vrijdag 30 september 2016

Vertrek

 
 
Broeken shirts, kado’s
Slippers, slipjes, schoenen
plus een makkelijke broek
En een muskietennet
 
Pleisters, zonnebrand
telefoonoplader
Hempjes en een omslagdoek
Een zonneklep of pet
 
Scheermes, nagelschaar
Vestje, warme sokken
Handdoek en een spannend boek
en kaarten voor de pret
 
Alles ingepakt?
Kunnen we nu gaan?
NEE
Ik moet nog checken
Of het gas is uitgedaan
 

zondag 25 september 2016

Voorbereidend wandelen

Hebben we hem nu zeven zondagen achter elkaar gelopen? Of acht. Ik ben de tel kwijtgeraakt. Maar vanmorgen was het voorlopig de laatste keer dat we de N70 liepen. Een Nederlandse boswandeling is natuurlijk niet te vergelijken met een dagtocht in het Andesgebergte, maar we gaan in elk geval op vakantie met een fatsoenlijke basisconditie.

“Aangezien de route een hoog sportief gehalte heeft, is de N70 uitgegroeid tot een veel gebruikt oefenparcours voor hardlopers en lange afstand wandelaars.” Staat op de website www.gelderseroutes.nl. Het is nog geen half uur (auto)rijden vanaf ons huis en dus een voor de hand liggende manier om onze wandelspieren op orde te brengen.
Op verschillende websites is ook te lezen dat de wandeling over de Boterberg, de Sterrenberg, de Duivelsberg en nog vijf andere ‘bergen’ voert en dat ie 16 kilometer lang is. Dat klinkt allemaal geweldig, behalve dat deze Gelderse bergen toch echt niet meer dan heuvels zijn en die zestien kilometer zijn ook nogal overdreven. We schatten de route zelf op hooguit 14 km.

Maar dat het een mooie wandeling is, klopt helemaal. En elke week is ie weer anders. Behalve dat je op verschillende punten kunt starten, ziet het er bij grijs, regenachtig weer totaal anders uit dan op een heldere, zonnige dag en in de loop van de weken zie je ook de kleur van de bomen veranderen en velden hoog, groen gras veranderen in droog hooi.

Ergens onderweg horen we onze telefoons pingelen dat we ons in Duitsland bevinden, want we komen vlak langs de grens. Na zo’n drie uur lopen op de zondagochtend ben ik altijd heel tevreden over die sportieve actie, die me inmiddels al lang geen spierpijn meer oplevert. En nu zijn we dan aan het echte werk toe. Nog een week en dan vertrekken we naar Peru. We hebben er zin in.

zaterdag 17 september 2016

Meedoen aan Prateur 2016

(zie ook Syrische liederen met hindernissen)
 
“Er komt weer een groep aan. Iedereen op z’n plek!” De jonge acteurs kruipen in de tent op het toneel. Wij, de koorleden, stellen ons op achter een deurtje op de wenteltrap. We horen het publiek binnenkomen. Gepraat, geschuif met stoelen, en na een tijdje valt de stilte van vlak voor de start. In de smalle, warme koker van de wenteltrap staan we te wachten. Er wordt zachtjes nog een beetje gefluisterd, maar als we de eerste woorden van de voorstelling horen, concentreert iedereen zich.
“Jongens, komen!” roept Jenske naar de tent waar hier en daar ledematen uitsteken. “Ik tel tot drie!” Maar iedereen blijft in de tent. Wel komen de koorleden tevoorschijn en pas als we beginnen te zingen, kruipen er aan alle kanten kleurige jonge mensen uit de tent. Zo begint het stuk.

Onze dirigent heeft vandaag een dubbelrol. Omdat de violist zich heeft ziekgemeld, moet hij ook de instrumentale muziek verzorgen waar die niet gemist kan worden. Een half uur voor de voorstelling werden nog koortsachtig de scènes doorgenomen waar hij op een contrabas bij zou spelen. Nu het publiek erbij is, lijkt het vanzelfsprekend dat er op de goede momenten muziek klinkt. Zelf merken we dat een aantal dingen weer moeten wennen. We spelen de korte voorstelling zes keer per avond. Het publiek ziet behalve dit stuk nog vijf andere dingen op verschillende locaties. Soms staat al na een paar minuten de volgende groep voor de deur en soms zit er wat langer tussen.

