vrijdag 30 december 2022

 Het betere bedelwerk

De buurman is naar z’n vriendin in Roemenië. Daar zit ie regelmatig een tijdje en we weten het altijd meteen, want dan komt Salomon ons opzoeken.

Wij zijn het tweede-keus adres van de kat. Maar hij heeft ons intussen wel zo ver dat we kleine zakjes kattenvoer in huis halen. Deze week zit ie elke morgen voor de achterdeur. Zodra er een teken van leven in huis is, gaat ie rechtop staan zodat ie door het glas naar binnen kan kijken. ‘Mauw,’ mimet hij, we horen het binnen niet, maar zien het wel. Als hij binnengelaten is, loopt ie vol verwachting naar de keuken voor z’n ontbijt.

Bij de buurman krijgt Salomon vol pension met een eigen bakje vol katten-eten. En dat terwijl hij eigenlijk aan de overkant thuishoort (lees: Salomon). Hier komt ie vaak een beetje extra schooien voor de lol. Geven we hem dan een serieuze hoeveelheid eten dan laat ie het meeste staan. Maar nu heeft ie duidelijk echt honger.

kat zit aan tafel achter een bakje fruit, pootjes netjes naast elkaar voor zich op de tafel
 
Als z’n bakje leeg is, komt hij kijken of er op tafel nog iets lekkers voor hem bij is. Hij springt op een kruk en blijft daar keurig zitten. Op de tafel komt ie nooit, maar na een tijdje zet ie wel voorzichtig twee pootjes op de rand. Het ziet er grappig uit, alsof hij straks met mes en vork zal gaan eten.

Als ik een foto van hem heb gemaakt, springt ie van de kruk en krult zich op in een stoel. Daar blijft ie als een grijs, harig kussentje liggen. Net zo lang tot er iemand in de keuken in de weer gaat en Salomon vermoedt, dat het weer etenstijd is.



woensdag 28 december 2022

Niet ziek

clip art tekening van niezend poppetje

Uche uche uchch… snuf.
Arme H. Hij is echt hartstikke verkouden. Overdag was het al flink hoesten, maar ’s avonds in bed is het nog erger. Met twee paracetamollen hoopt ie toch een beetje te kunnen slapen, maar het helpt weinig. En hij is niet de enige die ervan wakker ligt.
Steeds als ik bijna in slaap val, word ik wakker van het gehoest, gesnuif, gedraai en gesnotter naast me. Na een tijd besluit ik hem voor de rest van de nacht te verlaten. Gelukkig hebben we op zolder een kant en klaar bed staan, waar dochter E. met kerst een nachtje in heeft gelogeerd. Ik hoef er alleen maar in te kruipen.

Het is vakantie en ik slaap lekker door tot ik wakker wordt. Ik begin de dag goed met een half uurtje binnen sporten en dan kijk ik voorzichtig om een hoekje bij H. Hij ligt nog te slapen. Zachtjes pak ik m’n spullen, ga douchen en aankleden en dan naar beneden om een ontbijtje klaar te zetten met veel fruit.

Een uurtje later hebben we samen ontbeten en H. gaat met z’n iPad op de bank liggen.
‘Hoe voel je je nu?’ vraag  ik. ‘Ben je echt ziek?’
‘Ik ben niet ziek,’ zegt H. ‘Maar ik heb wel hoofdpijn en ik voel me nogal beroerd.’
‘Maar dan ben je toch ziek.’
‘Nee,’ zegt H. ‘Want ik heb geen koorts.’
‘Je hoeft toch geen koorts te hebben om ziek te zijn.’
‘Jawel, anders ben je niet ziek.’

En dat vind ik nou wonderlijk; dat je het fundamenteel oneens kunt zijn over zo’n gewoon, algemeen gebruikt woordje. Ik ben eigenlijk benieuwd hoe anderen daar over denken. Ben je pas ziek als je koorts hebt? En is dat dan echt pas bij 38 graden? Of hangt dat er vanaf wat je normale niet-ziek temperatuur is (geen idee trouwens, ik meet nooit m’n temperatuur als er niks aan de hand is).

Nu hangt H. de hele dag een beetje niet-ziek op de bank. Ik laat hem lekker hangen en denk er het mijne van ('wel ziek' dus). Misschien ga ik vannacht nóg een nachtje uit logeren. Want of je het nou ziek noemt of niet, het maakt wel een hoop lawaai als je er naast ligt.

maandag 19 december 2022

De winter in het kort

Het is 19 december. Nog twee dagen… dan is het de eenentwintigste. Officieel begint dan net de winter, maar het is ook de kortste dag van het jaar. Ik kijk ieder jaar uit naar het moment dat de dagen weer langer worden. En ik ben niet de enige! Ik las dat de oude Germanen al feest vierden rond de zonnewenden.

Prachtig woord: zonnewenden. Als je erop googelt, vindt je allerlei interessante weetjes. Dit jaar is de officiële winterzonnewende op 21 december om 22.48 u. De kortste dag is dan al voorbij, die duurt in Amsterdam 7 uur, 40 minuten en 40 seconden. De dag erna is een tikkie langer en daarna komt er elke dag een beetje meer dag bij.

Natuurlijk hebben lange winteravonden ook wel iets. Knus in huis met kerstlichtjes, rug tegen de verwarming (ook als je die maar op 17 a 18 graden zet, voelt dat lekker warm) Samen netflix kijken, kerst vieren met familie, oud- en nieuw met vrienden… Maar als ’s morgens om vijf voor zeven de wekker gaat, verlang ik toch wel heel erg naar de lente.

Al googelend op het internet kwam ik ook de meteorologische winter tegen, die al op 1 december is begonnen. Voor weermetingen verdelen ze het jaar graag in vier gelijke blokken die altijd hetzelfde zijn. Elk stuk drie hele maanden. Dus december, januari en februari voor de winter. Dat betekent dat de meteorologische lente precies op 1 maart begint.

Met alle respect voor de winter- en schaatsliefhebbers: ik heb m’n winter liefst zo kort mogelijk. En als ik uitga van de gewone 21 december als start en de meteorologische 28 februari als slot van de winter, klinkt dat best goed. Ik stem vóór!


 

zondag 11 december 2022

Even een wasje draaien

Als ik op woensdagmiddag een lakenwas wil ophangen, krijg ik de wasmachine niet open. Ik trek tevergeefs, draai aan de knop, doe de hoofdschakelaar uit en weer aan, maar het deurtje blijft dicht. Raar is ook dat er geen lampje meer gaat branden als ik de knop op een willekeurig programma zet.
‘Er is iets niet goed met de wasmachine,’ vertel ik beneden aan H.

Die legt het boek opzij dat hij aan het lezen is en loopt mee naar het washok op zolder. Hij probeert dezelfde dingen die ik heb gedaan, maar waar mijn pogingen ophielden, gaat hij verder. De stekker van de wasmachine blijkt muurvast te zitten en H. schroeft en wrikt net zo lang tot ie los is. Ergens is blijkbaar iets te heet geworden, er zitten stukjes plastic binnenin vastgesmolten.


We vinden ergens nog een bruikbare vervangende stekker en na een half uurtje lijkt het probleem verholpen. De deur is intussen open, en het is duidelijk dat de was nog niet lang gedraaid had toen de boel uitviel. Er zit een laag water in de machine en de natte boel ruikt bepaald niet fris. Ik zet het programma opnieuw aan en … er begint een lampje te knipperen met een slotje, maar verder gebeurt er niets.

Ik haal de kleddernatte was uit de machine en breng die in verschillende sessies een verdieping lager om ze daar in het bad te gooien. Het helpt niet. Volgens het boekje met gebruiksaanwijzingen kan het lampje een aantal dingen betekenen. Ik voer elke mogelijke aanbevolen actie uit, maar het levert allemaal niets op. Het icoontje blijft knipperen en verder niks. Er zal toch een monteur bij moeten komen.

Donderdag moet ik werken en H. belt de monteur. Die zal dinsdag langskomen.
Dinsdag! En dat bad vol vuile, natte was ruikt nú al muf. Ik loop naar de buren om te vragen of we daar misschien een was mogen doen.

‘Nou jaah,’ roept de buurman. ‘Dat is al de vijfde wasmachine waarvan ik deze week hoor dat ie kapot is!’ Hij somt op bij wie allemaal. En natuurlijk mag ik komen met m’n natte was.
Een paar uur later draag ik een mand met frisse, schone was naar huis om daar op zolder te hangen. Op de overloop staat een tweede mand, vol gekleurd goed dat nog aan de beurt moet komen. Maar dat moet nog even wachten tot dinsdag. Want vol vertrouwen ga ik er vanuit dat die monteur de boel wel weer aan de praat krijgt. Daar zijn monteurs toch voor!
    

 

maandag 5 december 2022

Nat

De eerste keer vond ik het nogal griezelig. Het gebeurde ’s morgens, op weg naar m’n werk. Ik naderde een rood verkeerslicht, remde af en zette de versnelling lager. Maar de auto bleef een geluid maken alsof ik nog met 100 km. per uur reed. Ook toen ik stilstond bleef hij razen.

Bij groen trok ik heel voorzichtig op en zocht zo snel mogelijk een plekje langs de weg om stil te staan. Ik zocht het telefoonnummer van de ANWB, m’n bril, m’n telefoon… Ze gaan natuurlijk om een kentekennummer vragen, maar dat weet ik nooit goed uit m’n hoofd. Ik stapte uit om het te checken.

