrichting hebben we geluk. Na een week zijn we terug in Perl en nu begint het luie deel van onze vakantie. 

(wordt vervolgd)




maandag 25 augustus 2025

Fysiotherapie

 

Witte boerderij
De praktijk voor fysiotherapie is gevestigd in een piekfijn gerenoveerde, witte boerderij dicht bij het centrum. Een stukje verderop hebben ze sinds kort een dependance in de voormalige apotheek, waar onder professioneel toezicht gesport wordt. Door de grote ramen zie je mensen geconcentreerd op hometrainers fietsen en op een loopband lopen. 

Mijn afspraak is in de boerderij. Ik heb geen dramatische klachten, maar een gezeur in de buurt van mijn heupprothese waarvan ik wilde weten of die ijzeren heup na 12 jaar trouwe dienst soms al begon te slijten. De fysiotherapeut denkt dat het eerder een spier is die zeurt en heeft me krachtoefeningen gegeven. Vandaag bespreken we de voortgang. 

Het is best druk in de wachtruimte. Van de zeven stoelen zijn er vijf bezet en dan staat er ook nog iemand. Om deze open ruimte heen lopen gangen met deuren naar behandelkamers. Af en toe zie ik een kwiek, jong persoon uit zo'n deur komen om even iets bij de receptie te regelen of naar een andere plek te verdwijnen. 

Ik kijk om me heen. De mensen op de stoeltjes zijn allemaal een stuk ouder en krakkemikkiger dan de mensen die rondlopen in shirtjes met het logo van de praktijk. Logisch natuurlijk. Het drukt me met m'n neus op de feiten: dit is mijn categorie.  

Een therapeut wenkt de mevrouw tegenover me, die hem glimlachend begroet en een beetje hinkend achter hem aan een gang in loopt. Ook de dame links van me wordt opgehaald. Haar man (neem ik aan) ondersteunt haar als ze moeizaam opstaat.  

Ik hoor snelle voetstappen vanaf de bovenverdieping naar beneden komen en daar verschijnt Joep, 'mijn’ fysiotherapeut. Hij steekt z'n hand op en als ik opsta, draait hij zich om en zegt over zijn schouder: ‘We gaan naar boven’.  Ik volg hem de trap op en vraag me af hoe ze dat doen bij het inroosteren: voor sommige cliënten moet die trap een lastig obstakel zijn. 

Het gaat goed met mijn krachtoefeningen. Ik heb niet de illusie dat ik ooit een gespierd lichaam zal hebben, maar goed onderhoud is zeker haalbaar. Ik heb er genoeg zelfdiscipline voor en Joep maakt me complimenten over de correcte uitvoering van de oefeningen. Na 25 minuten loop ik vlotjes de trap af en naar buiten. Opgewekt fiets ik naar huis.  
Voorlopig hoef ik niet terug te komen.  

maandag 18 augustus 2025

Fruitdag


 

Toen ik een jaar of tien was, bedacht mijn moeder de leuke, gezonde uitdaging om met het hele gezin een fruitdag te houden. De hele dag niets anders eten dan fruit, dus. Ik herinner me niet of het plan algemene instemming kreeg, maar wel dat ik in de loop van de dag steeds meer behoefte kreeg aan iets substantiëlers dan fruit. 

Het verhaal werd later dat we elkaar 's middags bij de snackbar tegenkwamen, maar ik geloof niet dat het echt zo gegaan is. Wel dat we het met z'n allen niet volhielden en dat daar friet aan te pas kwam. 

Een fruitdag is er nooit meer gekomen. Tenminste niet in de betekenis die mijn moeder eraan gaf. Maar gisteravond, nadat een buurvrouw aan de deur kwam met een potje perziken-van-eigen-boom jam voor ons, zei ik tegen H. dat dat een mooie afronding was van een fruitdag. 