Na de derde ronde kijken we elkaar tevreden aan. Het begint steeds soepeler te lopen. En na de vierde komt de regisseur ons vertellen dat het prima gaat. Nog een kleine aanwijzing en daar komt alweer een groep publiek. Als de zes voorstellingen van deze avond erop zitten, ruimen we samen snel alle klapstoelen op, want overdag wordt de ruimte voor andere dingen gebruikt. Dan verdwijnt de een na de ander naar buiten. “Tot morgen,” wordt er geroepen. Met een deel van het koor gaan we nog even wat drinken; het is tenslotte vrijdagavond.

Bij een biertje nemen we door wat er allemaal misging en we geven onze dirigent schouderklopjes omdat hij z’n onverwachte rol als muzikant er zo onverschrokken bij nam. Al met al zijn we best tevreden over de avond, al kan het natuurlijk altijd nóg beter. Er komen nog kansen genoeg. Morgen weer zes voorstellingen en volgende week nóg vier avonden. En wie weet wat voor verrassingen díe nog allemaal brengen. Maar nu leunen we even lekker achterover. Wat er morgen gebeurt, zien we dan wel weer.

zaterdag 10 september 2016

Syrische liederen met hindernissen

“A ya zein, a ya zein el agibeen”
De melodie van het Arabische liefdesliedje is niet zo moeilijk, maar die tekst, uit je hoofd, dat valt niet mee. Maar ons projectkoor staat voor niets. Iedereen heeft z’n huiswerk goed gedaan en de eerste avond dat we met elkaar het nieuwe project doorzongen, klonken de drie Syrische melodieën na een ruim uur al best goed.

We doen mee met Prateur (2016), twee series voorstellingen in Nijmegen ‘die de oude stad met de nieuwe stad verbinden’. Het publiek gaat per avond langs zes locaties en ziet daar steeds een andere, korte voorstelling. Vandaag doen we een doorloop van ‘ons’ stuk, samen met de acteurs en de twee regisseurs. Er zijn minder acteurs dan eigenlijk de bedoeling was, want, zo vertelt regisseur Khadiye , een aantal asielzoekers die meededen is plotseling verplaatst naar een AZC in Den Helder. Ja, zo kun je dus ineens uit de theaterproductie verdwijnen…

We druppelen binnen in het zaaltje waar we oefenen en als iedereen binnen is, legt Khadiye uit wat er in de eerste scène gebeurt en hoe het koor daarin moet gaan passen. Op een bepaald moment moeten we ons over de ruimte verspreiden en dan zingen we ons eerste lied. We doen het een paar keer en dan komen er wat regieaanwijzingen bij. Als de acteurs druk heen en weer lopen, zou het mooi zijn als het koor ook beweegt: let op de acteurs en ruil op dít moment met iemand anders van plek.

In een volgende scène wordt ons gevraagd om samen met de acteurs een dicht blok te vormen en halverwege het lied dat we zingen achteruit te lopen, los van hen, om al doorzingend ergens anders een eigen blok te vormen.

Het zijn eenvoudige opdrachten, maar ik merk dat het erg lastig is om een lied te zingen dat toch nog vrij nieuw is en tegelijkertijd andere dingen te doen. Net als veel koorgenoten raak ik onderweg de draad kwijt en smokkel vaag neuriënd hele stukken van het lied.
Zo krijgt elk van onze drie liederen een aantal hindernissen en terwijl we braaf de regieaanwijzingen volgen, worstelen we met onze partijen. In de korte pauze die we tenslotte krijgen, nemen de meeste koorleden wanhopig hun bladmuziek erbij om nog eens goed te kijken wat er allemaal misging. Ik vraag me af waar ik aan begonnen ben. Deze voorstelling gaan we acht avonden zes keer per avond doen. Wordt dat een beetje de moeite waard?

Terwijl we pauzeren, komt er iemand binnen die door alle acteurs hartelijk omhelsd wordt. Het is een van de asielzoekers die helemaal uit Den Helder hierheen is gekomen. Hij zou vioolspelen in het stuk en is vastbesloten om dat dan ook te gaan doen. Na de pauze voegt hij zich bij de acteurs. Bij een laatste, complete doorloop gaat het zingen weer beter dan tijdens de losse stukjes daarvoor. Ik krijg weer moed. Als we allemaal thuis de boel nog eens doornemen, komt het vast wel goed.

De sessie is afgelopen en ik sta klaar om weg te gaan. Naast me staat Khadiye aan iemand te vertellen dat de violist misschien mee kan doen en dan het beste een paar weken in de buurt kan logeren. Voor ik het weet hoor ik mezelf vragen of het een probleem is om een logeeradres te vinden en zeggen dat ik ruimte genoeg heb. ‘Ik moet het wel voor alle zekerheid even thuis overleggen,’ zeg ik er vlug achteraan. Khadiye reageert blij verrast en we wisselen telefoonnummers uit.
Onderweg naar huis hoop ik dat H. het geen slecht idee vindt om twee weken een onbekende Syriër in huis te hebben. Maar hij vindt het prima.

