Het is niet dat ik nou zo’n online shopper ben. Een enkele keer bestel ik wel eens iets, maar ik ben er erg voor om zo veel mogelijk in fysieke winkels te kopen.. Toch worden er regelmatig pakjes bezorgd. Boeken voor H., pakketjes die mijn kinderen om verschillende redenen híer laten bezorgen, en pakjes voor buren. Die pakjes worden dan vaak door dezelfde bezorger gebracht. Een man van middelbare leeftijd met een zwarte bril, een vriendelijk gezicht en een dialect dat ik niet thuis kan brengen.
“Ho-oi, ik heb een pakje voor jullie”, zingt ie gemoedelijk als hij iets komt afleveren. “Fijne dahag”.
Vanmorgen sta ik in de keuken een afwasje weg te werken en door het raam zie ik de pakketbezorger naar de deur van m’n buurman lopen. Volgens mij is die niet thuis, dus ik vermoed dat de volgende beweging deze kant op zal zijn. Jawel. Een minuut later loopt hij voor het keukenraam langs en belt bij mij aan. Ik ben al onderweg naar de voordeur.
“Goeiemorgen, ik zag u al aankomen.”
“Joeoe, ‘k heb een klein pakje voor de buren.” Zegt ie op zijn zangerige, geruststellende toon. En terwijl ik het (best grote) pakket aanpak:“Ik doe effe een briefske in de bus hè. Fijne dahag.” En weg is ie al weer.
Een briefske, dat zei hij echt. Dat is toch helemaal schattig! Misschien moet ik toch wat vaker iets online bestellen, want van deze bezorger krijg ik acuut een vrolijk humeur.
woensdag 29 januari 2020
zondag 26 januari 2020
Verrassingsroute
Regelmatig gaan we op zondag een eind lopen. Soms een uitgezette wandelroute (zoals vorige week de N70), vaak ook gewoon vanuit huis. Vandaag bedacht ik een verrassingsroute die je gewoon vanaf thuis kunt doen en die je toch op onverwachte plekken kan brengen. Het gaat zo: van te voren maak je een briefje waarop je aangeeft wanneer je Linksaf, Rechtsaf of Rechtdoor gaat. Een willekeurige reeks van afslagen of niet-afslagen. Wat op dat briefje staat, volg je zodra je naar buiten stapt of vanaf welke afgesproken plek dan ook.
Na het ontbijt maak ik het briefje en even later starten we vanaf de schuurdeur. Links, rechts, twee keer rechtdoor… Daar dreigen we meteen al vast te lopen in iemands tuin. We bedenken een spelregel: als je niet rechtdoor kunt volg je de weg, maar als je daarvoor een keuze Links of Rechts moet maken, sla je de rechtdoor(s) over en ga je naar de eerstvolgende aangegeven afslag. Dat werkt. We lopen strikt volgens ons briefje door onze eigen, bekende buurt en een reeks rechtdoor-opdrachten brengt ons voorbij de autoweg richting de rivier. Twee keer linksaf en we zijn weer terug in het dorp.
Na een uur hebben we alle afslagen van het briefje gehad en beginnen we van voren af aan. Links, rechts, twee keer rechtdoor. We lopen door allerlei wijkjes, maken een rondje om een school, gaan richting winkelcentrum en deze keer zijn we al na een half uur door de route heen. Twee keer vinden we wel genoeg. Nu lopen we gewoon naar huis.
“Vond je het een leuke wandeling?” vraag ik aan H. Hij kijkt zuinig. “Het is nou niet wat je noemt een mooie route.” Dat is waar. Ik opper dat het op een minder bekende plek misschien leuker is, maar H. heeft toch liever een wandeling die langs mooie plekjes gaat in plaats van een toevallige route. “Maar in een stád is dit misschien nog wel een keer leuk,” hou ik vol. Dan kom je op onverwachte plekken. H. humt wat en ik neem me voor om dat tóch een keer te proberen. En als ie niet mee wil, doe ik het wel alleen.
“Koffie?”
“Ja. Lekker.”
Na het ontbijt maak ik het briefje en even later starten we vanaf de schuurdeur. Links, rechts, twee keer rechtdoor… Daar dreigen we meteen al vast te lopen in iemands tuin. We bedenken een spelregel: als je niet rechtdoor kunt volg je de weg, maar als je daarvoor een keuze Links of Rechts moet maken, sla je de rechtdoor(s) over en ga je naar de eerstvolgende aangegeven afslag. Dat werkt. We lopen strikt volgens ons briefje door onze eigen, bekende buurt en een reeks rechtdoor-opdrachten brengt ons voorbij de autoweg richting de rivier. Twee keer linksaf en we zijn weer terug in het dorp.
Na een uur hebben we alle afslagen van het briefje gehad en beginnen we van voren af aan. Links, rechts, twee keer rechtdoor. We lopen door allerlei wijkjes, maken een rondje om een school, gaan richting winkelcentrum en deze keer zijn we al na een half uur door de route heen. Twee keer vinden we wel genoeg. Nu lopen we gewoon naar huis.
