zaterdag 30 juli 2016

Bramen veroveren

Zeker vier kilo bramen heb ik al geplukt deze zomer. De eerste rijpe exemplaren vind ik altijd aan de ‘uiteinden’, daar waar nog maar enkele takken uitsteken en de bramen volop zon krijgen. Wat nu aan de beurt is om geplukt te worden, zit meer verborgen in de struik. Daar gaat wat voorbereidend werk aan vooraf.
Vlak voor de braamstruik groeit een acanthus, een stekelige schoonheid met elegante, roze-paarse bloemen die in lange aren opkomen. Omdat zowel de braam als de acanthus nogal uitbundig groeien, zijn ze dit jaar in een omhelzing terechtgekomen die problemen oplevert nu er geplukt moet gaan worden. Vandaag ga ik flink aan het snoeien. De bijna uitgebloeide bloemstengels knip ik rigoureus af en voorzichtig – met tuinhandschoenen aan –  dump ik ze in de groenbak. Er mogen er een paar blijven staan, daar kan ik wel omheen.

De manshoge witte pluimen ereprijs verderop wijzen door regen, wind en vooral de vlijtig wevende haagwinde (piespotjes) alle kanten op. Om bij de bramen daarachter te komen, moet ik eerst orde in de chaos brengen. Ik zet een paar bamboestokken in de grond en vis voorzichtig de lange stelen van de ereprijs tussen de braamstruik uit. Hier en daar knip ik te enthousiaste uitlopers van de braam weg en ontwar ik de slierten haagwinde. Dan gaat er een touwtje om de niet geknakte ereprijspluimen.
Als dit bijna voor elkaar is, begint het te regenen. Goed voor de grond, die ondanks de grijze dagen van de afgelopen week behoorlijk droog is. Maar bramen plukken vlak na een regenbui … dat kun je eigenlijk het beste in een regenpak doen. Vooral als ze zo midden tussen het groen zitten.

Terwijl ik wacht tot de bui over is, zoek ik mijn recept voor bramenlikeur op en zet twee weckpotten klaar. Er gaat een beetje soda in en kokend water zodat ze straks echt goed schoon zijn voor gebruik. Dan kruip ik achter mijn laptop om een blogpost te schrijven. Deze.
En als dan een kwartier later de regen is opgehouden, draai ik gauw een eind aan mijn verhaal, want ik wil weer naar buiten. Ik gok op 1.5 kilo bramen. Genoeg voor twee flesjes likeur en een fles sap.

vrijdag 22 juli 2016

Vierdaagse


Het regent. Na vier ongenadig warme dagen zet ik vanmorgen de deuren tegen elkaar open om de heerlijk koele lucht binnen te laten. Ik ben blij met de regen, maar denk ook aan de vierdaagselopers die vandaag hun laatste wandeldag hebben.
Niet dat de lopers die deze week bij ons logeren zich door een buitje laten weerhouden. Maar het binnenkomen vanmiddag op de Nijmeegse Via Gladiola is een stuk feestelijker zonder regen.

Vorig jaar hebben we ze gemist vanwege een blessure, maar nu zijn ze er weer: de vader en dochter die al voor het achtste jaar vanuit ons huis de vierdaagse lopen. Langer dan alle andere lopers die we ooit in huis hadden. En hoewel we het ook over heel veel andere dingen hebben dan het wandelen, heb ik in de loop van de jaren heel wat vierdaagse-ervaring verzameld zonder ook maar een dag mee te lopen.

Dag 1.
De Wedren, de Waalbrug
Wat gaat dat lopen goed
Je maakt je kilometers
En bent vol goede moed
Van Arnhem gaat het dansend
Naar Elst en daar voorbij
Je ziet al haast de Waalbrug,
maar
die komt niet dichterbij
Een lange lange lange dijk
Nog ruim een uur te gaan
Maar dan mag je gaan zitten
Dag één is nu gedaan.

Dag 2.
De wekker, zo vroeg al
Je rekt en strekt en zucht
Maar even later loop je
Weer in de buitenlucht
Het is de dag van Wychen
Van Vennen en natuur
In Balgoij, Niftrik, Woezik
Daar juichen ze vol vuur
Muziek langs vele wegen
En roze overal
Voordat je aan je blaren denkt
Is daar de finish al.

Dag3.
Weer opstaan, je wilt niet
Je spieren zijn zo stijf
Straks moet je zeven heuvels
Met dat stramme lijf
Het is de dag van Groesbeek
Misschien de mooiste dag
Het leger eert de doden
Een traantje pinken mag
Je klimt en daalt manmoedig
Door Milsbeek en door Mook
En haal je deze derde dag
Dan lukt de vierde ook.

Dag 4.
Eén dag nog, de laatste
En dan is het voorbij
je sleept je naar de Wedren
De vierde keer op rij
In Cuijk ligt de pontonbrug
Daar moet je over gaan
En dan het allermooiste
Hier heb je ’t voor gedaan:
Op Via Gladiola
Al ben je uitgeteld
word je door rijen mensen
Toegejuicht als held

(www.appelpitgedichten.nl)

vrijdag 15 juli 2016

Hier staat mijn verstand bij stil

Omdat de ramadan een zware tijd was voor mijn taalmaatje F., wilde ze de sessies op de woensdagmorgen stoppen tot na het Suikerfeest. Als ik voor het eerst weer bij haar aanbel, hebben we elkaar vijf weken niet gezien. Ze is nog bezig met het ontbijt van haar dochtertje en terwijl ze haar voert, vertelt ze me dat ze afziet van de hbo-studie die ze zo ambitieus van plan was.

