zondag 19 oktober 2025
Het echte vakantiegevoel
Fietsen langs de knooppunten vinden we handig. Je hoeft niet de hele tijd op een telefoontje te kijken (bril op, bril af). We volgen gewoon de opgegeven reeks nummertjes. Van Vorden fietsen we door een bosrijk gebied naar Lochem, waar we de fietsen neerzetten en een rondje door het centrum lopen om het leukste koffietentje uit te zoeken.
In dat leukste koffietentje nemen we koffie met twee taartpunten en een mes om ze te delen. Ik warm mijn koude handen aan m’n cappuccino en we kijken samen nog eens in het routeboekje. Kasteel Ampsen hebben we gemist, maar verderop gaan we kasteel Ruurlo bezoeken. Dat is een museum, met o.a. een tentoonstelling van Carel Willink.
Bij Ruurlo moeten we even van de route af om bij het kasteel te komen. We dachten gewoon de bordjes te kunnen volgen, maar Museum More Kasteel Ruurlo wordt goed geheim gehouden. Zelfs als we volgens de app vlakbij zijn, is nergens een richtingbord naar het kasteel te bekennen. Toch ís het er wel.
Terwijl we de fietsen op slot zetten, zien we twee dames in sjieke, lange jurken langslopen. Even later een jongeman strak in het pak. En nog meer mensen in feestelijke kleren. We lopen langs de lange-jurken-dames en geven ze een compliment voor hun elegante outfit. De feestgangers nemen een afslag en wij gaan naar de museum-ingang.
De schilderijen van Carel Willink vallen nogal tegen. Het zijn er niet zo veel en de meeste zijn vrij saai. Maar er is ook een zaaltje met een paar prachtige jassen van ontwerpster Fong Leng en de verrassing is een expositie met kijkdozen, kamers en video’s van een karton-kunstenares. Geweldige, complete minikamers van karton die ook weer als achtergrond dienen in wonderlijke, grappige filmpjes.
Dit kleine museum is perfect om als tussendoortje op een fietsdag te bezoeken. We komen er glimlachend uit, fietsen het laatste stukje terug naar Vorden en zijn precies op tijd thuis. Daar heeft I. net pizza’s voor ons gehaald. Goed geregeld, en zo krijgen we zelfs als pensionado’s het echte vakantiegevoel.
zondag 12 oktober 2025
Drukke tandartspraktijk
Mijn afspraak bij de tandarts is om vijf voor 9 ’s morgens. Ik moet ik me haasten om op tijd te zijn. In zeven minuten fiets ik naar de praktijk, waar ik me precies om vijf voor negen registreer ‘aan de paal’.
Op gepaste afstand van elkaar zitten er al vier mensen op de
bankjes in de wachtkamer. We wachten. Af
en toe komt er een tandarts of een assistente de lange gang door om iemand te halen. Mij niet.
Er staat een bordje bij het tijdschriftenrek: ‘Als u al langer dan vijftien
minuten moet wachten, kom dan even naar de balie.’ Na twintig minuten ga ik vragen of er iets
niet klopt. De receptioniste gaat even informeren en verzekert me dat ik ieder
moment geroepen kan worden.
En jawel, een minuut later kan ik terecht bij Faust, mijn favoriete tandarts. Terwijl we door de gang naar de behandelkamer lopen, zeg ik dat het geen best begin is als je zo vroeg op de dag al zo uitloopt. Faust knikt en verontschuldigt zich. Dan vertelt hij dat het tegenwoordig steeds drukker is in de praktijk. “Patiënten wachten steeds vaker te lang met een behandeling die eigenlijk nodig is en dan wordt het ineens een spoedgeval dat tussendoor moet.”
Ik vraag of dat komt omdat mensen het misschien niet kunnen betalen, maar hij denkt dat het vooral een kwestie van mentaliteit is. Mensen vinden dat ze alles zelf wel kunnen bepalen. Dus wordt een advies vaak niet opgevolgd.
Intussen zit ik in de tandartsstoel. Faust praat verder. “En verder zijn wij de enige praktijk in de gemeente waar asielzoekers terechtkunnen. Alle anderen weigeren dat. Sja, het is af en toe een beetje gedoe met vertaal-apps en zo, maar die mensen moeten toch ook geholpen worden.”
Onder het praten door heeft hij de stoel achterover laten
zakken en hij pakt het gereedschap om mijn gebit te gaan controleren. “En die
uitlooptijd halen we niet meer in. Want voor jouw behandeling moet ik ook
gewoon netjes de tijd nemen.”
Dat doet hij. En dan zegt ie tevreden dat ik mijn gebit netjes bijhoud en dat
ik over een half jaar een nieuwe afspraak krijg.
De stoel gaat weer omhoog en ik wandel naar de balie voor de afspraak. “Maakt het uit bij welke tandarts?” vraagt de receptioniste. “Ja, bij Faust graag,” zeg ik. Want hij is niet alleen een prima tandarts, maar hij heeft ook zijn hart op de goeie plek zitten. En zo’n half uurtje extra wachten neem ik dan graag voor lief.
zondag 5 oktober 2025
Applaus voor de afzwemmers
N. heeft me door de glazen deur aan zien komen en komt me buiten begroeten. In de hal staan haar oudere dochter en de kleine A. Ze trekken me mee naar de wachtruimte met stoeltjes en tafeltjes, waar we onze schoenen uittrekken. T. staat in haar roze badpak met ruches bedremmeld vlakbij haar moeder.
Toen T. haar A-diploma haalde, nog geen drie maanden geleden, was er een misverstand: moeder N. had niet begrepen dat er een grappig ritueel bestond: elk afzwemmend kind mocht na het zwemmen en vóór de diploma-uitreiking mama of papa van de rand in het water duwen. Dat mislukte dus voor T. en die was ontroostbaar.
Omdat N. niet zeker is van haar zwemkunst en bovendien niet in badpak zou verschijnen met vaders in de buurt, beloofde ik als surrogaat-oma mee te gaan bij het B-diploma.
Maar T. kijkt niet op als ik hallo zeg en klampt zich ineens in tranen aan haar moeder vast.
Gelukkig heeft ze een doortastende zwemjuf. Die pakt haar vriendelijk maar vastberaden bij de hand en brengt haar naar de rij kinderen die al in badpak klaarstaan. Wij supporters zoeken een plekje langs de kant tussen heel veel anderen.
Het is lang geleden dat mijn eigen kinderen hun diploma’s haalden en ik kijk met verbazing hoe het nu gaat. Eerst lopen de afzwemmers in een rij langs het publiek, dat gevraagd wordt te applaudisseren.
Het is het eerste van vele applausrondes. Ieder kind dat onder een mat door is gezwommen krijgt een applaus. Er wordt geklapt na een paar banen schoolslag-heen-rugzwemmen-terug, applaus voor watertrappelen, applaus voor het beruchte ‘duiken door het gat’ en tenslotte voor een half baantje borst- en rugcrawl.
Dan is het afzwemmen klaar en kondigt de badmeester aan dat elk kind een ouder van de rand het water in mag duwen. Ik wacht tot T. me een duwtje geeft, maar ze is zelf al enthousiast van de kant gesprongen, dus spring ik maar achter haar aan. Plagerig laat de badmeester ons een aardig tijdje watertrappelen (‘zijn jullie al moe?’) en dan moet iedereen snel afdrogen en aankleden, want over tien minuten worden de diploma’s uitgereikt.
N. bedankt me hartelijk en buiten gaat T. samen met mij en haar diploma op de foto. Trots en blij. En al was het maar voor een paar minuutjes watertrappelen. Ik ben tevreden dat ik ben meegegaan.
maandag 29 september 2025
Omfietsen
Een kilometer verder. Na de volgende bocht ligt de boot waar ik moet zijn. Maar dwars over de dijk staan onaangekondigd over de hele breedte metalen hekken met een rood-wit lint eraan. Niet leuk. Omdat mijn ervaring is dat er op de fiets haast altijd wel een sluip-paadje te vinden is, trek ik één van de hekken een klein stukje open, duw m'n fiets door de kier en zet het hek netjes terug.