Dit jaar is het vroeg oogsttijd in onze tuin. De braamstruik heeft al kilo's dikke zwarte bramen opgeleverd. Momenteel raap ik elke dag een paar flinke handenvol hazelnoten en de appelboom hangt vol met de grootste appels ooit. Nu beginnen die als het een beetje waait op de grond te vallen. Er moet dus actie ondernomen worden. 

Op zondagmorgen besluiten we dat er vandaag bramen en appels geplukt en verwerkt moeten worden. H. duikt de struiken in voor de bramen en ik pluk de appels en deel ze in drie groepen in: onmiddellijk verwerken, tamelijk snel verwerken en bewaren. 

Dan zetten we een grote pan bramen op, koken jampotten uit, wegen geleisuiker af, en maken zes potten bramenjam. In één moeite door ook nog een paar potten met een mix van restjes bessen, bramen en frambozen die nog in de vriezer liggen. Het schoonmaken van alle attributen is het minst leuke werk. De potten jam staan ondersteboven luchtdicht af te koelen. Vanavond kunnen ze bij de voorraad die al in de schuur staat. 

Na een uurtje leespauze ga ik de appels met lelijke plekken te lijf. Het levert een flinke pan appelmoes op en terwijl ik erin sta te roeren gaat de bel. Het is de buurvrouw van een stukje verderop, met de perzikenboom in de tuin. Een paar jaar geleden raakten we in gesprek over die boom en wat je met die niet-zomaar-eetbare perziken zou kunnen. Sindsdien maakt ze er jam van. We ruilen een potje perziken voor een potje bramen. 

Het huis ruikt naar fruit. Er staan voor een jaar genoeg potten jam klaar en ik vul er nog een paar met appelmoes. We hebben allerlei dingen gegeten die geen vruchten waren, maar toch was dit een echte fruitdag. 

zondag 10 augustus 2025

Op de bonnefooi

Ik had eigenlijk meer gedacht aan een rondje in de buurt van een kilometer of 15, maar H. stelt voor om naar Millingen te fietsen.  
“Maar dat is hartstikke ver!” pruttel ik.  
“Dat valt wel mee,” vindt H. “Hooguit 60 kilometer.” 
Het is even omschakelen, maar het is een mooie dag en we hebben geen plannen of verplichtingen, dus waarom ook niet. 

We hebben de wind mee. (Dat vind ik altijd een beetje jammer op de heenweg. Als je heen flink moet trappen, voelt de terugweg meer als een cadeautje.) Het is echt lekker fietsweer en het is een mooie route. Eerst bij Nijmegen de brug over naar de noordkant van de Waal, dan richting Duitsland en bij Millingen met de veerpont weer het water over. En nu hebben we koffie verdiend. 

Halverwege de terugweg stelt H. voor om bij een ex-collega annex vriendin van hem langs te gaan.  
“Dan kun je gelijk haar tuin eens zien.” 
Ik ken haar wel, maar ben nog nooit bij haar thuis geweest.  

Grappig, dat hij dit voorstelt. Als we samen een fietstochtje maken, voelt hij er meestal niks voor om – behalve een drinkpauze onderweg – ergens te stoppen om iemand te bezoeken of naar een museum of zoiets te gaan. Ik vind het meteen een goed idee. Dus maken we een kleine omweg en gaan op de bonnefooi naar het huis van L. 

In de voortuin is haar man aan het snoeien. Hij begroet ons vrolijk en vraagt of we soms komen helpen. Als echte tuinfanaten maken we aanstalten om dat echt te doen, maar dan komt L. naar ons toe en roept dat we mee moeten komen om iets te drinken en dat ze een rondleiding zal geven in de tuin. 

De tuin is geweldig. Vanaf het huis loopt het langzaam omhoog van het terras naar een glooiend grasveld met bloeiende borders tot een verborgen hoekje met rozenstruiken, langs een smal paadje door een steeds bosachtiger gedeelte dat tenslotte eindigt bij een hek waarachter het echte bos begint.  

