zaterdag 26 oktober 2024

Klompenpad

Het is zaterdag en volgens het weerbericht wordt het vanmiddag 20 graden. H. en ik zitten aan het ontbijt en bedenken wat we op zo’n mooie dag buiten willen gaan doen.
Ik denk aan varen of fietsen, maar H. heeft een ander voorstel:
“Zullen we vandaag een klompenpad lopen?” 
Een wilg langs de rivier is grotendeels omgewaaid en afgebroken. Een groot deel van de stam ligt geknakt op de grond, maar op de breuk groeit een nieuwe, kleine boom verder.

Ik kijk bedenkelijk. De klompenpaden van Gelderland gaan door prachtige gebieden, maar ze zijn vaak lang. En ik ben niet zo’n enthousiaste wandelaar. Tien kilometer vind ik meer dan genoeg. Dat is dan ook mijn voorwaarde in de onderhandelingen.

 We kiezen een pad in de buurt en snijden een stuk af, zodat we rond de tien kilometer uitkomen. Klompenpaden gaan vaak langs smalle paadjes, door weilanden, soms over privéterrein, en zo weinig mogelijk over grotere wegen.

Het voordeel van wandelen boven fietsen is, dat je veel meer ziet. Wat bloeit er nog veel, terwijl het al oktober is! Het lijkt wel zomer! Maar de gekleurde bladeren aan de bomen en de paddenstoelen die we overal zien, zijn dan wel weer heel herfstig. We lopen een stuk door de uiterwaarden, vlak langs de rivier, over paadjes vol paardendrollen en koeienvlaaien. 

Op een bankje langs ons pad zitten twee mensen, vader en zoon, schat ik in. De jongste heeft een soort VR-bril op en in zijn handen een controller. Zit hij te gamen tijdens een wandel-pauze? vraag ik me af. Vlak voordat we langs ze lopen, zegt de man ‘hoho, wacht,’ maar hij is te laat. Als H. voor de controller langs loopt, valt iets verderop een laagvliegende drone neer. Aha, dus dát zijn ze aan het doen.
“Ai, een ongeluk,” zeg ik.
“Ja, dat was niet de bedoeling.” Het klinkt gelukkig opgewekt. We lopen door.  

We struinen over een eeuwenoud “straatje”, waar je regelmatig onder dwarse takken door moet duiken, en dwars door een stuk grasland. Soms is het pad zompig en modderig, waar ik niet de geschikte schoenen voor aan heb. Maar er is altijd wel een manier om droge voeten te houden.  
Na twee en een half uur lopen, zijn we terug bij de fietsen. Volgens de smartwatch van H. hebben we precies tien kilometer gewandeld. In struintempo dus, met af en toe een foto-pauzetje.
“Ben je nu trots?” vraagt H.
“Ja, ik ben trots.
“Volgende keer twintig kilometer?”
“Absoluut niet!”
Maar een stukje omfietsen voordat we naar huis gaan vind ik dan weer prima. En daarna natuurlijk een welverdiende kop koffie. Mét een koekje.

maandag 21 oktober 2024

Fietsen naar Cuijk

De dubbele kerktoren van Cuijk, gezien vanaf de overkant van de Maas
Achttien graden en zonnig, voorspelt het weerbericht. Een mooie zondag om te fietsen! Ik heb een berichtje naar F. gestuurd om te vragen of ze thuis is. We hebben veel jaren samen luistertijdschrift Hardop gemaakt en in de begintijd vergaderden we regelmatig bij elkaar thuis. De laatste jaren hebben we niet zo veel contact meer en bij haar thuis in Cuik ben ik al heel lang niet meer geweest.

F. nodigt ons meteen uit om te komen lunchen, dus we hebben een bestemming voor onze fietstocht vandaag. Langs een mooie route fietsen we naar Cuijk. Er staat een flinke wind, maar die hebben we straks op de terugweg lekker mee en dat is de betere volgorde.

Echt zonnig is het niet, maar het is heerlijk buiten. Een stuk door het bos, langs vennetjes, langs de rivier, en tenslotte met de pont naar de overkant, waar we in Cuijk even moeten zoeken waar het huis van F. ook al weer is.

We worden hartelijk ontvangen met koffie en daarna is er soep en brood aan een feestelijk gedekte tafel. Er valt heel wat te praten en voor we het weten zijn we een paar uur verder en wordt het hoog tijd om weer op pad te gaan. We fietsen langs een andere weg terug en komen door Grave, waar ik bijna dertig jaar gewerkt heb tot mijn pensioen, afgelopen voorjaar.

Grappig om hier weer te fietsen. Het is pas een half jaar geleden, maar het lijkt langer. Tegelijk is het ook zo bekend dat het voelt alsof ik deze route gisteren ook nog reed. Ik denk aan mijn ex-collega’s. Zouden ze me een beetje missen? Alles gaat natuurlijk gewoon door daar, en dat is maar goed ook.

Met de wind mee waaien we terug naar huis, waar ik morgen gewoon achter m’n laptop kruip om te gaan schrijven. Niet meer voor luistertijdschriften, maar nu voor Vrijwillig Landschapsbeheer. Maar eerst even een blogpost. Bij dezen.

vrijdag 11 oktober 2024

Reddingsacties

“Weet iemand waar J. is?”
“Ja, ik zag haar net in juli.”
Dat klinkt als een absurdistisch gesprek, vooral als je weet dat het oktober is. Maar je zou het zomaar kunnen horen in de Waalgaard.

