zondag 21 juli 2024

Ex-collega’s

Groot aambeeld met een hamer; op de achtergrond een muur van baksteen met een dichte deur
“Mis je de redactie eigenlijk?” vraagt mijn ex-collega terwijl we in onze ijsthee roeren. Ik denk even na.
“Niet echt,” zeg ik en ik voel me een beetje harteloos.
We zijn vanmiddag met z’n drieën op stap, mijn ex-collega’s A  B en A E en ik. Eerst hebben we tevergeefs geprobeerd Het Geheim van de Smid op te lossen in een escaperoom in Groesbeek. We waren dicht bij de oplossing, maar het lukte ons niet binnen een uur.

Nu zitten we verderop in Groesbeek na te praten met koffie en (ijs)thee. Toen we met z’n drieën binnenkwamen bij de escaperoom hadden we een gesprekje over waar we vandaan kwamen en waar we elkaar van kenden.
“We zijn eh, nu ex .. collega’s.” En we vertelden waar we werkten. Ik dus niet meer.
En op zo’n moment vind ik dat best jammer. Ik was altijd wel trots op het werk dat we deden en dat de anderen nog doen.

Als we zo als vanouds met elkaar zitten te praten in het café gaat het over van alles en nog wat. Het is gezellig en vertrouwd. Later denk ik nog eens na over de vraag of ik de redactie mis. Het is echt waar dat ik zonder veel spijt over wat ik achterlaat aan mijn nieuwe leven ben begonnen. Maar dit soort gesprekken, die we op de redactie aan de lopende band hadden, moeiteloos switchend van zwaar naar licht, van werk naar privé, van serieus naar flauwekul. Ja, A E, die mis ik wel.

Gelukkig heb ik met mijn meest dierbare ex-collega’s nog contact. En dat hou ik graag nog een hele tijd vol. Dus kom maar op met de volgende escaperoom – of iets heel anders.

maandag 15 juli 2024

Hetzelfde, maar dan anders

zicht op een 'wiel' vanaf de dijk: een ronde waterplas met daar omheen struiken en wat bomen. Aan de overkant in de verte een lage boerderij

Begin juni moest de nieuwe website van Vrijwillig Landschapsbeheer Beuningen online gaan. Dat was het streven omdat A., die de technische kant doet, dan met zijn nieuwe baan zou beginnen. In mei had hij nog volop tijd. Dus ondanks dat er nog een paar dingetjes niet helemaal klopten, werd de site begin juni gelanceerd. En wij gingen lekker op vakantie.

Toen we twee weken later terugkwamen, klopten dezelfde dingetjes nog steeds niet helemaal en het bleek lastig om A. te bereiken. De nieuwe baan slokte hem nogal op. Een bestelformulier werkte niet, er stond een fout in het adres in de header, ik wilde een uitbreiding van een rubriek… er gebeurde niets.

Dus ging ik maar voorzichtig dingen uitproberen. Hoe kom ik bij de header? Kan ik zelf niet bij het formulier? Dan zet ik de pagina offline en maak een voorlopige pagina met contactgegevens voor de bestelling. Zo leerde ik beetje bij beetje meer over de website en ik kon meer zelf doen dan ik had gedacht.
Toch was ik blij toen ik A. weer te pakken kreeg. Het gaat een stuk sneller als iemand je vertelt hoe je iets moet doen en je niet eerst eindeloos hoeft te zoeken. 

Nog steeds zijn er een paar kleine dingen niet helemaal zoals ze moeten zijn, maar dit heeft geen haast. Intussen voel ik me behoorlijk verantwoordelijk. De opstartgroep is ontbonden en nu is het mijn taak om een beetje leven in de website te houden. Ik probeer regelmatig een nieuwsbericht te plaatsen en verzamel voorbeeldverhaaltjes van vrijwilligers.

En zo ben ik als vrijwilliger bezig met hetzelfde soort werk als ik eerder betaald deed: mensen spreken/interviewen en met hun informatie leesbare teksten schrijven. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan.

zaterdag 6 juli 2024

Speciebak-vijver

Ingegraven lege speciebak
Onze achtertuin grenst aan water. Een sloot, oftewel een vaart. Daarom leek het me toen we hier kwamen wonen een beetje overdreven dat H. in de voortuin een vijver wilde. Natuurlijk kreeg hij toch zijn zin en ik moest al snel toegeven dat hij helemaal gelijk had. Een vijver in de tuin is leuk. En toch weer iets heel anders dan water er lángs.In de vijver bloeien in het voorjaar gele lissen en er omheen staan varens en meer planten die graag in de buurt van water groeien. Boven de vijver zie je in de zomer altijd wel een paar azuur-waterjuffers als metallic-blauwe strepen heen en weer vliegen of ergens op een blad zitten. Regelmatig ploept er een kikker van de vijver-rand het water in als je langsloopt. Ja, een vijver geeft een plek een eigen karakter.

Specie-bak-vijverNiet lang geleden bezochten we een kennis met een prachtige tuin. Zeker niet groter dan de onze, maar met veel onverwachte hoekjes en twee mini-boomgaardjes (‘bongerd 1 en bongerd 2’), want deze kennis heeft als hobby het enten van appel- en perenbomen, vooral oude en bijzondere soorten. En een vijver.
Na een enthousiaste rondleiding kregen we wat planten mee die hij teveel had, waaronder watermunt en een kattenstaart: waterminnende planten.

Geïnspireerd door het bezoek, bedacht ik dat er in onze achtertuin nog prima een kleine vijver bij kon: een ongebruikte speciebak die we nog hebben staan. Op een regenloze ochtend graaf ik een gat waar de bak in past. Er gaat een klein laagje stenen in, een bak met twee soorten planten uit de vijver voor en een potje met de watermunt. De kattenstaart mag vlak naast de bak. Het is een flinke klus, maar als het klaar is, kijk ik met grote tevredenheid naar m’n eigen vijvertje.

