zondag 30 april 2023

Weekendje Amsterdam

We parkeren onder de Albert Heijn op het Bos en Lommerplein. Je moet het even weten, maar daar, midden in Amsterdam, kun je voor een euro per dag parkeren. Voorwaarde is wel dat je vóór je de parkeergarage weer uitrijdt, met het OV uit het Centrum gekomen bent. Met een koffertje, een rugtas en een gereedschapskoffer wandelen we naar het flatje van dochter E., die een lang weekend in Frankrijk zit met vriendinnen. Vier keer twee trappen op en we zijn in haar huisje, waar we dit weekend voor Jack en Louie zorgen, twee Britse Kortharen.

Het weer is mooier dan voorspeld. Op zaterdag wandelen we in het zonnetje door Amsterdam naar de Hortus. In de zes kilometer die we lopen toont de stad veel gezichten. In de gracht vlakbij huis liggen kleine bootjes, waarvan er één gekraakt wordt door een meerkoetenpaar. We zien de beestjes ijverig nestmateriaal aanslepen en op het dek draperen. Verderop lopen we door het Erasmuspark over een lange vlonder langs het water. Hier waan je je in een natuurgebied. Een paar kilometer verderop begint de toeristische zone en is er niets over van het vredige natuurgevoel. Stoepje op, stoepje af laveren we tussen de mensen door, ontwijken we fietsers en verbazen we ons over de grote hoeveelheden glassplinters die overal langs de stoepranden liggen. Waarom zijn er toch zoveel gasten die het nodig vinden om hun bierflesjes kapot te gooien op straat?

In de Hortus wandelen we langs de perken met medicinale planten die hier al vanaf de 17e eeuw gekweekt worden. Het is precies het goede jaargetijde voor een plantentuin. In de tropische kas slaat de vochtige warmte ons tegemoet. Planten met enorme bladeren, indrukwekkende luchtwortelstelsels schieten de lucht in. In een vlinderkas loopt iedereen verwoede pogingen te doen om de vlinders te fotograferen. Moeilijk, want ze willen maar niet poseren. Dan hebben we veel zin in koffie, maar dat geldt voor veel meer mensen. Het lukt ons niet om een plaatsje op het terras te veroveren.

We besluiten tot het station terug te lopen en dan verder de bus te nemen. Onderweg drinken we koffie bij café De Druif op het Rapenburgerplein. Het is een oud, bruin café, dat ik nog ken van toen ik hier in de buurt mijn allereerste baan had bij een papiergroothandel. Grappig dat het er nog steeds is. De jongeman die ons bedient is erg vriendelijk, maar de koffie die hij me brengt, vind ik verschrikkelijk vies. Hij heeft er een flinke scheut (koude) melk voor me in gedaan, waardoor het lauw en melkerig smaakt. Pech gehad, ik drink straks ‘thuis’ wel een betere koffie.

De katten vinden het gezellig dat we terug zijn. Maar lang blijven we niet. Vanavond gaan we eten bij vrienden hier in Amsterdam.

Op zondag trekken we alweer de wandelschoenen aan om naar het centrum te gaan. Alweer in een vriendelijk zonnetje lopen we nu langs een andere route. We staan een tijdje op een brug te kijken naar een paar magneetvissers, die een groot, ijzeren rek uit de gracht vissen. In een markthal maken we een praatje met een man die gedetailleerde, houten reliëfkaarten verkoopt van steden. Op mijn werk worden functionele reliëfkaarten gemaakt voor blinden, deze hier zijn prachtig om te zien, maar misschien ook wel om te voelen.

Tenslotte nemen we vanaf de Rozengracht de tram terug naar de parkeergarage. Daar weigert de betaalautomaat als H. zijn ov-kaart probeert te scannen. Via een drukknop krijgen we na een tijdje contact met een dame, die ons vertelt dat er een storing is. We kunnen gewoon gratis uitrijden. Zo kun je nog eens voordelig een weekendje Amsterdam doen.


woensdag 26 april 2023

Teamuitje

Sinds Corona hangt onze afdeling een beetje als los zand aan elkaar. A. en ik vinden het hoog tijd voor een afdelingsuitje om weer wat meer teamgevoel te krijgen. We verzinnen allerlei mogelijkheden om iets te gaan doen wat iedereen leuk vindt en komen uit op een kookworkshop. Maar dat blijkt onhaalbaar met ons budget. Ik denk aan vroegere kookfeestjes bij ons thuis en stel voor om H. te vragen of hij bij ons thuis een kookmiddag wil leiden. Hij accepteert de uitdaging en het plan staat vast.