Maar twintig meter verderop is de weg echt helemaal opengebroken. Op een bulldozer zit een man die me in het oog krijgt. Ik sta op het punt om te draaien als hij boos tegen me roept: TERUG! En nog een keer nóg wat harder: TERUG!!! Met een gestrekte wijsvinger wijst hij aan waar ‘terug’ is. Alsof ie het tegen een hond heeft. “Hoe ben je door die afzetting gekomen?”
Ik haal mijn schouders op en draai om. Oké, ik zit verkeerd, maar daarom hoeft ie nog niet zo tegen me te schreeuwen. Opnieuw schuif ik het hek een stukje open. Erachter staat een andere wegwerker die langs me loopt, door het geopende hek. Zonder commentaar schuift hij het tussen ons dicht.
En nu? Een halve kilometer terug, van de dijk af, het dorp door, zoeken waar ik de dijk weer op kan achter de afsluiting. Dat is een eind ná de woonboot, dus ik krijg een voorproefje van de tegenwind van de terugweg. Ik mopper in mezelf over de fiets-onvriendelijke afzetting.
K. woont op een plekje aan een rivier-arm van de Waal dat tot voor kort fantastisch was. Vanuit de ramen van de boot is het uitzicht altijd anders. Het water dat in hoogte wisselt, de vogels, het eiland aan de overkant waar je soms een stuk strand ziet en waar soms de wilgen tot hun knieën in het water staan. Dat uitzicht is er nog steeds als je maar de goede kant op kijkt. Aan de andere kant is al het groen verdwenen en wacht een zandvlakte op het komende bouwproject. Dat is ook de reden van de wegafzetting. Niets aan te doen.
De deur van de woonboot is open. K. en ik begroeten elkaar hartelijk. We hebben het niet over bouw- en sloopwerkzaamheden maar drinken koffie, lezen elkaar boekfragmenten voor, lunchen, praten en kijken de goede kant op naar buiten. Tot de dag is omgevlogen en ik weer op mijn fiets stap. Tegen de wind in terug. De noten laat ik achter. Op de terugweg vind ik wel weer nieuwe.
dinsdag 23 september 2025
De mooiste dijk van Nederland
Bijna een jaar geleden schreef ik in een blogpost dat ik begonnen was aan een boek over de geschiedenis van VLB. Daar ben ik nooit op teruggekomen, maar dat betekent niet dat het niet gelukt is.
In juni was het boek klaar. "De mooiste dijk van Nederland; 50 jaar vereniging Vrijwillig Landschapsbeheer Beuningen". Voorzien van veel foto's, van voor naar achter meegelezen en geredigeerd, mooi opgemaakt en naar de drukker gestuurd.Toen lag er een doos vol Mooiste Dijken te wachten tot de geschikte datum om het eerste exemplaar aan de burgemeester aan te bieden. Het beste moment bleek pas in augustus aan te breken. De gelegenheid was een lezing over de toekomst van onze bloemrijke dijken. Een passend onderwerp en een datum waarop de burgemeester kon komen.
Burgemeester Daphne Bergman nam niet alleen het boek in ontvangst, maar bleef de hele avond en was heel geïnteresseerd in de lezing en de vereniging. Na afloop deelden we de boeken uit en natuurlijk bleven er nog een heleboel over. Die zijn nu te koop voor een tientje per stuk.
Het was een leuke, tijdrovende klus om het te schrijven. Nu zijn er weer andere leuke klussen op mijn pad. Zoals het schilderen van teksten op mooie, houten borden, het maken van een werkbroek met veel zakken, het tekenen van de katten van dochter E. en het bijhouden van de website van VLB. Altijd genoeg te doen.
zondag 21 september 2025
Nog één vakantieblogje
(vervolg van "Luxemburg")
Na twee nachten in onze luxe tent verhuizen we naar een veel kleiner maar lekker droog huisje. Om tien uur moeten we uit de tent zijn, maar we hoeven niet tot drie uur 's middags te wachten met inchecken in het huisje. Onze bagage wordt met het golfkarretje regelrecht van de ene naar de andere plek op het vakantiepark gebracht.
Vandaag gaan we naar Echternach, het oudste stadje van Luxemburg. Er moet een enorme Romeinse villa aan de rand van het stadje liggen, maar die slaan we over. We lopen een tijdje door Echternach, drinken koffie, bekijken de enorme voormalige abdij en besluiten naar de Wolfsschlucht te wandelen.
Het is geen lange wandeling maar wel eentje die een flink eind omhoog gaat. Langs een smal pad met ronde keien klimmen we gestadig door tot we aan het begin van de kloof staan. Het uitzicht is geweldig. Tussen hoog oprijzende rotsen loopt een kronkelig pad van trappetjes met daar tussendoor steenbrokken, rechtopstaande en omgevallen bomen, mossen en varens.
Op een informatiebord zie je hoe de kloof ontstaan is door het overhellen en afbreken van een brok van het oorspronkelijke steenplateau. We lopen een klein stukje omlaag tot onderaan het trappetjespad en dan wordt het pas écht klimmen. Het is een imposante plek. Een mens is maar klein als ie naast zo'n enorme rotswand loopt.
Zodra we terug zijn in ons huisje breekt er een flinke bui los. We hebben eigenlijk de hele vakantie geluk met het weer. De meeste regen valt 's nachts of als we ergens binnen zijn.
Onze laatste vakantiedag gaan we opnieuw naar de stad Luxemburg. Deze keer naar Musée National d'Histoire et d’Art. En we maken nu een ronde door 'Grund’, de oude benedenstad. Er loopt een riviertje door dat we volgen. We besluiten dat Luxemburg een mooie en bijzondere stad is.
Nog één nachtje in het kleine huisje en dan is de vakantie om. We rijden vlot terug naar ons eigen fijne huis. Met onze eigen fijne tuin waar de paprikaplant helaas gestorven is van de droogte maar waar de tomaatjes aan de tomatenplant juist rood beginnen te worden.
woensdag 17 september 2025
Luxemburg
(vervolg van "Langs de Moezel")
Voor het staartje - nou ja, een flinke staart - van onze vakantie rijden we naar Luxemburg. H. wilde graag nog een paar nachten kamperen, maar ik vind de tijd van kleine, oncomfortabele tentjes echt voorbij. Als compromis heeft H. voor twee nachten een glamping- tent geboekt in Larochette.
Het heeft de hele nacht flink geregend en als we uit Perl vertrekken is het nog grijs en nat. Maar in de loop van de ochtend wordt het beter. In Larochette zijn we veel te vroeg om al in te checken en we maken een wandeling naar ‘Het Kasteel’. We klimmen naar de ruïne, die vanaf het vertrekpunt niet zo groot lijkt. Maar als we boven zijn, blijkt het haast een klein dorp te zijn.
Voor een deel alleen resten van muren, voor een deel opgelapt en/of opnieuw opgebouwd en voor een deel in de steigers om verder gerestaureerd te worden. We lopen een tijd rond en gaan dan terug naar het pad om verder te wandelen. Terug in het stadje zien we een woest stromende beek tussen de huizen door klateren. Het heeft hier zó hard geregend dat er waarschuwingen voor hoog water uitgingen.
De tent waar we gaan slapen staat op een deel van het terrein waar geen auto’s mogen komen. Onze bagage wordt er met een golfkarretje vanaf het parkeerterrein naartoe gebracht. Het is een enorm gevaarte waar je makkelijk met z'n zessen in zou kunnen wonen.
In de vroege avond breekt nog even de zon door en zitten we op de vlonder van de voortent. In de tent naast ons jengelt een kind. In het huisje tegenover ons huilt een baby hartstochtelijk en ergens aan de andere kant klinkt vriendelijk gebrabbel van een peuter. Mensen met handdoeken om hun nek komen terug van het koepelzwembad dat we bij het inchecken zagen. We zijn op een soort Centerparks terechtgekomen.
De avond is kil en vochtig en dan is een huis van doek toch niet het fijnste wat je kunt bedenken. 's Nachts kruipen we bij elkaar. Gelukkig hebben we geen last van alle baby's rondom en wakker worden is hier een stuk warmer dan gaan slapen. En kijk, het weerbericht voor deze dag is goed!
Vanaf Larochette kun je makkelijk naar de stad Luxemburg. Eerst naar een P&R, dan met de trein, die hier gratis is. Vanaf het station kunnen we met een kabelbaan naar het hoge gedeelte van de stad. Ik wist niet dat Luxemburg zo'n spectaculair hoogteverschil had. Vanaf wat ‘het mooiste balkon van Europa’ genoemd wordt, kijk je uit over het lage deel. Dat uitzicht heb je trouwens vanaf veel meer plaatsen. We wandelen rondom de 'Grund’ en gaan met de glazen panoramalift naar beneden.