Op een schaduwrijk plekje staat een tafel met stoelen waar L. koffie, thee en koekjes komt brengen. Haar man vindt ons een goed excuus om een pauze te nemen en we zitten zeker anderhalf uur over van alles en nog wat te praten voordat we weer op onze fietsen stappen voor de laatste tien kilometer van vandaag.  

“Dat was een goed plan,” zeg ik tegen H. terwijl we naar huis fietsen. En dat is hij helemaal met me eens.  

dinsdag 5 augustus 2025

Zeisen en harken op de camping

Zeis ligt in het grasIk heb vakantie van de timmercursus, dus nu kan ik mee met de dinsdagmorgen-groep van Vrijwillig LandschapsBeheer. We gaan werken op camping De Hoogewaard.  
Landschapsbeheer op een camping?  
Jawel, want dit is niet zo'n plek met afgebakende grasveldjes, maar een wat wilder terrein. Op hun website staat het zo:  
“De Hoogewaard is intiem ingedeeld met behoud van het oud landschappelijk karakter. Omringd met Zwarte Elzen, een flinke Meidoornhaag, hoogstamfruit bomen en een wilgenbos." 

Vandaar dat er wel een klik is met onze club.  
Met z'n zevenen komen we aan met snoeischaren, grasscharen, harken en zeisen. Vlak bij de ingang is een grasveld met een springkussen waar wat kinderen aan het spelen zijn. 

We houden de zeisen in de gaten en waarschuwen dat ze daar beter niet te dichtbij kunnen komen, anders zijn ze straks nog een paar tenen kwijt.  
“Komen jullie onze tenen er af snijden?” vraagt een van de jongetjes. 
“Ja,” zeg ik, “die kunnen we goed gebruiken voor de tenensoep. 
“Vind je tenensoep lekker dan?”  
“Natuurlijk. Vooral met véél tenen erin.” 

Ze springen lachend verder op het springkussen en even later vertellen ze dat ze straks naar een verjaardagsfeestje gaan. We vragen wie er jarig is en er wordt gewezen naar een klein manneke in een zwembroek dat rondloopt met een opblaas-cijfer 3. Weten we meteen hoe oud ie vandaag wordt. 

Met ons gereedschap vertrekken we naar de andere kant van de camping, waar o.a. langs de sloot het hoge riet weggehaald moet worden. Ik heb nog nooit met een zeis gewerkt en het duurt een tijd voor ik de slag te pakken heb. Ik ben een team met S. uit Syrië. Tussen het zeisen en harken door praten we Nederlands, want het is de bedoeling dat hij daarmee oefent.  

Aan het eind van de ochtend hebben we een flink stuk sloot vrij en weet S. het verschil tussen grond en vloer, een kruiwagen en een kar en tussen ‘wachten’ bij instanties, dat duurt drie jaar, en ‘even wachten’, dat duurt een minuutje.  

Dan komt H. vertellen dat het tijd is om te stoppen. Zoals gewoonlijk na een ochtend werken in het landschap heeft hij hier en daar een bloedende schram opgelopen. Dat heb je, als je zo enthousiast aan de slag gaat.  

We nemen ons gereedschap mee terug naar de ingang, waar de auto's staan en rijden terug naar Beuningen. H. een beetje gebutst, ik met spierpijn van het zeisen. Maar iedereen is heel tevreden over het werk dat we hebben gedaan.  


zondag 27 juli 2025

Voedsel voor bijen

Ik zit aan tafel iets op m'n iPad op te zoeken en hoor met één oor een Vlaamse nieuwszender waar H. op televisie naar zit te kijken. Mijn aandacht wordt getrokken door een item over bijen: een bedrijfje in België blijkt al jaren bezig onderzoek te doen naar alternatief voedsel voor bijen, omdat er steeds minder bloemen zijn met stuifmeel. 

Ik luister even mee. Ze zijn al twintig jaar bezig een volwaardig bijenvoedsel te maken en nu is het dan eindelijk gelukt een nougat-achtige substantie te maken die het stuifmeel helemaal kan vervangen. “Met 22 miljoen euro die ze (waar?) hebben opgehaald, wil het bedrijf massale bijensterfte wereldwijd tegengaan,” klinkt het opgewekt. 