Op dinsdagmiddag om half twee komen we na een ochtend werken met z’n allen naar ons blauwe huis, waar H. ons opwacht met een korte PowerPointpresentatie: ‘Koken zonder sterren’. In drie tweetallen krijgen we concrete opdrachten. Groep 1 gaat sapjes persen en op twee manieren garnalen bereiden. Groep 2 maakt crêmesoep en een dessert van sorbetijs en gevulde cannoli’s; groep 3 bakt brood en maakt asperges Benedict en kibbeling.

Het is een uitgebreid menu, dat best bewerkelijk is. H. had me de plannen laten zien en ik was een beetje bezorgd over de haalbaarheid. Maar behalve dat het een beetje woekeren is met beschikbare schalen en kommen, is de planning strak en loopt het behoorlijk volgens schema. Ik ben groep 2 samen met maatje T. We hebben het druk met het sorbetijs dat elk half uur geroerd moet worden, en intussen maken we de cannoli-vulling en de crêmesoep.

Aan de grote tafel maakt groep 1 lawaai met de sapmachine. Wortelsap, bietensap, komkommersap, appelsap; er verschijnen steeds meer kannen met kleurige, gezonde drankjes. Groep 3 heeft al gauw twee sodabroden in de oven staan en dan worden er asperges geschild en een grote kabeljauw in stukjes gesneden. Om half vijf komt iedereen om de tafel met sapjes heen zitten en gaan we allerlei combinaties uitproberen. A. en ik hebben een quiz gemaakt, waar we zowaar ook nog tijd voor hebben.

Dan dient ieder tweetal z’n eigen gerechten op. Voor de vegetariër zijn er vis-vervangers en voor de ‘moeilijke eter’ blijven alle mogelijke alternatieven in de koelkast omdat ie (bijna) alles lekker blijkt te vinden. Tussen de gangen door wassen we snel borden en kommetjes af, anders moet er wel érg veel servies uit de kast komen. Als we eindelijk aan het citroen-ijs toe zijn (dat steeds om het half uur geroerd moest blijven worden), kan dat er nog maar met moeite bij. De bonbons voor bij de koffie blijven in hun doosje zitten.

Om half 11 zijn we klaar met eten en napraten. Iedereen vertrekt naar huis. We hebben veel geleerd en geproefd en lekker samengewerkt. Het teamgevoel was er wel. En we houden het zeker nog even in stand: volgende week gaan de bonbons mee naar kantoor.

dinsdag 18 april 2023

Naamgenoot

Ik vond haar de liefste tante. Goedlachs en lang niet zo streng als de andere tante bij wie we soms logeerden. Ze kon aanstekelijk schateren; dat lees ik ook terug in de dagboeken van mijn moeder. Die genoot erg als haar jongere zus langskwam.
Vandaag is ze begraven, de tante met dezelfde naam als ik. Ze was de laatste van negen; vijf zussen en vier broers.

Het is een flink stuk rijden, dus ik vertrek op tijd naar de begrafenis, in Fluitenberg, bij Hoogeveen. Een half uur te vroeg kom ik aan, gelijk met twee auto’s vol nichten en neven uit Groningen.
In het uitvaartcentrum zie ik mijn broer met z’n dochter, en meer familieleden. Sommigen herken ik meteen, van anderen weet ik niet zeker welke zus of broer het is van de zeven, de vijf… Als kinderen zagen we elkaar wel in vakanties, maar dat is lang geleden. In een ‘Nichten en neven’ Facebookgroep worden belangrijke gebeurtenissen in de familie gedeeld. Zoals deze.

Bergen in Zwitserland
Om 1 uur begint de herdenkingsdienst. Op een groot scherm zien we foto’s van mijn tante. Met kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen, vaak vrolijk lachend. De reeks stopt met een foto in Zwitserland: op een bankje zit ze in wandel-outfit uit te rusten. Het is háár bankje, dat staat te lezen op het metalen plaatje aan de rugleuning. Ze had een huis in Zwitserland, waar ze gul gasten ontving, want ze was een gezelschapsmens.

