zondag 27 december 2015

Kun je even een kuub ruimte vrij maken?




Ruim twee-en-een-half jaar nadat mijn vader overleed, is nu zijn huis verkocht. Het huis waar mijn broers en ik opgroeiden, aan de rand van Amsterdam. Voor de overdracht, begin januari, haalt mijn jongste broer nog de laatste spullen weg, zodat we de boel leeg kunnen opleveren. De dingen die we echt willen bewaren, hebben al lang een ander plekje gekregen: de ronde, eiken tafel die pa ooit zelf maakte bijvoorbeeld, het servies, de verzameling borrelglaasjes, de dagboeken van mijn moeder, foto’s… Maar helemaal leeg was het nog steeds niet. We hebben afgesproken dat alles nu gewoon weg mag. Dat we niet nog een keer één voor één allerlei spullen in onze handen nemen en twijfelen en aarzelen. Wat er nu nog staat, gooit hij met z’n ogen dicht in een aanhanger en hij brengt het naar de stort.
‘En als ik nog foto’s vind?’
‘Breng die maar bij mij’, zeg ik. ‘Dan zoek ik die wel uit.’
Op eerste kerstdag komt mijn broer met z’n gezin bij ons eten. Na een gezellige middag en een uitgebreide kerstmaaltijd staan ze op het punt om weer in de auto te stappen: ‘kun je nog even een kuub ruimte vrij maken in je schuur?’ zegt broertje, ‘ik heb nog wat dozen voor je.’
Het zijn inderdaad een paar flinke dozen die hij heeft meegenomen. De grootste ervan is gevuld met kleinere dozen vol papieren. Het zijn niet alleen foto’s, maar ook klappers met oude financiële administratie, schoenendozen met brieven, vele jaargangen kerstkaarten, polissen, kladjes met gedichten, rouwkaarten, uitnodigingen, wat je maar aan papierwerk kunt verzinnen. Er zijn zelfs een paar vellen bonkaarten bij uit de oorlog.


We gaan er een ochtend voor zitten, H. en ik. Hij neemt de klappers voor z’n rekening. Ik neem zorgvuldig de dozen met brieven door. In de dozen herken ik de luchtige hand van opruimen die mijn moeder had. Tussen de brieven uit de verlovingstijd van mijn ouders zitten allerlei andere dingen, zoals brieven die ik haar zelf geschreven heb, verdwaalde kerstkaarten en aankoopbewijzen van elektrische apparaten. Hun brieven leg ik met enige aarzeling bij de groeiende stapel ‘weggooien’. Het gaat tenslotte niemand wat aan wat twee verliefde mensen elkaar in de vorige eeuw schreven.
Een paar dingen willen we bewaren. Een paar mooie, oude foto’s van mijn ouders en nog wat familiefoto’s waar ik zeker iemand blij mee kan maken. De kleurige bonkaarten, wat tenslotte historische documentatie is, en een klein doosje met daarin een stapeltje fietsbelastingplaatjes. 
Twee kleine houten kistjes, ongetwijfeld door mijn vader zelf gemaakt, blijven uiteindelijk over.
Op zes januari zullen we een leeg huis overdragen. Een huis waarin de afgelopen twee jaar een huurster heeft gewoond, maar dat nog steeds ons huis is. Straks niet meer. Het zal vreemd zijn. Net voor die overdracht brengen we onze dochter met haar hele hebben en houden naar Amsterdam, waar ze gaat wonen. En zo houden we tóch een band met die stad. Bijzonder.

dinsdag 22 december 2015

Weekendje Lille


Mijn Frans is niet slecht, maar zo vers uit Nederland is het even wennen. De receptioniste van het hotel in Lille geeft ons een snelle waterval aan informatie. H. staat begrijpend te knikken. ‘Sjonge, ik dacht altijd dat ik net wat beter in deze taal was, maar blijkbaar is dat toch niet zo’, denk ik. Dan zegt het meisje dat alles al bij het boeken is betaald, behalve de toeristenbelasting. Of we dat nú willen voldoen. H. steekt zijn pas in het pinapparaat en leest verbaasd het kleine bedrag. ‘Eh… ca n’est pas bien je pense.’ Daar valt hij door de mand. Hij had niet begrepen dat het alleen de belasting was.