Daar blijf ik een tijdje over nadenken.  
Het is natuurlijk mooi dat mensen zich de achteruitgang van de biodiversiteit aantrekken en er iets aan willen doen. Maar een alternatief voor stuifmeel ontwikkelen?? Dat lijkt me een wonderlijke oplossing.  

We hebben de bijen (en andere insecten) hard nodig omdat ze bloemen bestuiven, zodat de natuur in stand blijft en daarmee voedselvoorziening voor alle levende wezens, inclusief mensen. Ga je de beestjes alternatief voer geven, dan hebben we wel bijen, maar schiet het niks op met die bestuiving.  

Wat is dit voor bedrijf?  
Ik ga aan het googelen en al gauw begrijp ik dat achter de nobele doelstelling om bijen te redden een ander doel zit. Het biotechbedrijf Apix Biosciences is nauw verbonden aan Maatschap Mellona. Heeft die naam iets bekends? Jawel, het is een grote honingproducent.  

Ach, dat verklaart een hoop.  
Dat de natuur uit evenwicht raakt en dat daardoor de biodiversiteit achteruitholt is een probleem als je honing verkoopt. Maar niet als je buiten die natuur om tóch gewoon bijen kunt voederen. En omdat het zo goed klinkt, kun je je ook nog eens lekker profileren als bijenredder.  

Ik ben benieuwd of de donateurs van die 22 miljoen snappen dat ze helemaal niet investeren in biodiversiteit, maar gewoon in een commerciële honingverkoper.  

zondag 20 juli 2025

Geen ijsje

Mijn jongste dochter I. geeft niet zoveel om luxe en materiele zaken. Dat komt goed uit, want ze heeft een laag inkomen. Een tijd lang was het alleen een uitkering, sinds twee jaar zo'n beetje het minimumloon. 

Veel gemeentes hebben een systeem van duwtjes in de rug voor minima. In Wijchen, waar I. woont, is dat niet anders. Een leuk duwtje was een strippenkaart voor bolletjes ijs bij een ijssalon op het marktplein, met het idee dat je dan eens iemand onbekommerd op een ijsje kunt trakteren. 

Ik ga regelmatig met I. lunchen en vaak betaal ik dat dan, maar nu nodigt ze mij uit om een ijsje te komen eten. We spreken af op zondagmiddag om twee uur op het plein. Alleen zie ik zaterdagavond op buienradar dat rond die tijd regen en windstoten verwacht worden. Ik bel om te overleggen en we schuiven de afspraak naar voren: 's morgens om elf uur. Dan kan ik droog terug naar huis fietsen. 

Precies als ik het marktplein op fiets, komt I. van de andere kant aanfietsen. Voor de ijssalon stappen we af. Oei, die ziet er erg dicht uit.  
“O, wat stom!  Ik ben vergeten te kijken of ze 's morgens al open zijn!” 
I. baalt en kijkt op haar telefoon: om twaalf uur gaat de ijssalon open. Dat is pas over een uur.  

Ze denkt even na en zegt dan: “Wil je dan een brownie?”  
Dat is een prima alternatief. Even later zitten we op het terras van Brownies en Downies in de schaduw van een grote parasol te wachten op onze bestelling. Op buienradar zien we dat het slechte weer besloten heeft een paar uur later te beginnen, dus we hadden net zo goed onze afspraak op twee uur kunnen laten staan. 

Dit is de fijnste manier om samen te zijn met I. Relaxt op een terras, gewoon een beetje kletsen over niets bijzonders. Zo lang als het duurt om koffie met een brownie te bestellen, op te drinken en eten en te betalen (zij betaalt). Dan wandelen we weer naar onze fiets en nemen we afscheid. 

