vrijdag 21 april 2017

Relatieavond


Ongeveer een jaar geleden was de eerste keer. Toen H. op een doordeweekse dag thuiskwam uit z’n werk zei hij: we moeten snel eten, want we gaan vanavond naar de schouwburg. Een verrassing, leuk! Na een Franse-slag-maaltijd sprongen we in de auto en waren om halfacht bij de Schouwburg. Wat we daar gingen doen, vertelde H. niet; hij lachte alleen maar als ik het vroeg.

Bij de ingang liet hij kaartjes zien aan de medewerker van het theater en die zei opgewekt: “U komt voor de relatieavond? Dan moet u de trap op en daarna ziet u een bord aan de rechterkant.”
Ik was stomverbaasd. Relatieavond? Hoezo? Was er iets mis met onze relatie dan? Maar toen ik met opgetrokken wenkbrauwen vroeg waar hij me nou eigenlijk mee naartoe nam, lachte hij hardop en liep voor me uit de trap op. Op de aangewezen plek was een hoekje afgezet waar we een VIP ontvangst kregen met koffie en bonbons. De relatieavond bleek een cadeau-uitje van zijn werk te zijn voor relaties. En omdat er vandaag iemand had afgezegd, kreeg H. de ongebruikte kaartjes voor een cabaretvoorstelling.

“We gaan vanavond naar de Schouwburg. Ik heb kaartjes voor de relatie-avond,” zegt H. op woensdag als hij thuiskomt.
“Heb ik daar zin in?” vraag ik hardop. “Wat is het?”
“Stef Bos” zegt hij. “Kom op, het is vast wel leuk.”
Ik heb weleens een mooi liedje van Stef Bos gehoord op een begrafenis. En o ja, dat liedje van die vogels die van Oost- naar West Berlijn vliegen zingt hij ook. Maar verder weet ik niet veel van Stef Bos. Maar natuurlijk ga ik mee. Zo’n verrassingsuitje is veel te leuk om te laten lopen.

Er is koffie en er zijn plakkerige gebakjes. We zitten op rij acht en op het toneel staat een indrukwekkende batterij instrumenten. Ik voel me een beetje een valsspeler tussen alle fans die speciaal voor deze zanger een kaartje gekocht hebben. Maar wie weet ben ik straks ook fan.
Hij heeft een aangename stem en een stel goeie muzikanten om zich heen. Humor heeft ie ook wel en de verhaaltjes waarmee Stef de voorstelling aan elkaar praat zijn leuk om naar te luisteren. Er zijn zelfs twee liedjes die ik zonder meer heel mooi vind.
Maar.
Stef Bos heeft een boodschap.
En hoewel ik het helemaal met z’n boodschap eens ben over wat er beter zou kunnen aan de wereld en de manier waarop mensen met elkaar omgaan… als in bijna ieder liedje drie keer achter elkaar expliciet wordt uitgelegd wat de boodschap is, slaat dat wat mij betreft zo’n liedje dood. Een lied dat een refrein heeft van geheimzinnige, Afrikaanse woorden is mooi tot dat refrein in het Nederlands nadrukkelijk een paar keer herhaald wordt zodat er vooral niets te raden overblijft.

H. is enthousiaster over Stef Bos dan ik. Toch heb ik geen moment spijt dat ik met hem ben meegegaan. Ondanks mijn kritiek bleef er genoeg te genieten over. Naast elkaar lopen we naar de parkeergarage. “Als er weer kaartjes over zijn voor zo’n relatieavond…” zeg ik: “Altijd doen!”

zondag 16 april 2017

Schapenwol



“Zou je dat spinnewiel nou niet eens wegdoen?” vraagt H. af en toe. Het staat in een hoekje van de computerkamer boven en ik heb er al meer dan 20 jaar niets mee gedaan. Toch wil ik het niet weggooien, verkopen of weggeven. Ik denk altijd dat ik er ooit nog wel eens iets mee ga doen. 