Eens kijken of ie nog steeds dat rare geluid maakt, dacht ik voordat ik ging bellen. Maar toen ik de motor startte, zei de auto dat er helemaal niks aan de hand was. Dus reed ik een stukje, en nog wat verder, en tenslotte helemaal door. Gewoon naar m’n werk. En ’s avonds gewoon weer terug. Toen ik het aan H. vertelde, zei die doodleuk dat hij dat ook wel eens gehad had.

Een paar weken later gebeurde het weer en we besloten dat er toch even naar gekeken moest worden. H. maakte een afspraak voor maandagmorgen. Niet ideaal in combinatie met mijn agenda, maar wel fijn dat het snel kon.  In het weekend bekeek ik een paar keer het weerbericht en elke keer dat ik keek, werd de kans op regen voor maandag groter. Op zondagavond was duidelijk dat het de hele dag zou regenen bij een temperatuur van een graad of twee. Zucht.
Hoewel ik er een hekel aan heb om met de bus naar het werk te gaan, moet dat dan toch maar voor een keer.

Het is een tijd geleden dat ik dit stuk voor het laatst met OV deed en ik kijk zondagavond even op 9292ov hoe laat ik weg moet. Eerst naar Dukenburg, dan met de 99 naar Grave. Tot mijn verbazing krijg ik als reisadvies een haltetaxi. Minstens een uur van te voren reserveren en betalen via de app. ‘Sluit goed aan op de bus en/of trein’, staat in de informatie en ook: ‘de haltetaxi kan tot 15 minuten na de gereserveerde tijd arriveren’. Een vreemde combinatie.

Ik zoek verder of er ook een reisadvies is met gewoon twee bussen, maar lijn 11 naar Dukenburg blijkt opgeheven te zijn. Nou, lekker dan. De omweg via Dukenburg was al een rammelende verbinding (met regelmatig een bus die niet kwam opdagen), als er ook nog een deeltaxi bij komt, ga ik tóch maar liever op de fiets.

Maandagmorgen fiets ik warm ingepakt naar Grave. Dik vest aan, regenpak, waterdichte laarsjes, hoofdband onder m’n fietshelm en een paar extra droge handschoenen mee voor de terugweg. Het valt mee, maar het is ook weer geen fietstochtje dat je voor je plezier maakt. Vooral de terugweg, met wind en regen tegen, terwijl om vier uur de avond al begonnen lijkt.

Als ik thuis kom, staat de auto op de oprit. Terug van de garage.
En hoe sportief ik ook ben (vooral in de zomer), morgen mag m’n fiets lekker in de schuur blijven staan.

zondag 27 november 2022

To test or not to test

Eén streepje. Geen corona dus.
Voor de vierde keer deze week gooi ik na een negatieve test een pakketje afval in de prullenbak. Oké, het zijn geen enorme hoeveelheden plastic, maar als je je shampoo in blokken koopt en herbruikbare zakjes mee naar de winkel neemt zodat je losse broodjes niet in een plastic zak hoeft te doen, voelt dit toch een beetje als achteruitlopen.

Ik vraag me af wat het eigenlijk uitmaakt, of ik corona heb of gewoon een griepje. Zelf voel ik me niet beter als ik dat enkele rode streepje zie. H. laat zich door mijn gehoest en gesnotter niet uit ons echtelijk bed jagen. Hij kruipt zelfs lekker tegen me aan als ik koortsig hitte lig te verspreiden. En als het corona was, veranderde daar niets aan.

Eventjes ging ik een van de afgelopen dagen de deur uit, naar de apotheek. Binnen droeg ik netjes een mondkapje, want ook zonder covid wil ik niemand besmetten. Kijken mensen me nu een beetje raar aan omdat ik zo’n maskertje draag of verbeeld ik het me?

“Deskundigen pleiten voor het loslaten van alle coronaregels”, stond een paar dagen geleden in verschillende kranten. Maar onze regering wil daar nog niet helemaal aan. En bij mij op het werk zijn juist sinds een week of wat de zelftests voor collega’s terug van weggeweest.

Voor deze verkoudheid/griep hou ik het voor gezien met testen. Op zondag voel ik me wat beter dan vrijdag en zaterdag. Maandag blijf ik in elk geval nog thuis (werken). En nou ja, oké, dinsdagmorgen moet ik dan misschien tóch nog één keer een testje doen omdat ik dan afspraken op kantoor heb. Maar daarna moet het maar eens afgelopen zijn met die tests, want volgens mij slaat het eigenlijk nergens meer op.

zaterdag 19 november 2022

Een schadeformulier (niet) invullen

De man van mijn Syrische vriendin heeft een half jaar geleden eindelijk zijn rijbewijs gehaald. Dat kostte hem aardig wat moeite; bij het theorie-examen was de taal een probleem, bij het rijden het Nederlandse systeem, dat hem nou eenmaal niet met de paplepel is ingegeven.

Maar het is hem gelukt én hij heeft een betaalbare auto op de kop getikt. Het maakt het leven een stukje eenvoudiger voor hem en zijn gezin. Van zijn werk, op afroep bij een kapper, is hij nu een uur eerder terug, want hij hoeft niet meer met drie verschillende bussen. In de schoolvakantie kunnen ze af en toe een dagje op stap met de kinderen.

Op woensdagmorgen gaat mijn telefoon. Het is H.H. Hij heeft maandag een ongeluk met de auto gehad en vraagt of ik kan helpen met het schadeformulier. Het klinkt niet al te dramatisch en ik fiets naar hun huis om te kijken wat ik kan doen. Het blijkt iets ingewikkelder te zijn dan ik dacht. Toen H.H. maandag stil stond voor een rood stoplicht, reed een vrouw bij hem achterop. Bumper ingedrukt, grote schrik bij iedereen. De vrouw zelf kwam niet uit de auto, maar haar bijrijder wel. Hij vroeg H.H. om de schade te laten taxeren; als het niet te duur was, wilden ze buiten de verzekering om betalen.

Het bedrag viel tegen en ze maakten een afspraak om het schadeformulier in te vullen. Maar toen H.H. de man weer zag, zei die dat ze niet gingen meewerken. Ze vertrouwden hem niet. Op internet hadden ze een foto van zijn auto opgeduikeld (uit 2019, lang voordat H.H. hem kocht,) waarop de achterbumper beschadigd was. Ze weigerden het schadeformulier in te vullen.

Wat nu? Samen bekijken we het half ingevulde formulier. Ik bel de verzekering van H.H. om te vragen wat je in zo’n geval kunt doen. Een vriendelijke jongeman gaf me het telefoonnummer van de verzekering van de ‘tegenpartij’, dan kon ik bellen om de ander aansprakelijk te stellen. De andere verzekeraar stond me vriendelijk te woord, noteerde de gegevens en stuurde een mail met een in te vullen schadeformulier. Samen met H.H. vulde ik dat in en we stuurden het per mail terug.

De volgende dag al was er een antwoord: ‘onze verzekerde geeft aan dat u achteruit bent gereden tegen de voorkant van onze verzekerde. Hierdoor kunnen wij de aansprakelijkheid inzake deze schade niet erkennen.’

Als ik het lees, word ik zó boos. Het is niet alleen een valse leugen, het ruikt aan alle kanten naar discriminatie. Ik weet honderd procent zeker dat H.H. de waarheid spreekt. Hij vraagt of ik weet hoe hij de beelden van de camera bij het stoplicht kan opvragen. Dat blijkt alleen de politie te mogen, bij heel zware ongevallen. Maar hij heeft zelf ook foto’s gemaakt, direct na de aanrijding, en daarop is een zwart spoortje te zien, waar zijn achterband over de weg gleed toen hij naar voren geduwd werd.

Deze foto sturen we naar de verzekering als bewijs. En nu maar hopen dat dit geaccepteerd wordt, want de kosten voor zo’n reparatie zijn moeilijk op de brengen voor een Syrisch vluchtelingengezin met een knipperlichtbaantje en een uitkering. Ik duim voor gerechtigheid, maar we durven nergens op te hopen.

zaterdag 12 november 2022

Bomen inpakken

Om de week werk ik een vrijdagmiddag in de Waalgaard, een perenboomgaard die bezig is een voedselboomgaard te worden. In een paar jaar tijd moeten de rijen perenbomen grotendeels vervangen worden door andere bomen, struiken en lage beplanting.

Het idee van een voedselboomgaard is dat er verschillende lagen beplanting zijn: grote bomen, kleine bomen, kruidachtige planten, klimplanten, bodembedekkers en wortelgewassen. Zo kan een kleine oppervlakte veel voedsel opbrengen, het is relatief onderhoudsvrij en het bos is een ecosysteem met veel biodiversiteit
Zo, dat klinkt als een reclamepraatje, maar ik ben dan ook enthousiast over deze manier van voedsel verbouwen. 


Vrijdagmorgen sla ik m’n ochtendworkout over, want ik weet dat er ’s middags een flinke klus wacht. Er zijn veel perenbomen verkocht, die binnenkort klaar moeten staan om opgehaald te worden. Vandaag komt er een man met een machine die de bomen met kluit en al uit de grond schept. Die kluiten moeten ingepakt worden, zodat ze niet uitdrogen en vervoerd kunnen worden zonder dat de wortels bloot komen te liggen.

We zijn met een stuk of twaalf vrijwilligers en na een korte instructie gaan we in tweetallen aan de slag. Voor elke boom die uit de grond gehaald wordt, ligt een korf klaar; een plat, rond metalen netwerk, iets groter dan een fietswiel met er bovenop een lap jute. De bomen worden er midden op gezet. We trekken de boom rechtop, winden de juten lap om de kluit en daarna moet de metalen korf omhoog getrokken worden, om de ingepakte kluit heen, zodat de jute stevig vast zit.

