zondag 29 augustus 2021

Vis en vlees

We zijn uitgenodigd om bij vrienden te eten. P. is als ‘risicogroeper’ behoorlijk voorzichtig geweest in de coronatijd, maar nu iedereen twee keer gevaccineerd is, durven we onze wederzijdse eet-uitnodigingen weer aan.

‘Is het erg ingewikkeld dat ik dit jaar vegetariër ben geworden?’ app ik.
Geen probleem. Het zet meteen een mooie rem op B. zijn neiging om steeds grote lappen vlees te serveren.’
B. is de oudste zoon. Geheel volgens de landelijke trend wonen de volwassen kinderen van onze vrienden momenteel alle drie (weer) bij hun ouders. Net als onze J., die ook van harte is uitgenodigd, want onze vriendschap omvat hele gezinnen.

Acht mensen zitten rondom de salontafel in de huiskamer minstens drie gesprekken te voeren. Ik heb af en toe moeite om niet afgeleid te worden door wat ik allemaal om me heen hoor. Tussen al het gepraat door worden er lekkere voorafjes op tafel gezet. B. is een enthousiast kok en hij is het experiment aangegaan vegetarische loempiaatjes te maken. Er zitten verschillende soorten paddenstoelen in en ze zijn prima gelukt.

Als hoofdgerecht is er zalm. (vis eet ik wel). Het gesprek gaat een tijdje over de redenen om geen vlees meer te willen eten en iedereen is het er over eens dat plantaardig eten een stuk beter voor het milieu is dan, noem maar wat, een groot stuk rundvlees. Over grote stukken rundvlees gesproken… en ineens gaan er tips over tafel over waar je het beste vlees kunt kopen en hoe je dat lekker klaar kunt maken.

Mijn H., die vaak gewoon meedoet met vleesloze maaltijden, wordt helemaal blij bij de gedachte aan een mooi ribstuk in de oven. Hij nodigt het gezelschap uit om dat een keer te komen eten. Hij kijkt even opzij naar mij. Sja, ik zal dan voor mezelf wat anders moeten verzinnen. Een onverwachte wending. Maar ik gun ze hun stuk vlees. Al hoop ik ook dat B. de loempiaatjes leuk genoeg vond om ze in zijn repertoire te houden. Want een kleín beetje bekeringsdrang heb ik toch wel.

dinsdag 24 augustus 2021

Rupsen

Mijn schoonzus T. is gek op dieren. Mijn broer, haar man, ook, maar daar gaat het nu even niet over. T. fokt, verzorgt en voedt elk dier dat zich bij haar aandient. Van honden en katten tot reptielen, kikkers en enorme spinnen. Toen we afgelopen weekend op bezoek waren, liet ze ons haar collectie spinnen zien. Grote, harige achtpoters, elk in een klein, eigen territorium (doosje) omdat ze alleen zo gegarandeerd hun levende prooivoedsel te pakken kunnen krijgen.

In het laatste doosje zat geen spin, maar een rups. Ik en glad, zeker acht centimeter lang en met een pokémon-achtig gezichtje. T. was hem tijdens een wandeling tegengekomen, had hem op haar hand gezet en meegenomen. Waarbij het beest voortdurend over haar armen heen en weer kroop, vertelde ze. Thuis zocht ze uit wat het was en wat het zou worden. Een grote, bijzondere nachtvlinder. Maar dat gaat pas in het voorjaar gebeuren. Zo lang wilde ze hem niet in het doosje houden. Gelijk met ons liet ze dus de pokémon-rups uit. Hij mocht in de hortensia.

rups die over het randje van een boodschappenkrat kruipt

Vandaag zit ik op mijn huiskamer-kantoorplek te werken en ineens zie ik uit m’n ooghoek iets op het raam kruipen. Het is een rups. Niet zo’n spectaculair exemplaar als die van T., maar wel een mooie. Het kost weinig moeite om uit te vinden dat dit de rups van een koolwitje is. Op internet lees ik dat je rupsen beter niet met je handen kunt oppakken omdat je ze dan al gauw kapot knijpt. Voorzichtig op een blaadje laten kruipen en niet laten vallen, want een val van 10 centimeter kan al dodelijk zijn…

Het beestje is inmiddels bijna een meter hoog tegen het raam op gekropen. Ik manoeuvreer hem dus zachtjes op een vel papier en leg hem op een stenen muurtje naast de Oost-Indische kers. Die zou hij moeten lusten. Tien minuten blijft ie beduusd zitten. Dan keert ie zich van de groene blaadjes af en klimt met grote vaart tegen een kratje op. Levensgevaarlijk!

