woensdag 29 december 2021

Jig Saw

Ineens bedachten we dat het best leuk zou zijn om een legpuzzel te maken. Eentje van duizend stukjes of zo. Lekker relaxte bezigheid in de kerstvakantie. Ik had nog een bol bon en ging online op zoek. Tussen de honderden puzzels vond ik een mooie van een oude wereldkaart die ik in het virtuele winkelwagentje bewaarde om aan H. te laten zien. Hij vond er niks aan.

Samen zochten we opnieuw. Nooit eerder hebben we samen een puzzel gekocht en onze smaak voor legpuzzels bleek nogal te verschillen. De wereld- en landkaarten die ik leuk vond, werden door H. afgekeurd. Hij was enthousiast over landschappen. En hoewel ik buiten erg van een mooi landschap kan genieten, vind ik plaatjes ervan meestal saai.

Schattige dierenplaatjes hoefden we allebei niet en ook over de Jan van Haasteren-platen waar de legpuzzelwereld vol mee zit waren we eensgezind: doe maar niet. Uiteindelijk vonden we een panoramalandschap dat ik zowaar mooi vond. De keus was gemaakt. Bestellen maar.
‘Hartelijk dank voor uw bestelling’,
‘uw bestelling wordt binnenkort verzonden’,
‘uw bestelling is onderweg’,
‘uw bestelling wordt maandag bezorgd tussen zo en zo laat’,
‘uw bestelling is bezorgd.’

Enkele dagen en vijf mailtjes later kunnen we gaan puzzelen. Het was echt lang geleden dat ik ooit een legpuzzel maakte en ik was vergeten hoe verslavend het is. En dat ik er best goed in ben. In twee dagen pasten we de duizend stukjes aan elkaar en daar was ons panoramalandschap. Languit op de grote tafel.

Hij mag er een paar dagen blijven liggen en dan gaat ie weer in z’n doos. Om later nog een keer te maken. Maar als je wilt mag je hem eerst wel een keertje lenen hoor. Bestellen wij intussen nog een andere. We ontdekken er vast nog wel eentje die we allebei mooi vinden.    

zaterdag 18 december 2021

Mario é Luigi

'Pakje voor jullie.’
De bezorger geeft me een rechthoekig, niet erg groot pakketje, dat verrassend zwaar aanvoelt. Wie heeft er iets besteld? Ons adres staat er op en de achternaam van H., maar de voorletters kloppen niet. Zoon J. doet zijn bestellingen wegens privacy-redenen altijd op fantasienamen.
Ik leg het op tafel en vergeet het. Een paar uur later heeft H. het opengemaakt en vind ik het pakketje terug in de koelkast.

De koelkast? Jawel, het blijkt de ingrediënten te bevatten voor een pizza-workshop. Bovenop een papier met een stuk of wat QR codes. Geen informatie over afzender, reden, tijdstip of wat dan ook. We vragen ons van wie het pakket kan komen, of het soms voor iemand anders bedoeld is, maar het adres is echt dat van ons: straat, huisnummer én postcode. Maar wel verkeerde initialen…

Nieuwsgierig bekijk ik het papier met QR codes. Zou het soms een geraffineerde truck zijn van hackers? Lijkt me sterk, maar voor alle zekerheid google ik eerst Mario e Luigi, het restaurant waar de spullen vandaan komen. Dat bestaat en biedt inderdaad pizza-internet-workshops aan. Ik waag het erop. De eerste code leidt naar een youtubefilmpje waarin ‘Luigi’ ons welkom heet. Niets over de gelegenheid of de afzender.

De volgende codes zijn van vervolgfilmpjes. Het maken van de bodem, het voorbakken van de bodem, het beleggen, het afbakken en er is ook nog een Italiaanse playlist. We besluiten vrijdagavond dan maar pizza te maken.

Twee zakjes met deeg zijn er. Volgens de aanwijzingen strooien we semolina (klinkt veel mooier dan griesmeel, wat het gewoon is) op het aanrecht, laten het zachte deeg er op glijden en H. laat het aan mij over om het met de hand uit te duwen tot een ronde bodem, die dan in de koekenpan moet worden voorgebakken. Dan gaat er tomatensaus over, salami voor H., kaaskorrels (volgens het filmpje mozzarella) en verder is er nog een zakje parmezaan en zou er pesto moeten zijn, die ontbreekt. Geeft niet, dat hebben we wel in huis.

Op eigen initiatief gaat er nog ui, paprika en bij mij olijven bij en dan moet de echte Italiaanse pizza nog een minuut of zeven in de oven.  
Het worden twee verrassend lekkere pizza’s.
Wat het verhaal achter het pakket ook mag zijn, we hebben er plezier van. Het is alleen te hopen dat er niet ergens in de buurt iemand met dezelfde achternaam tevergeefs op z’n pizza-pakket zit te wachten.

zondag 12 december 2021

Kerstsfeer


Als het aan mijn huisgenoten lag, was er zelfs tijdens de kerstdagen nergens in huis een kersttak, kaarsje of ander sfeerdingetje te vinden. Maar ik heb juist in deze donkere maand ernstig de behoefte om het huis te versieren. Dus fiets ik op zaterdag door de regen naar het winkelcentrum. Ik heb in een la een bloemenbon gevonden die daar al een tijd ligt en daarmee wil ik een leuk kerststukje kopen. 