Luxemburg lijkt op geen enkele andere stad die ik ooit bezocht heb. Behalve dan die onvermijdelijke straat met dure winkels die overal in Europa zou kunnen zijn. Maar daar zijn we heel gauw uitgekeken.
(wordt vervolgd)
zondag 14 september 2025
Langs de Moezel
Onze vakantie begint in Metz. We zijn het erover eens dat het een leuke, gezellige stad is. Maar we blijven er maar kort, want om op de fiets langs de Moezel te trekken, hebben we een parkeerplek nodig waar de auto een tijdje kan blijven staan. Die hebben we gevonden in het kleine stadje Perl.
Van Metz naar Perl is maar een uurtje (met de auto). We kunnen pas vanaf 3 uur 's middags inchecken bij het hotel dat we hier geboekt hebben maar we gaan vragen of we de auto alvast op de parkeerplaats mogen zetten om eerst te gaan fietsen. Een vriendelijke dame laat ons binnen en als we willen kunnen we meteen al de sleutel krijgen. (Hoeft niet) Parkeren is geen probleem.
We fietsen een stuk langs de Moezel en terug. Morgen beginnen we echt.
De aardige hotelmevrouw wijst ons de parkeerplaats die H. online had gevonden en waar we de auto gewoon een week neer kunnen zetten. Alles wat we de komende week nodig hebben, zit in onze fietstassen.
Ik hou van fietsen langs een rivier. Niet alleen omdat je er weinig last hebt van de hoogteverschillen in het landschap. Het is ook fascinerend dat de rivier op de ene plek rustig is en op de andere plek een woeste stroming heeft. Op de ene plek enorm breed is en ergens anders veel smaller. Op de ene plek vriendelijk, op de andere donker en griezelig. Allemaal hetzelfde water. 
Langs de Moezel zijn eindeloze wijngaarden. Soms op hellingen die zó steil zijn dat je je afvraagt hoe ze daar ooit kunnen werken. Het is bijna tijd om de druiven te oogsten en op een paar plaatsen zien we al kleine groepjes mensen bezig. Wat we ook zien zijn de namen van de verschillende wijndomeinen die met trotse, grote letters op de berghelling staan.
We fietsen naar Trier, naar Bernkastel Kues, naar Cochem en tenslotte naar Koblenz. Elke namiddag is het een verrassing op wat voor plek we gaan overnachten. Het appartement in Koblenz wint. Geweldig veel ruimte en een terras met uitzicht en een hangstoel. Elke dag proeven we een glas wijn uit de streek. En elke dag hebben we wonder boven wonder goed weer. Terwijl er in de voorspellingen voortdurend regen voorkomt. Die valt vooral ‘s nachts en op plekken waar we niet zijn.
VOor de terugweg naar Perl hebben we een dag minder. Dat is soms even doorbijten maar ook met de windrichting hebben we geluk. Na een week zijn we terug in Perl en nu begint het luie deel van onze vakantie.
(wordt vervolgd)
maandag 25 augustus 2025
Fysiotherapie
De praktijk voor fysiotherapie is gevestigd in een piekfijn gerenoveerde, witte boerderij dicht bij het centrum. Een stukje verderop hebben ze sinds kort een dependance in de voormalige apotheek, waar onder professioneel toezicht gesport wordt. Door de grote ramen zie je mensen geconcentreerd op hometrainers fietsen en op een loopband lopen.
Mijn afspraak is in de boerderij. Ik heb geen dramatische klachten, maar een gezeur in de buurt van mijn heupprothese waarvan ik wilde weten of die ijzeren heup na 12 jaar trouwe dienst soms al begon te slijten. De fysiotherapeut denkt dat het eerder een spier is die zeurt en heeft me krachtoefeningen gegeven. Vandaag bespreken we de voortgang.
Het is best druk in de wachtruimte. Van de zeven stoelen zijn er vijf bezet en dan staat er ook nog iemand. Om deze open ruimte heen lopen gangen met deuren naar behandelkamers. Af en toe zie ik een kwiek, jong persoon uit zo'n deur komen om even iets bij de receptie te regelen of naar een andere plek te verdwijnen.
Ik kijk om me heen. De mensen op de stoeltjes zijn allemaal een stuk ouder en krakkemikkiger dan de mensen die rondlopen in shirtjes met het logo van de praktijk. Logisch natuurlijk. Het drukt me met m'n neus op de feiten: dit is mijn categorie.
Een therapeut wenkt de mevrouw tegenover me, die hem glimlachend begroet en een beetje hinkend achter hem aan een gang in loopt. Ook de dame links van me wordt opgehaald. Haar man (neem ik aan) ondersteunt haar als ze moeizaam opstaat.
Ik hoor snelle voetstappen vanaf de bovenverdieping naar beneden komen en daar verschijnt Joep, 'mijn’ fysiotherapeut. Hij steekt z'n hand op en als ik opsta, draait hij zich om en zegt over zijn schouder: ‘We gaan naar boven’. Ik volg hem de trap op en vraag me af hoe ze dat doen bij het inroosteren: voor sommige cliënten moet die trap een lastig obstakel zijn.
Het gaat goed met mijn krachtoefeningen. Ik heb niet de illusie dat ik ooit een gespierd lichaam zal hebben, maar goed onderhoud is zeker haalbaar. Ik heb er genoeg zelfdiscipline voor en Joep maakt me complimenten over de correcte uitvoering van de oefeningen. Na 25 minuten loop ik vlotjes de trap af en naar buiten. Opgewekt fiets ik naar huis.
Voorlopig hoef ik niet terug te komen.
maandag 18 augustus 2025
Fruitdag
Het verhaal werd later dat we elkaar 's middags bij de snackbar tegenkwamen, maar ik geloof niet dat het echt zo gegaan is. Wel dat we het met z'n allen niet volhielden en dat daar friet aan te pas kwam.
Een fruitdag is er nooit meer gekomen. Tenminste niet in de betekenis die mijn moeder eraan gaf. Maar gisteravond, nadat een buurvrouw aan de deur kwam met een potje perziken-van-eigen-boom jam voor ons, zei ik tegen H. dat dat een mooie afronding was van een fruitdag.
Dit jaar is het vroeg oogsttijd in onze tuin. De braamstruik heeft al kilo's dikke zwarte bramen opgeleverd. Momenteel raap ik elke dag een paar flinke handenvol hazelnoten en de appelboom hangt vol met de grootste appels ooit. Nu beginnen die als het een beetje waait op de grond te vallen. Er moet dus actie ondernomen worden.
Op zondagmorgen besluiten we dat er vandaag bramen en appels geplukt en verwerkt moeten worden. H. duikt de struiken in voor de bramen en ik pluk de appels en deel ze in drie groepen in: onmiddellijk verwerken, tamelijk snel verwerken en bewaren.
Dan zetten we een grote pan bramen op, koken jampotten uit, wegen geleisuiker af, en maken zes potten bramenjam. In één moeite door ook nog een paar potten met een mix van restjes bessen, bramen en frambozen die nog in de vriezer liggen. Het schoonmaken van alle attributen is het minst leuke werk. De potten jam staan ondersteboven luchtdicht af te koelen. Vanavond kunnen ze bij de voorraad die al in de schuur staat.
Na een uurtje leespauze ga ik de appels met lelijke plekken te lijf. Het levert een flinke pan appelmoes op en terwijl ik erin sta te roeren gaat de bel. Het is de buurvrouw van een stukje verderop, met de perzikenboom in de tuin. Een paar jaar geleden raakten we in gesprek over die boom en wat je met die niet-zomaar-eetbare perziken zou kunnen. Sindsdien maakt ze er jam van. We ruilen een potje perziken voor een potje bramen.
Het huis ruikt naar fruit. Er staan voor een jaar genoeg potten jam klaar en ik vul er nog een paar met appelmoes. We hebben allerlei dingen gegeten die geen vruchten waren, maar toch was dit een echte fruitdag.
zondag 10 augustus 2025
Op de bonnefooi
Ik had eigenlijk meer gedacht aan een rondje in de buurt van een kilometer of 15, maar H. stelt voor om naar Millingen te fietsen.