Ik kijk een tijdje naar z’n capriolen, zie intussen een broer of neef smakelijk van de Oost-Indische kers eten en dan moet ik nodig weer aan het werk. Het komt vast wel goed met die rups. Of hij wordt opgegeten door een vogel, dat kan ook. Het leven van een rups is vol gevaren.

donderdag 19 augustus 2021

Plantaardige kipstukjes

Ik had er niet aan gedacht om mijn zwager en schoonzus te vertellen dat ik vegetariër ben geworden. Als er een menu geweest was met onvermijdelijk vlees, zou ik dat hebben meegegeten. Zó principieel ben ik nou ook weer niet, hoewel het me zelf af en toe verbaast hoe strikt ik me sinds januari dit jaar aan mijn vega-voornemen hou.

Maar er kwamen op de broersdag vijf verschillende gerechten op tafel, waarvan twee zonder vlees. Dat was genoeg en erg lekker. Ik zat naast de gastheer-zwager en die verzekerde me dat ik rustig nóg een stuk van die drie-kazen-taart mocht nemen. Lief. Voorzichtig informeerde iemand waaróm ik eigenlijk heb besloten om vegetariër te worden. Ik legde het uit (zie 'Goede voornemens') en ook dat het niet betekent dat iedereen thuis met me mee moet doen.

Want H. en vooral zoon J. vinden een stukje vlees op z’n tijd toch wel erg lekker. (Hoewel ik vermoed dat de goedkope hamburgers en de knakworstjes uit blik die J. graag eet niet eens erg veel vlees bevatten.) Dus soms hebben we ieder iets verschillends op ons bord. Maar regelmatig wordt er ook gekookt met nep-vlees.

Zo maakte ik vandaag een curry met ‘plantaardige kipstukjes’. Die namaak-kip moest ik eerst nog even halen. Bij de Jumbo, want J. verzekerde me dat daar de tot-nu-toe best beoordeelde stukjes vandaan waren gekomen. Speurend tussen de soja, tofu en groenteburgers, zag ik overal opvallende rode stickers met ‘EXTRA GOEDKOOP’. O ja? Dacht ik.

Ik weet natuurlijk best dat al die vegaproducten meer kosten dan een eenvoudig stukje zielige kip. Maar juist door die stickers ging ik eens goed kijken naar de kiloprijs. Die van mijn plantaardige stukjes was maar liefst 18,65. De goedkoopste stukjes beest kostten ongeveer 5 euro per kilo. Nou goed, dat waren kluifjes met bot. Maar dat verschil is natuurlijk bizar!

Eigenlijk is het helemaal niet nodig om van die dure neppers te kopen. Met bonen, noten en kaas kom je ook een heel eind. Ik vind het best leuk om een beetje te experimenteren met eten. Morgen komt een vriendin eten die al veel langer dan ik het vlees heeft afgezworen. Misschien ga ik straks op zoek naar een mooi, nieuw recept. Maar ik denk dat ik m’n overheerlijke notenballetjes ga maken. Die lust iedereen

vrijdag 13 augustus 2021

Tien vrouwen

Al bij het hek aan de weg staat een vrijwilligster met een geel hesje om ons de ingang te wijzen van de Melkfabriek in Arnhem. H. wil de toegangskaartjes al opdiepen uit z’n rugtas, maar de vrouw zegt lachend dat dat hier nog niet hoeft.
‘Anders hebben m’n collega’s verderop niks meer te doen.’
Buiten het grote, oude fabrieksgebouw staat rechts een tafel met aan beide korte kanten iemand in een geel vrijwilligershesje. Aan de linkerkant staat een groep mensen, allemaal in het wit gekleed. Er stijgen een paar saxofoonklanken op.

Wij gaan naar rechts, waar we nu wél de kaartjes moeten laten zien en dan door een enorme, lege hal wandelen, waarna we in een nog grotere ruimte komen die voor de helft met stoelen is gevuld. Op ruime afstand van elkaar, zodat we op de vijfde rij oneindig ver van de lege helft af zitten, waar straks de voorstelling zal zijn.
Gekleurd licht geeft de fabriekshal een wonderlijke uitstraling.