Er is muziek, er wordt gesproken door haar twee zoons en dochters. Achterkleinkinderen mogen kaarsen aansteken. Kleindochters vertellen over hun oma. Tenslotte lopen we allemaal langs de kist om haar nog één keer te groeten. Dag tante. Dag laatste zus van mijn moeder.

Dan is er koffie, er zijn broodjes, er is veel familie om bij te praten. En al gauw is het tijd om weer te gaan. Maar eerst spreek ik met mijn neef A. af dat ik hem op kom zoeken in zijn taalschool. Daar moeten we niet te lang mee wachten, want voor je het weet zijn we zelf 93. 

Post: Bewerken
Nieuwe post maken...

vrijdag 14 april 2023

Goedbedoeld

gestileerde klaver vier (vier groene, hartvormige blaadjes aan een steel)
De afgelopen week monteerde ik voor m’n werk een interview met een man die in korte tijd door een oogaandoening zijn zicht grotendeels was kwijtgeraakt. In het tijdschrift Zienswijs, waarvan ik eindredacteur ben, hebben we elke maand twee interviews, vaak met mensen die blind of slechtziend geworden zijn. De verhalen zijn altijd weer anders. Sommigen zijn jaren lang compleet uit het lood geslagen, anderen leren tamelijk blijmoedig met hun slechtziendheid omgaan. Deze man had het erg moeilijk gehad, maar gaat nu op pad als ‘motivational speaker’.

Zijn verhaal is interessant. Hij heeft jaren in de zorg gewerkt en maakt nu de andere kant mee; geen zorgverlener meer, maar zorgontvanger. En vanuit dit perspectief ziet hij wat hij vroeger verkeerd deed. ‘Ik ben niet zo van de medicatie,’ vertelt hij, ‘dus als een patiënt erg druk in z’n hoofd was, ging ik liever een eind met hem wandelen. Maar deed ik dat omdat het goed voor hém was of omdat ík dat wilde?’ Tegenwoordig maakt hij voortdurend situaties mee waarin anderen denken te weten wat goed voor hem is. ‘Ik kan niet meer voetballen met m’n vrienden en nu proberen ze met alle geweld een andere sport voor me te vinden. Maar dat hoef ik niet. Ik mis het voetballen met m’n vrienden!’ 

Ik moest aan het interview denken toen ik bij m’n vriendin N. was. Ze hadden voor het hele gezin een Klavervier-pas van de gemeente gekregen; een pasje waarmee mensen met een uitkering bij bepaalde winkels voor een bepaald bedrag dingen kunnen kopen. Er waren best veel mogelijkheden, maar na een tijdje scrollen en zoeken zuchtte N. dat ze liever gewoon geld had gekregen dat ze kon gebruiken voor dingen die ze nodig heeft. Luiers bij het Kruidvat, een waterkoker bij Blokker. Díe winkels doen niet mee aan de Klavervier-pas.

Het lijkt een open deur om als je iemand wilt helpen, eerst te vragen wat die persoon nodig heeft. Maar het gebeurt maar al te makkelijk dat je met al je goede bedoelingen het doel voorbij schiet. En daar kom je soms dus pas achter als je zelf degene bent die hulp van anderen goed kunt gebruiken.

vrijdag 7 april 2023

Naald en draad en druppelslang

“Zou je vanmiddag misschien naald en draad mee willen nemen voor deze reparatie?”
Ik krijg dit appje op vrijdagmorgen terwijl ik, heel toepasselijk, achter de naaimachine zit. Er zit een foto bij van een kapotte rits in de voortent van een caravan.

Op vrijdagmiddag doe ik vrijwilligerswerk bij de voedselboomgaard  (zie 'bomen inpakken'). De caravan-met-voortent van de foto doet daar dienst als een soort bouwkeet. Er worden dingen bewaard en bij regen wordt er koffie gedronken. Ik ben een beetje verbaasd over de vraag want volgens mij weet niemand daar dat ik iets met naaiprojecten heb. Het blijkt dan ook puur toeval. Ik neem een doosje mee met naalden, draad, een schaar en een vingerhoed.

Als ik aankom, zit er een klein groepje aan de picknicktafel buiten. J. komt met een lijstje taken die moeten gebeuren. Ik zet m’n doosje op tafel en verkondig dat ik de rits zal repareren. Maar eerst is het handig als ik even help met een klus waar twee mensen voor nodig zijn: het uitrollen van een aantal druppelslangen langs rijen nieuwe aanplant.