“Maar dat is hartstikke ver!” pruttel ik.
“Dat valt wel mee,” vindt H. “Hooguit 60 kilometer.”
Het is even omschakelen, maar het is een mooie dag en we hebben geen plannen of verplichtingen, dus waarom ook niet.
Halverwege de terugweg stelt H. voor om bij een ex-collega annex vriendin van hem langs te gaan.
“Dan kun je gelijk haar tuin eens zien.”
Ik ken haar wel, maar ben nog nooit bij haar thuis geweest.
Grappig, dat hij dit voorstelt. Als we samen een fietstochtje maken, voelt hij er meestal niks voor om – behalve een drinkpauze onderweg – ergens te stoppen om iemand te bezoeken of naar een museum of zoiets te gaan. Ik vind het meteen een goed idee. Dus maken we een kleine omweg en gaan op de bonnefooi naar het huis van L.
In de voortuin is haar man aan het snoeien. Hij begroet ons vrolijk en vraagt of we soms komen helpen. Als echte tuinfanaten maken we aanstalten om dat echt te doen, maar dan komt L. naar ons toe en roept dat we mee moeten komen om iets te drinken en dat ze een rondleiding zal geven in de tuin.
De tuin is geweldig. Vanaf het huis loopt het langzaam omhoog van het terras naar een glooiend grasveld met bloeiende borders tot een verborgen hoekje met rozenstruiken, langs een smal paadje door een steeds bosachtiger gedeelte dat tenslotte eindigt bij een hek waarachter het echte bos begint.
Op een schaduwrijk plekje staat een tafel met stoelen waar L. koffie, thee en koekjes komt brengen. Haar man vindt ons een goed excuus om een pauze te nemen en we zitten zeker anderhalf uur over van alles en nog wat te praten voordat we weer op onze fietsen stappen voor de laatste tien kilometer van vandaag.
“Dat was een goed plan,” zeg ik tegen H. terwijl we naar huis fietsen. En dat is hij helemaal met me eens.
dinsdag 5 augustus 2025
Zeisen en harken op de camping
Ik heb vakantie van de timmercursus, dus nu kan ik mee met de dinsdagmorgen-groep van Vrijwillig LandschapsBeheer. We gaan werken op camping De Hoogewaard.
Landschapsbeheer op een camping?
Jawel, want dit is niet zo'n plek met afgebakende grasveldjes, maar een wat wilder terrein. Op hun website staat het zo:
“De Hoogewaard is intiem ingedeeld met behoud van het oud landschappelijk karakter. Omringd met Zwarte Elzen, een flinke Meidoornhaag, hoogstamfruit bomen en een wilgenbos."
Vandaar dat er wel een klik is met onze club.
Met z'n zevenen komen we aan met snoeischaren, grasscharen, harken en zeisen. Vlak bij de ingang is een grasveld met een springkussen waar wat kinderen aan het spelen zijn.
We houden de zeisen in de gaten en waarschuwen dat ze daar beter niet te dichtbij kunnen komen, anders zijn ze straks nog een paar tenen kwijt.
“Komen jullie onze tenen er af snijden?” vraagt een van de jongetjes.
“Ja,” zeg ik, “die kunnen we goed gebruiken voor de tenensoep.
“Vind je tenensoep lekker dan?”
“Natuurlijk. Vooral met véél tenen erin.”
Ze springen lachend verder op het springkussen en even later vertellen ze dat ze straks naar een verjaardagsfeestje gaan. We vragen wie er jarig is en er wordt gewezen naar een klein manneke in een zwembroek dat rondloopt met een opblaas-cijfer 3. Weten we meteen hoe oud ie vandaag wordt.
Met ons gereedschap vertrekken we naar de andere kant van de camping, waar o.a. langs de sloot het hoge riet weggehaald moet worden. Ik heb nog nooit met een zeis gewerkt en het duurt een tijd voor ik de slag te pakken heb. Ik ben een team met S. uit Syrië. Tussen het zeisen en harken door praten we Nederlands, want het is de bedoeling dat hij daarmee oefent.
Aan het eind van de ochtend hebben we een flink stuk sloot vrij en weet S. het verschil tussen grond en vloer, een kruiwagen en een kar en tussen ‘wachten’ bij instanties, dat duurt drie jaar, en ‘even wachten’, dat duurt een minuutje.
Dan komt H. vertellen dat het tijd is om te stoppen. Zoals gewoonlijk na een ochtend werken in het landschap heeft hij hier en daar een bloedende schram opgelopen. Dat heb je, als je zo enthousiast aan de slag gaat.
We nemen ons gereedschap mee terug naar de ingang, waar de auto's staan en rijden terug naar Beuningen. H. een beetje gebutst, ik met spierpijn van het zeisen. Maar iedereen is heel tevreden over het werk dat we hebben gedaan.
zondag 27 juli 2025
Voedsel voor bijen
Ik luister even mee. Ze zijn al twintig jaar bezig een volwaardig bijenvoedsel te maken en nu is het dan eindelijk gelukt een nougat-achtige substantie te maken die het stuifmeel helemaal kan vervangen. “Met 22 miljoen euro die ze (waar?) hebben opgehaald, wil het bedrijf massale bijensterfte wereldwijd tegengaan,” klinkt het opgewekt.
Daar blijf ik een tijdje over nadenken.
Het is natuurlijk mooi dat mensen zich de achteruitgang van de biodiversiteit aantrekken en er iets aan willen doen. Maar een alternatief voor stuifmeel ontwikkelen?? Dat lijkt me een wonderlijke oplossing.
We hebben de bijen (en andere insecten) hard nodig omdat ze bloemen bestuiven, zodat de natuur in stand blijft en daarmee voedselvoorziening voor alle levende wezens, inclusief mensen. Ga je de beestjes alternatief voer geven, dan hebben we wel bijen, maar schiet het niks op met die bestuiving.
Wat is dit voor bedrijf?
Ik ga aan het googelen en al gauw begrijp ik dat achter de nobele doelstelling om bijen te redden een ander doel zit. Het biotechbedrijf Apix Biosciences is nauw verbonden aan Maatschap Mellona. Heeft die naam iets bekends? Jawel, het is een grote honingproducent.
Ach, dat verklaart een hoop.
Dat de natuur uit evenwicht raakt en dat daardoor de biodiversiteit achteruitholt is een probleem als je honing verkoopt. Maar niet als je buiten die natuur om tóch gewoon bijen kunt voederen. En omdat het zo goed klinkt, kun je je ook nog eens lekker profileren als bijenredder.
Ik ben benieuwd of de donateurs van die 22 miljoen snappen dat ze helemaal niet investeren in biodiversiteit, maar gewoon in een commerciële honingverkoper.
zondag 20 juli 2025
Geen ijsje
Veel gemeentes hebben een systeem van duwtjes in de rug voor minima. In Wijchen, waar I. woont, is dat niet anders. Een leuk duwtje was een strippenkaart voor bolletjes ijs bij een ijssalon op het marktplein, met het idee dat je dan eens iemand onbekommerd op een ijsje kunt trakteren.
Ik ga regelmatig met I. lunchen en vaak betaal ik dat dan, maar nu nodigt ze mij uit om een ijsje te komen eten. We spreken af op zondagmiddag om twee uur op het plein. Alleen zie ik zaterdagavond op buienradar dat rond die tijd regen en windstoten verwacht worden. Ik bel om te overleggen en we schuiven de afspraak naar voren: 's morgens om elf uur. Dan kan ik droog terug naar huis fietsen.
Precies als ik het marktplein op fiets, komt I. van de andere kant aanfietsen. Voor de ijssalon stappen we af. Oei, die ziet er erg dicht uit.
“O, wat stom! Ik ben vergeten te kijken of ze 's morgens al open zijn!”
I. baalt en kijkt op haar telefoon: om twaalf uur gaat de ijssalon open. Dat is pas over een uur.
Ze denkt even na en zegt dan: “Wil je dan een brownie?”
Dat is een prima alternatief. Even later zitten we op het terras van Brownies en Downies in de schaduw van een grote parasol te wachten op onze bestelling. Op buienradar zien we dat het slechte weer besloten heeft een paar uur later te beginnen, dus we hadden net zo goed onze afspraak op twee uur kunnen laten staan.