Eerst werken we rustig de rij af die al klaarstaat. Maar dan wordt iedereen geroepen om bij de graafmachine in de buurt te blijven. Hier is de grond droger en vallen de kluiten uit elkaar. Het is zaak om in te pakken zodra een boom is neergezet. We zwermen om de graver heen. Steeds als een nieuwe boom uit de grond komt, schieten drie mensen toe. Eén houdt de boom rechtop, twee trekken snel de jute omhoog en het net er omheen.

Boven het geraas van de machine uit klinkt een ringtone. En dan ineens staat alles stil, want het is de telefoon van de man die de graver bedient. Kalmpjes voert hij zijn telefoongesprek terwijl we er met z’n allen omheen staan te wachten. We kijken elkaar aan en lachen. Best prima om even pauze te hebben, want het is pittig werk.

Aan het eind van de middag kijken we tevreden naar de rijen bomen die netjes ingepakt staan te wachten tot ze opgehaald worden. Hoeveel zijn het er? Misschien zeventig of tachtig? En er zijn er duizend verkocht. Het is duidelijk: de volgende vrijwilligersdag op m’n rooster kan ik rustig weer m’n ochtend-workout overslaan. 

zondag 6 november 2022

Slow Fashion

Soms is het leuk om nieuwe kleren te kopen. Maar als je bedenkt dat de productie van kleding een van de meest vervuilende industrieën ter wereld is, wordt het toch wat minder leuk. Sowieso ben ik niet zo’n fan van winkels zoals de Primark, waar je voor een habbekrats een stapel shirtjes koopt die je na drie keer wassen kunt weggooien.


Nou is het voor mensen die amper rond kunnen komen natuurlijk fijn als er van die goedkope winkels zijn, maar wat dacht je van tweedehands? Marktplaats, Vinted, kringloopwinkels … je kunt voor weinig geld echt wel leuke dingen kopen.

En er zijn nog andere mogelijkheden. Kort geleden kreeg ik een mailtje met reclame voor een basiscursus Slow Fashion:
'Ga aan de slag met jouw kledingkast en creëer jouw Slow Fashion Garderobe! Tijdens het Slow Fashion Project neem je stap voor stap de inhoud van je kledingkast onder de loep en ik leer je hoe jij bewuster met je kleding kunt omgaan.’


Kijk, dat vind ik nou leuk! Niet dat ik die cursus ga volgen, maar alleen al de aankondiging geeft me de inspiratie om eens aandachtig m’n kledingkast door te nemen. Ik haal er een paar dingen uit, waaronder een korte rok van dochter E. die ze nooit gedragen heeft en die hier al jaren ligt.

Het rokje haal ik uit elkaar en ik vind in m’n lappenkist een stuk tricot dat erbij past. Met een beetje gepuzzel vind ik een manier om er een t-shirt van te maken. Na een middagje achter de naaimachine is ie bijna klaar: mijn nieuwe, originele slow fashion shirt.
Dit is eigenlijk veel leuker dan shoppen.

woensdag 2 november 2022

Content

fietshelm‘Hé, kijk nou!’ H. houdt zijn telefoon omhoog en laat me het whats-app bericht zien dat net is binnengekomen; in het Frans. Het is van de eigenaar van een appartement in Colmar waar we begin september twee nachten hebben verbleven.

Een ruim verblijf was het, met een keuken, een zitkamer en twee slaapkamers. Misschien kwam het daardoor dat ik bij het weggaan m’n fietshelm over het hoofd zag. Ik miste hem pas na een kilometer of 15 en besloot het verlies te nemen. Nóg zo’n 15 kilometer verder werd ik gebeld door de eigenaar die de helm gevonden had. Hij beloofde de helm op te sturen en ik beloofde de kosten daarvan terug te betalen.

Maar in de weken na onze fietsvakantie kwam er geen pakketje met helm. We besloten dat daar twee redenen voor konden zijn: óf de man had toch besloten dat het teveel gedoe was, óf het pakket was onderweg kwijtgeraakt. In beide gevallen zou het niet veel zin hebben om contact op te nemen. Ik had inmiddels een andere helm gekocht, die wat minder prettig zat, maar ach, het went wel.

En nu is er een berichtje van ‘Meneer Colmar’. Hij excuseert zich ervoor dat mijn helm nog niet is verstuurd, maar in het appartement waren de afgelopen tijd huurders geweest die er voor langere tijd verbleven. Hij had geen gelegenheid gehad om het ding daar op te halen. Nu kon het wel en heeft hij alsnog een pakket op de post gedaan.

Een paar dagen later brengt de pakjesman van post.nl een flinke doos, zorgvuldig omwikkeld met plastic tape. Mijn fietshelm! Ik probeer hem meteen en ja, deze zit echt beter dan de nieuwe. Bovendien zit er een lampje achterop, en dat begint nét goed van pas te komen nu de dagen steeds korter worden.

Samen stellen H. en ik in ons beste Frans een bedank-app op en we betalen de portokosten ruim terug. ‘Meneer Colmar’ vindt dat onzin, hij vond het gewoon zijn plicht om de vergeten helm terug te sturen. En, zegt hij, ‘door de kleine dingen goed te doen kunnen we de wereld een klein beetje beter maken’. We sturen een laatste appje terug met een foto van mij: helm op, duimen omhoog en als tekst ‘Content!’ Want dat zijn we over deze afwikkeling. Heel content.  

vrijdag 28 oktober 2022

‘And now … the view!’

Uitzicht vanaf het balkon: de kathedraal La Sagrada Familia
‘Bij welke halte moeten we eruit?’
‘Dat is een verrassing.’
Samen met mijn dochter E. sta ik in de metro lijn 5 in Barcelona. Lange tijd was ook dat een verrassing. Ik wist alleen dat ik dit (lange) weekend vrij moest houden voor het cadeau dat ze voor mijn verjaardag geregeld had. Maar twee weken geleden vertelde ze het toch, zodat ik kon bedenken waar ik allemaal heen zou willen.

Ik kijk naar het bord boven de deur waarop alle haltes vermeld staan. Er is maar één naam die me iets zegt: La Sagrada Familia.
Bingo.
Als we met onze rolkoffertjes uit het metrostation komen, zien we de beroemde kathedraal meteen. Een kwartiertje later zijn we in ons verblijf voor de komende dagen. De eigenaar van de B&B laat onze kamer zien, niet groot maar wel met alles er op en er aan. Als grande finale gaat hij ons voor naar de gesloten luiken voor de ramen.
‘And now … the view!’
Hij opent het luik en meteen de deur erachter. Een piepklein, zonnig balkonnetje met een rond tafeltje en twee stoeltjes. Je kunt er nét met z’n tweeën zitten. Daarachter torent hoog en imposant La Sagrada Familia.

Het is 26 graden in Barcelona. We zijn veel te warm gekleed. Het eerste dat we doen als onze gastheer vertrokken is, is ons opfrissen en een zomerjurkje aantrekken. Dan halen we het miniflesje Cava uit de koelkast, schenken het uit in twee glazen en gaan ermee op het balkon zitten om uitgebreid die wonderlijke kathedraal te bekijken.

‘En, vind je je cadeautje leuk?’ vraagt E.
Ik sta op, wurm me langs het tafeltje en geef haar een knuffel.
‘Je had geen betere plek kunnen vinden!’

woensdag 19 oktober 2022

Luxe probleem

Wegens bewezen diensten mogen we een cadeautje uitzoeken op de nieuwe website van onze neef. Het is de oudste zoon van een van H’s broers; een apart type waar we goed mee kunnen opschieten. Cliquo (zijn artiestennaam) is deze zomer verhuisd naar Frankrijk, waar hij een hangar ‘huurt’ door twee dagen per maand voor de eigenaren te werken. Hij gebruikt de ruimte als atelier en ook als opslagplaats van een vreemde verzameling spullen.

'ketelaar', een lamp, gemaakt van een keteltje, hangend aan een ruig gevormde boomtak
In de meest uiteenlopende dingen, die anderen laten liggen of wegdoen, ziet hij iets moois. Oude grootvadersklokken transformeert hij tot leuke kastjes en van een ouderwetse koffiekan maakt hij een lamp of een wc-borstel-houder. Ik hou van dat soort hergebruik. En nu mogen we zomaar een van die gebruikskunstwerken van hem gaan uitzoeken op zijn site:.tratac.nl  

Heel veel staat er nog niet op en een paar leuke dingen zijn al verkocht. Maar we hebben geen haast. Misschien wordt het die wandlamp, gemaakt van een kacheldeksel. Of we wachten nog even tot er wat nieuwe creaties bijkomen. Het is gewoon heel leuk om naar al die bijzondere voorwerpen te kijken en te weten dat we mogen kiezen wat we willen als we daar zin in hebben. Van die voorpret gaan we eerst een tijdje genieten.

zondag 16 oktober 2022

Mmm, pizza

Zondagmiddag en ik heb nog een stukje pizza over van gisteren. Lekker als lunch!

Sinds vorig jaar kerst ken ik het geheim van een goede pizzabodem. Geïnspireerd door een verkeerd bezorgd kerstpakket met daarin de ingrediënten voor een pizza plus een online workshop, kwam ik erachter dat het belangrijkste onderdeel toch het kneden is. Tien minuten stevig kneden en het eigengemaakte deeg rijst als een tierelier. Zelfs bij een kamertemperatuur van minder dan 18 graden!
Het is wel zaak om niet op het laatste nippertje te bedenken dat je pizza wilt eten. Doe je dat wel, dan is bestellen een betere optie. Maar zelf maken vind ik lekkerder, is goedkoper en volgens mij ook gezonder. En je weet precies wat er wel en niet in gaat.