Met twee kleine kindjes die zo vaak ziek zijn en haar eigen zwakke gezondheid zou ze veel lessen missen en behalve dat het dan moeilijk is om bij te blijven, zou ze dan problemen krijgen met de studiefinanciering, waarvoor ook een zekere aanwezigheidsplicht geldt. Gecombineerd met de extra handicap dat ze pas anderhalf jaar bezig is Nederlands te leren, maakt dat de kans van slagen wel erg klein. En falen zou betekenen dat ze voor niets een flinke studieschuld maakt.
Ze mikt dus niet op een vervolgstudie, maar gaat wel binnenkort inburgeringsexamen doen.
Ik vraag waarmee ze graag wil oefenen en dat is Nederlands praten. Dus geen opdrachten, boeken en papieren meer tijdens de taalcoach-sessies, maar praten.

Het onderwerp voor vandaag ligt voor de hand: “Wil je me vertellen over de ramadan en het Suikerfeest?”
F. vertelt hoe ze de afgelopen maand heeft geleefd. ’s Middags eten koken en ’s avonds laat, als de kinderen slapen, eten. Soms alleen, soms samen met anderen. Ze vertelt hoe ze elke dag veel tijd besteedt aan bidden en dat het de bedoeling is dat mensen die genoeg geld hebben tijdens het Suikerfeest een percentage van hun rijkdom weggeven aan de armen. Over twee maanden is het slachtfeest en dan moeten zij die het kunnen betalen een schaap kopen, waarvan ook weer een deel weggegeven moet worden aan minderbedeelden. Hier in Nederland is dat wel wat lastiger dan in Guinee, waar ze vandaan komt, want hier heb je niet zoveel ‘arme mensen’ om je rijkdom mee te delen.

We praten over de nadruk in de islam op eerlijk delen. Ik vertel haar dat veel mensen bang zijn voor haar religie omdat er in naam van de islam zoveel terroristische aanlagen gepleegd worden. Met grote ogen betoogt ze dat het in haar geloof helemáál niet mág: anderen doden of kwaad doen. Dat zijn geen moslims die dat soort dingen doen!
Onze taaloefening is een serieus gesprek, en als ik naar huis fiets, denk ik erover na hoe groot het verschil is tussen wat F. me over de islam vertelt en wat extremisten ervan maken.

Een dag later worden er in Nice meer dan 80 mensen in het wilde weg doodgereden door een gestoorde gek in een vrachtwagen. Onmiddellijk wordt op sociale media de conclusie getrokken dat de grenzen toch echt gesloten moeten worden voor alle moslims.
Kortsluiting in mijn hoofd. Hoe is het mogelijk dat het geloof van F. iets te maken heeft met dit soort gebeurtenissen?? Hier staat mijn verstand bij stil.

zondag 3 juli 2016

De Boeddha

In Leiden bezoeken we het Museum Volkenkunde waar een tentoonstelling is over De Boeddha. Interessant; er wordt onder meer een antwoord beloofd op de vraag waarom De Boeddha zo inspirerend is.

We beginnen bij het begin en ik lees de samenvatting van het leven van Siddharta Gautama, geboren als zoon van  koning en opgevoed in een weelderige, beschermde omgeving.  Als volwassene gaat hij zich afvragen hoe het leven buiten zijn drie paleizen er uitziet en ontdekt dat er ouderdom, ziekte en dood bestaat. Siddharta besluit monnik te worden en gaat nog verder door zichzelf jarenlang te pijnigen en uit te hongeren. Het brengt hem allemaal geen verlichting en dan gaat hij mediteren. Dit doet hij net zo lang tot hij de verlichting bereikt en Boeddha wordt.

Het verhaal is in de tentoonstelling in vele vormen terug te vinden en ook lees ik wat de kenmerken zijn van de boeddha en wat de symbolische handgebaren betekenen. Dan volgen er zalen over de verschillende vormen die het boeddhisme en de Boeddhabeelden in verschillende landen en werelddelen kregen.
Hoe meer zalen ik doorloop, hoe sterker een gevoel van ongeduld wordt.
Waarom is het verhaal van de Boeddha nu zo inspirerend? Ik vind op die vraag geen antwoord in alle uiterlijkheden in deze tentoonstelling.
Een film over Nederland en Boeddhisme trekt mijn aandacht, maar blijkt vooral te gaan over Ikebana en mindfulness. Is dat onze vertaling van het Boeddhisme?

Misschien ben ik met verkeerde verwachtingen naar deze tentoonstelling gegaan, maar ik ben na zes zalen uitgekeken en slenter zonder echte aandacht door naar het eind. Teleurgesteld. Ik neem me voor om zelf maar eens op zoek te gaan naar wat het verhaal van Boeddha zo bijzonder maakt dat er een wereldgodsdienst op geïnspireerd is. Hier heb ik het antwoord niet gevonden.

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...