Dit is de fijnste manier om samen te zijn met I. Relaxt op een terras, gewoon een beetje kletsen over niets bijzonders. Zo lang als het duurt om koffie met een brownie te bestellen, op te drinken en eten en te betalen (zij betaalt). Dan wandelen we weer naar onze fiets en nemen we afscheid.
“Het voordeel is,” zeg ik, “dat ik nou nog een ijsje tegoed heb.”
Ze lacht: “Ja, maar dan wel 's middags.”
dinsdag 15 juli 2025
Speciale vierdaagse-gast
Vanaf haar tienertijd heeft ze verschillende keren het plan opgevat om eens mee te lopen. Vaak direct nadat we lopers in huis hadden, waar we op de vrijdagavond afscheid van namen met een extra feestelijke maaltijd en met bloemen en kadootjes.
Het bleef altijd bij een vaag voornemen dat in de loop van het jaar weer zoekraakte. Maar nu is het serieus. De tiener van toen is intussen een vrouw die een uitdaging niet uit de weg gaat. En deze keer was de uitdaging om samen met een paar vriendinnen de Nijmeegse Vierdaagse te lopen.
Het trainen naast haar drukke baan viel niet mee, maar ze is goed voorbereid. Niet alleen wat oefenkilometers betreft, maar ook op andere gebieden. Al maanden geleden ging ze op zoek naar precies de goede wandelschoenen en sokken. Ze heeft een rugzakje met waterzak om onderweg niet uit te drogen. Er is geëxperimenteerd met het afplakken van hielen en tenen. Zij en haar vriendinnen hebben een soort abonnement afgesloten om onderweg te kunnen plassen en zo nodig verzorging te krijgen.
En dan heeft ze natuurlijk een uitstekend logeeradres. Wij zijn geoefende vierdaagse-troetelaars. Het verblijf is all-in met dagelijks een voedzame maaltijd, tussendoortjes om mee te nemen, een goed bed, desgewenst een massage in de vroege avond, en een ontbijt dat ze dan wel zelf uit de koelkast moet halen, want we gaan niet zo ver dat we om vijf uur opstaan.
Op de app waarmee je je favoriete lopers kunt volgen, zagen we net dat ze op een kilometer na de eerste dag heeft uitgelopen. Dat ziet er goed uit. Morgen zullen we langs de weg zitten met dropjes, stukjes komkommer en aanmoedigingen.
Ja, het lopen van de vierdaagse is geen sinecure, maar aan de zijlijn heb je er ook je handen aan vol. Waar ik even niet op gerekend had, is dat ze ons vrijdag aan de Via Gladiola in Nijmegen verwacht om haar met bloemen en omhelzingen in te halen. Ai, dat heb ik al die jaren met lopers-in-huis kunnen vermijden. Ik ben bang dat ik er niet onderuit kan.
Nou ja, dat zien we vrijdag dan wel weer. In elk geval ben ik nu al trots op mijn speciale vierdaagse-gast.
vrijdag 4 juli 2025
Pompoen of courgette?
Dat gebeurt dan ook regelmatig. Vooral tomaten zijn enthousiaste spontaan-opkomers en bijna elk jaar kom ik wel een paar van die miniplantjes tegen die ik dan voorzichtig op een geschiktere plek zet en koester tot er tomaten aan komen. Pompoenzaden komen ook vaak uit. Zowel in de compostbak, waar ze door gebrek aan licht weer doodgaan, als erbuiten, waar ze meestal onmiddellijk door slakken worden opgegeten.
Dit voorjaar kwamen er in mijn moestuinbak drie kiemplantjes op die ik herkende als pompoen-achtig. Omdat het een droge lente was, kwamen er geen gulzige slakken op af en al gauw waren het mooie, stevige plantjes. In de app PlantNet voerde ik een foto in en de app zei met grote stelligheid dat het flespompoenen waren. Ha, leuk. Lekker.
Ongeveer een maand later kwamen er een paar grote, gele bloemen en sommige daarvan (de vrouwelijke bloemen) hadden een bolletje dat na de bloei een vrucht begon te vormen. De vruchtjes waren volmaakt rond en ik ging nog eens met PlantNet aan de slag om zeker te weten of het om een flespompoen ging. Deze keer was de app ervan overtuigd dat ik courgetteplanten heb.
Van google leer ik dat zelf gewonnen zaden planten kunnen geven die door kruisbestuiving andere soorten vruchten opleveren, soms zelfs giftige pompoenen! Die kun je wel herkennen aan een bittere smaak. Ik besluit om één van de drie mooie, ronde pompoen/courgetten te oogsten om van binnen te bekijken, te proeven en zekerheid te krijgen.
De ultieme proef: ik snij een plak af, strooi er wat cajunkruiden op en bak hem in een beetje roomboter. En het is... courgette. Drie geoogst, twee bijna oogstrijp en er komen er nog meer. Dus de komende tijd eten we gebakken courgette, gevulde courgette, gegrilde courgette, courgetti. En dat allemaal gewoon uit zaden in de compostbak.
zondag 29 juni 2025
Rondje muziek
Het is druk bij het dorpshuis maar we vinden nog een plekje om onze fietsen neer te zetten. Buiten staan drie statafels met bordje A, B en C. Wij hebben gekozen voor route B. en melden ons bij Gemma van de bibliotheek, die achter de middelste tafel staat. Ze hoeft onze startbewijzen niet eens te zien en deelt ons in bij groep B4.
“Daar aan de overkant, bij Annet.”
Annet is een vrolijke dame met een geel hesje aan. Zij zal onze groep
naar de vier adressen brengen waar we naar muziek gaan luisteren. Dit is
de vierde keer dat we meedoen aan het Zomers Ommetje, en het is altijd
een verrassing wat er tijdens de ommetjes te beleven is. Vaak muziek,
soms iets theatraals en vorig jaar zat er een kunstenaarsatelier op de
route.
In het Molenhuistheater is het kleine podium volgepropt met (voornamelijk) blazers van het orkest Kunst en Volharding. Jeugd en volwassenen door elkaar met ervóór een hoogzwangere dirigente. Ze spelen een serie korte nummers, ook hier weer verschillende genres. Er zit wel eens iemand naast, maar het is vrolijke muziek en mooi dat er zoveel jonge mensen in het orkest meespelen.
We lopen door de zoele avondlucht naar het huis van dokter Haverkort. Daar hebben we al eerder een optreden meegemaakt van de gepensioneerde dokter op piano met zijn zoon op saxofoon. Deze keer begeleidt hij zijn zingende dochter. Ze begint met Nederlandstalige liedjes, maar komt pas echt los bij de jazz standards. Da's lekker luisteren.
De afsluiter is een zangkwartet/kwintet. Voordat ze gaan zingen, krijgen we uitleg over de plek waar we zijn. Een historisch huis op de plek waar vroeger een kasteeltje was. Het is een idyllische plek. In de tuin zijn rijen stoelen opgesteld voor een open tuinhuisje waar het kleine koor in staat. Ze zingen klassieke vier- en vijfstemmige liederen.
Daarmee is het ommetje rond en we lopen terug naar het dorpshuis, waar als afsluiter de band ‘Don't look back’ sixties-nummers speelt (what's in a name). We maken met verschillende mensen een praatje, maar na twee drankjes gaan we naar huis, want daar is inmiddels onze Amsterdamse dochter aangekomen. Zien we die ook nog even.
Al met al een avond om blij van te worden.
dinsdag 24 juni 2025
Verborgen tuinen in Rotterdam
Ik heb online toegangsbewijzen gekocht en voordat we vertrekken zoek ik op m'n telefoon naar de mail waarmee ik ze ontvangen heb. Die blijk ik niet te hebben. Alleen een bevestiging van de aankoop. We maken ons er niet erg druk om; we zien wel.
De eerste tuin die we bezoeken is een grote binnenplaats tussen lage flatgebouwen. Een ouder echtpaar (tachtigers, vertellen ze,) raakt niet uitgepraat over hoe ze 24 jaar geleden dit kale plein in een buurttuin begonnen te veranderen. We krijgen een glas vlierbloesemlimonade en een stoel aangeboden en blijven minstens een half uur hangen. Leuk, zulke enthousiaste kartrekkers. Naar een toegangskaartje vragen ze niet.