Toen we afgelopen februari samen met mijn broer J. en zijn gezin een paar dagen op Texel waren, kwamen we langs een winkel met producten van Texelse schapenwol. Ik keek er een tijdje rond en dacht aan m’n spinnewiel. ’s Avonds vroeg ik aan J. of er een kans was dat hij dit voorjaar een schapenvacht voor me kon regelen. Hij woont op het platteland en hij kent veel mensen die weilanden bezitten waar best eens schapen op zouden kunnen rondlopen. Hij zou weleens rondkijken, zei hij.
We kwamen er niet meer op terug, tot ik dit weekend samen met mijn dochter een avondje langs ging bij m’n broer en zijn gezin. De schapenvacht kwam weer ter sprake en mijn schoonzus begon meteen watsapp-berichtjes rond te sturen. Na tien minuten begon ze te lachen: “Deze is leuk: ja, we hebben wel een vacht, maar je moet het schaap wel eerst even zelf komen scheren.” Nog een paar minuten later meldde iemand dat er nog wel iets stond. Wilde ik een zwarte of een witte vacht? Ik koos voor zwart. J. was zo vriendelijk om langs te gaan bij de aanbieder en nog dezelfde avond kon ik een grote, naar schaap ruikende vuilniszak achterin de auto zetten.

Een perfecte timing, aan het begin van een lang, regenachtig paasweekeinde. Het spinnewiel is uit z’n hoekje gehaald, afgestoft en het begin is gemaakt. Het zal nog wel even duren voordat het eerste vest van zwarte wol het levenslicht ziet, maar tegen die tijd dat de zomer voorbij is, ben ik vast een heel eind. En voorlopig zal niemand vragen of dat spinnewiel niet een keertje weg kan. Echt niet!

wol spinnen            spoel zwarte wol op spinnewiel         

zaterdag 8 april 2017

Hulpmiddelen in de klas

beeldschermloep

De klas van de bovenbouw is achterin de eerste gang rechts. Er zijn nog geen kinderen binnen en leerkracht K. neemt rustig de tijd om me iets over zijn klasje te vertellen. Acht kinderen zitten er in zijn groep en vandaag zijn er maar zeven, want er is iemand ziek. Eén meisje is helemaal blind, de anderen zien nog wel iets. Dat vraagt om verschillende aanpassingen. Er staat dan ook heel wat apparatuur in het lokaal. Daar wil ik straks meer over weten.

Om kwart voor negen lopen we naar buiten om de kinderen op te halen. Er gaat niet, zoals bij gewone scholen, een bel waarna iedereen naar binnen stormt. Elke klas heeft z’n eigen verzamelplek waarvandaan ze naar binnen begeleid worden. Er is pas één jongen aanwezig. K. lacht: “sjonge, we hebben al één leerling!” In de tien minuten erna druppelt de rest binnen. De kinderen komen met taxibusjes uit de wijde omgeving en dat niet iedereen op tijd is, is vaste prik. Als het schoolplein leeg is, vinden de kinderen zelf hun weg naar de klas wel. Die van de bovenbouw tenminste. 

Meester K. vertelt de klas wie ik ben en dat ik vanmorgen kom kijken. Dan geeft hij precies aan wat er die ochtend op het programma staat. Even later gaat iedereen bezig met z’n eigen taak en twee kinderen komen met K. vlak voor het grote digibord zitten, waar ze instructie krijgen.

Laptop met brailleleesregel
Het blinde meisje kent het tijdschrift wel dat ik maak. Ze heeft het een paar keer geluisterd en vertelt vrolijk: “Toen dacht ik: nee, hier ga ik geen abonnee van worden!” Ik moet lachen en vertel dat ik van het volgende nummer voor de hele klas cd’s ga opsturen. Daar is ze dan weer heel enthousiast over.
Het thema voor dat volgende nummer is ‘hulpmiddelen’ en daarom ben ik vandaag in de klas. Ik wil weten wat voor hulpmiddelen ze gebruiken, want ik hou de ontwikkelingen op dat gebied wel een beetje bij, maar wat er van alle mooie, nieuwe technologie nou dagelijks gebruikt wordt, is weer een ander verhaal.