Na nog wat doorvragen, weten we dat de deur niet met een sleutel werkt maar met een code, dat we morgenochtend alsnog kunnen besluiten om het niet inbegrepen ontbijt tóch te gebruiken en dat we nu meteen onze spullen op de kamer kunnen zetten. Een uur later lopen we in het centrum van Lille, de meest Vlaamse stad van Frankrijk. Het is onwaarschijnlijk zacht weer voor de tijd van het jaar. Bijna kerst en je kunt gewoon buiten op een terrasje zitten (al is het wel prettig dat die dan meestal verwarmd worden). Op de Grand Place is een uitgebreide kerstmarkt en er staat een reuzenrad. Dat maakt het makkelijk om die centrale plek terug te vinden.
 
We lopen langs de kraampjes en dan er achterlangs om gebouwen met rijk versierde gevels te bekijken. Het doet denken aan Gent en Antwerpen, maar de ornamenten liggen er letterlijk net iets dikker bovenop. In het hele stadscentrum zijn straten en winkels in kerstsfeer versierd. We komen langs prachtige, oude gebouwen. Niet alleen kerken en kathedralen, maar ook mooie oude winkelpanden, zoals de viswinkel in Art Deco stijl, die versierd is met mozaïek. Of Patisserie Meert, waar je niet weet of je nu het mooie pand moet bekijken of alle beeldschone taartjes en chocoladefiguren in de etalage.

Als we zere voeten krijgen van het lopen, wordt het tijd voor een biertje. Jawel, want in deze Franse stad zit iedereen op z’n Belgisch aan het bier. Er is keus uit vele soorten uit de tap. Je kunt zelfs op de kerstmarkt kiezen voor een kruidig, wárm biertje. Nu het donker begint te worden, is het centrum nog sfeervoller door alle lichtjes. We worden vanzelf weer naar het centrale plein getrokken, waar nu in rijen partytenten de tafels gedekt worden. Moe gelopen strijken we neer in zo’n tent om te midden van de gezellige drukte iets te eten.
 
Het is een mooi begin van de kerstvakantie, een lang weekend Lille. Even helemaal uit de dagelijkse routine. Een paar dagen dwalen over historische pleinen, langs indrukwekkende kerken, door gezellige winkelstraatjes en langs mooie gebouwen in art nouveau stijl. En af en toe iets lekkers bestellen op een terrasje. In het Frans, waar ik bij nader inzien tóch net ietsje beter in ben dan H.
 
 

vrijdag 18 december 2015

Niet perfect is het nieuwe perfect


Vanaf het moment dat mijn nichtje geboren werd, hield haar moeder niet op met foto’s van haar te maken. Het was een schattige baby met kuiltjes in haar wangen en oortjes die haaks op haar koppie stonden. Op elke foto die mama van haar nam, straalde ze.
Babyfoto’s, peuterfoto’s, kleuterfoto’s, nichtje werd steeds groter. Samen met haar jongere broertje bleef ze een geliefd onderwerp van mams om te fotograferen. We wonen niet bij elkaar om de hoek en zien elkaar een paar keer per jaar, maar ik hoef maar op de facebookpagina van mijn schoonzus te kijken: daar zie je de kinderen groeien.

Intussen is mijn nichtje vijftien en ze is nog steeds even fotogeniek. Ze wordt steeds mooier.
Van de afstaande oren lijkt ze geen last te hebben. Op veel foto’s strijkt ze haar lange haren er onbekommerd achter. Daarom was ik verrast toen mijn broer me kort geleden vertelde dat zijn dochter geopereerd zou worden aan haar flaporen. Niet dat ze er nou grote psychische problemen mee had, maar na haar zestiende zou zo’n operatie niet meer vergoed worden. “Want als ze er tot aan haar zestiende geen last van heeft, krijgt ze dat volgens de verzekering later dus ook nooit meer”, zei hij opgewekt. Nou waren haar ouders daar niet zo heel zeker van en samen met het meisje zelf werd besloten dat ze dan toch maar voor haar zestiende onder het mes zou gaan.
Deze week gebeurt het, en na de operatie moet ze een tijdje met een tulband om haar hoofd lopen (“met suiker”, riep iemand op de achtergrond toen mijn broer me telefonisch op de hoogte hield). Dus als we haar weer zien, zal m’n nichtje geen grappige flaporen meer hebben.