De tweede is een particuliere tuin van een jong stel. Als we aankomen, stappen er juist ook twee vrouwen van hun fiets. Ze hebben een kaart bij zich waarop ze het adres controleren. Ik vraag waar ze die vandaan hebben en ze vertellen dat de kaart het toegangsbewijs is. Je kon hem na je betaling ergens afhalen.
Aha. De mail waar dat in stond heb ik dus niet gekregen. Maar we wandelen toch maar de tuin in. Ook hier enthousiasme en trots. We kijken niet alleen rond, maar hebben ook een leuk gesprek met de bewoonster over het hoe en waarom van de indeling, de planten, de schaduwhoek en hoe jammer het is dat veel mensen liever een tegelplateau hebben dan een tuin.
Het volgende adres is een volkstuinencomplex. Twee van de tuiniers staan bij de ingang te vertellen waar iets te zien is en dat we beslist ook de gezamenlijke vlindertuin moeten bekijken. Een joviale dame met een enorme bril verwelkomt ons in de eerste volkstuin. Een zorgvuldig onderhouden paradijsje met tientallen soorten bloeiende bloemen. We maken een rondje.
De brilmevrouw is in gesprek, maar als we dag roepen en duimen opsteken: ‘mooie tuin!’ komt ze nog vlug iets vertellen over de vele soorten en hoe ze soms zaden krijgt of ruilt. Dat herinnert me eraan dat ik zakjes zaad uit onze eigen tuin bij me heb, omdat ergens op de route een zadenruilplek moet zijn. Ik geef haar witte malve. Ze wil me wel een plantje teruggeven, maar da's niet zo handig op de fiets. We zwaaien.
Er volgen nog een stuk of zeven tuinen. Elk plekje anders, maar allemaal met trotse eigenaars die niets liever doen dan vertellen over hun planten, hoe het er eerst uitzag, wat ze veranderd hebben, wat wel en niet goed werkt. Bij een centraal pleintje zitten meerdere eigenaren aan een tafel in de zon. Willen we koffie? Een appel? En hebben we de vlindertuin al bekeken?
Het wordt tijd om terug te fietsen naar het hotel en dan een restaurantje te zoeken. Daar praten we na over onze dag in Rotterdam. Geen haven, geen Euromast, geen markthal, geen kubuswoningen, maar tuinen (en de Kunsthal). Een geslaagde dag.
donderdag 19 juni 2025
Knolraap en lof, schorseneren en prei
We zijn in twee etappes naar Rotterdam gefietst en op zaterdagmiddag hebben we ons geïnstalleerd in onze hotelkamer-voor-twee-nachten. Voor morgen hebben we een plan, voor het restje van vandaag nog niet. Eens zien of er iets leuks te doen is. Niet te vermoeiend asjeblieft, want we hebben er al 75 kilometer fietsen opzitten.
H. vindt een voorstelling in het Luxor Theater: ‘Rock mee met Drs. P.’‘Kijk, er zijn nog kaartjes verkrijgbaar.’ Hij laat het zien op de website.
Ik ben een groot fan van de doctorandus; van de humor en het taalgebruik in zijn teksten. Ooit heb ik Drs. P. geïnterviewd - samen met Ivo de Wijs – en dat was een feestje.
Dus ja, we kopen kaartjes, gaan op tijd een restaurantje zoeken aan de West-kruiskade en lopen daarna op ons gemak naar het Luxor Theater.
Ik had een zaal vol grijze hoofden verwacht, maar het publiek is een mix. Naast H. zit een dertiger en daarnaast een oudere man.
‘Ben je fan?’ vraagt H. hem, ‘of moest je mee van je vader?’
Hij moet lachen.
‘Het is mijn verjaardagscadeau voor mijn vader!’ vertelt hij en wijst naar de man naast hem. Leuk! We vermoeden dat er in de zaal meer ouders met volwassen kinderen zitten. Mijn dochter I. zou het ook zeker leuk gevonden hebben.
De avond is een hommage aan drs. Heinz Polzer, tien jaar geleden overleden, maar nog lang niet vergeten. Het programma wordt aan elkaar gepraat door Ivo de Wijs, die tussen de liedjes door allerlei leuke anekdotes vertelt. Die liedjes worden vertolkt door heel verschillende artiesten, jong en oud, van matig tot geweldig. Het bekende lied ‘De Veerpont’ (oftewel Heen-en-weer) horen we van drs. P. zelf, te zien op een hilarische oude film.
In de zaal wordt meegezongen, meegeklapt en aan het eind van de voorstelling krijgt Erik van Muiswinkel de hele zaal zo gek om het refrein ‘Knolraap en lof, schorseneren en prei’ met de handen schuddend in de lucht (als bij een gospel) mee te zingen. Vanaf het balkon waar wij zitten is dat een prachtig gezicht.
We komen helemaal vrolijk terug in het hotel, waar we nog een biertje drinken en elkaar vertellen wat we het leukst vonden.
En morgen... een onverwachte kant van Rotterdam. Het is namelijk open tuinen weekend en daar hebben we zin in.
woensdag 11 juni 2025
Pen-en-gat verbindingen

Ik ben de eerste dinsdagmorgen bij De Timmercursus.
“Wat is het rustig, ben ik zo vroeg?”
“Zo is het ieder jaar,” zegt Jos, de timmerman, “hoe dichter bij de zomer, hoe stiller het wordt.”
Om negen uur zijn we met z'n zevenen. Vijf cursisten, de timmerman en zijn assistent.
Iedereen gaat aan de slag met z'n eigen project. Ik ben bezig met de deur van mijn minibieb-kastje. “Wil je het op de makkelijke of de moeilijke manier?” heeft Jos me vorige week gevraagd. “Oftewel, wil je nog wat nieuws leren?” Natuurlijk wil ik nog wat nieuws leren en daarom gaat het deurtje met pen-en-gat-verbindingen in elkaar. Dat begint met zorgvuldig meten en aftekenen.
Aan de werkbank naast me staat M. te zuchten. Hij werkt aan een opklapbare, ronde statafel en ook daar komt veel meetwerk aan te pas.
“Dat hebben ze ons niet verteld hè,” zeg ik tegen hem, “dat je voor deze cursus wiskunde in je pakket moest hebben.”
Terwijl hij een verkeerd gezette potloodlijn uitgumt, schudt hij z'n hoofd en lacht.
Ik dacht dat ik aardig driedimensionaal kon denken. Dat wil zeggen: vanuit de losse onderdelen bedenken hoe iets precies in elkaar moet. Ik kan tenslotte ook kleding maken, waarbij dat ook nodig is. Maar stof is vergevingsgezinder dan hout. Een afwijking van twee millimeter kan bij een houten deurtje letterlijk ontwrichtend zijn.
Als eindelijk al m'n afgetekende lijnen goedgekeurd zijn, zaag ik de
latten voor het kozijn af en dan laat Jos me zien hoe de freesmachine
werkt. Ik maak vier prachtige langwerpige gaten. Tegen die tijd is een
groot deel van de ochtend voorbij. We drinken met z'n allen koffie
terwijl de hond van Jos om koekjes loopt te schooien.
Nu de gaten klaar zijn, zijn de pennen aan de beurt. Recht zagen is nog steeds moeilijk, maar ik ben hier om te leren, toch! Ik doe m'n best en waar het scheef gaat, krijg ik een beetje hulp om het recht te breien. Veel te snel is het alweer twaalf uur.
Volgende week verder. Maar eerst heb ik nog huiswerk ten doen: een plaatje plexiglas kopen voor in het deurtje.
donderdag 5 juni 2025
Ontbijtje op donderdag
Donderdagmorgen half acht. Ik hoor buiten het geratel van een bak op wieltjes …
‘Groenbak’, bedenk ik, want het is donderdag. Ja, de groenbak moet aan de straat!
Ik rol uit bed, schiet een lang vest aan en loop naar beneden om de bak naar de stoeprand te rijden; hij zit stampvol snoeiafval van de geknipte heg.
Nu ik toch klaarwakker ben, blijf ik meteen maar op, ook al staat er niks speciaals op het programma. Tien minuten work-out, douchen, aankleden. In de slaapkamer ligt H. intussen niet meer te slapen, maar bekijkt op z’n iPad de commentaren op de val van het kabinet. Een eindeloze reeks berichten, filmpjes, uitspraken, steeds meer van hetzelfde.
