
Ik pak m’n schop en begin de centimeters dikke laag sneeuw van het pad te scheppen. Met de bezem maak ik daarna een stuk stoep helemaal schoon. Het is een klusje waar ik het warm van krijg. Af en toe stop ik even om naar het resultaat te kijken. Naast de schuurdeur hoopt de weggeschepte sneeuw zich op.
Ik denk aan de grote sneeuw-adelaar die ik een paar dagen geleden op een nieuwsfoto zag. Best leuk om iets moois te maken van zo’n hoop sneeuw. Aan de overkant stopt het lage sportautootje van m’n buurvrouw. Terwijl ze naar haar voordeur loopt, klopt ze de sneeuwpop even op z’n muts.
“Heb jij die gemaakt?” roep ik naar de overkant.
Ze lacht: “De sneeuw lag op het pad,” zegt ze met haar grappige accent. En ze gebaart hoe ze het opzij heeft geschoven. Ze klopt de sneeuwpop nog een keer op z’n kop, steekt een hand op en gaat naar binnen.
Ik begin aan het paadje naar mijn voordeur. De sneeuw die ik wegschep, gooi ik zorgvuldig op een hoop en dan kan ik het toch niet laten om er een kop op te zetten. Met een flinke neus, muppet-wenkbrauwen en uitstaande oortjes. Dan veeg ik snel de rest van het paadje schoon.
Even later zit ik aan de keukentafel met een kop koffie. Buiten kijkt de muppet onaangedaan met z’n stenen oogjes voor zich uit. Ik lach in mezelf. Waarom zouden alleen kinderen het leuk moeten vinden om een sneeuwpop te maken?