Dus stond ik gisteren in de keuken een deegje te kneden. Ik moet daarbij vaak denken aan mijn ouders, die jarenlang zelf hun brood bakten. Mijn vader deed het kneedwerk en daar hoorde bij dat de homp deeg af en toe flink op het granieten aanrecht werd gesmeten. Als je dat goed doet, geeft dat een harde klap. Ik vind het in geen enkel recept terug, maar het is te leuk om te laten, dus in navolging van pa, smijt ik m’n deeg ook altijd een paar keer met een klap neer.

Na een minuut of tien verdeel ik het deeg in drie stukken die ik elk in een ingevette kom leg met een doek erover. Eerst meng ik in twee van de delen nog wat venkelzaad. H. en ik vinden dat lekker, maar zoon J. kan het niet waarderen. Als het een paar uur gestaan heeft, zijn de bolletjes deeg onderin de kommen uitgedijd tot aan de rand. Dan druk ik het op twee bakplaten uit tot pizzabodems waar de tomatensaus, ui, paprika en kaas over gaan - en voor m’n huisgenoten salami. Soms ook andere dingen, net wat er in de groentela ligt.

Intussen staat de oven op de hoogste stand voor te verwarmen. Ook belangrijk voor een goed resultaat: op z’n heetst. Dan is het ook zó klaar.
En jawel, de pizza’s waren weer heerlijk. Vandaag geniet ik nog een keer van dat overgebleven stukje. Mmmmmm.

zaterdag 8 oktober 2022

‘Het lijkt eigenlijk wel op de inhoud van een kattenbak’

Voor het afdelingsuitje moeten we ons melden op een adres in zo’n wijk waar alle straten dezelfde naam hebben, maar dan met vier cijfers er achter. Gelukkig weet Mevrouw Google me op tijd de goede plek te wijzen en ik kom bijna gelijk met twee andere fietsende collega’s aan. We blijken een workshop bonbons maken te gaan doen. Leuk!

Met z’n negentienen passen we nét in de geurige ruimte, waar op lange, houten tafels koffie, thee en plateau’s vol bonbons voor ons staan. Ze zijn lekker, en het is maar goed dat we na een tijdje aan het werk worden gezet, zodat je wel wat anders te doen hebt dan nóg weer een andere soort te proeven.
Pauline, die de workshop geeft, vertelt ons een heleboel wetenswaardigs over het smelten en tempereren van chocola, over de vulling van truffels en verschillende manieren om bonbons te maken. Die vulling kost teveel tijd voor een workshop, dus een deel heeft ze al voorbereid. Dan kunnen we aan de slag:

zes bodempjes van chocola
Zes bodempjes mét vulling erop gespotenZes bonbonsEerst dunne, ronde bodempjes voor de bonbons uitsmeren, dan in tweetallen de vulling erop spuiten. Het is een kunst om dat netjes en gecontroleerd te doen en bij de een lukt het beter dan bij de ander. Als we later deze rondjes met vulling in de vloeibare chocola moeten dompelen, beginnen ze echt op bonbons te lijken. Nou ja, bij sommigen staan er al gauw zes mooi versierde exemplaren, bij anderen kun je het resultaat kunstzinnig noemen, of gewoon een zooitje. Maar ach, chocola is altijd lekker, toch! In elk geval wordt er veel gelachen.

Zes bonbons met ganache vulling, zes pindarotsjes (gewoon pinda’s in de vloeibare chocola en met twee theelepeltjes een klontje eruit vissen en op je bordje leggen) en tenslotte het spannendste: zes truffels. De vulling, helemaal aan het begin van de workshop op bakpapier gespoten en toen snel in de vriezer gezet, is nét genoeg bevroren voor het vervolg:

Pauline legt het twee keer uit: straks eerst de bevroren vulling in de warme, vloeibare chocola wentelen, snel er weer uit vissen en in een bak met cacaopoeder leggen. Omdat ze maar net koud genoeg zijn moeten we snel werken, zodat de boel niet uit elkaar valt in het kommetje chocola.  Na die instructie gaat ze de boel uit de vriezer halen, en wij zitten klaar voor de start.
‘O nee! Niet alle vullingen tegelijk in de chocola!’ horen we aan de andere kant van de tafel. ‘Vlug eruit, oh, deze is al helemaal gesmolten!’ En even later maakt iemand een foto en zegt fronsend: ’het lijkt eigenlijk wel op de inhoud van een kattenbak.’ Dat mag dan zo zijn, het ruikt in elk geval een stuk aantrekkelijker.

Aan het eind van de workshop vertrekt iedereen met een mooi ingepakt doosje bonbons en een zakje truffels. Op weg naar het restaurant, waar we straks gaan eten. Heel gezellig, maar dat is weer een heel ander verhaal.
Ingepakt doosje bonbons en papieren zakje (truffels)

zondag 2 oktober 2022

Boek op reis

In een halletje op de benedenverdieping van het Dedicon-gebouw, waar ik werk, staat een boekenkast vol kapotte boeken. Boeken die niet in digitale vorm zijn aangeleverd, worden ingescand om ze op verschillende manieren toegankelijk te maken. Om ze goed plat neer te kunnen leggen, worden alle bladzijden losgesneden. Als het proces klaar is, worden de losbladige boeken, bij elkaar gehouden met elastiekjes, in de kast gezet.

Regelmatig staan er collega’s in het halletje voor de boekenkast te speuren of er iets van hun gading bij zit. Ik ook natuurlijk. Het is een willekeurige verzameling, van HAVO 1 wiskundeboeken tot romans en van filosofische werken tot De Zeven Zussen. Je moet een beetje geluk hebben om er iets tussen te vinden. Ik heb er ‘De avond is ongemak’ van Marieke Lucas Rijneveld uit geplukt, dat ondanks mijn voornemen om de losse pagina’s na het lezen gewoon in de papierbak te gooien, nog steeds in mijn eigen boekenkast staat.

Een tijdje geleden stond er een oud maar gaaf boekje tussen de kapotgesneden exemplaren. ‘Pride en prejudice’ van Jane Austen. Omdat ik dat nog nooit gelezen had, nam ik het mee en zag voorin de naam van de collega staan die het kennelijk in de kast had gezet. De handzame kleine pocket ging mee op fietsvakantie en na twee weken had ik hem uit. In de B&B waar ik die nacht verbleef, ruilde ik Jane Austen in voor een Duitstalige detective.

Zo komt het, dat het boek van mijn nietsvermoedende collega nu ergens aan de rand van het Bodenmeer rondzwerft. Als ik haar zie, zal ik het haar vertellen; ze zal het vast leuk vinden om te weten waar een boek met haar naam voorin helemaal heen is gereisd.

zaterdag 24 september 2022

Fietsen langs de Rijn (deel 4) Terug met de trein

 (Fietsen langs de Rijn deel 3)

Voor een internationale treinreis met fietsen is het raadzaam om ruim tevoren reserveringen te maken. Met zo’n lange trein kunnen maar 10 tot 12 fietsen mee. H. heeft een avond zitten bellen om onze terugreis te reserveren: drie verschillende treinen, waarbij voor de fietsen een aparte reservering nodig was die blijkbaar niet online te maken is.

Station Bazel
Station Bazel

Met al die reserveringen paraat zetten we vrijdag 16 september onze fietsen in de trein en nemen daar vlakbij onze plaatsen in. Van Bazel tot Mannheim gaat het vlot. Fietsen en fietstassen buiten zetten voordat de trein weer wegrijdt is een kunst, maar het gaat goed en we hebben een half uur overstaptijd, dus dat is relaxed.|

Kort voordat dat half uur om is, wordt omgeroepen dat onze trein naar Düsseldorf uitvalt.
O. En nu?
H. gaat op zoek naar een informatieloket en ik blijf bij de fietsen. Het duurt lang en als hij eindelijk terugkomt is H. geïrriteerd. Onze plaatsen konden makkelijk omgeboekt worden, maar de fietsen moeten bij een ander loket, waar een lange, lange rij voor staat. En de volgende trein gaat over een paar minuten.  Die halen we niet.

Een conducteur op het perron waar we staan, is hulpvaardiger dan de man achter het loket. Hij zoekt op een wonder-apparaatje voor ons uit wat er kan. Over een half uur een kleine kans, als er nog plaats is voor de fietsen, en nog een half uur later een grotere kans bij een trein met meer fietsplekken. Uiteindelijk hijsen we na twee en een half uur de fietsen en bagage in een trein, met hulp van nog een fietser die ook mee moet.

In Düsseldorf wordt het weer zoeken, want de gereserveerde trein is natuurlijk al lang weg. We vinden de trein naar Arnhem, maar waar is de lift naar het perron? Na een tijdje vinden we een lift, maar die is voor rolstoelers. Fietsen passen er niet in. Onderaan de trap kijken we hoe we het gaan aanpakken: twee lange trappen op zonder fietsgootjes. Een andere fietser stopt en vraagt of we hulp nodig hebben. Ineens staan er vijf, zes Indiase jongens om ons heen die fietsen en fietstassen oppakken en naar boven dragen. In een paar minuten staat alles op het perron en we kunnen op ons gemak in de trein stappen.

Terwijl we de boel inladen, vertelt een jongen die in de coupé zit dat de trein niet helemaal tot Arnhem rijdt. Dat heeft hij gezien op internet. Als ik het aan de conducteur vraag, zegt die dat we gewoon naar Arnhem gaan, maar de jongen laat hem zijn telefoon zien en even later bevestigt de conducteur dat de trein eerder stopt.
Het blijft een beetje onduidelijk hoe ver we zullen komen. Er wordt omgeroepen dat het voorste deel van de trein wél en het achterste níet naar Arnhem gaat. Maar in Emmerich blijken we niet verder te rijden. Er worden bussen ingezet.
O. En nu?
‘Met de bus,’ zegt de conducteur.
‘En de fietsen dan?’
‘Sie können es doch ausprobieren.’