De voedselboomgaard is ingedeeld in vakken waar in bepaalde maanden van het jaar geoogst kan worden. Vandaag werken we in oktober. Er staan appel- en perenboompjes waar nog hier en daar wat fruit aan hangt, mispels en rozenstruiken en daar tussen veel hoog gras en distels. Die soms manshoge wildgroei is ongewenst, want het verstopt en verstikt de jonge aanplant in deze rijen.

Onze taak is het om tussen het hoge gras te speuren naar de bamboestokken die aangeven dat er iets geplant is. Met z’n vieren gaan we de rijen van het oktober-vak af. Voorzichtig het gras plattrappen, de woekerende wirwar van prikkende braamslierten intomen en bij elke bamboestok knielen om op zoek te gaan naar de soms zieltogende jonge struikjes.

Soms zijn het stevige planten die  we onthullen, soms alleen maar een zielig takje waarvan niet duidelijk is of het nog leeft.
“Jeanne d’Arc”, staat op het label van zo’n sneu miniboompje. Het zou een perensoort moeten zijn.
“Hebben we nog een rokje voor Jeanne?” vraagt J.
“Jawel, een doorzichtig, kort rokje, of is dat te frivool voor haar?”
Het gaat over een stevig stukje gaas dat rondom de jonge plantjes gezet wordt ter bescherming tegen vraat door kleine dieren.

We vinden nóg een stuk of wat “Jeannes”, een heleboel appelbessen en ook veel naamloze plantjes. Ze krijgen allemaal licht, lucht en zo nodig een gazen omhulsel. Aan het eind van de ochtend hebben we vier rijen gedaan. Dat zijn een heleboel geredde boompjes en struiken. Tijd voor pauze. Dat hebben we wel verdiend.


zaterdag 5 oktober 2024

Reuzenbovist

Hand met daarop de reuzenbovist, een witte bal zo groot als een kleine pompoen“Ik heb een reuzenbovist gevonden.”
H. komt terug van de Gamma, waar hij een nieuwe kettingzaag heeft gekocht. Terwijl hij het ding uitpakt, vertelt hij waar de eetbare bal staat. Reuzenbovisten zien eruit als een witte voetbal en zijn niet te verwarren met andere, misschien giftige paddenstoelen. Je komt ze niet elke dag tegen en we besluiten het ding te gaan oogsten.

Een uurtje later fietsen we er naartoe. Gelukkig heeft er nog niemand een schop tegen gegeven. Deze reuzenbovist is van ons! Je kunt zo’n ding niet lang bewaren en we passen meteen ons eetplan aan.

Wat doe je met zo’n mega-champignon met een doorsnee van ca. 15 centimeter? We snijden hem in plakken van ongeveer een cm. dik. Die gaan eerst even door een badje van geklutst ei met sojasaus, dan door de paneermeel en daarna in de koekenpan. Over de gebakken plakken kruimelen we wat geitenkaas.

Met z’n tweeën hebben we genoeg aan de reuzenbovist, met daarbij bietjes uit de oven die ik vrijdag uit de voedselboomgaard heb meegenomen. Mmmm, er gaat niets boven een maaltijd met zelf geplukte ingrediënten! Het glas wijn dat we erbij drinken is dan weer gewoon uit een gekochte fles. Maar het smaakt er prima bij.
Proost. 

Witte plakken op een plank. Erachter een schaaltje met geklutst ei
In een koekenpan sputteren drie plakken bovist in de hete boterGebakken plakken reuzenbovist op een groot, wit bord

woensdag 2 oktober 2024

Een leeg boek

 

Een open boek met blanco pagina's
Zo lang als ik me kan herinneren, hou ik van lezen en schrijven. Mijn moeder vertelde me ooit dat ik als tweejarige op m’n knietjes voor een lage boekenplank zat en daar geconcentreerd een voor een alle boeken uit trok. Toen mijn broer z’n eerste letters leerde lezen, rustte ik niet voordat ik óók wist hoe die letters heetten. Ik kon lezen toen ik naar de kleuterschool ging.

Een andere anekdote over mijn relatie met boeken is het verhaal dat ik als kleuter zei dat ik later boeken wilde gaan schrijven, maar me afvroeg waar je een leeg boek vandaan moest halen. (Jaren later kreeg ik een ‘leeg boek’ als Sinterklaas-surprise)

Schrijven heb ik inderdaad altijd gedaan. Op de kinderpagina van het plaatselijke krantje, in dagboeken, als redacteur bij Dedicon en al jaren vrijwel iedere week een appelpuntje hier. Maar een boek is er nog nooit van gekomen.

En nu ben ik dan toch bezig met een boek. Geen roman, geen pretentieus werk, maar een gelegenheidsboek bij het vieren van het 50-jarig jubileum van de Vereniging Vrijwillig Landschapsbeheer. Met een grote stapel oude bulletins, jaarverslagen en notulen naast me op tafel probeer ik de geschiedenis van deze club in leesbare teksten te vangen.

Bij het afscheid van m’n werk kreeg ik een professioneel opname-apparaat cadeau, dat me nu goed van pas komt, want ik ga er op uit om allerlei mensen te interviewen die me bruikbare informatie kunnen geven. Het voelt bijna als werk – en dat is best weer eens leuk.

Een boek dus. Echt een klusje om te gaan doen als je met pensioen bent, toch? En ik heb het nooit eerder gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.

Een bijzondere date

 'Vliegveld Hilversum.' Ik ben de ingang al voorbij voordat ik het in de gaten heb. Even later draai ik de parkeerplaats op. Als ik...