Ik loop door de klas en kijk even mee met een jongetje met pet en bril. De pet is omdat hij slecht tegen fel licht kan. Hij legt uit hoe hij werkt met de beeldschermloep. Er zit een verstelbare camera aan die nu op zijn werkboek gericht is. Het kan ook op het digibord gericht worden. Het beeld komt vergroot op het scherm en de jongen laat zien hoe hij het kan aanpassen. Het blinde meisje werkt op een laptop. Als ze hem aanzet, geeft een elektronische stem aan wat er op het scherm staat, maar die stem zet ze vlug af. Ze heeft er een hekel aan, zegt ze. Haar smalle vingertjes bewegen vlug over de brailleleesregel, waar ze nu haar informatie kan vinden.

De houten tafels kunnen allemaal opgeklapt worden, als grote leesplanken, zodat kinderen met hun neus bovenop een boek kunnen zitten zonder dat ze zich helemaal voorover hoeven te buigen. “Beter voor de houding,” vertelt de leerkracht. Die boeken zijn bijna allemaal speciale grootletter-uitgaven.
Sommigen lezen ze zonder meer, anderen gebruiken een beeldschermloep en er is ook een jongen die een doorzichtige halve bol als loep over zijn boek schuift om de letters goed te kunnen zien.

Halverwege de ochtend heb ik een interview met drie leerlingen die nog veel meer hulpmiddelen kunnen noemen en uitleggen. Ze vinden het interview interessanter dan hun schooltaken en rekken het zo lang mogelijk. Ik heb dan ook meer dan genoeg materiaal als ik om kwart over 12 de school weer verlaat.
Een leuke en leerzame ochtend was het. En nu hard aan het werk om van het themanummer over hulpmiddelen een net zo leuke en leerzame uitgave te maken.

zaterdag 1 april 2017

Voorjaarstuin

Het is zaterdag 1 april en het weer haalt een geintje uit. De hele morgen is het druilerig en roepen de grauwe wolken dat het vandaag helemaal niks wordt buiten. Maar vroeg in de middag knipoogt de zon van achter zo’n wolk: “Gefopt! Het was maar een ochtendje!”
Ik loop de achtertuin in en bekijk de stand van zaken.
De kleine pruimenboom staat volop in bloei. Er omheen maken de lelietjes van dalen dankbaar gebruik van de ruimte die ik voor ze heb gecreëerd door een heleboel kruipers weg te trekken.

Een enkele rode tulp is vanmorgen opengegaan. Ik ben geen groot liefhebber van tulpen in de tuin maar deze kreeg ik vorig jaar van een vertrekkende collega. Dat wil zeggen, ze deelde kleine zakjes uit met anonieme bollen. Ik heb ze een plekje gegeven en nu het tulpen blijken te zijn, vind ik ze leuk.
Langs de rand van het terras staat een rijtje brutale, paarse violen. Eerder stond er op die plek iets anders wat ik eigenlijk niet mooi vond. In het najaar besloot ik de boel onder te schoffelen en zette er als kleurig accent nog wat late viooltjes in. Ze bleven de hele winter door af en toe een bloem produceren en nu het lente is, drijven ze de spot met mijn idee dat ze daar maar even tijdelijk stonden.


De andere rand van het gras grenst aan een rommelig perkje onkruid, maar daar komt verandering in. Als ik het onkruid voorzichtig weghaal, zie je de stevige punten van de rij hosta’s die bezig zijn op te komen. Over een tijdje staat daar een overvloed van elegante, groene bladeren die je heel goed kunt gebruiken om kleine boeketjes mee af te maken.
Echt zonnig wordt het niet, maar het is een heerlijke middag om bezig te zijn in de tuin. Na een paar uur heb ik er even genoeg van en ga naar binnen. Een tijdje later betrekt het weer en begint het te regenen. Maar nu kijk ik er met plezier naar hoe het zachte buitje op de planten valt waar ik net mee bezig geweest ben. Die kunnen de regen goed gebruiken. En die zon komt morgen dan wel weer.

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...