Somber sjouwen we naar de bus, waar we tot onze stomme verbazing met fiets en al in kunnen, naar Arnhem.
Het laatste stuk fietsen, zoals de bedoeling was, willen we niet meer. Het is geen probleem om over te stappen naar Nijmegen. Om negen uur zijn we thuis. Precies 12 uur nadat we van station Bazel vertrokken. Conclusie: je kunt beter een dag fietsen dan een dag met de trein reizen. Dat laatste is veel vermoeiender.

vrijdag 23 september 2022

Fietsen langs de Rijn (deel 3)

(Fietsen langs de Rijn deel 2: etentje in Weil am Rhein)

Bazel is onze eindbestemming. Daarvandaan hebben we de trein(en) terug geboekt. Maar dat is pas op 16 september, de 21e fietsdag. We gaan dus nog even verder richting Bodenmeer. Nou ja, even…

Vanuit de B&B waar we hebben geslapen, is het even zoeken om weer op de Rijn-fietsroute te komen. Als we op een stoepje stilstaan om mevrouw google erbij te roepen, stopt een fietser naast ons en vraagt of hij kan helpen. We zeggen tegen hem dat we langs de Rijn op weg zijn naar Konstanz en hij begint ons enthousiast te vertellen over hoe schön het is om rondom de Bodensee te fietsen. ‘Warte, warte,’ roept hij als we na een praatje verder willen fietsen. Hij zoekt in zijn tas en haalt een kaart tevoorschijn van het gebied rond het meer. Die krijgen we van hem. Hij heeft hem niet nodig, want hij kent het gebied al dertig jaar als z’n broekzak. Aardig!

We zitten op het randje van Zwitserland en dat zullen we weten. Bergen zijn er nog niet, maar Nederland is toch echt platter. Als we onze gemiddelde 80 km. gefietst hebben, ben ik moe, maar vandaag is de route wat langer. Nog een ruime 10 kilometer vals plat en dan pas zijn we in Lienheim. De twee trappen in het kasteel-achtige hotel kom ik nauwelijks op. Gelukkig kunnen we hier op het terras eten en hoeven we niks meer.


De volgende dag pauzeren we wat vaker. Een keer bij de waterval van Schaffhausen, een serieuze waterval in de Rijn, waar we een hele tijd naar blijven kijken. Later, in het stadje Stein am Rhein worden we verrast door een plein dat omringd is door overdadig versierde en beschilderde huizen. In Konstanz, vlak voor onze eindbestemming, eten we een ijsje en als we in Waldhaus Jacob zijn aangekomen, aan de punt van het Bodenmeer, hebben we nog energie genoeg om naar het water te wandelen en daar te kijken naar het wonderlijke namiddaglicht en de bergen in de verte.

Op de terugweg merken we pas goed hoeveel we de twee dagen ervoor geklommen hebben. Het gaat nu een stuk makkelijker. We gaan terug naar hetzelfde hotel in Lienheim, waar ze op dinsdag een rustdag hebben. Het betekent dat we met een code een sleutel uit een kluisje moeten halen. Het drukke terras van zondag is nu leeg. We komen in de stille hal en lopen de trappen op. Drie deze keer. De zolderkamer is groter en mooier dan de kamer die we eerder hadden. Maar wat voelt het vreemd om hier nu met z’n tweeën te zijn. Na een uurtje horen we nog een paar mensen binnenkomen en de volgende morgen aan het ontbijt, blijken er toch nog meer gasten te zijn. We vertrekken met een beetje regen en het hele slopende stuk van afgelopen zondag gaan we nu fluitend met een vaartje omlaag.

Bazel zelf valt een beetje tegen. Er zijn wel wat mooie gebouwen, maar winkelen is echt niet leuk. Behalve dat alles astronomische bedragen kost, bestaat de markt uit een paar saaie groentekramen en zijn er weinig gezellige wijkjes met bijzondere winkels. Leuke souvenirs vinden we niet. Jammer dan. De leukste plek die we tegenkomen, is eigenlijk de oude fabriek waarin ook het hostel zit waar we verblijven. In de gezamenlijke keuken hebben we leuke gesprekken met reizigers uit Pakistan, Italië en Amerika.

En na de extra dag Bazel is het tijd voor de terugreis. Met de trein.  

Fietsen langs de Rijn deel 4

dinsdag 20 september 2022

Fietsen langs de Rijn (deel 2) Etentje in Weil am Rhein

brug bij Weil am Rhein

(Fietsen langs de Rijn deel 1)

Uit eten in Duitsland is even goed zoeken als je geen vlees eet; het is hier lang niet overal gebruikelijk om vegetarische opties op het menu te hebben. We vinden (online) een Turks restaurant met een paar gerechten zonder vlees en daar gaan we naar toe.

Het blijkt een druk familie-restaurant te zijn. Bij binnenkomst wordt snel gekeken: 2 personen? En we krijgen een tafel aangewezen. Vijf minuten later smijt iemand twee menukaarten voor ons neer. Vier, vijf obers rennen heen en weer om te bedienen. Er zitten veel gezinnen met kinderen, die ook her en der rondlopen. Een jongetje schuifelt al jojoënd tussen de tafels door. Baby’s zitten in draagdoeken of op kinderstoelen.

We geven onze bestelling op: mezze voor 2 personen. De ober is kortaf, een flesje mineraalwater wordt in het voorbijgaan zonder omkijken voor m’n neus geplempt. Maar diezelfde lompe ober loopt voorzichtig om het jojo-jongetje heen en even later laat hij twee andere kinderen meekijken als hij baklava uit een vitrine haalt.

Naast ons stappen gasten op en even later komen er twee mensen zitten met een jochie in pyjama met een speen in z’n mond. Er komt een kinderstoel voor hem, die in het pad tussen onze tafels wordt gezet; een drukke doorgang naar de keuken én naar de w.c. Obers maken nu een omweggetje, maar een bezoeker duwt bijna het kind met stoel en al omver.  De ouders schuiven tafel en kinderstoel een stuk opzij. Het jongetje kijkt om en H. lacht naar hem terwijl hij naar z’n bordje wijst, waar intussen baklava op ligt. ‘Hmmmmm, baklava!’

Tegen de tijd dat we ons eten op hebben, zijn er veel gasten vertrokken maar komen er net zoveel weer binnen. Het blijft druk. H. probeert de aandacht van onze ober te trekken door met beide armen te zwaaien. De man moet zowaar lachen. Heel efficiënt roept hij alvast het bedrag dat we moeten betalen en loopt langs ons met een lading vuile borden naar de keuken. Intussen kan ik het geld tevoorschijn halen en op tafel leggen, waar hij het snel komt oppikken.

We worden uitgezwaaid door de buurtafel met het pyjamajongetje. Wat een bijzonder etentje was dit. En het was ook nog eens erg lekker!

Fietsen langs de Rijn deel 3

zondag 18 september 2022

Fietsen langs de Rijn (deel 1)

“Als er nog maar een beetje water in de Rijn zit,” zeiden collega’s voordat ik drie weken langs die rivier ging fietsen. En ik kreeg een foto van een lege rivierbedding toegestuurd. Nou, dat viel mee. Hoewel het in heel Europa een hete, droge zomer was, zag de Rijn er allesbehalve uitgedroogd uit.

Op 29 augustus is het een beetje bewolkt, graad of 23 en er staat een stevige wind. Na alle hitte van de afgelopen weken is dit heerlijk fietsweer. Vooral omdat we die wind in de rug  hebben. De eerste etappe van 90 km. kost geen enkele moeite.

Al op de derde dag zijn we in Keulen. Daar vieren we onze huwelijksdag. We kopen een doos gebak die we uitdelen aan een groep daklozen op straat. Ze wensen ons geluk. Onszelf trakteren we op Thaise curry en ’s avonds een cocktail. We blijven een dagje in Keulen en dan fietsen we verder langs de Rijn. Door mooie Naturschützgebieten, door lelijk industriegebied met rokende schoorstenen en containers, steeds stroomopwaarts. Elke dag zo’n 80 kilometer.

De oevers worden hoger; in een B&B dat ‘Schöne Aussichten’ heet, eten we op het balkon terwijl we beneden ons de rivier zien en daarachter bergen.

In Speyer hebben we een gedeelde keuken zonder medegasten, in Rastatt een hotel waarvan de Vietnamese eigenaar tijdens corona begonnen is met het kweken van bonsai-boompjes. In Strassbourg verblijven we 2 nachten in een tent op de stadscamping. Een gezellige stad is het, met een enorme kathedraal, veel mooie vakwerkhuizen, leuke winkeltjes, terrasjes, drukte. Ook eens lekker om een dagje níet te fietsen.

 

‘Beste  klant, je bent nu in Duitsland,’ pingt mijn telefoon. En een paar uur later: ‘Beste klant, je bent nu in Frankrijk.’ Nog geen minuut later vindt KPN weer dat  ik in Duitsland ben. Het is ook verwarrend, als je in zo’n grensgebied fietst. Van het Franse Strassbourg gaan we naar het Duitse Weissweil en een dag later naar Colmar. KPN houdt het niet bij. Af en toe klinkt er ineens weer een ping en zeggen we tegen elkaar: ‘Beste klant, je bent nu in …’ Op dag 15 is het Zwitserland.

