woensdag 31 juli 2019

Sproeischaamte

De tuin is droog. Als in het nieuws sprake is van een sproeiverbod in het Oosten van Nederland, maak ik me zorgen. Het geldt niet voor particulieren, maar ik voel toch wat sproeischaamte als ik m’n tuin sproei met kostbaar, schoon leidingwater. Ik besluit dat ik een regenton wil.

Op vrijdag bestel ik een grote, groene regenton waar 320 liter water in kan. Ik weet al waar ie moet staan en zaterdagmorgen begin ik opgewekt de hoek naast de regenpijp vrij te maken. Een flinke klus, want behalve dat er planten weggehaald moeten worden, heeft een armdikke wortel van klimop de regenpijp helemaal omhelsd. Ik graaf hem uit en zaag een groot stuk van de wortel weg. Daarna schep ik zand terug en maak een stuk vlak waar straks de ton komt te staan.

Op dat moment stopt er een bestelauto voor ons huis en kijk, een vriendelijke bezorger komt een groot, vierkant pakket afleveren.
“Goeie timing,” zeg ik, “het is een regenton, en z’n plekje is net voor elkaar!” Hij zet het pakket voor me bij de voordeur.

H. kijkt goedkeurend naar het vlakke stukje zand en stelt voor om een paar tegels te halen als stevige ondergrond voor de ton. Hij slijpt ze meteen op maat en legt het vloertje. Ik zou het liefst meteen doorgaan met de aansluiting op de regenpijp, want er is regen voorspeld. Maar H. heeft het wel gezien voor vandaag.

Op zondagmorgen ligt de buitentafel vol gereedschap. We bestuderen de gebruiksaanwijzing. Ik teken af en H. zaagt een stuk van de regenpijp. Er moet een vulautomaat tussen, die het water naar de ton leidt tot die vol is. Tussen de regenpijp en de regenton komt een slangetje. Ik ga op zoek naar duct tape om het goed vast te maken.
Ineens hoor ik H. vloeken. En dan: “Hebben we een sterke magneet?”
Er is een bahco in de diepe ton gevallen. H. staat met een grashark in de ton te vissen, maar krijgt het ding niet te pakken. De koelkastmagneten zijn niet sterk genoeg om de bahco naar boven te hengelen. Een andere tactiek: H. wipt de bahco op met de punten van een verlengde heggeschaar, ik steek de grashark eronder. Samen hijsen we heel voorzichtig de boel omhoog. YES. Hebbes.

Dan zie ik dat de ton nog niet aan de muur bevestigd is en dat het slangetje naar de regenpijp makkelijk even losgetrokken had kunnen worden om de ton op z’n kant te leggen…

Daar staat ie nou.
De regen die al sinds afgelopen weekend voorspeld wordt, is nog steeds niet gevallen. Vanmiddag misschien? De lucht is donker, er staat een fris briesje. Buiten staat een kurkdroge regenton te wachten. Kom maar op met die regen!

vrijdag 26 juli 2019

Kampeergevoel

Als je wat wilt dóen tijdens een hittegolf, kun je het maar beter ’s morgens vroeg doen. Dus sta ik ’s morgens om half 9 sushirijst te koken. Buiten, want alles wat warmte afgeeft, wil ik zoveel mogelijk buiten de deur houden. We hebben nog een tweepits camping gasstel. Ik zet het op de meest schaduwrijke plek: naast de voordeur. En als de rijst gaar is en af staat te koelen (nou ja afkoelen…) besluit ik om meteen maar limonade te maken.

Muntlimonade met steranijs. Beetje onhandig om alles wat ervoor nodig is naar buiten te slepen, maar het heeft ook wel weer iets knus. Tegen de tijd dat de rijst in de koelkast kan en de limonade in flesjes zit, staat het zweet op m’n voorhoofd. Ondanks alle pogingen om het binnen zo koel mogelijk te houden, staat de thermostaat op 27,5 graden.