Niet veel later komen een voor een de wit geklede jonge vrouwen binnen die we eerder bij de ingang zagen. Ze verspreiden zich, zetten her en der hun muziekstandaard neer en na een tijdje klinkt er heel zacht een gezongen toon, waar zich andere tonen bijvoegen, tot een kluwen van dissonante klanken de ruimte vult. Steeds luider. En ineens zit er stiekem een saxofoon doorheen die overal bovenuit stijgt.

‘Ik droomde dat ik langzaam leefde,
Langzamer dan de oudste steen’
Het gedicht ‘Tijd’ van Vasalis zet de toon en komt later afrondend terug…

Saxofoniste Kika Sprangers speelt samen met negen zangeressen de voorstelling ‘Dochter.’ Een afwisseling van zang, instrument en voorgedragen teksten. Poëtisch, abstract, mooi om te zien en met negen stemmen die van zacht en lieflijk tot wringend en schreeuwend de hele ruimte vullen. En natuurlijk die saxofoon. Het past wonderlijk goed bij elkaar.

In de aankondiging van de voorstelling werd iets verteld over het verhaal dat achter de voorstelling zit, maar ik onderga eigenlijk gewoon wat er te horen en te zien is. Een uur is snel voorbij en dan staan we met z’n allen heel hard te klappen. Tegen de tijd dat we teruggelopen zijn naar de ingang/uitgang, staan de tien jonge vrouwen al weer buiten. H. roept naar ze dat het mooi was. ‘HEEL MOOI!’ Als ze omkijken en ‘dank je wel’ zeggen steekt hij twee duimen op. ‘Echt héél mooi!!’ roept hij nog harder. Ze lachen en zwaaien.

In de auto terug naar huis zijn we het er over eens dat het een geslaagde avond was. Op grond van de beschrijving hadden we maar een vaag idee van de voorstelling, maar het was echt mooi. Fijn dat dit soort dingen weer kunnen!


zaterdag 7 augustus 2021

Olympisch

Ze zijn bijna voorbij, de Olympische Spelen. Hèhè.
Met een sportliefhebber als partner was er geen ontkomen aan. Ruim twee weken lang stond een groot deel van de tijd in onze woonkamer de televisie aan en hoorde ik enthousiaste, saaie, neuzelige, of hysterische commentatoren verslag doen van een groot aantal sporten. Als er Nederlandse medailles in het spel waren ging het geluid flink hard.

’s Morgens bij het wakker worden pakte H. onmiddellijk zijn iPad om even gauw te kijken wat er die nacht in Tokyo gebeurd was. En na het ontbijt ging het voor de tv verder. Soms keek ik even mee. Zodra H. merkte dat ik een flintertje interesse toonde, probeerde hij dat aan te wakkeren door enthousiast dingen uit te leggen.

Zo zag ik Sifan Hassan na haar beroemd geworden struikelpartij tóch nog als eerste over de finish gaan en zich zo plaatsen voor de 1500 meter. H. kon er niet genoeg van krijgen. Ik zag de hockeyvrouwen winnen, Epke Zonderland van de rekstok vallen, ik zag basketbalwedstrijden, zeilers, hordenloopsters, roeiers, judoka’s en van die gasten op stuntfietsjes. Van de meeste dingen alleen een flits, na het nieuws of even uit nieuwsgierigheid.

Soms bleef ik een tijdje meekijken. Dan was H. zo lief om van het baanwielrennen, wat ik stom vind, weg te zappen naar het synchroonzwemmen (waarvan ik dacht dat dat wel leuk zou zijn, maar dat iets akelig militaristisch heeft). Of hij zocht speciaal voor mij naar het speedklimmen en boulderen, waar ik wel graag naar kijk. Maar over welk sport-onderdeel het ook ging, H. hield het langer vol dan ik voor de tv.

En morgen is het dus afgelopen. Ik gun alle winnaars van harte hun medailles, maar ik ben blij dat er nu een tijdje geen getoeter door het huis klinkt over te behalen, behaalde of niet behaalde prestaties. Want daar ben ik nu even helemaal klaar mee.  

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...