Nou ja, we zetten ’s avonds een paar stappen in Zwitserland. Weil am Rhein is eigenlijk dezelfde stad als Bazel, alleen zitten we nu aan de Duitse kant van de rivier. Voor de B&B waar we zullen verblijven, staan twee mannen die geïnteresseerd naar de fiets van H. kijken. ‘Hoe lang gaat de accu van zo’n Flyer nou mee?’ vragen ze. We maken een praatje. Als we vertellen dat we uit Nederland komen, is het lacherig: ‘Auf dem Fahrrad aus Holland?’ We knikken en ze zijn verbaasd dat het echt zo blijkt te zijn. Intussen zijn we dan ook bijna 1000 kilometer van huis… 

Fietsen langs de Rijn deel 2: etentje in Weil am Rhein


donderdag 18 augustus 2022

38. IJsje aan de Zaan

We zijn een dagje in Amsterdam bij E. en we brengen meteen een bezoekje aan m’n zwager, die sinds kort in een verzorgingshuis in Wormerveer woont. We vinden hem niet in de woonkamer, maar in de gang vlak bij zijn kamer. Niet te missen dat het zijn kamer is, want bij elke deur is een fotootje van de bewoner geplakt. Handig.

‘Ga je met ons mee een ijsje eten?’ vragen we.
B. lacht vriendelijk en zegt dat hij dat best vindt. Omdat het een zonnige, warme dag is, lijkt het ons verstandig dat hij een pet opzet. Op zijn voorhoofd zit een groot, wit litteken waar jaren geleden een plek met huidkanker is weggehaald. Zo voorzichtig als hij lange tijd was met zon op z’n hoofd, zo zorgeloos is hij er tegenwoordig over.

‘Die pet is kapot, die zet ik niet op,’ zegt hij als we op zijn kamer een blauwe pet vinden. Een tweede, identieke pet wordt ook afgekeurd, die zit niet prettig. We stoppen hem voor alle zekerheid toch maar in een tasje en gaan op pad. Met de auto rijden we tot vlakbij een plek aan de Zaan waar je ijsjes en koffie kunt halen. Als we uitstappen, staan we vlak voor een kledingzaak. Misschien hebben ze daar wel petten.

Met z’n vieren lopen we naar binnen. H., zijn broer, onze dochter en ik. Ik vraag of ze petten hebben en H. ziet achterin de winkel een paar vissershoedjes liggen. Er is nog precies één pet. Samen met een hoedje houdt H. die omhoog. Welke wil je? Zo’n hoedje? Mijn zwager kijkt afkeurend naar het vissershoedje: ‘Zo’n ding hoef ik niet hoor.’ De pet wil hij wel passen, en kijk, die zit precies goed.

'Hemels ijs' in de Zaanbocht
Op een bank in de schaduw van een grote boom eten we een ijsje. We zitten in een wijde bocht van de Zaan waar allerlei bootjes rondvaren. Vlak voor ons legt een flinke boot aan met veel gelakt hout. ‘Zo’n boot hadden we vroeger ook,’ zegt m’n zwager. Een windvlaag voert de geur mee van een cacaofabriek in de buurt. H. wijst waar de fabriek moet staan, achter de bomen.

Zijn broer wijst ook. ‘Daar aan de overkant. Precies daar. Daar was het.’ En even later nog een keer: ‘Daar bij die bomen, aan de overkant, daar hebben we ….” Hij loopt vast. “Daar hebben we ook nog gezeten,” zegt hij tenslotte. Ik knik maar: “Dat is een mooi plekje.”

Na een uurtje brengen we hem terug. Tegelijk met mijn schoonzus komen we bij het verzorgingshuis aan, waar we nog even op het terras gaan zitten. Zij verbaast zich over hoe helder haar man vandaag is en vindt het erg gezellig dat E. ook is meegekomen. Die belooft spontaan dat ze binnenkort nog wel eens op de koffie komt; het is eigenlijk vlakbij. Dan wordt het tijd om op te stappen.

Mijn schoonzus loopt even mee naar de deur. “Tot ziens!” We zwaaien naar zwager B., die op het terras blijft zitten, zijn nieuwe pet stevig op z’n hoofd.


zondag 7 augustus 2022

Concert Radio Kootwijk 2 (East meets West)

Om half acht gaat de deur open en zonder duwen en dringen wandelt het verzamelde publiek naar binnen. Over een smalle trap met art deco- tegeltjes en leuningen naar boven en daar de ruime, hoge zaal in. Er zijn twee vlakken met rijen stoelen. De voorste gewoon op de vloer, de achterste oplopend naar boven. Wij lopen helemaal door om een plekje op de voorste rij te kiezen.

Een paar meter links voor ons is de verhoging voor de dirigent, rechts daarvan de stoelen voor de cellisten. Ertussen staat een batterij aan percussie-instrumenten, prachtig versierde djembeh-achtige trommels, een grote, platte trom, trossen belletjes, allemaal voor en rond één stoel. Een jongeman met een lange, zwarte baard neemt plaats op die stoel. Om hem heen komen de andere orkestleden op. Allemaal jong en netjes in het zwart. Instrumenten worden uitgepakt, neergezet en even later klinkt de A van de hobo, overgenomen door de eerste viool. Er wordt gestemd.

Vóór het orkest loopt een trap naar beneden, naar de ruimte waar de orkestleden zich hebben voorbereid en waar vandaan nu de dirigent naar boven komt. Een kleine man in een blauw pak: Tom Cohen. Energiek klimt hij op de verhoging, draait zich om naar het publiek en neemt met een kleine buiging het applaus in ontvangst.

Tom Cohen blijkt een levendige, enthousiaste dirigent te zijn die tussen de verschillende nummers door (in Engels met een zwaar Israëlisch accent) interessante informatie geeft. Hij vertelt uit de losse pols, geestig en ernstig tegelijk; het gaat over internationale verbinding. Waar tussen verschillende landen politiek allerlei blokkades zijn, verbindt de muziek.

Meteen het eerste nummer is een dans, met Arabische klanken, vrolijk en ritmisch. Het is leuk om te zien hoe de baardige percussionist vlak voor ons verschillende instrumenten afwisselt en met snelle, soepele handen roffelt, slaat, tikt en strijkt. Eén van de cellisten speelt niet alleen met zijn armen en handen, maar ook met z’n wenkbrauwen. Tom Cohen staat af en toe letterlijk te dansen terwijl hij dirigeert.

Er zijn solo’s met de ud, de tar en de duduk, oude instrumenten uit de Oosterse wereld. Bij de laatste solist vertelt de dirigent geëmotioneerd dat dít de enige plaats is waar een musicus uit Iran kan en mag spelen samen met een dirigent uit Israel. Er zijn jazzy solo’s met blazers, een piano, een gitaar. Tussendoor is er een prijsuitreiking door Freek en Hella de Jonge voor een talentvolle jonge musicus. De toespraak is in het Nederlands. Naast ons zitten de Spaanse ouders van een orkestlid aan wie H. vertelt wat er gezegd is.

Als het concert is afgelopen, is het tegen elven. Het eindigde met een lange toegift na een staande ovatie. ‘East meets West’ heette het concert en ja, het voelde als een ontmoeting. Een muzikale ontmoeting die nog een tijd blijft doorzingen in je hoofd.

Concert Radio Kootwijk 1


We hebben een nieuwe Tomtom. De oude begaf het en H. wilde niet overstappen naar mevrouw Google maar bestelde een nieuw Tomtom. In het rijtje keuzemogelijkheden voor de stem staat onze eigen vertrouwde Bram, dus die kiezen we weer. Hij klinkt een beetje anders. Iets hoger, lijkt het. En tussen sommige woorden is een pauzetje van een nanoseconde ingelast, waardoor het net iets robot-achtiger klinkt dan vroeger. Raar. Maar ach, het zal wel wennen.

Kort voordat we vertrekken naar een concert bij Radio Kootwijk, checkt H. nog even de afstand en de tijd. We blijken een kwartier extra rijtijd te hebben omdat de A50 is afgesloten. Oeps, heel snel iets eten dan maar en op weg. Radio Kootwijk is een bijzondere locatie. Je rijdt er niet gewoon naartoe, maar bij het kaartje voor het concert bestel je meteen een rit met de pendelbus vanaf carpoolplaats Apeldoorn-Agrifirm. We hadden gepland om met de bus van kwart voor zeven mee te gaan en H. rijdt stevig door om dat te halen.

We zijn op tijd, maar het parkeerterrein is vol. Geagiteerd maakt H. een rondje om alle auto’s en wil het terrein af rijden, maar ik heb gezien dat achteraan een doorgang is naar een stuk grasland waar ook geparkeerd kan worden. H. gelooft me niet, maar na enig aandringen doet hij tóch een tweede rondje en er blijkt een zee van ruimte te zijn.

De pendelbus staat al klaar, twee dames in gele ‘NJO Muziekzomer’ shirts controleren de kaartjes - zonder apparatuur. Het is zo’n schoolreisjesbus met hoge stoelen aan weerszijden van een smal middenpad. De passagiers zijn gemiddeld minstens twee keer zo oud als de jonge musici waar we straks naar gaan luisteren. Pas als de bus vol zit, vertrekken we, langs een stukje snelweg terug en dan het bos in.

Langs smalle weggetjes met hoge verkeersdrempels rijden we, door het dorpje Radio Kootwijk en verder naar het hoge, betonnen art-deco gebouw van het voormalige zendstation. Het staat midden in een natuurgebied op de Veluwe, omringd door zand en heidestruikjes. Een grote, vierkante vijver weerspiegelt het gebouw en de door de avondzon geel-oranje gekleurde lucht. Mooie plek. Hier binnen gaan we luisteren naar het Jong Metropole. Het zal een concert worden waarin westerse en Arabische muziek samenkomen.

