vrijdag 29 juli 2011

Visjes

Als redacteur van een gesproken kindertijdschrift leer ik steeds nieuwe dingen. Voor elk thema-onderwerp waar we een nummer over maken, struin ik internet en bibliotheek af naar informatie en ideeën. Bij de zoektocht voor het thema “Vissen” kwam ik Garra Rufa of knabbelvisjes tegen. Kleine visjes die dode huidcellen eten.
Ik had er jaren geleden eens iets over gelezen in verband met huidziekten zoals psoriasis. Lijders hieraan konden zich laten behandelen door in een bad met die visjes te gaan liggen, die dan alle ongerechtigheden weg zouden knabbelen. Je moest er toen nog voor naar Turkije.
Tegenwoordig blijken de Garra Rufa visjes geannexeerd te zijn door de wellness industrie.
Schoonheidssalons in Nederland houden de visjes speciaal om hun cliënten een verwenbehandeling aan te kunnen bieden. Een soort levende scrub. Het is een trend.
Kort nadat ik dat via internet ontdekte, liep ik over de boulevard in Scheveningen. Voor een strandtentje stond een opvallend bord waarop stond dat je er massages kon krijgen en diverse behandelingen, waaronder één met knabbelvisjes. Een kwartier met je voeten tussen de vissen voor 15 euro. Binnen in de tent stond een vierkant open aquarium met helder water, waarin talloze kleine visjes zwommen. Er was weinig animo vanuit het publiek, maar dat lag misschien aan het tijdstip: vroeg in de avond. Iedereen was op weg naar een friettent of restaurant of naar huis.
Weer een paar dagen later kreeg ik van mijn kinderen een verlaat verjaarscadeautje. Een waardebon voor een dagje sauna. “Zo gezond als een vis”, heet het arrangement en één van de extraatjes is: een behandeling door Garra Rufa Visjes.
Ik kijk er naar uit.

zaterdag 23 juli 2011

Utøya

Waarover kun je een blog schrijven als er in Noorwegen 92 mensen vermoord zijn?
Ik ken niemand in Noorwegen, ben er ook nooit geweest. Maar vandaag moet ik er steeds aan denken. Utøya heet het eiland waar 85 jonge mensen werden doodgeschoten. Klinkt bijna als Utopia, maar nu is het de hel. Jongeren tussen de 14 en 25. Ik denk aan de ouders van die kinderen. Of liever gezegd: ik denk aan hoe het zou zijn om zelf je kind zo te verliezen, want je relateert zoiets altijd aan jezelf.
Noorwegen is Europa, het is niet erg ver weg en de mensen daar lijken op ons. Hun leven lijkt op het onze. Zo’n aanslag van een gek op een eiland vol jongeren; het zou hier ook kunnen gebeuren. Misschien dat we daarom aldoor naar de beelden blijven kijken en blijven luisteren naar de geschokte overlevenden die vertellen hoe het gebeurde.
Eigenlijk was ik een vrolijk verhaaltje van plan over de Nijmeegse vierdaagse en de wandelaars die we afgelopen week verzorgd hebben. Maar 92 Noorse doden maken dat voor mijn gevoel ongepast. Zoveel onbegrijpelijk geweld tegen onschuldige mensen, daar kun je alleen maar stil van zijn.

zaterdag 16 juli 2011

Je dode kind in een plastic matje wikkelen

Pas toen ik de fotoserie van NRC zag van het kamp bij Dadaab, drong het tot me door. Ik had wel nieuwsberichtjes voorbij zien komen over droogte en honger in Afrika, maar daar niet echt aandacht aan besteed. Het is erg, maar ‘honger in Afrika’ is een cliché geworden.
De hongerige kindjes in Afrika zijn al zo lang ik me kan herinneren ver en vaag aanwezig. In mijn kindertijd gebruikten ouders ze in de opvoeding. “Eet je bord leeg. De kindertjes in Afrika zouden blij zijn met dat eten”. “Honger? Trek zal je bedoelen. De kindertjes in Afrika. Díe hebben honger.”
Nu is het erger dan ooit. Volgens de Verenigde Naties voltrekt zich in de Hoorn van Afrika momenteel de grootste humanitaire ramp ter wereld. Zó veel en zo ver dat je je er geen voorstelling van kunt maken. Tot je de tijd neemt om zo’n fotoserie te bekijken.
Een enorme zandvlakte met dorre struiken en geïmproviseerde, ronde tenten van takken en lappen stof. Een lopende man met een klein pakketje in zijn armen. Op de volgende foto graaft diezelfde man een vierkant gat in het zand. Het pakketje is zijn zoontje van vier. Een derde foto laat een rij mensen in kleurige kleren zien die stil staan te kijken. Voor hen een opgerold plastic matje, waar de dode kleuter in gewikkeld is.
Sinds deze week is het gironummer 555 weer in gebruik om geld te kunnen storten voor de Samenwerkende Hulporganisaties. Om me heen hoor ik sceptische mensen zich afvragen of dit geld goed terecht komt. Op internet zie ik kribbige notities van mensen die opmerken dat die mensen in Afrika het nu maar eens zelf moeten leren oplossen. Dat het niet helpt om eten te blijven sturen omdat dat structureel niets oplost.
Misschien hebben ze gelijk. Maar hoe kun je mensen kwalijk nemen dat ze leven waar ze geboren worden en geen antwoord hebben op de problemen die daar al zo lang heersen?
Met het besef dat het een druppel op een gloeiende plaat is, stort ik een bedrag op 555. Misschien vooral om mijn geweten te sussen, maar wie vraagt daarnaar als er toch weer een klein beetje hulp van betaald kan worden?