Buiten is het warmer. Ik fiets voor wat kleine boodschappen naar het winkelcentrum en als ik terug kom, voelt de kamer zowaar koel aan. Pfffff, dorst! Ik neem een glas koele limonade. Verse sterrenmunt. Die heb ik toch maar mooi gemaakt vanmorgen. De rest van de dag doe ik denk ik helemaal niks meer. Ik hou een zomerslaap.

vrijdag 19 juli 2019

Lotje

Het plein op het winkelcentrum is dit voorjaar op de schop gegaan. Er staan nieuwe plantenbakken met daar tegenaan eenvoudige, houten banken. Ik kies de bank bij de grootste plantenbak, van waar ik het plein kan overzien. Tegenover me staat de kaaswagen en achter me staat Lotje, een bloot, bronzen kind. Lotje staat al jaren op het plein, maar sinds kort valt ze veel meer op, omdat haar sokkel bovenop de nieuwe plantenbak is gezet.

Het is lunchtijd en ik heb voor mezelf een croissantje gekocht. Terwijl ik het opeet, kijk ik rond. Een oudere man verhuist van een bankje aan mijn rechterkant naar één links van mij. Ik groet hem en hij knikt en mompelt iets over meer zon. Een moeder zegt haar kind een prullenbak te zoeken om papier in weg te gooien en even later buigt een dikke man zich over het stuur van zijn fiets om iets in een andere prullenbak te gooien. Het valt me op dat het plein er schoon uitziet.

Van bij de kaaswagen hoor ik flarden van een gesprek over oude kaas en ineens klinkt er achter me een kinderstem. Een meisje klimt op de brede rand van de plantenbak.
“Wat ga je doen?” vraagt haar moeder.
“Ik ga naar haar dikke kont kijken,” giechelt het kind.
Met die dikke kont valt het wel mee. Lotje is een mager ding. Ze staat rechtop op haar sokkel, haar armen langs haar lijf en haar gezicht iets naar beneden.  Het beeld staat er al sinds 1997 en ik vraag me wel eens af wat de vrouw die destijds als 9 à 10-jarige model stond voor het beeld er van vindt.

De maker van het beeld was Paul de Swaaf. Hij maakte meer beelden van kinderen en als voorstudie daarvoor fotografeerde hij blote, spelende kinderen. Met toestemming van de ouders. In 2004, de kunstenaar was toen 70,  werd hij veroordeeld tot een paar maanden celstraf wegens het bezit van deze naaktfoto’s van kinderen. Justitie oordeelde dat het om kinderporno ging.

Als ik naar het onschuldige naakt van Lotje kijk, vind ik dat dat erg weinig met kinderporno te maken heeft. Volgens de berichten over de rechtszaak heeft ook geen van de gefotografeerde kinderen en geen van hun ouders ooit bezwaar gemaakt of een aanklacht ingediend. Maar ja, de tijden veranderen. Het valt nog mee dat het bronzen beeld niet in een vlaag van nieuwe preutsheid is weggehaald.

Mijn croissant is op. Ik pak mijn fiets en wandel het plein over. De man op het bankje in de zon zwaait naar me. Ik zwaai terug en stap op m’n fiets om naar huis te gaan.

vrijdag 12 juli 2019

Luxe appartement

De regen klettert op het blauwe gamma-zeil dat ons terras overspant. Bij een zacht zomerbuitje kun je onder dat zeil toch droog buiten zitten en als het heet is, geeft het schaduw. Nu maakt het water een goot in het zeil en stroomt er vanaf het midden een waterval af die net achter de tafel terechtkomt.

We zijn weer in Nederland en overdenken de afgelopen twee vakantieweken. Het meest spectaculaire appartement waar we verbleven was dat in München, waar we de eerste dag heen reden. Na een rit van meer dan negen uur, met de nodige files, kwamen we er ’s avonds rond half acht aan. Op de deur hing een telefoonnummer en H. belde dat we aangekomen waren.

Er was wat geharrewar over een code die we niet ontvangen hadden en daarna kregen we alsnog die code om binnen te komen en een kamernummer. Kamer 41, helemaal bovenin het ronde gebouw. Terwijl we de code intikten ging de kamerdeur open. Er bleken al andere gasten te zijn. Een jong stel. We vergeleken kamernummer en code en die waren precies hetzelfde.  Omdat het de luxe etage betrof, waren ze bang dat zij verkeerd zaten. Ze hadden een gewone kamer gereserveerd. Wij ook.

Een tijdje waren we met z’n vieren bezig het misverstand opgelost te krijgen, maar geen van de drie telefoonnummers die we belden, bracht een oplossing. Onze reservering was zoek, we moesten zelf maar naar booking.com bellen (echt niet!), konden we (een foto van) de bevestigingsmail sturen? Tenslotte ging het andere koppel de stad in. Ze lieten ons de bagage in kamer 41 zetten en vertrouwden ons hun nieuwe deurcode toe. Lief.

