dinsdag 27 december 2011

Kapla

Ik had er over zitten denken om een bordspel tevoorschijn te halen.
Maar als m'n broer met zijn gezin binnen komt, slepen ze een paar grote dozen mee waar blankhouten plankjes in zitten. Onmiddellijk na de handjes en zoenen, wordt er zo'n doos op de grond leeggestort. 'Kapla' heten de plankjes, en de kinderen hebben met kerst nieuwe doosjes gekregen waar ze heel graag mee willen spelen.
Terwijl wij volwassenen met koffie in de weer zijn en bijpraten, zie ik mijn nichtje voortvarend een cirkel van Kaplablokken uitzetten. Tussen de blokjes laat ze steeds een stukje ruimte. Een tweede ring bovenop de eerste sluit de open stukjes. Haar kleinere broer bouwt ijverig mee. Na vier lagen hebben ze iets leuks bedacht. Broertje M. gaat binnen in de cirkel staan. Hij wordt ingebouwd.
Rechtop staat hij de bouw te bekijken, “Mama, kijk, ik ga in een kooi.” Pretogen boven z'n parmantige lichte overhemd en gilet.
Mijn nichtje trekt aan mijn mouw. “Wil je meedoen, anders gaat het te langzaam.” Ik kom op m'n knieen bij het bouwwerk zitten en help met het opsluiten van m'n kleine neef. Al gauw is de kooi van houten blokken tot zijn middel gegroeid. “Kijk mam!” roept de gevangene weer, “ik zit opgesloten”. Hij grinnikt en wiebelt en ik ben benieuwd of het gaat lukken zonder dat hij de losse blokken om stoot. Mijn zoon, de grote neef, komt ook meebouwen en nu gaat het hard. Enthousiast roept M. dat hij nu helemaal gaat verdwijnen. Hij steekt z'n armen in de lucht. Dan zijn de plankjes op.
En nu?
Grote zus heeft weer iets bedacht. Over het randje van de kooi geeft ze haar broertje een van de stevige dozen aan. Heel voorzichtig laat M. de doos zakken, zonder de blokken om hem heen te raken. We geven hem een applausje. Dan gaat ie, nog voorzichtiger, op de doos zitten.
We bedenken dat we nu kunnen proberen of we de blokkengevangenis van boven kunnen sluiten. Vlug breken we lagen af, waarbij per ongeluk af en toe een paar plankjes op het hoofd van M. vallen. “Au”, giechelt hij en schuift met z'n grote teen de gevallen plankjes voorzichtig naar buiten.
Dan maakt iemand een verkeerde beweging en er valt een gat onder in de kooi. Ademloos kijken we of de boel blijft staan. Na tien seconden beginnen we voorzichtig verder te bouwen, maar dat kan het bouwwerk niet meer hebben. De kleine gevangene wordt bedolven onder de blokjes en juicht dat ie weer vrij is!
Het opruimen van de plankjes gaat met net zo veel enthousiasme als het bouwen. En dan is het tijd geworden voor het kerstdiner. Voor dat onderdeel van het bezoek hebben de kinderen maar matig belangstelling. Daar doet niemand moeilijk over. Als het maar gezellig is. En dat is het. Een geslaagd familiebezoek op tweede kerstdag.

maandag 19 december 2011

Zoeksystemen


“Zzz...het meest wakkere boek over slapen”. Dat is de titel waar ik in de bibliotheek naar op zoek ben. In de computer zie ik dat het aanwezig is. Maar waar?
Er is een plaatsingscode, maar cijfers vinden ze in de bibliotheek ouderwets. “Lichaam en Gezondheid” is mijn codewoord. Om dat thema te vinden moet ik vooral naar het icoontje kijken, is mij eens uitgelegd. Op een lijst staan alle thema's onder elkaar en omdat de logica van de volgorde mij ontgaat, moet ik goed opletten. PIM heet dit systeem. Presentatiesysteem Informatieve Media. Ik las dat het is ingevoerd omdat het 'tegemoet komt aan het snuffelend zoekgedrag van bibliotheekbezoekers'.
Pech als je gericht naar een boek zoekt. Tegen wil en dank snuffelend vind ik het toch.
In de fictie-kast ga ik nog even kijken of er nieuwe jeugdboeken staan die ik wil lezen. (Ik moet m'n vakgebied een beetje bijhouden.) Ook hier is het systeem de laatste jaren intuïtiever geworden. Persoonlijk heb ik het alfabet altijd een handig en overzichtelijk hulpmiddel gevonden. Maar dat is hier in de bibliotheek duidelijk op het tweede plan gekomen. Allereerst wordt uitgegaan van een genre-indeling. “Spannend”, “Je Leven”, “Dieren” , “Geschiedenis”... De thema's zijn in grote letters op de rug van elk boek te lezen. Over de auteursnamen heen geplakt.
“Unenge” is de naam die ik zoek. Zijn boek gaat over gamen. Ik gok dat het onder “Je Leven” valt en schat in waar de schrijvers met een U ongeveer zullen staan. Gelukkig ben ik vrij handig met het alfabet. Ik hoef maar een stuk of vijfentwintig boeken uit de kast te trekken om de auteursnaam te kunnen lezen. Is dit snuffelend zoekgedrag?
Terwijl ik naar m'n volgende titel zoek, vraag ik me af of kinderen straks het alfabet niet meer hoeven te leren omdat dat niet meer nodig is. Of de icoontjes het echt zullen winnen van de letters en cijfers.
Een mens moet met z'n tijd meegaan en niet bang zijn voor venieuwingen. Daar ben ik van overtuigd. Maar kan dan iemand me uitleggen waarom deze vernieuwing een verbetering is?

