dinsdag 31 juli 2018

Verspilling


Vaak doen we op zaterdag met z’n tweeën boodschappen. En bijna even vaak word ik onderweg een beetje ongeduldig, want H. slaat in geen van de beide supermarkten die we door lopen ook maar een gangpad over. Hij neemt alle tijd voor de wekelijkse boodschappen en vindt het een relaxed klusje.

Ik heb altijd wat meer haast, want ik weet wel leukere dingen te doen. Daarom sla ik ook regelmatig over om alvast wat andere zaterdagse rotklusjes te doen (wc’s schoonmaken, stofzuigen). Maar het nadeel daarvan is, dat H. dan onveranderlijk met te veel van allerlei bederfelijke zaken thuiskomt: “Twíntig trostomaten?? Hoe moeten we die op krijgen?”
“O, dat lukt best.”
“En zo’n grote bak nectarines… die worden altijd allemaal tegelijk rijp en dan moeten ze snel op.”
“Lekker, toch!”
Het gevolg is dat na twee weken de tomaten zo zacht zijn dat er een grote pan tomatensoep gemaakt moet worden (geen ramp, kan in de vriezer) en dat drie van de acht nectarines regelrecht de compostbak in kunnen.

Ik heb er een hekel aan om eten weg te gooien en daarom loop ik de meeste zaterdagen als een politieagent naast de winkelwagen:
“Nee, neem nou geen bietjes mee, want we hebben nog veel te veel andere groenten die eerst op moeten.”
“Twee komkommers voor de prijs van één? Maar er ligt nog een komkommer van vorige week!”
Zo hou ik de verspilling binnen de perken, al lukt het lang niet altijd om H. in zijn enthousiasme te stoppen.

Maar tegen de aankoop van flessen of zelfs hele dozen wijn heb ik eigenlijk nooit bezwaar. En dat is niet waarom je misschien denkt…  wijn kun je gewoon heel lang bewaren! 

zaterdag 28 juli 2018

Warme ketels, koel biertje

Op de dag dat we terugkomen van vakantie (vanuit de Eifel), zit Nederland middenin een hittegolf. De heetste plek in het land is Arcen, en laten we daar nou net naartoe gaan voor een rondleiding bij de Hertog Jan brouwerij!

Bier is een aantrekkelijk product als het zo warm is, maar voordat er een koel biertje voor je op tafel staat, komt er eerst nog wat meer hitte aan te pas. Aan het begin van de rondleiding worden we gewaarschuwd: we gaan het nog flink warm krijgen onderweg. Daarom krijgt iedereen meteen een bekertje van het zuivere bronwater dat gebruikt wordt om het bier mee te brouwen. Ook mogen we flesjes water meenemen die op een grote tafel klaarstaan.

Dan begint onze gids, Peter, te vertellen over gerst, dat gekiemd wordt en dan gedroogd, zodat mout ontstaat. In een aantal bakken zien we de verschillende soorten mout, voor blond of donker bier. Hier gaat later water bij en ontstaat een beslag, waarin zetmeel omgezet wordt in suiker. Is dat gebeurd, dan wordt de boel gefilterd en krijgen we wort.

Elke stap in het proces gebeurt in een andere, enorme ketel. Vier van die glimmende ketels staan in de volgende ruimte, waar we door een smalle gang naartoe zijn geklommen. Het is er inderdaad nog iets tropischer dan buiten en we zijn blij met onze flesjes water. In de volgende ruimte is het brouwproces ver genoeg gevorderd om te gaan proeven. Er wordt vandaag Grand Prestige gebrouwen, dat nog verder moet rijpen, maar ook in dit stadium al prima smaakt.
Nog meer trapjes en gangetjes, een ruimte waar verschillende lichtere biersoorten geproefd mogen worden en waar Peter trots wijst op de houten tonnen waar op dit moment een experiment in plaatsvindt: bier in voormalige bourbon-vaten. Verderop zien we hoe de Grand Prestige gebotteld wordt en tenslotte is er de kelder waar dit luxe bier na jaren liggen bijna port blijkt te worden, aldus onze gids. Ook dat mag geproefd worden (ik ben geen liefhebber).