“Vond je het een leuke wandeling?” vraag ik aan H. Hij kijkt zuinig. “Het is nou niet wat je noemt een mooie route.” Dat is waar. Ik opper dat het op een minder bekende plek misschien leuker is, maar H. heeft toch liever een wandeling die langs mooie plekjes gaat in plaats van een toevallige route. “Maar in een stád is dit misschien nog wel een keer leuk,” hou ik vol. Dan kom je op onverwachte plekken. H. humt wat en ik neem me voor om dat tóch een keer te proberen. En als ie niet mee wil, doe ik het wel alleen.
“Koffie?”
“Ja. Lekker.”
zondag 19 januari 2020
De N70
We lopen de N70. En
we zijn niet de enigen die vandaag op dat idee kwamen. Het is dan ook prima
wandelweer. Af en toe laat een vriendelijke zon zich even zien, dan weer is het
grijs. Een enkel druppeltje regen doet er weinig aan af. Dat er de afgelopen
tijd wel meer regen gevallen is, kun je goed merken aan het pad. Soms moeten we
een stuk door de blubber. We proberen die eerst zoveel mogelijk te ontwijken door langs het randje van het pad
te lopen, maar na verloop van tijd word ik steeds minder kieskeurig over waar
ik m’n voeten neerzet.
De N70 is voor Nederlandse begrippen flink heuvelachtig. Het
is een mooie wandeling die we al vaak gelopen hebben, maar hij verveelt nooit. De
kale, winterse bomen geven veel meer doorkijkjes weg dan wanneer ze in de zomer
vol in blad zijn. Soms zie je in de diepte een kerkje liggen, of een dorp. Soms
een glooiende vlakte met bijvoorbeeld de prachtige naam “Elyzeese velden”. Regelmatig
worden we ingehaald door hardlopers die met hun ijzeren kuiten de hellingen
trotseren. Tijdens een steile afdaling komt een jonge gast in een strak pak als
een springende hinde uit de struiken om met een flinke vaart langs ons naar
beneden te rennen. Ik schiet in de lach, want hij loopt als een tekenfilmpoppetje
zonder gewicht.
Een stukje verderop komt een enthousiaste hond ons tegemoet.
Twee kleine jongetjes rennen schreeuwend en lachend achter de hond aan en weer
een stukje verderop lopen hun vermoedelijke ouders. Ze zijn vast onderweg
naar het pannenkoekenrestaurant de
Duivelsberg. Dat ligt halverwege onze route en we hebben we onszelf hier een
kop koffie beloofd. Maar als we zien hoe druk het er is, stellen we die koffie
toch maar uit. Eigenlijk is het lekkerder
om gewoon door te lopen als je een beetje het tempo te pakken hebt.
We doen er ongeveer drie uur over. Dat is netjes, want het
was best lang geleden dat we zo’n eind gelopen hadden. Als we terug naar huis
gereden zijn, genieten we extra van de uitgestelde koffie. We zijn het er over
eens dat we die helemaal verdiend hebben. En nu maar zien wie van ons morgen de
meeste spierpijn heeft.
vrijdag 10 januari 2020
Kledingpakketten
Voor gezinnen die het financieel moeilijk hebben, is er
de algemeen bekende voedselbank. Maar er zijn meer voorzieningen. Vooral voor
kinderen zijn er verschillende clubs die zich inzetten om de armoede te
verlichten.
Zo is er de stichting Leergeld, die bijspringt in de
kosten voor school, sociale activiteiten en sporten. Ook de stichting STOP (de kinderarmoede)
biedt mogelijkheden voor ondersteuning. En er is de stichting Kinderen van de
voedselbank “die zich inzet tegen de maatschappelijke gevolgen van
kinderarmoede in Nederland”. En dan is
er de stichting Kinderarmoede, het Kansfonds, Save the Children en als je nog
even doorzoekt zijn er waarschijnlijk nog wel meer initiatieven te vinden, want kinderen in armoede moeten geholpen
worden.
Mooi. Daar kun je het toch alleen maar mee eens zijn.
Dan nu de praktijk. Mijn Syrische vrienden H. en N. en
hun kinderen hebben weinig te besteden. Ik zou ze graag af en toe iets toe
willen stoppen, maar zo welkom als mijn praktische hulp is, zo afhoudend zijn
ze wat geld betreft. Makkelijker is het om geld en goederen te accepteren van
instanties. Van kennissen hoorden ze over kledingpakketten die ze voor de
kinderen konden aanvragen. Begin november deden ze zo’n aanvraag.