Ik dwaal door de bloemenwinkel en bekijk wat er staat. Veel van de kerststukjes vind ik niet mooi.  Sprieterig, of met veel glim- en glitter en weinig groen. Eén stuk dat ik wel mooi vindt, kost bijna vijftig euro. Dat vind ik een beetje te veel van het goede. Ik maak een foto van een grote, glazen vaas waar wat takken en een amaryllis in gestoken zijn. Dat kan ik zelf ook.

Uiteindelijk vind ik een stukje dat ik mooi vind en dat bijna dertig euro kost. Een tientje bijbetalen en dan voelt het toch als een koopje. Alleen blijkt mijn overtuiging dat dit een fleurop-winkel is niet te kloppen. Ze nemen de bon niet aan. Ik aarzel even, maar koop het dan toch.

Weer thuis zet ik het kerststuk midden op de grote tafel, waar ik verder alles weghaal wat zich er al wonend heeft opgestapeld. Dan zet ik de driedelige nepkerstboom in elkaar en begin aan de klus om de lampjes te ontwarren en mooi over de boom te verdelen. H. zit op de bank op z’n iPad te scrollen en steekt natuurlijk geen vinger uit. Voor hem hoeft het allemaal niet.

Op zo’n donkere dag als vandaag zijn de lichtjes in de boom de hele dag duidelijk te zien. Maar als ik tegen de avond met een boek in een hoekje zit, vind ik het echt knus zo. De boom, kaarsen op tafel en in een hoekje een grote, glazen vaas met kersttakken en nog meer lichtjes. En H. mag dan nog zo onverschillig zijn over deze zaken; als hij na een klusje buiten de kamer in komt, kijkt hij even rond en geeft toe dat het er toch wel heel gezellig uitziet.  

zaterdag 4 december 2021

Ons lieve heer op solder

In mijn thuiskantoor zit ik een geluidsbestand te bewerken. Een reportage die ‘mijn’ blinde freelance medewerker P. heeft gemaakt in het Amsterdamse museum ‘Ons lieve heer op solder’. Ze ging erheen om de speciale audiotour voor blinden en slechtzienden uit te proberen en werd rondgeleid door iemand van het museum.

Ik hoor P. de grote maquette bewonderen waar ze kan voelen hoe het grote herenhuis in elkaar zit waarin het museum gevestigd is. Daarna begint de tour langs allerlei gangetjes en kamers, over krakende trappen, naar boven waar in het gebouw een complete katholieke kerk is gemaakt. Over de breedte van twee panden en de hoogte van drie verdiepingen.

Een rondleiding die heel wat minuten aan audio heeft opgeleverd. Het is míjn taak om er een compacte reportage van te maken van een minuut of elf. Een flinke klus, maar ik vind het leuk werk. Terwijl ik zit te luisteren, zie ik het museum voor me, want ik ben er nog niet zo lang geleden samen met mijn dochter E. geweest.

Ik kijk uit het raam naar buiten, waar het al de hele middag druilt. Net als toen E. en ik samen in Amsterdam waren. Ik denk aan hoe we na de rondleiding in het museum vlakbij de uitgang bleven staan. E. in het portiek, waar ze telefonisch iets moest oplossen wat op haar werk mis dreigde te gaan. Ik een paar meter verderop, onder een grote paraplu.

Er kwamen twee mannen langs. De ene liep achter een rollator. Hij had vuile, kapotte kleren aan, een baard en onverzorgd, vettig haar. Een beetje pesterig zei hij tegen me:
‘Sta je daar lekker onder je parapluutje?’
‘Ja hoor,’ zei ik, ‘ik sta hier prima.’
Misschien had hij verwacht dat ik hem zou negeren. Hij stond stil en begon te mopperen over zijn toestand. Dat hij zo moeilijk liep, achter die rollator, omdat ie in het ziekenhuis had gelegen met een gebroken heup.
‘Ze hebben er een stuk ijzer in gedaan,’ zei hij, ‘Van dat – hoe heet het – chirurgisch staal.’
Ik knikte: ‘Dat ken ik, ik heb ook zoiets in m’n heup.’

Nu keek hij me geïnteresseerd aan.
‘O ja? En hoelang duurde het dan voordat je helemaal gerevalideerd was?’
Ik vertelde hem dat dat toch zéker wel een half jaar geduurd had en hij knikte somber.
‘Dat hebben ze me in het ziekenhuis ook verteld.’
In het portiek was E. klaar met haar gesprek. Ze kwam naar me toe. Ik wenste de rollatorman sterkte en draaide me naar E. Ze lachte:
‘Zo, heb je vrienden gemaakt?’

Ik zit te glimlachen naar de regen achter het raam en concentreer me weer op m’n werk. Terug naar ‘Ons lieve heer op solder.’ Het wordt een mooie reportage.


Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...