“Het voordeel is,” zeg ik, “dat ik nou nog een ijsje tegoed heb.”  
Ze lacht: “Ja, maar dan wel 's middags.” 

dinsdag 15 juli 2025

Speciale vierdaagse-gast

Vanaf zondag logeert mijn dochter E. hier en vertroetelen we haar, want ze loopt de Vierdaagse: vier keer veertig kilometer.  
Vanaf haar tienertijd heeft ze verschillende keren het plan opgevat om eens mee te lopen. Vaak direct nadat we lopers in huis hadden, waar we op de vrijdagavond afscheid van namen met een extra feestelijke maaltijd en met bloemen en kadootjes. 

Het bleef altijd bij een vaag voornemen dat in de loop van het jaar weer zoekraakte. Maar nu is het serieus. De tiener van toen is intussen een vrouw die een uitdaging niet uit de weg gaat. En deze keer was de uitdaging om samen met een paar vriendinnen de Nijmeegse Vierdaagse te lopen.  

Het trainen naast haar drukke baan viel niet mee, maar ze is goed voorbereid. Niet alleen wat oefenkilometers betreft, maar ook op andere gebieden. Al maanden geleden ging ze op zoek naar precies de goede wandelschoenen en sokken. Ze heeft een rugzakje met waterzak om onderweg niet uit te drogen. Er is geëxperimenteerd met het afplakken van hielen en tenen. Zij en haar vriendinnen hebben een soort abonnement afgesloten om onderweg te kunnen plassen en zo nodig verzorging te krijgen.  

En dan heeft ze natuurlijk een uitstekend logeeradres. Wij zijn geoefende vierdaagse-troetelaars. Het verblijf is all-in met dagelijks een voedzame maaltijd, tussendoortjes om mee te nemen, een goed bed, desgewenst een massage in de vroege avond, en een ontbijt dat ze dan wel zelf uit de koelkast moet halen, want we gaan niet zo ver dat we om vijf uur opstaan. 

Op de app waarmee je je favoriete lopers kunt volgen, zagen we net dat ze op een kilometer na de eerste dag heeft uitgelopen. Dat ziet er goed uit. Morgen zullen we langs de weg zitten met dropjes, stukjes komkommer en aanmoedigingen.  

Ja, het lopen van de vierdaagse is geen sinecure, maar aan de zijlijn heb je er ook je handen aan vol. Waar ik even niet op gerekend had, is dat ze ons vrijdag aan de Via Gladiola in Nijmegen verwacht om haar met bloemen en omhelzingen in te halen. Ai, dat heb ik al die jaren met lopers-in-huis kunnen vermijden. Ik ben bang dat ik er niet onderuit kan.  

Nou ja, dat zien we vrijdag dan wel weer. In elk geval ben ik nu al trots op mijn speciale vierdaagse-gast.  

vrijdag 4 juli 2025

Pompoen of courgette?

het jonge plantje
In onze compostbak wordt het niet zó warm dat zaden hun kiemkracht verliezen. Ik ben daarom een beetje voorzichtig met allerlei uitgebloeide planten die ik niet door de hele tuin wil zien opkomen. Die gaan in de groenbak aan de straat. Maar groente en fruitafval gaat gewoon bij de compost, zaden of niet. Tomaten, pompoenen of paprika's mogen van mij overal als kiemplantjes tevoorschijn komen. 

De grote, gele bloem 
Dat gebeurt dan ook regelmatig. Vooral tomaten zijn enthousiaste spontaan-opkomers en bijna elk jaar kom ik wel een paar van die miniplantjes tegen die ik dan voorzichtig op een geschiktere plek zet en koester tot er tomaten aan komen. Pompoenzaden komen ook vaak uit. Zowel in de compostbak, waar ze door gebrek aan licht weer doodgaan, als erbuiten, waar ze meestal onmiddellijk door slakken worden opgegeten. 