Samen met M. ga ik aan de slag. De druppelslangen zijn van zwart plastic, een wat stugger materiaal dan tuinslangen, en ze staan in grote rollen aan één kant van de boomgaard. De rollen zijn zwaar en onhandelbaar, maar als je het met z’n tweeën volgens een bepaald systeem aanpakt, lukt het goed om ze netjes langs de hele rij nieuwe boompjes en struiken te leggen. Zo’n honderd meter lengte denk ik. De derde rol is niet helemaal goed opgerold en bestaat eigenlijk uit twee delen, die niet bij elkaar willen blijven. Hoe verder we komen, hoe meer knikken er in de slang komen. We proberen op verschillende manieren om hem recht te krijgen, maar het schiet niet op. In de verte zien we de anderen pauzeren aan de picknicktafel. Is het al zo laat? Ik moet eigenlijk aan de slag met die rits!

Gelukkig komt er iemand die mijn taak wil overnemen. Na een snelle kop koffie bekijk ik de schade aan de voortent en maak ik de losgetrokken rits weer vast. Een rustiger klusje dan het gestoei met die zware druppelslang. J. komt even naar het resultaat kijken en constateert dat ze dus bij mij moet zijn als er iets met naald en draad gebeuren moet. Daar heb ik geen problemen mee.

Een uurtje later schop ik thuis in de schuur mijn modderige laarzen uit en pel ik me uit mijn modderige regenjas. Vrijwilligerswerk in de boomgaard heeft vele vormen

zondag 2 april 2023

Scherven

glasplaat in scherven
In de schuur stond al jarenlang een schilderij dat ooit een tijd bij ons aan de muur hing. Het is gemaakt door een vroegere docent van H. en toen hij het laatst tegenkwam, vond hij het wel leuk om het in ere te herstellen. Van mij hoefde het niet zo nodig, maar H. kocht enthousiast een nieuwe lijst, deed het kunstwerk er netjes in en zette het voorlopig tegen een kastje in de studeerkamer. Er stonden op die plek nog twee andere lijsten met posters en nog wat kleinere lijsten te wachten op een bestemming, allemaal afgedekt met glasplaten.

Omdat het laatst neergezette schilderij groter was en een stukje boven het kastje uitstak, was ik er niet blij mee. Bovenop het kastje staat een stekkerdoos en deze constructie vraagt om moeilijkheden. Je kon er op wachten: vandaag was ik aan het strijken toen ik ineens een klap achter me hoorde. Het snoer van het strijkijzer had een hoekje van het grootste schilderij meegetrokken en de hele lijstenverzameling viel voorover op de grond. Ik mompelde een paar lelijke woorden en bekeek de schade. Wonder boven wonder waren er maar twee glasplaten kapot, maar ik baalde er toch van.

Ik liep nijdig de trap af en zei tegen H. dat z’n stomme schilderij gevallen was en dat nu van een andere lijst het glas aan scherven was. Flauw natuurlijk want hij had het dan wel een beetje ongelukkig neergezet, maar ik had het best zelf ergens anders kunnen zetten of de stekkerdoos kunnen verplaatsen. 

Terug naar boven, met een emmer om de glasscherven in te doen. Terwijl ik daarmee bezig was kwam J. binnen om te vragen of hij kon helpen. Stofzuiger halen? Stoffer en blik? Hij nam meteen een theepotje mee van beneden om thee te gaan zetten. Dat had ie beter niet kunnen doen, want bij het neerzetten van de stofzuiger gleed het potje uit z’n handen en hadden we nog meer scherven.

We raapten ieder onze eigen scherven op en daarna pakte ik de scherpe glasscherven netjes in in een heleboel krantenpapier. Misschien mag het eigenlijk niet, maar ik heb het pakket bij het restafval in de vuilnisbak gegooid. In de glasbak mag het in elk geval niet. Het theepotje van J. ging ook in de bak en nu hopen we maar dat al die scherven een beetje geluk brengen. De niet-gesneuvelde lijsten bracht ik naar zolder. Ik hoop stiekem dat H. voorlopig vergeet om z’n schilderij op te hangen, want dat oude ding, echt, voor mij hoeft het niet zo nodig.

Doe-lijstje

Ineens is het warm buiten. De achterdeur open, koffie op het terras. H. gaat na die koffie op stap voor een stevige oefenwandeling. Echt vee...