Nu, in januari, laat H. me een aantal mailtjes zien, waar
hij mijn hulp bij vraagt. Er wordt gevraagd om een code en hij snapt niet waar
hij die vandaan moet halen. Ik bestudeer wat hij me laat zien en het duurt een
tijd voor ik begrijp welke weg de aanvraag intussen heeft afgelegd. Een
reconstructie:
Begin november mailde H. de stichting Leergeld of zijn
kinderen in aanmerking kwamen voor een kledingpakket. Het antwoord was JA. Hij
kreeg een wachtwoord om in te loggen bij een gemeentelijke website, waar hij
per kind een code zou krijgen. De codes kwamen per mail en moesten , samen met een
aantal praktische gegevens, naar Stichting STOP / Kinderen van de voedselbank
gestuurd worden.
Vanuit die stichting(en) kwamen verschillende mails
terug. Eerst een bevestiging. Dan: er zouden pakketten worden samengesteld en
binnen drie weken worden verstuurd.
Daarna nóg een mail over een code die ontbrak.
In de verschillende mails van Stichting Leergeld, de
gemeente en Stichting STOP / Kinderen van de voedselbank (elk met een eigen
website) kon ik niet ontdekken over welke code het kon gaan. Er was sprake van
boekingsnummers en van codes en de laatste mail was erg vreemd geformuleerd.
Dus nu ben ik aan het bellen. Eerst iemand van de Stichting Leergeld. Die
vertelt me dat ik bij Kinderen van de voedselbank moet zijn. Daar zeggen
ze dat de mail van H. nog niet aan de beurt is geweest en dat we moeten wachten
tot de codes bevestigd worden en daarna zullen binnen drie weken de pakketten
verstuurd worden.
Dus, als ze geluk hebben, zullen de kinderen begin
februari hun pakketten met winterkleding ontvangen. Gelukkig is het een zachte
winter… H. heeft al besloten dat dit meteen de laatste keer is dat hij zo’n
kledingpakket voor ze aanvraagt. Ze regelen het wel op een andere manier. Toch
jammer van zo’n prachtige voorziening. Zou dat nou echt niet eenvoudiger
kunnen?
zondag 5 januari 2020
Nederland, Europa, De Wereld
Meestal doe ik er niet aan, maar voor dit jaar heb ik een
Goed Voornemen. Ik wil mijn topografische kennis opvijzelen. De kaart van
Nederland zit niet goed in mijn hoofd, laat staan die van Europa of de Wereld.
Mijn richtingsgevoel is heel slecht en ik heb me er eigenlijk heel lang bij
neergelegd dat dat nou eenmaal m’n zwakke plek is. Maar nu heb ik me dus
voorgenomen om op z’n minst te proberen om er verbetering in te brengen.
Dat is een behoorlijk groot voornemen en grote plannen kun
je beter in kleine stukjes knippen om ze waar te maken. Dus begin ik met
Nederland. Deze week heb ik de Grote Bosatlas editie tweeënvijftig uit de kast
gehaald en daarin de topografische kaart van Nederland opgezocht. Lekker
overzichtelijk, want van google maps, die meteen de hele wereld laat zien, word
ik bij voorbaat een beetje moedeloos.
Nu zit ik elke dag een tijdje met die kaart voor m’n neus te
prevelen: Friesland – hoofdstad Leeuwarden, aan het water Harlingen, Sneek bij
de meren, een eind naar boven Dokkum en hoe heet dat plaatsje daar onderin ook
weer? Even spieken … Lemmer. En eigenlijk vind ik het nog leuk ook.
Als we naar Eindhoven rijden, let ik beter dan anders op de
borden. Os en Den Bosch laten we rechts liggen en Cuijk links, we passeren
Uden, Veghel en Sint Oedenrode. Ik probeer steeds in mijn hoofd de kaart voor
me te zien, wat ik lastig vind. Ik stel me altijd voor dat iemand met dyslexie in
z’n brein op dezelfde manier met de woorden husselt als ik met plaatsen. Maar
weet je, er zijn schríjvers met dyslexie, dus waarom zou ik niet kunnen leren
hoe Nederland in elkaar zit, en Europa, en de rest van de wereld?
Dus oefen ik voorlopig elke dag. Ik weet niet hoe lang ik
dat ga volhouden en hoe goed het blijft hangen, maar als je me nú vraagt waar
Coevorden ligt, wéét ik het: in het Zuidoosten van Drente. En Breskens ligt
onder Vlissingen. Maar over de rest van de wereld moet je me nog even niet
overhoren. Zover ben ik nog niet.
Abonneren op:
Posts (Atom)
Een bijzondere date
'Vliegveld Hilversum.' Ik ben de ingang al voorbij voordat ik het in de gaten heb. Even later draai ik de parkeerplaats op. Als ik...

-
Er ligt een klein, hemelsblauw eitje in de tuin. Helemaal gaaf ligt het op een onbegroeid stukje grond. Mijn eerste opwelling is, het op e...
-
Het is ongeveer 10 kilometer fietsen naar Sanguin en voor alle zekerheid doe ik een regenjas aan. Als ik er bijna ben, begint het zachtjes...
-
Helemaal ontsmet stap ik onder de douche vandaan. Van het ziekenhuis kreeg ik de instructie om voor de operatie hibiscrub en bactroban in h...