maandag 11 juli 2011

Bachelor of European Studies

We zijn uitgenodigd voor de diploma uitreiking op The Hague University, oftewel de Haagse Hogeschool. Tachtig jonge mensen staan op het punt hun studie officieel af te ronden en mogen zich vooraan ‘Bachelor of European Studies’ noemen.
Als we het gebouw binnenkomen, zien we E. al staan. Onze volwassen dochter, in een mooie jurk, speciaal voor de gelegenheid gekocht, en op zwarte pumps. Ze stelt ons voor aan vriendinnen. Je ziet aan de jurkjes meteen wie van hen vandaag ook Bachelor worden.
Een beetje zenuwachtig zoemen ze rond. Willen jullie koffie? Dat staat daar. Waar gaan jullie zitten? Ik moet daar vooraan. Kijk, dat is m’n scriptiebegeleider, daar links met dat blauwe overhemd.
Het is een mooie plek, het ronde Atrium van de Hogeschool Groot en licht. De honderden stoelen die er in rijen zijn neergezet, nemen maar een klein deel van de ruimte in beslag.
Om twee uur begint de plechtigheid met een welkomstwoord. Er is een toespraak van de chairman van een stichting en één van een ‘professional adventurer’. Hij heeft het over de Noordpool, ijsberen en idealen om na te streven. Op de voorste rijen wordt gedraaid en zachtjes gefluisterd. Voor de uitreiking is er dan eerst nog een muzikaal intermezzo. Er wordt beleefd geluisterd naar het Trio Klassiek, maar het applaus ademt opluchting.
Eindelijk. Nu gaat het gebeuren.
In alweer een toespraak worden enkele studenten bij naam genoemd vanwege hun bijzondere prestaties. Dan worden de geslaagden één voor één opgeroepen.
Drie traptreden op, een hand, het diploma; samen met de ‘programme manager’ op de foto en dan de treden weer af. We klappen voor elke student en zien de één bescheiden glimlachen en met neergeslagen ogen vlug terug lopen, de ander met een brede lach triomfantelijk het diploma omhoog houden. Voor sommigen zijn de traptreden een uitdaging vanwege de feestelijke hoge hakken. Strapless topjes worden onderweg zenuwachtig omhoog getrokken, korte rokjes naar beneden. Er zijn eenvoudige jurkjes en creaties vol ruches. De jongens, ver in de minderheid, steken allemaal in onberispelijke pakken.
Als onze E. aan de beurt is, klappen we extra hard.
Daar staat ze, met haar zwarte bachelorbaret. Samen met tachtig anderen gaat ze op de foto, allemaal om door een ringetje te halen.
Thuis schopt ze de pumps uit en ruilt het jurkje in voor broek en T-shirt. We nemen haar mee uit eten. Maar eerst lekker even uitwaaien op het Scheveningse strand.

zaterdag 2 juli 2011

Strafport

Ik hoor de brievenbus klepperen en daarna de bons van veel post. Hoewel ik email heel handig vind, hou ik erg van tastbare brieven en kaartjes op de mat. Ik ga meteen kijken wat de veelbelovende bons oplevert. Dat is vooral reclame, een saaie brief van de bank en dan nog een kaart van tnt post:“U heeft onvoldoende gefrankeerde post ontvangen of verzonden.” Met het verzoek om 1 euro 38 te betalen.
Ik vraag me af over welke post het gaat. Dat kun je volgens de kaart bekijken op de website van tnt, als je de bijbehorende code invult. Het werkt. Als ik na het invullen op ‘doorgaan’ klik, komt er zelfs een foto van het poststuk in beeld. Het is een uitnodiging van The Hague University voor de diploma-uitreiking. Ze zijn kennelijk vergeten te stempelen, dat kan gebeuren.
Ik besluit keurig te betalen, maar heb geen zin om daarvoor al m’n gegevens op de tnt website in te vullen. Het kan ook betaald worden door de kaart te retourneren met het bedrag aan postzegels. Toevallig hebben we net een paar velletjes postzegels gekocht en ik haal ze te voorschijn om te gaan plakken. Het zijn van die zegels voor dummies met alleen een ééntje er op, maar voor zover ik weet zijn die nog steeds 44 eurocent waard. Ik vraag me af hoe dat gaat als de porto voor brieven omhoog zou gaan naar bijvoorbeeld 49 cent. Is zo’n ééntje dan meer waard? Dan is het voordelig om een voorraadje in te slaan. En hoe moet dat dan met zo’n strafport plaksessie? Dan kun je met dezelfde zegels méér betalen. Dat is vast niet de bedoeling. Zou tnt dan een 1A postzegel gaan verzinnen? Met een los A-tje om de waarde van de oude aan te vullen?
Intussen realiseer ik me dat ik met drie zegels 1 euro 32 geplakt heb, terwijl het 1.38 moet worden. Waarom vragen ze zo’n raar bedrag? Dat is niet eens in postzegels bij elkaar te krijgen. Hoe kunnen ze dat toch vragen van diezelfde klanten die een ééntje beter aan zouden kunnen dan zo’n ingewikkeld bedrag als 44 cent.
Gelukkig heb ik nog een ouderwets vijf-cent zegeltje en daarmee ben ik er bijna. Die ene cent rond ik dan maar af. Zou het systeem dat begrijpen of krijg ik over een tijdje weer zo’n kaart met het verzoek om 1 cent te betalen? Ik kijk er naar uit. Het is altijd zo leuk om post op de mat te krijgen.

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...