“Nou, ik heb wel een heleboel dingen die ik vandaag moet doen,” zegt H.
“Zullen we eerst in het dorp ergens gaan ontbijten?” stel ik voor.
“Hm…”
Dat klinkt niet erg enthousiast. Maar als ik tien minuten later vraag om een duidelijk antwoord is het toch een ja.
Ik heb een lunch-restaurantje in gedachten, maar online zien we dat ze daar geen ontbijt serveren. Ontbijten blijkt lang niet overal te kunnen en het ene restaurant waar het wél kan, gaat pas om tien uur open.
“Bakker Bart kan ook,” zie ik, “maar dan ga ik eigenlijk net zo lief lekkere broodjes halen om thuis een lekker ontbijtje te maken.”
“Doe dat dan maar,” zegt H. “Dan kook ik alvast een ei voor je.”
Ik haal niet alleen broodjes, maar ook perssinaasappels en een stuk brie.
Als ik thuiskom heeft H. de tafel gedekt met anders-dan-anders-serviesgoed. Hij perst de sinaasappels uit en even later zijn we in onze eigen keuken ‘uit eten’.
Met precies de dingen die wij lekker vinden en een stuk goedkoper dan in welk restaurant dan ook.
Toch leuk om een gewone donderdag nét een beetje speciaal te beginnen.
zaterdag 31 mei 2025
Weekendje achtertuin
Er zitten duiven in onze krentenboompjes. In de achtertuin zien we ze aan komen vliegen en in het gebladerte verdwijnen. Soms verliezen ze bijna hun evenwicht als ze een besje proberen te eten dat nét iets te ver weg is. Dan zien we de struik schudden.Steeds als ik de voordeur uit ga, vliegen er drie, vier, vijf duiven geschrokken op. Zaten ze net lekker te eten, komt er weer een méns de boel verstoren! De auto hebben we voor alle zekerheid op een andere plek gezet, want tijdens het eten wordt er druk gescheten.
Op deze warme dag eten we buiten. We zitten voor deze gelegenheid naast elkaar; rug naar het huis, gezicht naar de tuin. Achter ons zit, hoog op het dak, een merel die een onnavolgbaar lied zingt. Verderop klinkt het banalere gekek van eksters.
Er is na het kurkdroge voorjaar nog niet genoeg regen gevallen, maar wát er viel is dankbaar ontvangen. De tuin ziet er prachtig uit. Als we uitgegeten zijn, blijven we een tijd zitten kijken. Ik wijs naar de pioenroos, die na vijf jaar zonder bloei eindelijk een dikke knop heeft. H. constateert tevreden dat de wilg na z’n laatste knotbeurt weer fors is uitgelopen.
De snoei- en knotsessies en andere werkzaamheden bij Vrijwillig
Landschapsbeheer hebben ons geleerd om anders te kijken. De ooievaarsbek
die als ie de kans krijgt onze hele tuin overwoekert, is een feest voor
insecten. We geven hem wat meer ruimte. De hortensia met z’n weelderige
bloemschermen heeft de kleine beestjes niets te bieden. We overwegen
hem weg te halen om plaats te maken voor een meer inheemse plant.Het is nog steeds warm, maar we gaan nu toch maar eens naar binnen. Het begint te betrekken. Misschien gaat het straks flink regenen. Volgens het weerbericht is die kans groot, maar krijgen we morgen weer een zomerse dag. Gaan we lekker een eind fietsen.
Klinkt als een heel relaxed pensionadobestaan, maar eigenlijk is het gewoon weekend. Maar wel een heerlijk zomers weekend. Gewoon in onze eigen tuin.
zaterdag 24 mei 2025
Dertig jaar vuilnis en tien jaar natuur
Terwijl we achter onze gids (de directeur zelf) aanlopen, hoor ik voor me een vrouw aan haar vriendin het verschil uitleggen tussen zachte dravik en ijle dravik. Twee grassoorten die je hier tegenkomt.
We zijn over een pad tussen hoge struiken door naar het uitkijkpunt geklommen, van waar we aan de ene kant over de Beuningse Plas uitkijken en aan de andere kant Nijmegen zien liggen. Onder onze voeten ligt dertig jaar aan vuilnis met daar bovenop een laag aarde waar zich in tien jaar tijd een mooi stuk natuur heeft ontwikkeld. Er zijn struiken aangeplant en er hebben zich inmiddels allerlei dieren gevestigd, waaronder een stuk of tien reeën.
We lopen hier omdat de Vereniging Vrijwillig Landschapsbeheer, waarvan H. inmiddels voorzitter is, gaat samenwerken met de ARN. Op een stuk gemeentegrond dat grenst aan ‘de berg’, gaan we een informatietuin inrichten naast een appelboomgaard die de vereniging onderhoudt. Tussen de boomgaard en de ARN-grond komt een (afgesloten) brug.
Samen met de ARN en nog een partij wordt er een wandeling uitgezet, die straks onder begeleiding gelopen kan worden. De toekomstige begeleiders krijgen nu een rondleiding over de vuilnisberg met veel informatie over de geschiedenis van het afvalverwerkingsbedrijf, over de opbouw van de berg (en natuurlijk hoe veilig alle rotzooi van onder tot boven is ingepakt, met buizensystemen om gassen en vocht af te voeren).
Waar de ARN directeur dan weer niet zoveel van weet, is welke struiken en planten hier groeien. Daarvoor hebben we wat mensen van de IVN natuureducatie bij ons, die ook mee gaan draaien bij de rondleidingen.
Het is geen lange wandeling, maar wel leuk, afwisselend en leerzaam. Zo zie je aan de rand van de heuvel een desolaat terrein waar uit de grond wapperende stukjes plastic steken en allerlei onduidelijke half-begraven voorwerpen liggen. Er wordt nog steeds afval gestort, al is het lang zoveel niet meer als veertig jaar geleden. Alleen wat op geen enkele manier meer gerecycled kan worden, belandt nog op een stortberg.
Dus het kan nog wel even duren voordat dit gedeelte van het terrein vol is en ook ingepakt en vernatuurd kan worden. Ik zou zeggen, hoe langzamer hoe beter, want lieve help, wat produceren we met z’n allen een hoop afval. Letterlijk een hele berg!
maandag 19 mei 2025
Broekerveiling
Ze ontvangt ons met koffie en appelgebak en ze heeft vier fietsen klaarstaan waarmee we daarna naar de Broekerveiling rijden. Ik had er nog nooit van gehoord, maar het museum is er al sinds 1973 en het is een leuke plek. We zijn er om een uur of één en M. heeft een rondvaart én een veilingbezoek gereserveerd om 14.00 en 15.00
Voor die tijd kunnen we nog mooi lunchen en een beetje rondlopen, besluiten we. Nou ja, dat rondlopen komt er niet van, want al is de rij voor het ‘zelfbedienings’buffet niet erg lang, het duurt ruim een half uur voordat we een tosti kunnen bestellen en dan nog tien minuten tot die klaar is. Gelukkig hebben we genoeg te praten tijdens het wachten.
Tegen tweeën gaat M. ons voor naar de plek waar de boot vertrekt. We melden ons keurig op tijd, dachten we, maar nee, onze kaartjes zijn niet voor twee uur, maar voor drie uur. Eerst staat de veiling op het programma. Vlug lopen we door, terwijl we onze reisleidster vriendelijk uitlachen.
Even later schuiven we in een houten vierpersoonsbankje bij de veiling. De bankjes staan in rijen aan weerskanten van water. Een jonge vrouw in klederdracht begint te vertellen over de geschiedenis van deze veiling en hoe het veilen bij afslag werkt. Een groot, draaiend rad geeft aan wat de prijs is van een product. Die prijs begint (te) hoog en gaat naar beneden terwijl het rad draait. Als iemand op de knop drukt bij haar plaats, staat het rad stil op het te betalen bedrag.
Er komt een schip met koopwaar aan. Na een oefenrondje kunnen we gaan bieden op zakjes groente en fruit. De eerste aanbieding zijn vier kleine appeltjes, beginprijs vier euro. De veilingmeester draait en bijna meteen drukt iemand op de knop. Het is O. die ons op de appeltjes wil trakteren maar eigenlijk wat te snel drukte. Dure appeltjes dus, waar we heel erg van moeten genieten.