donderdag 15 december 2011

Geen roze ballen

We lopen naar binnen bij een grote vestiging van Intratuin, collega A. en ik. Meteen ruiken we al dennentakken en als we een poortje vol flonkerende lichtjes door zijn, zien we een levensgrote kerstman-pop in innige omhelzing met zijn nog grotere rendier.
“Ha, hier zitten we goed,” zeggen we tegen elkaar, want kerstsfeer is wat we zoeken.
We zijn op pad om een reportage te maken. Onze taak is om in een geluidsbestand vast te leggen wat we hier aan kersttrends ontdekken.
Kerstmuziek is er in ieder geval genoeg. Maar we willen eerst iets drinken. Aan twee intratuinmannen vragen we waar we koffie kunnen vinden, “want daar hebben we zo'n zin in”. “Nou, wij ook”, zeggen de mannen vrolijk. “Zullen we dan maar?” en ze lopen met ons mee. Drie stappen. Dan stoppen ze grinnikend en wijzen ons de weg. Bij een cappucino bespreken we onze tactiek en dan storten we ons in het kerstgevoel.
De ene na de andere ruimte vol versierde bomen, decoraties, kerstmannen, lichtjes, ornamenten... een rode hoek, een zilveren hoek, een kleurige wand vol huisvlijt, opgehangen in de vorm van een kerstboom.
We beschrijven wat we zien en nemen de achtergrondgeluiden mee. Een mix van kerstmuziek, pratende medebezoekers en gadgets als belletjes en sprekende figuren.
Ineens komt er een medewerker op ons af. Wat we aan het doen zijn, wil hij weten. We leggen het uit. Hij vraagt of we hier wel toestemming voor hebben. Als A. vertelt dat er telefonisch contact over is geweest met de p.r. Afdeling, knikt hij genadig. “Ga dan maar verder.” A. vraagt hem meteen maar even wat volgens hem de trend van het jaar is. “Roze”, zegt hij zonder te aarzelen. “Zilver en wit, maar vooral roze.” We zijn verbaasd, want die kleur zijn we eigenlijk nog niet tegengekomen. Hij glimlacht. “Nee, die kleur is zo populair dit jaar... alles is uitverkocht.” Daar is geen speld tussen te krijgen. Het maakt onze missie wel een beetje onbetrouwbaar.
We kijken elkaar aan... dan halen we onze schouders op en gaan door met onze sfeervolle beschrijving van de nét iets minder populaire kersttrends. Want die vinden we toch leuker dan de lege schappen zonder roze ballen.

woensdag 7 december 2011

Noodsituatie?

Je ziet het wel eens in een film; door een ongeluk, gijzeling of kaping wordt een groep onbekenden tot elkaar veroordeeld. Mensen die toevallig samen in een vliegtuig, bus of trein zitten, moeten samen een heftige situatie het hoofd bieden.
Een kordate jonge vrouw troost kinderen, een lieve oude man probeert zich op te offeren en de onopvallende brunette die weinig zegt, blijkt een agente die uiteindelijk iets dappers doet.
Ik kijk de treincoupe rond en schat mijn medereizigers in. Recht tegenover me een vijftiger met een keurig getrimd, grijs baardje. Nette broek en schoenen, maar sportief jack. Zijn XL horloge ziet er uit alsof het tien meter onder water blijft werken, maar z'n buik zal hem waarschijnlijk beletten om zo ver te zinken.
Naast hem een slapende vrouw. Zo'n tien jaar jonger. Smalletjes, onopvallend en alleen binnengekomen. Zou de agente kunnen zijn.
Mijn buurvrouw lijkt een studente. Ze zit een laat Sinterklaas-gedicht te schrijven. Goed voor een creatieve oplossing om iedereen te redden?
Op de losse eenpersoons-stoel aan de andere kant van het gangpad zit een stoere dertiger. Leren jasje, gymschoenen, waas van stoppeltjes en een ipod in de aanslag: contact met de buitenwereld!
En dan ik. Vandaag met m'n nette jas aan, schrijvend met een brilletje op mijn neus.
Met dit gezelschap moeten we het doen. Hoe zullen al die gewone mensen zich ontpoppen in een noodsituatie?
De trein mindert vaart. We naderen station Ede-Wageningen. Als de deuren opengaan, stappen al mijn coupé-genoten uit. Daar gaan ze, elk naar een eigen bestemming. En niemand die vermoedt hoe anders de reis had kunnen aflopen!
Ik zucht. Nog een half uur. Ja, je moet toch wát als je geen boek bij je hebt voor onderweg.

Botten

Aanmelden voor mijn afspraak in het ziekenhuis gaat met een QR-code die ik op m’n telefoon heb staan. Er komt een bonnetje tevoorschijn waar...