Dus als ze het rondkrijgen met het AZC in Den Helder, hebben we mogelijk binnenkort een tijdje een uitheemse huisgenoot. Meedoen aan een zangproject kan tot allerlei onverwachte dingen leiden.

(Het logeren ging niet door omdat de violist ook bij iemand in de stad terecht kon, wat handiger was. Maar onverwachte dingen waren er nog volop in het hele traject)

maandag 5 september 2016

Running evenement

Vastbesloten om in oktober met een goeie conditie op vakantie te gaan, lopen we nu wekelijks een rondje Duivelsberg. Vanmorgen is er geen plaats op onze vaste parkeerplek; alles staat vol. We zetten de auto een stukje verderop en lopen naar het begin van onze wandelroute. Daar zien we van alle kanten mensen in hardloop outfit aan komen. Geen wonder dat de parkeerplaats vol staat, er is blijkbaar een running evenement vandaag.

Langs het pad is een stuk gras afgezet met linten. Er staat een materiaalauto en een kraam met hardloopschoenen en er lopen talloze mensen rond in kleurige hardloopkleding. Ze lopen zich in een rustig tempo warm, sommigen zwaaiend of rondjes maaiend met hun armen. Ik moet er een beetje om lachen, want ze doen me denken aan een oude sketch van Monty Python: SillyOlympics.   Ook op het pad waar wij lopen, worden we ingehaald door renners die zich warmlopen. Maar ze blijven in de buurt van de startplek, en na een paar honderd meter is er niemand meer te zien. O ja, nog één dwalende man in een felgekleurd, strak pak zoekt naar een plek om even ongezien te plassen. Als hij met z’n rug naar ons toe achter de bosjes staat, is hij nog tamelijk duidelijk aanwezig. 

We horen nog een tijd een enthousiaste stem door het bos schallen met mededelingen voor de deelnemers. Na een tijdje hebben we de geluiden achter ons gelaten en lopen we door een stil bos. Hier en daar zien we knalroze pijlen op de grond staan en het is duidelijk dat we straks met hardlopers geconfronteerd zullen worden. Terwijl we een steile heuvel op klimmen, klinken er in de verte lange tonen : een doedelzak. We komen een oude man met twee hondjes tegen die vriendelijk naar ons knikt. “Lekker rustig in het bos hè,” zeg ik tegen hem en hij knikt nog eens: “met van die heerlijke natuurgeluiden.” Boven op de heuvel passeren we de doedelzakspeler. We blijven hem nog een hele tijd horen.

Bij een bocht in het bospad staan mensen in fluorescerende hesjes te wachten op de hardlopers. Even later passeert de eerste ons. De N70 is een stevige route om te wandelen, maar rennend lijkt het me echt loodzwaar. De eerste loper wordt al gauw gevolgd door een tweede en een derde en dan volgen er steeds grotere groepen. Waar het pad smal is, blijven we soms even stilstaan om plukjes renners voorbij te laten gaan en hier en daar voegen we ons er voor tien of twintig meter rennend tussen omdat we toch vooruit willen.

Dan slaan de renners ergens af waar wij rechtdoor gaan en kunnen we weer een stuk gewoon lopen. Maar we blijven ze tegenkomen. Eerst in onze richting en later een stuk tegen onze richting in, wat het nog iets lastiger maakt om ze niet in de weg te lopen. Het is een groot verschil met de wandeling van hetzelfde pad vorig weekend. Een rustige natuurwandeling is het vandaag niet, maar het is wel gezellig zo. Met andere wandelaars die net als wij af en toe tussen de hardlopers terechtkomen, wisselen we begrijpende blikken uit. Als we een stukje de rulle akker naast een erg smal pad nemen, bedanken tegemoetkomende renners ons vriendelijk. Er hangt een goede sfeer in het bos.

De laatste kilometers hebben we het pad weer voor onszelf. Terug bij de parkeerplaats zien we dat de renners echt wel sneller waren dan wij. De meeste auto’s zijn weer verdwenen. Een straat verder staat die van ons en ik laat me een beetje stijfjes van drie uur klimmen en dalen op de passagiersstoel zakken. Het was dan wel geen hardloopprestatie die we hebben geleverd, maar ik ben toch heel tevreden over onze eigen sportiviteit. En nu gauw naar huis voor koffie met een truffel. We hebben het verdiend.

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...