Maar eerst lopen we een rondje om het gebouw en sluiten we achteraan de brede rij om te wachten tot de deur open gaat.

Concert Radio Kootwijk 2

zondag 31 juli 2022

Dagje dierentuin

 ‘Morgen om kwart voor tien staan we bij jullie voor de deur’  
Dat appte ik zaterdag naar mijn vriendin N. We hebben afgesproken dat we samen naar Burgers Zoo in Arnhem gaan. Nu haar man zijn rijbewijs heeft gehaald en een goedkoop autootje op de kop heeft getikt, kunnen we dit doen. Ze passen met hun vier kinderen maar net – of eigenlijk net níet – in die auto. Dus mogen de meiden met ons mee.

Nog vóór half tien krijg ik zondagmorgen een berichtje: ‘Goedemorgen, we zijn er klaar voor’  En jawel, als we om kwart voor tien hun straat indraaien, staan de kinderen met z’n allen buiten bij de voordeur op ons te wachten. Volgens N. staan ze er al minstens een half uur.

veel kleurige vissen in 'Ocean' bij Burgers bush

Wij rijden voorop naar Arnhem. Een half uur later parkeren we en wandelen naar de ingang, waar H. op zijn telefoon negen reserveringen laat aflezen. Negen piepjes en we zijn binnen. Behalve de oudste zoon zijn ze nog nooit in een dierentuin geweest. Wat is het groot! Wat is het mooi!

Langs de pinguïns lopen we door de bush, naar de oceaan. Daar loopt iedereen te wijzen en vol verbazing te kijken naar de gekleurde vissen, die aan alle kanten om ons heen zijn. Aan het eind zwemmen ze zelfs boven onze hoofden. Een bijzonder gezicht.

Al voor twaalf uur komen de lekkere hapjes tevoorschijn. N. heeft van alles klaargemaakt en in afsluitbare dozen meegenomen. Platbrood met za’atar, kleine pizza-achtige broodjes, snoeptomaatjes, komkommertjes, Arabische koekjes. Het lukt H., die nooit luncht, niet om helemaal niets aan te nemen. Ik laat de zak krentenbollen in mijn eigen tas voor wat ie is en doe de baksels van N. eer aan. Lekker.

Na de woestijn en de safari zoeken we de grote speeltuin op. Daar staat de man van N. erop ons op koffie te trakteren. De kinderen klimmen rond in het bouwwerk vol trappetjes en glijbanen en komen dan friet eten, want de dozen proviand van N. weerhouden ze er niet van om patat te kopen.

Voor de jongste (bijna 2) is het intussen een beetje genoeg geweest. Hij wil niet in de wandelwagen, niet lopen, alleen maar bij mama. Als we in de vlindertuin lopen, is ie boos omdat de vlinders niet op zijn hand willen komen, weer buiten is ie boos omdat we weer naar buiten gaan en verderop is ie boos omdat ie gewoon heel moe is. Om een uur of vier is het echt genoeg geweest en zoeken we de auto’s weer op.

Twee tevreden meisjes zitten bij ons in de auto terug. We zetten de familie thuis af en slaan de uitnodiging af om nog mee naar binnen te komen om koffie te drinken. Na een hele dag dierentuin hebben we nu zin om lekker naar huis te gaan. Maar wat was het een goed idee om samen een dag op stap te gaan. We hebben ervan genoten.

zondag 24 juli 2022

Mijn pakje is niet aangenomen

Zaterdag komt E. een dagje naar ons toe. ’s Morgens wil ze eerst nog dit of dat, en daarna rijdt ze weg, dus ze zal er aan het begin van de middag zijn. Gezellig. Ik bedenk dat ik samen met haar naar de stoffenhal kan gaan. E. heeft in Amsterdam een bootje en ik heb beloofd om kussens voor de bankjes te maken. Daar kunnen we dan stof voor uitzoeken.

’s Morgens kan ik dan eerst even naar de juwelier om mijn kapotte horlogebandje te laten fixen. H. weet niets van mijn plannen en vertelt dat hij vandaag naar Duitsland wil om ‘doppelter klarer’ te halen, dan kunnen we leuke drankjes met bramen brouwen. Ow, maar dat vindt E. misschien wel leuker: even mee naar Kranenburg.

Zodra ik terug ben van de juwelier stuur ik haar een appje wat ze liever wil. Ze kiest voor de stoffenhal, dus H. besluit om dan meteen maar naar Duitsland te rijden, dan is ie op tijd terug.
Even later komt J. naar beneden voor een kop koffie. Hij vraagt of ik zin heb om vandaag op een ijsje getrakteerd te worden. Dat is een leuk aanbod en het kan nog wel voordat zijn zus er is. Dus fietsen we naar de ijssalon en op een bankje in de zon eten we een lekker bolletje ijs. Weer thuis zie ik dat ik nog wel even tijd heb om m’n fiets schoon te maken.

tekening van twee ronde, boze gezichtjesTerwijl ik sta te poetsen, hoor ik onze auto aankomen. H. zet z’n aankopen binnen en komt dan naar me toe: ‘Was je niet thuis? Mijn pakje is niet aangenomen!’
Ik vertel dat we even naar het dorp waren en hij zegt nijdig dat ie nou pas maandag z’n pakketje kan gaan halen bij een ophaalpunt. Ik ben me van geen kwaad bewust, maar H. had erop gerekend dat ik thuis was als het pakje ’s morgens al kwam. Hij baalt demonstratief.

Nou zeg, je kunt wel leuk je dag plannen, maar als je mij daar in plant is het wel handig als ik dat ook weet! Heel onterecht om boos tegen mij te doen over een afspraak die niet eens gemaakt is. Ik laat hem chagrijnig en wel zitten en ga verder met m’n fiets.

Een uurtje later zitten we samen gezellig bij te praten met E. Natuurlijk. Als je over dat soort dingen lang boos blijft, hou je het niet zoveel jaren met elkaar vol.

zondag 17 juli 2022

Positief denken

Op vrijdag fiets ik naar mijn vriendin K., die op een fantastisch plekje woont op een zijarm van de Waal, in een woonboot. Ik hoef alleen maar langs de dijk te fietsen, dan kom ik de boot na een kilometer of 25 vanzelf tegen.

Het is lekker fietsweer; een beetje bewolkt maar niet koud. In juli is alles volop in bloei langs de weg en in de uiterwaarden. Als ik langs een langgerekte berm vol bloeiende cichorei kom, roep ik hardop ‘wat mooi!!’ Ik hou van die bijzondere kleur blauw.

K. ontvangt me hartelijk. Met de plek waar ze woont heeft ze veel geluk, maar verder heeft dat geluk haar de laatste jaren flink in de steek gelaten. Ze viel van de ene ellende in de andere. Ziekte, een auto-ongeluk, een scheiding, corona en als klap op de vuurpijl verloor ze een week of tien geleden een paar vingertoppen door een onhandige actie met een grasmaaier.

Hoe slecht het lot haar ook gezind is, K. weet altijd wel een positieve insteek te vinden om verder te gaan. Dat gaat natuurlijk niet vanzelf, en ik heb er grote bewondering voor. We drinken koffie aan het water, genieten van het uitzicht en praten over honderd verschillende onderwerpen. Ze laat me zien hoe ze oefent met haar gehavende hand. Met grote volharding. Ze probeert zelfs piano te spelen met de korte vingers, al doet dat behoorlijk pijn.

Na een paar uurtjes stap ik weer op de fiets, want we hebben allebei andere plannen voor de middag. Onderweg bedenk ik dat ik K. een foto wil sturen van de weelderige cichoreirand. Gelukkig weet ik nog waar die was, anders was ik er misschien zo langs gefietst. Waar in de ochtend de blauwe bloemen wijd open stonden, zijn die nu de zon een stuk feller is, voor het grootste deel dichtgevouwen. Het blauwe veld is er niet meer, wat jammer!

‘Geen zorgen’, zegt K. in mijn hoofd. ‘Morgenochtend is het er weer. En als het morgen niet is, dan toch zéker volgend jaar.’ En zo is het.



zaterdag 9 juli 2022

Let's talk about sex

Vrijdagavond tegen half 11 hangen H. en ik nog even voor de televisie. We kijken naar de nieuwe documentaireserie ‘Let’s Talk About Sex’, waarvan de eerste aflevering zich afspeelt in Japan. Ondanks de naam van de docu komt seks eigenlijk helemaal niet aan de orde. Veel Japanse jonge mensen stranden bij het zoeken naar een relatie al lang voor er ook maar sprake is van een eerste zoen. Het vinden van een partner is in Japan een behoorlijk groot probleem.

knuffelen met een vossenmaskertje op
We zien een gelegenheid waar mannen voor 150 euro per half uur geknuffeld worden door een vrouw in een outfit naar keuze. Volledig gekleed lepeltje lepeltje liggen, verder gaan de intimiteiten niet. De man die zich tijdens de sessie laat filmen, draagt een schattig vossenmaskertje dat hij niet afzet.

Er worden cursussen gegeven aan de wanhopig zoekenden. Dodelijk verlegen jongens en mannen leren hoe ze een gesprek met een vrouw moeten voeren. Vrouwen leren vooral hoe ze bevallig op een stoel moeten zitten en hoe hun decolleté het best uitkomt. We verbazen ons zowel over die inhoud als over hoe theoretisch de lessen zijn. Geen vrouw te bekennen om de gesprekstechnieken van de mannencursus mee te oefenen. En de vrouwencursus gaat er vanuit dat de man zich totaal niet bewust is van de vrouwenversiertrucs.

