Ik denk aan varen of fietsen, maar H. heeft een ander voorstel:
“Zullen we vandaag een klompenpad lopen?”
Ik kijk bedenkelijk. De klompenpaden van Gelderland gaan door prachtige gebieden, maar ze zijn vaak lang. En ik ben niet zo’n enthousiaste wandelaar. Tien kilometer vind ik meer dan genoeg. Dat is dan ook mijn voorwaarde in de onderhandelingen.
We kiezen een pad in de buurt en snijden een stuk af, zodat we rond de tien kilometer uitkomen. Klompenpaden gaan vaak langs smalle paadjes, door weilanden, soms over privéterrein, en zo weinig mogelijk over grotere wegen.
Het voordeel van wandelen boven fietsen is, dat je veel meer ziet. Wat bloeit er nog veel, terwijl het al oktober is! Het lijkt wel zomer! Maar de gekleurde bladeren aan de bomen en de paddenstoelen die we overal zien, zijn dan wel weer heel herfstig. We lopen een stuk door de uiterwaarden, vlak langs de rivier, over paadjes vol paardendrollen en koeienvlaaien.
Op een bankje langs ons pad zitten twee mensen, vader en zoon, schat ik in. De jongste heeft een soort VR-bril op en in zijn handen een controller. Zit hij te gamen tijdens een wandel-pauze? vraag ik me af. Vlak voordat we langs ze lopen, zegt de man ‘hoho, wacht,’ maar hij is te laat. Als H. voor de controller langs loopt, valt iets verderop een laagvliegende drone neer. Aha, dus dát zijn ze aan het doen.
“Ai, een ongeluk,” zeg ik.
“Ja, dat was niet de bedoeling.” Het klinkt gelukkig opgewekt. We lopen door.
We struinen over een eeuwenoud “straatje”, waar je regelmatig onder dwarse takken door moet duiken, en dwars door een stuk grasland. Soms is het pad zompig en modderig, waar ik niet de geschikte schoenen voor aan heb. Maar er is altijd wel een manier om droge voeten te houden.
Na twee en een half uur lopen, zijn we terug bij de fietsen. Volgens de smartwatch van H. hebben we precies tien kilometer gewandeld. In struintempo dus, met af en toe een foto-pauzetje.
“Ben je nu trots?” vraagt H.
“Ja, ik ben trots.
“Volgende keer twintig kilometer?”
“Absoluut niet!”
Maar een stukje omfietsen voordat we naar huis gaan vind ik dan weer prima. En daarna natuurlijk een welverdiende kop koffie. Mét een koekje.