Aan het eind van de rondleiding krijgen we een elegant bierglas kado en een vierkante munt voor een consumptie op het terras aan de overkant. Zelfs hier onder de grote kastanjebomen is het heet. Op een tafeltje staan bekertjes en flessen water waar je gratis van mag nemen. 
Na al het proeven binnen, houden we het nu maar even alcoholvrij, want we moeten ook nog naar huis. Nog drie kwartier rijden en dan zijn we echt terug van vakantie. En die hele rondrit door België, Frankrijk en de (Duitse) Eiffel is niet zo warm geweest als nu in Nederland. Nogal bijzonder.

woensdag 11 juli 2018

Spul

“Wat zit er in jouw spullenbakje?”
“Nou, eens kijken,”
Kleng, prrrr, rinkel “Eh, paperclips, de oplader van m’n piano, een grote schroef, en – haha - wat is dit nou voor een gek ding?”
De voorlezers van audiotijdschrift Klinkklaar zijn op dreef. Tijdens het voorlezen rommelen ze met wat er in de studio voorhanden is, zodat het ‘doornemen van de spullenbakjes’ levensecht klinkt.


Het thema van Klinkklaar 7 is SPUL - en daar kun je veel kanten mee op. Van ontspullen tot het maken van geheimzinnig spul (waar je misschien wel onzichtbaar van wordt), van een reisje door je lichaam (wat voor spul zit daar allemaal in?) tot een rondleiding bij een afvalverwerkingsbedrijf.
Wist je dat chipszakken niet bij het plastic afval moeten omdat er een metaallaagje in verwerkt is, dat het te recyclen plastic vervuilt? En dat de drie kleuren glas in de glasbak écht wel gescheiden opgehaald worden, al lijkt het of ze bij elkaar gemikt worden in de ophaal-wagen? Dat en meer leerde ik terwijl ik de reportage monteerde die freelancer A. me mooi op tijd stuurde.


Elke vier weken een nieuw onderwerp om me in te verdiepen en een draaiboek voor 70 minuten mee te vullen. Het blijft leuk, want er komen altijd weer onverwachte invalshoeken tevoorschijn. Het volgende nummer gaat over ‘voelen’ en ik heb zo’n gevoel dat dat ook weer een heel leuke opname kan worden. 

zondag 8 juli 2018

Pijn

Dat een wortelkanaalbehandeling geen pretje was, wist ik. Toch was ik blij dat mijn tandarts er meteen tijd voor maakte. Ik had al een paar dagen een zeurende pijn in m’n kaak en nu werd het steeds erger. De oorzaak was al snel duidelijk: een ontstoken wortelpunt. 

“Ik kan twee dingen doen,” zegt de tandarts, “de kies trekken óf een wortelkanaalbehandeling.” En omdat de kies eigenlijk te goed is om te trekken, wordt het de tweede optie. Een langdurige sessie van gepor en gewroet met piepkleine vijltjes en boortjes om alles daar binnenin m’n kies goed schoon te maken. Met verdoving gelukkig, maar evengoed niet echt fijn om te ondergaan. Een klein uur later fiets ik opgelucht naar huis.

“Het zal nog wel een paar dagen pijn blijven doen,” heeft hij gezegd. Maar voorlopig voel ik nog niet zo veel. Eén kant van m’n gezicht is nog verdoofd, net als de helft van m’n tong. Een paar uur later begint de boel te tintelen en komt het gevoel terug. AU. Nu toch maar wat paracetamol slikken. ’s Avonds wil ik alleen maar voor de tv hangen en met weer twee paracetamolletjes ga ik vroeg naar bed.

Om half één word ik wakker. In mijn kaak klopt en bonkt het, maar er zijn nog lang geen vier uur verstreken na de vorige pijnstillers. Ik blijf stil liggen en hoop dat ik weer in slaap val. Niet dus. Na een tijd ga ik toch maar naar de badkamer en neem nog twee van die witte pilletjes. Maar ze helpen niet: de pijn gaat er dwars doorheen. Liggen is een ramp. Ik probeer met een dik kussen half zittend te gaan slapen, maar dat lukt ook niet. Pijn pijn pijn, bonk bonk bonk … ik word er misselijk van.

“Hij werd misselijk van de pijn,” lees je wel eens in een detective. Nu weet ik dat het echt kan. Ik stap vlug uit bed en vind net op tijd een emmer. Veel valt er niet over te geven, maar het kokhalzen is er niet minder om.  Na tien minuten voel ik me minder beroerd en kruip maar weer terug in bed. En eindelijk val ik dan in slaap. Als ik weer wakker word, is de pijn een stuk minder.

Twee dagen later eet ik nog steeds heel voorzichtig en slik ik nog steeds paracetamollen, maar ik kan me al haast niet meer voorstellen hoe het donderdagnacht voelde. Ik weet niet of dat bij iedereen zo werkt, maar mijn brein is heel goed in het vergeten van pijn. Gelukkig. 

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...