‘Hoe kun je nou denken dat je mensen zo bij elkaar brengt?’ vragen we ons af. Om daarna te bedenken dat er in Nederland vast vergelijkbare situaties te vinden zijn. Denk aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, die bij hulpinstanties eindeloos gesprekken voeren in plaats van gewoon praktisch samen een werkplek te bezoeken. We hebben het van dichtbij meegemaakt. ‘Daar zullen ze zich dan in Japan weer hevig over verwonderen,’ vermoedt H.

Het eerste deel van de documentaireserie stemt ons treurig. De aflevering van volgende week zal in Thailand zijn. ‘Is dat echt een paradijs voor transgenders?’ is een van de vragen, en ik heb zo’n donkerbruin vermoeden dat dat paradijs wel zal tegenvallen. Gaan we kijken? Misschien is er wel iets leukers te bedenken om op een vrijdagavond te doen.

zondag 3 juli 2022

Ramona

Platenhoes uit de jaren 60: The Blue Diamonds, Ramona
H. is de jongste van vijf broers. Sinds kort woont een van zijn oudste broers (een tweeling) op de gesloten afdeling van een klein verpleeghuis. B. heeft alzheimer en thuis ging het niet meer. Vandaag viert een andere broer zijn verjaardag, en omdat het vlakbij is, gaan we eerst een uurtje bij B. langs.

Hij zit in de huiskamer aan tafel, met nog twee bewoners. Iets verderop staat een tafel met nog meer huisgenoten. We begroeten iedereen en gaan bij B. zitten, waar we samen het fotoboek bekijken met foto’s van hem zelf, zijn familie en verschillende belangrijke plaatsen uit zijn leven.

Naast me aan de tafel zit meneer Ludo, die uit Italië komt. Ik vraag hem waar hij in Italië woonde en hoe hij in Nederland terechtkwam. De oude man zoekt naar zijn woorden. Hij vertelt dat hij een dochter heeft, Ramona. “Ramona, lalaa la laa lalalalaa” zingt mevrouw Miep, die aan de andere kant van de tafel zit. Een oud liedje van The Blue Diamonds. Meneer Ludo zegt dat zijn dochter heel goed is in een sport. Welke sport? Hij kan het woord niet vinden, probeert het met gebaren, maar komt er niet uit. Na een tijdje staat hij op en loopt de gang in. Misschien om een foto te halen die het duidelijk maakt.

Intussen kijken we verder in het boek van B. Over een rijtje portretfoto’s van zichzelf praat hij alsof het over iemand anders gaat, maar op een oude klassenfoto van de lagere school wijst hij zichzelf moeiteloos aan. Over de motor waarop hij als jonge man rondscheurde, vertelt hij enthousiast dat hij er nog wel eens op rijdt.   

Meneer Ludo komt terug en wenkt of we met hem mee willen komen. ‘Ga jij maar,’ zegt H., ‘Dan blijf ik bij m’n broer,’ maar het is de bedoeling dat hij ook meegaat. B. staat ook op en nog een bewoner loopt mee. Door de gang, langs een paar kamers. Meneer Ludo doet een deur open. Het is een ruim toilet. De hele groep dromt naar binnen en B. begint uit te leggen hoe je moet doortrekken. In de gang zie ik ineens mijn schoonzus en nóg een broer. Zij gaan straks ook naar de verjaardag en hadden hetzelfde idee: eerst een bezoekje in het verpleeghuis. Verbaasd kijken ze naar het gezelschap bij de wc.

De nieuwkomers gaan met B. zijn kamer bekijken en meneer Ludo weet weer waarheen we op weg zijn. Naar zijn kamer. Daar laat hij trots een grote foto zien die op een kastje staat. “Dit ben ik,” wijst hij. Een zwartharige jongeman met donkere ogen, aan een bar. Om hem heen bekende gezichten. ‘Maar dat is Cruijff!’ wijst H. verbaasd, ‘en Johan Neeskens, en Piet Keizer.’ Meneer Ludo glimlacht en kijkt tevreden naar zichzelf tussen het halve oude Ajax-team.

Hij wil nog veel meer foto’s laten zien, maar als we vragen wat nou de sport van zijn dochter is, weet hij het niet. Na een tijdje moeten we echt terug naar B. en daar nemen we een kwartier later ook afscheid, om naar de verjaardag van de vierde broer te gaan. ‘Maar we komen terug,’ beloven we, ‘en dan komen we er ook vast achter in welke sport Ramona nou zo goed is.’

 

 

donderdag 30 juni 2022

Vliegen

Samen met mijn dochter zit ik aan de keukentafel. Ze is hierheen gekomen om mijn verjaardag te vieren en ergens op de dag zitten we daar tegenover elkaar en vertelt ze me over de vakantie in Portugal, waarvan ze net terug is. Ze had zich zorgen gemaakt over de chaos op Schiphol en of het zou lukken om op tijd haar vlucht te halen. Dat is gelukkig allemaal gelukt en het is een fijne vakantie geweest.

E. houdt van reizen en als ze even de kans krijgt, rijdt of vliegt ze naar verre of minder verre plaatsen voor een vakantie, een lang weekend, een werkbezoek. Over het milieu maakt ze zich daarbij niet erg druk. Ik gun haar die reisjes, en snap ook wel dat ze de behoefte heeft om er af en toe echt even uit te zijn. Maar al dat vliegen…

Als ze me vertelt dat een vriendin een reisje geboekt had vanaf Schiphol en dat die vlucht geannuleerd is, reageer ik niet erg meelevend. ‘Eerlijk gezegd heb ik maar een klein beetje medelijden met haar,’ zeg ik. ‘Eigenlijk vliegen mensen gewoon veel te veel.’ E. sputtert verontwaardigd dat er niks geregeld of vergoed wordt; ‘Ja, ze kan vier dagen later met een vlucht mee, maar dan moet ze meteen de volgende dag al terug.’

‘Dat is natuurlijk wel balen,’ geef ik toe. ‘Maar ergens vind ik het prima dat er zoveel vluchten niet door gaan. Het is hartstikke leuk om te reizen, maar vliegtuigen zijn zo vervuilend… ik heb mezelf voorgenomen om niet meer dan drie keer in m’n leven nog te vliegen.’ 

Het blijft even stil en als ik de blik van E. zie realiseer ik me meteen wat die betekent.
Voor mijn verjaardag heeft ze een verrassing geregeld waar ik een weekend in oktober vrij voor moet houden. We gaan dan ergens naartoe.
‘Ow,’ zegt ze en knikt met een half lachje. En ik weet dat één van mijn drie keren al geboekt is. Het valt niet mee om consequent te zijn als je van een reizigster houdt.
 

zondag 26 juni 2022

Feestje

ballonnen en vlaggetjes met tekst: happy birthday, 30
 “Dit is nou C., daar heb ik je over verteld, dat ze de politie-academie doet, weet je nog? C., dit is mijn moeder.” Ik weet het nog, het was een enthousiast verhaal dat mijn dochter vertelde over haar vriendin die haar werk in de kinderbescherming opgaf om naar de politieschool te gaan.

Het is een van de vele vriendinnen die ik ontmoet op het uitgestelde 30-feestje van E. en twee van haar beste vriendinnen. Eigenlijk was het al twee jaar geleden gepland, maar Covid gooide roet in het eten. Nu het weer kan, vieren ze alsnog met z’n drieën hun dertigste verjaardag.

Hun vriendenkring is heel divers en internationaal. “Dit is I., hij woont al een tijd in Nederland, maar heeft eerst in Engeland gewoond en daarvoor…” I. komt eigenlijk uit Rusland, maar ging later naar Oekraïne, dan naar Engeland en nu woont ie al zo’n jaar of tien in Nederland. Hij vertelt het in het Engels en nog voordat ik ernaar kan vragen, excuseert hij zich voor het feit dat hij nog nauwelijks Nederlands spreekt.

X. kwam speciaal voor dit feestje gisteren uit Frankrijk over. Hij is de vriend van een vriendin, en die romance begon tijdens een vakantie van haar en E. in Kroatië. Eh? Ik laat het me twee keer uitleggen en hij blijft vriendelijk glimlachen. De vriendin in kwestie is trouwens een zusje van de succesvolle schrijfster Simone Atangana Bekono. (Grappig vind ik dat, dat bekende schrijvers gewoon zusjes hebben.)

Een andere vriendin vertelt dat ze binnenkort in New York gaat wonen met haar vriend. De twee zijn er nog nooit geweest en vertellen breed lachend hoe ze in dat avontuur terecht zijn gekomen en dat ze zich er gewoon maar in gaan storten.

Een opvallend koppel zit onopvallend op een bankje achteraf. D. heb ik ooit al eens ontmoet toen de meiden nog twintig moesten worden. Hij en zijn partner R. zijn allebei omvangrijk en hebben allebei een zwarte baard. Een paar maanden geleden is R. bevallen. Er is een documentaire over gemaakt. D. laat me trots een foto van het kindje zien.

Terwijl het zaaltje steeds voller wordt, wordt het steeds moeilijker om elkaar te verstaan. Niet alleen wordt het gepraat door het lage plafond versterkt, ook de muziek gaat steeds harder. Er wordt gedanst, gedronken, gelachen, er worden veel groepsfoto’s gemaakt en het is gezellig. Om een uur of  half 12 besluiten H. en ik om te vertrekken, want we moeten nog van Amsterdam terug naar huis rijden.

We zijn allebei moe van het boven de herrie uit praten en luisteren. Jammer genoeg blijkt er midden in de nacht een file op de A2 te staan en zijn we pas tegen half drie thuis. Maar het was een geslaagd feest, ook al kon het pas twee jaar te laat gevierd worden.
 

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...