Dit voorjaar kwamen er in mijn moestuinbak drie kiemplantjes op die ik herkende als pompoen-achtig. Omdat het een droge lente was, kwamen er geen gulzige slakken op af en al gauw waren het mooie, stevige plantjes. In de app PlantNet voerde ik een foto in en de app zei met grote stelligheid dat het flespompoenen waren. Ha, leuk. Lekker. 

Ongeveer een maand later kwamen er een paar grote, gele bloemen en sommige daarvan (de vrouwelijke bloemen) hadden een bolletje dat na de bloei een vrucht begon te vormen. De vruchtjes waren volmaakt rond en ik ging nog eens met PlantNet aan de slag om zeker te weten of het om een flespompoen ging. Deze keer was de app ervan overtuigd dat ik courgetteplanten heb. 

Uitgebloeide bloem met vruchtbeginselDe vruchten werden groter en groter, maar bleven rond. Terwijl ik zeker weet dat er geen zaden van ronde courgettes in de compostbak kunnen zitten. De app noemde het om en om flespompoenen, reuzepompoenen en courgettes. Ik weet dat je courgettes beter niet al te groot kunt laten worden, maar als het pompoenen zijn, moeten ze toch echt nog een tijd groeien. Wat is wijsheid?   


Van google leer ik dat zelf gewonnen zaden planten kunnen geven die door kruisbestuiving andere soorten vruchten opleveren, soms zelfs giftige pompoenen! Die kun je wel herkennen aan een bittere smaak. Ik besluit om één van de drie mooie, ronde pompoen/courgetten te oogsten om van binnen te bekijken, te proeven en zekerheid te krijgen. 
De pompoen. Nee, de courgette!
 
Ik snij de bol doormidden. Het zou een courgette kunnen zijn... of zijn die kleine pitjes nog niet gerijpte pompoenzaden? Ruikt het als een pompoen? Of is dit toch meer courgette-achtig. De geur is niet erg sterk. Voorzichtig proef ik een klein stukje. Niet bitter. Vrij zacht. Volgens mij is het een courgette. H. denkt dat het een pompoen is.

De ultieme proef: ik snij een plak af, strooi er wat cajunkruiden op en bak hem in een beetje roomboter. En het is... courgette. Drie geoogst, twee bijna oogstrijp en er komen er nog meer. Dus de komende tijd eten we gebakken courgette, gevulde courgette, gegrilde courgette, courgetti. En dat allemaal gewoon uit zaden in de compostbak. 

  

zondag 29 juni 2025

Rondje muziek

Het is druk bij het dorpshuis maar we vinden nog een plekje om onze fietsen neer te zetten. Buiten staan drie statafels met bordje A, B en C. Wij hebben gekozen voor route B. en melden ons bij Gemma van de bibliotheek, die achter de middelste tafel staat. Ze hoeft onze startbewijzen niet eens te zien en deelt ons in bij groep B4.  
“Daar aan de overkant, bij Annet.”  

Annet is een vrolijke dame met een geel hesje aan. Zij zal onze groep naar de vier adressen brengen waar we naar muziek gaan luisteren. Dit is de vierde keer dat we meedoen aan het Zomers Ommetje, en het is altijd een verrassing wat er tijdens de ommetjes te beleven is. Vaak muziek, soms iets theatraals en vorig jaar zat er een kunstenaarsatelier op de route. 

Tussen de preekstoel en het doopfont zit de accordeonist op een krukje te spelen
Deze keer is het overal muziek. De eerste stop is al na honderd meter. We gaan de kerk binnen, waar een accordionist ons opwacht. Hij laat in het korte optreden veel verschillende muziekstijlen horen en als iemand een vraag heeft over zijn instrument, speelt hij even gauw in alle registers een stukje als demonstratie. Leuk! We bedanken de man en moeten verder. 

In het Molenhuistheater is het kleine podium volgepropt met (voornamelijk) blazers van het orkest Kunst en Volharding. Jeugd en volwassenen door elkaar met ervóór een hoogzwangere dirigente. Ze spelen een serie korte nummers, ook hier weer verschillende genres. Er zit wel eens iemand naast, maar het is vrolijke muziek en mooi dat er zoveel jonge mensen in het orkest meespelen. 