foto van meisje met flaporen uit het project 'De 8ste schoonheid'
foto: Caitlin Sas
Daarmee is haar kans verkeken om ooit in het fotoboek “De 8ste schoonheid” terecht te komen. Fotografe Caitlin Sas fotografeert voor dat project kinderen met flaporen. Caitlin wil met haar foto’s positieve aandacht krijgen voor aandoeningen of eigenschappen die vaak als negatief gezien worden. Eerder maakte ze een fotoboek over mensen met albinisme.

Mensen die niet helemaal aan het schoonheidsideaal voldoen worden trouwens ook in de modellenwereld steeds meer gevraagd.
Gespot op de catwalk: albinomodellen, model met spierziekte (in een rolstoel), maatje-(veel)meer modellen, androgyne modellen, modellen met het syndroom van down en zeker ook: modellen met flaporen. Want in de modewereld geldt dit jaar: ‘Niet perfect is het nieuwe perfect en uitstekende oren zijn het nieuwe spleetje tussen de tanden’.

Maar in het gewone leven is het wel zo prettig om géén opvallend schoonheidsfoutje te hebben. En flaporen of niet, mijn nichtje is ook nog eens een schatje. Dat verandert vast niet door deze operatie.

 

zaterdag 12 december 2015

Elke seconde een voetbalveld

Gisteren regende het de hele dag, maar vandaag is het beter weer. Gelukkig, want we moeten even Nijmegen in om wat dingen te halen. Onze eerste stop is bij de computerwinkel Paradigit, waar H. voor een nieuwe router wil kijken. We worden geholpen door een opgewekte man en de keus is al snel gemaakt. Bij het afrekenen vraagt hij of H. het oké vindt om de bon per email te krijgen.  Terwijl hij de kassa bedient, vertelt hij dat het zes voetbalvelden bosgebied per jaar scheelt nu de hele winkelketen de papieren bon vervangt door een mailtje.
‘Zes voetbalvelden, ’ zeg ik verbaasd. ‘Wat veel! Daar is die ene boom niks bij die we tot nu toe met onze zonnepanelen hebben bespaard…’
Meneer Paradigit overhandigt H. zijn aankoop en zegt: ‘En dát is dan weer zes seconden in de vleesproductie.’
‘Zes seconden wat?’ vraag ik en hij legt uit dat voor de productie van vlees elke seconde een voetbalveld aan bomen sneuvelt. ‘De soja die ze verbouwen voor het voederen van de dieren neemt heel veel grond in beslag en daar rooien ze dan die bomen voor.’
Na deze sombere boodschap wenst hij ons in één adem een prettig weekend en we lopen de winkel uit.
‘Ze hebben vast deze week een informatiedag over het milieu gehad,’ denk ik hardop als we weer buiten zijn. ‘Maar als je het op deze manier vertelt, word je er vooral moedeloos van. Elke seconde een voetbalveld… daar valt niet tegenop te besparen.’
We lopen een stukje zwijgend door.
Dan komt ineens heel even de zon door de wolken en ik bedenk dat onze zonnepanelen dan misschien een druppel op een gloeiende plaat zijn, maar dit fletse winterzonnetje brengt ons toch alvast elke dag een paar dubbeltjes op. En wacht maar tot het voorjaar wordt! Als de zon serieus gaat schijnen, gaat de meter teruglopen. Onze ecologische voetstap wordt dit jaar kleiner dan ooit.
Dat is wat we zelf kunnen doen, en voor de voetbalvelden vol bomen moeten ze op de klimaattop in Parijs maar met oplossingen komen.

 

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...