Het veilen gaat door, met tussendoor informatie en grapjes met het publiek. Het uur is zó voorbij en dan is het écht tijd voor de rondvaart. Die gaat tussen de ‘duizend eilanden’ door van dit waterrijke gebied. Vroeger was elk eiland een bebouwde akker en dit was de oudste doorvaarveiling ter wereld (staat op hun site). Het stuk dat nog over is van het eilandenrijk blijft in stand als museum.
Na het museumbezoek is het tijd voor een drankje en dan zoeken we een restaurant in Alkmaar dat ons zonder reservering binnen wil laten. Eten, drinken, praten. Wat is zo’n dag snel om. Niet veel later staan we alweer afscheid te nemen op het station. Volgend jaar ben ík gastvrouw. Ik heb nog even de tijd om een leuk uitje te verzinnen, maar wat we ook gaan doen, het is altijd gezellig.
maandag 12 mei 2025
Boerderij uit de ijzertijd
We zien buiten al een paar trekkerstenten staan en door de wijd-open deuren zien we er binnen nog meer. Tenten, kampeermateriaal, fiets-outfits en wat een vakantiefietser zich maar kan wensen. Maar wij moeten boven zijn, bij de boeken.
De ruimte lijkt meer op een bibliotheek dan op een winkel. Je kunt gratis koffie pakken met een stroopwafel en er is geen kassa of personeel. Wel een lange tafel met stoelen er omheen, waaraan een paar duidelijke vakantiefietsers hun vakantie zitten te plannen. H. en ik dwalen een tijd rond tussen de kasten vol fietsroutes in de hele wereld.
We willen langs de Moezel gaan fietsen. En we vinden ook een boekje met 50 routes in Nederland. Lekker concreet langs fietsknooppunten. Daarmee kunnen we meteen van start.
Zondagmorgen rijden we met de fietsen achterop de auto naar Wolfheze om vanaf daar de ‘Planken Wambuisroute’ te doen. Het is een zomerse dag en we rijden door een glooiend natuurgebied. Heidelandschap, bosranden, stukken naaldbos met héél veel dode bomen, een bord met ‘boerderij uit de ijzertijd’.
H. rijdt een eindje voor me uit stug door en ik roep:
‘Wil je de boerderij uit de ijzertijd niet bekijken?’
‘Nee,’ roept hij terug. ‘Jij wel?’
‘Ja, ik wél!’
Dus keert H. om en gaat met me mee naar de nagebouwde boerderij met het rieten dak.
Het is een interpretatie, staat op het informatiebord, op grond van tamelijk summiere bodemvondsten. We lopen om het huis heen en er dóórheen, want er is vóór en achter een opening. Ik vind het een mooi bouwwerk met z’n laag overhangende rieten dak en lemen muren. Maar ik vind de interpretatie wel erg degelijk gebouwd en hoog. En om de ijzeren schroeven in de kruiselingse takkenparen bovenop het dak moet ik lachen. “Daar zie je natuurlijk aan dat ie uit de ijzertijd komt.”
Toch leuk dat we hier even gestopt zijn. En de volgende stop, tien kilometer verderop, is ook leuk. Koffie met appeltaart. Om twee uur ’s middags zijn we weer thuis en we zetten meteen onze volgende fietsdag op de kalender. Want dat is ons gezamenlijke goede voornemen: vaker een dagje fietsen.
maandag 5 mei 2025
Documentaire in de achtertuin
Toen het bouwwerk stond, bleef het er stil. Geen gezoem en heen- en weer gevlieg. Ik zocht op internet naar de spelregels van zo’n insectenhotel en we kwamen er achter dat het op een verkeerde plek stond en dat er nóg een paar dingen anders hadden gemoeten. We besloten het even te laten voor wat het was. Maar dit voorjaar verplaatste H. het hele hotel naar een zonnige plek op het zuiden. En het hielp. Zodra de zon ging schijnen begonnen er bewoners te komen.
Ik vind het leuk om te kijken naar de beestjes die een plek zoeken in het insectenhotel. Voor de boomstammetjes, de stukken riet en de dennenappels heeft H. fijn gaas gespannen om te voorkomen dat het hotel een vogelrestaurant wordt. Ik had verwacht dat bijen, vliegen en wespen soepel door de gaatjes van 1 bij 1 cm. zouden vliegen, maar ze hebben er moeite mee.
Vaak landt een bij midden in zo’n gaasgat op het smalle ijzerdraad, verliest haar evenwicht, maakt een koprol en vliegt weer buiten. Nog een keer proberen, weer een koprol. Bij een landing iets verder naar één kant kan ze zich blijkbaar aan de zijkant vasthouden, want dan gaat het goed. Dan worden zorgvuldig een aantal mogelijke woningen geïnspecteerd.
Naar binnen, oh nee, hier woont al iemand, en weer naar buiten. Naar binnen …. Neuh, te smal hier, naar buiten. Naar binn-, oh, sorry, daar komt net iemand anders naar buiten. Naar binnen en … nu blijft ze er een hele tijd in. In de bijendocumentaire hebben we gezien hoe bijen in zo’n gangetje voor elk eitje een kamertje metselen. Dat is leuk om te weten. Na verloop van tijd zie ik dat verschillende gaten helemaal dichtgemetseld zijn.
Vandaag is het bewolkt. Het is stil rondom het insectenhotel. Waar de beestjes blijven als de zon niet schijnt is me een raadsel. Maar als de zon terug is, begint het gezoem weer. Dan ga ik weer af en toe een kwartiertje kijken naar de insectendocumentaire in m’n eigen achtertuin.
zondag 27 april 2025
Houten dienblad
Ik besluit thuis met diezelfde techniek een dienblad te gaan maken. In onze schuur vind ik een smalle plank voor de vier zijden en een plaat voor de bodem. Niet het mooiste hout, maar prima voor een oefenproject.
Zorgvuldig teken ik alles af zoals ik het op de cursus geleerd heb. Het timmermanspotlood dat al jaren ongebruikt in een hoek lag heb ik met de beitel haarscherp gemaakt. Erfenisje van m’n vader, net als de Stanleyschaaf; ik wist niet eens dat ik hem had, maar sinds ik geleerd heb hoe een schaaf in elkaar zit en hoe je hem gebruikt, ben ik er verliefd op geworden.
H. komt af en toe kijken. Hij kan het niet laten om me goede raad te geven, maar eigenlijk wil ik het gewoon zelf doen. Wel is het leuk dat hij me nu enthousiast uitleg geeft over een aantal handige stukken (elektrisch) gereedschap waar ik me tot nu toe weinig mee heb bemoeid. Het is een ontdekkingsreis in onze eigen schuur.
“Weet je waar dit voor is?”
“Kun jij zien welke boortjes voor hout zijn en welke voor steen?”
“Voor wat je nu doet, heb ik misschien een handiger zaagje.”
En ja, ik moet toegeven dat dat zaagje handiger is. Maar verder laat ie me zelf aanklooien. Zelfs als ik in gevecht ben met de workmate waarvan ik het inklapsysteem maar niet onder de knie krijg.
Nu is m’n dienblad bijna klaar. Het is een doodsimpel ding; waarschijnlijk had ik er zo een gisteren voor een euro op de rommelmarkt kunnen kopen. Maar deze heb ik zelf gemaakt. Zie je die knoest in het voorste handvat? Daar dwars doorheen heb ik toch maar een mooi, glad gat voor elkaar gekregen.
Leuk hoor, om dit te kunnen. En ik wil nog meer leren. Binnenkort begint de cursus weer. Ik heb er echt zin in.
Het echte vakantiegevoel
We hebben zin in een dagje weg en besluiten de Graafschaproute te fietsen. Op zaterdag staan we op tijd op en met de fietsen achterop rijden...
-
Er ligt een klein, hemelsblauw eitje in de tuin. Helemaal gaaf ligt het op een onbegroeid stukje grond. Mijn eerste opwelling is, het op e...
-
Het is ongeveer 10 kilometer fietsen naar Sanguin en voor alle zekerheid doe ik een regenjas aan. Als ik er bijna ben, begint het zachtjes...
-
Eindelijk de knoop doorgehakt. Ik was het al langer van plan, maar nu heb ik de zolderkamer die vroeger de kamer van E. was, veranderd in ee...



.jpg)
.jpg)