We lopen door de zoele avondlucht naar het huis van dokter Haverkort. Daar hebben we al eerder een optreden meegemaakt van de gepensioneerde dokter op piano met zijn zoon op saxofoon. Deze keer begeleidt hij zijn zingende dochter. Ze begint met Nederlandstalige liedjes, maar komt pas echt los bij de jazz standards. Da's lekker luisteren. 

De afsluiter is een zangkwartet/kwintet. Voordat ze gaan zingen, krijgen we uitleg over de plek waar we zijn. Een historisch huis op de plek waar vroeger een kasteeltje was. Het is een idyllische plek. In de tuin zijn rijen stoelen opgesteld voor een open tuinhuisje waar het kleine koor in staat. Ze zingen klassieke vier- en vijfstemmige liederen. 

Daarmee is het ommetje rond en we lopen terug naar het dorpshuis, waar als afsluiter de band ‘Don't look back’ sixties-nummers speelt (what's in a name). We maken met verschillende mensen een praatje, maar na twee drankjes gaan we naar huis, want daar is inmiddels onze Amsterdamse dochter aangekomen. Zien we die ook nog even. 
Al met al een avond om blij van te worden. 

dinsdag 24 juni 2025

Verborgen tuinen in Rotterdam

Op 14 en 15 juni is het open tuinen weekend in Rotterdam (en op nog veel meer plaatsen). Zondagmorgen bezoeken we een museum en 's middags pakken we de fiets om eens te zien wat deze grote stad aan tuinen te bieden heeft. 

Ik heb online toegangsbewijzen gekocht en voordat we vertrekken zoek ik op m'n telefoon naar de mail waarmee ik ze ontvangen heb. Die blijk ik niet te hebben. Alleen een bevestiging van de aankoop. We maken ons er niet erg druk om; we zien wel. 

De eerste tuin die we bezoeken is een grote binnenplaats tussen lage flatgebouwen. Een ouder echtpaar (tachtigers, vertellen ze,) raakt niet uitgepraat over hoe ze 24 jaar geleden dit kale plein in een buurttuin begonnen te veranderen. We krijgen een glas vlierbloesemlimonade en een stoel aangeboden en blijven minstens een half uur hangen. Leuk, zulke enthousiaste kartrekkers. Naar een toegangskaartje vragen ze niet. 

De tweede is een particuliere tuin van een jong stel. Als we aankomen, stappen er juist ook twee vrouwen van hun fiets. Ze hebben een kaart bij zich waarop ze het adres controleren. Ik vraag waar ze die vandaan hebben en ze vertellen dat de kaart het toegangsbewijs is. Je kon hem na je betaling ergens afhalen.   

Aha. De mail waar dat in stond heb ik dus niet gekregen. Maar we wandelen toch maar de tuin in. Ook hier enthousiasme en trots. We kijken niet alleen rond, maar hebben ook een leuk gesprek met de bewoonster over het hoe en waarom van de indeling, de planten, de schaduwhoek en hoe jammer het is dat veel mensen liever een tegelplateau hebben dan een tuin.  

Het volgende adres is een volkstuinencomplex. Twee van de tuiniers staan bij de ingang te vertellen waar iets te zien is en dat we beslist ook de gezamenlijke vlindertuin moeten bekijken. Een joviale dame met een enorme bril verwelkomt ons in de eerste volkstuin. Een zorgvuldig onderhouden paradijsje met tientallen soorten bloeiende bloemen. We maken een rondje. 

De brilmevrouw is in gesprek, maar als we dag roepen en duimen opsteken: ‘mooie tuin!’ komt ze nog vlug iets vertellen over de vele soorten en hoe ze soms zaden krijgt of ruilt. Dat herinnert me eraan dat ik zakjes zaad uit onze eigen tuin bij me heb, omdat ergens op de route een zadenruilplek moet zijn. Ik geef haar witte malve. Ze wil me wel een plantje teruggeven, maar da's niet zo handig op de fiets. We zwaaien. 