Net voordat de batterij van mijn telefoon het opgaf, kwam er een berichtje binnen: het is geregeld. Jullie hebben kamer 42. Met een code. Het was de andere kamer op de luxe verdieping.

Verwonderd keken we rond in de enorme ruimte. De kamer vormde de helft van de bovenste etage van het ronde gebouw (een voormalige bunker). De halve cirkel aan de buitenkant bestond helemaal uit ramen en glazen deuren, van de vloer tot het plafond. Een aquarium waar de hele dag de felle zon op had geschenen. We zetten snel een deur open om de koelere avondlucht binnen te laten. En nog één, en nog één. Tien deuren wijd open en het werd wat draaglijker.

Tegenover de deur waardoor we binnenkwamen, stond een lange bank, haaks daarop twee stoelen met manshoge leuningen. Links van deze zithoek een kingsize bed. Voluit in zicht van buitenaf door de glazen wand. Rechts van de zithoek een keukenblokje midden in de open ruimte en daarachter, ook in de etalage, een ovaal bad. Zelfs de doucheruimte had als enige afscheiding een doorzichtig glazen cabine. 

Gelukkig had het toilet géén glazen wanden. Ik trok er een bikini aan, stapte in het bad en keek uit over München. Later op de avond vonden we uit hoe de (kierende) gordijnen dicht konden. Met een afstandsbediening. Alleen maar allemaal tegelijk.

Twee dagen logeerden we in deze vreemde ruimte. De meest onpraktische luxe kamer die we ooit meegemaakt hadden. Ik hoef er niet nog een keer heen, maar het is wel een ervaring om niet snel te vergeten.

donderdag 4 juli 2019

Hundertwasserhaus



“Je kunt je fiets beter niet in Wenen neerzetten,” waarschuwt de joviale gastheer van ons appartement. “Er worden hier nogal wat fietsen ‘gefunden’ ...
Maar we hebben de fietsen niet voor niets meegenomen. Dan zetten we ze wel stevig op slot.als we in het stadscentrum zijn. Het valt nog niet mee om daar te komen, want mevrouw Google-Maps weet niet waar de fietspaden lopen. De twee bruggen waar we over moeten zijn een puzzel met veel rijbanen en een onduidelijke fietsroute. De fietspaden bestaan hier soms uit zuinige halve metertjes tussen een tramlijn en geparkeerde auto’s. Maar na een half uur zijn we waar we willen wezen: bij het Hundertwasserhaus.
H. En ik houden allebei van de kleurige lijntjesschilderijen van Hundertwasser en dit huis wilden we in elk geval zien. In eerste instantie valt het me een beetje tegen. Tegen de zon in lijken de kleuren niet zo helder als ik ze op plaatjes heb gezien. Maar hoe langer we rondlopen in en om het huis, hoe vrolijker we ervan worden. De vroegere woongemeenschap van kunstenaars is nu een soort winkelcentrum vol toeristenwinkeltjes. Alleen is alles anders dan in een gewoon winkelcentrum. Geen lijn is recht. De vloeren golven en hebben op onverwachte plekken gekke tegelmozaiekjes. Wanden lopen rond, soms glad gestuct, soms met stukken ruwe steen. Overal staan pilaren in allerlei vormen en kleuren. Trappen hebben holle treden en leuningen met bochtjes. En dan staan, liggen en hangen er nog de souvenirs. Posters, kaarten, tassen, magneetjes, t-shirts, de hele zooi die je in souvenirwinkels over de hele wereld vindt, en hier natuurlijk vooral met afbeeldingen van de hand van dezelfde Hundertwasser. Het is een explosie van kleur. We kopen wat dingetjes, maar lopen vooral in elk hoekje foto’s te maken.
Tenslotte hebben we het gezien. We gaan onze fietsen weer opzoeken (ze staan er nog gewoon) en op weg naar iets dat wat rustiger is voor de ogen. De botanische tuin. Daar dwalen we een groot deel van de middag rond. Maar als ik s’avonds in bed mijn ogen dicht doe, zie ik kleuren en nog eens kleuren. Glimlachend val ik in slaap.

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...