Er volgen nog een stuk of zeven tuinen. Elk plekje anders, maar allemaal met trotse eigenaars die niets liever doen dan vertellen over hun planten, hoe het er eerst uitzag, wat ze veranderd hebben, wat wel en niet goed werkt. Bij een centraal pleintje zitten meerdere eigenaren aan een tafel in de zon. Willen we koffie? Een appel? En hebben we de vlindertuin al bekeken? 

Het wordt tijd om terug te fietsen naar het hotel en dan een restaurantje te zoeken. Daar praten we na over onze dag in Rotterdam. Geen haven, geen Euromast, geen markthal, geen kubuswoningen, maar tuinen (en de Kunsthal). Een geslaagde dag. 

donderdag 19 juni 2025

Knolraap en lof, schorseneren en prei

We zijn in twee etappes naar Rotterdam gefietst en op zaterdagmiddag hebben we ons geïnstalleerd in onze hotelkamer-voor-twee-nachten. Voor morgen hebben we een plan, voor het restje van vandaag nog niet. Eens zien of er iets leuks te doen is. Niet te vermoeiend asjeblieft, want we hebben er al 75 kilometer fietsen opzitten. 

Portrettekeing van drs. P. met in zijn hand een enorm lange, rokende sigaar
H. vindt een voorstelling in het Luxor Theater: ‘Rock mee met Drs. P.’ 
‘Kijk, er zijn nog kaartjes verkrijgbaar.’ Hij laat het zien op de website.  
Ik ben een groot fan van de doctorandus; van de humor en het taalgebruik in zijn teksten. Ooit heb ik Drs. P. geïnterviewd - samen met Ivo de Wijs – en dat was een feestje. 

Dus ja, we kopen kaartjes, gaan op tijd een restaurantje zoeken aan de West-kruiskade en lopen daarna op ons gemak naar het Luxor Theater.  

Ik had een zaal vol grijze hoofden verwacht, maar het publiek is een mix. Naast H. zit een dertiger en daarnaast een oudere man. 
‘Ben je fan?’ vraagt H. hem, ‘of moest je mee van je vader?’ 
Hij moet lachen.  
‘Het is mijn verjaardagscadeau voor mijn vader!’ vertelt hij en wijst naar de man naast hem. Leuk! We vermoeden dat er in de zaal meer ouders met volwassen kinderen zitten. Mijn dochter I. zou het ook zeker leuk gevonden hebben. 

De avond is een hommage aan drs. Heinz Polzer, tien jaar geleden overleden, maar nog lang niet vergeten. Het programma wordt aan elkaar gepraat door Ivo de Wijs, die tussen de liedjes door allerlei leuke anekdotes vertelt. Die liedjes worden vertolkt door heel verschillende artiesten, jong en oud, van matig tot geweldig. Het bekende lied ‘De Veerpont’ (oftewel Heen-en-weer) horen we van drs. P. zelf, te zien op een hilarische oude film.  

In de zaal wordt meegezongen, meegeklapt en aan het eind van de voorstelling krijgt Erik van Muiswinkel de hele zaal zo gek om het refrein ‘Knolraap en lof, schorseneren en prei’ met de handen schuddend in de lucht (als bij een gospel) mee te zingen. Vanaf het balkon waar wij zitten is dat een prachtig gezicht. 

We komen helemaal vrolijk terug in het hotel, waar we nog een biertje drinken en elkaar vertellen wat we het leukst vonden.  
En morgen... een onverwachte kant van Rotterdam. Het is namelijk open tuinen weekend en daar hebben we zin in. 

Prijs voor de vrede? zo’n beker is gewoon te koop

Bovenop onze piano staat een ‘zilveren’ beker. Een halve meter hoog, op een vierkante voet, met twee krullerige, bewerkte oren en bovenop he...