Nu hebben we een sloot achter de tuin, een grote vijver in de voortuin en een kleintje in de achtertuin. Echt leuk, al dat water. Als het tenminste niet de hele tijd uit de lucht komt vallen.

dinsdag 2 juli 2024

Twee dochters

 

waslijn met een paar kleine blauwe sokjes en daarnaast een paar grotere, roze sokken
Op een gewone, doordeweekse dinsdag heb ik ineens twee dochters. Zoon J. heeft een nieuw paspoort en is vanaf nu officieel dochter I.  

Het is wennen, al komt het natuurlijk niet uit de lucht vallen. Toen J. me voor het eerst iets hierover vertelde, stond hij al een tijdje op de wachtlijst voor transgenderzorg  De frustrerende wachtlijst van twee jaar, die rond die tijd regelmatig in het nieuws was. Na twee jaar kreeg hij bericht dat er nog een jaar bij kwam.

Het lukte hem om toch iets eerder te beginnen met het traject van gesprekken met arts en psycholoog en uiteindelijk de zo gewenste hormoonmedicijnen. De opmars van mannelijke kenmerken (gelukkig voor hem laat en niet al te prominent), werd gestopt.

In het begin was ik bang dat het misschien een vergissing was. Dat hij om allerlei andere redenen niet lekker in z’n vel zat en dacht dat dit de oplossing kon zijn. Maar met zoveel langdurige vastberadenheid heeft hij/zij me inmiddels wel overtuigd.

Als ik J. een ja/nee vraag stel, krijg ik zelden een direct antwoord. Het dichtst in de buurt van ‘ja’ komt meestal ‘misschien’. Of ‘dat kan wel’. Zekerheden zijn er zelden, maar dat hij geen man wil zijn, is heel zeker. En of hij echt helemaal in transitie wil? Ook daar begint het antwoord steeds meer op ‘ja’ te lijken.   

Zo’n jaar geleden vroeg J. me of ik het oké zou vinden als hij de naam ging gebruiken die wij bedacht hadden voor als hij een meisje zou zijn; in de jaren ’90 was het nog een verrassing of je een jongetje of een meisje zou krijgen. Een verrassing die later dus weer verrassend anders kan uitpakken. Ik was ontroerd. Natúúrlijk is dat oké! Vanaf dat moment is hij online I. en langzamerhand ook voor steeds meer mensen in het echte leven.

Heel langzaam zie ik bij het opvouwen van de was een nieuwe garderobe ontstaan. Het is een voorzichtige, consequente stijl. Zwart met lila en roze. Doodshoofden en rozen. Niet supervrouwelijk, maar net een beetje. Gelukkig geen hoerige outfits of prinsessenjurkjes. Het past bij I.

Toen J. net geboren was, riepen mensen ‘een koningskoppel’ over de ideale gezinssamenstelling met een dochter en een zoon. Nu hebben we een koninginnenkoppel. Ze zijn me even lief en ik hoop dat het I. brengt wat ze zoekt.

zondag 30 juni 2024

Cultureel ommetje

Als we bij het Cultureel Centrum De Lèghe Polder aankomen, staat er al een grote groep mensen voor de ingang te wachten.
“Daar moeten we zijn,” zegt H. “Bij de fietsen.”
We hebben ons ingeschreven voor ‘Het zomers ommetje’. Het is een route met onderweg op vier plaatsen een concert of ander optreden. Er zijn drie versies en wij hebben de fietsroute gekozen.

Om half acht gaat er een toeter en vertrekken alle groepen. Een gedrang van fietsen en wandelaars in heel veel groepen van ongeveer 15 personen met voor en achteraan een gids in een geel of oranje hesje. Tenminste, dat is de theorie. Er is meteen al verwarring, want op het eerste adres komen we samen met een halve andere groep aan.

Er treedt een bandje op van een gitarist, een drumster en twee zangeressen, die overbekende evergreens laten horen en ons hartelijk uitnodigen om mee te zingen. Op de achtergrond is geharrewar over wie bij welke groep hoort en waar zou moeten zijn. We zijn nog niet heel enthousiast.

Toen we vertrokken, begon het een beetje te regenen. Nu we over de dijk naar het tweede adres fietsen, wordt de bui wat serieuzer. Jammer, want kunstenaar Ronald Tolman, waar we nu heengaan, kan ons nat en wel niet in z’n atelier toelaten; het zou z’n etsen kunnen ruïneren. Maar de tuin is ook geweldig. Vanaf de dijk kun je veel van zijn beelden wel zien staan, maar van dichtbij en met uitleg zijn ze nog mooier.

Verder over de dijk, nog steeds in de regen, gaan we naar B&B Bed of Flowers. Daar zingt een acapellagroep van zes vrouwen, waaronder een goede kennis. Hier hou ik van. Serieuze muziek, veelstemmig met mooie klanken. Behalve de liederen krijgen we muntwater en een petit-four. Dan gaan we de regen weer in, maar op dit laatste stuk wordt die steeds minder.

Het laatste adres is in het dorp. Singer-songwriter Ilse Rooyackers speelt op de vleugel en zingt drie nummers. Tussendoor vertelt ze iets over de liedjes op een kalme manier. Knap hoe ze communiceert met de groep in dat kwartiertje.
Het is droog. We fietsen terug naar het uitgangspunt, waar we een drankje nemen en nog een tijdje napraten met een aantal mensen terwijl er een jazzbandje speelt. Gezellig. Het was een leuk zomer-ommetje. Dit moeten we vaker doen!



zondag 23 juni 2024

Tuinsafari

tekening van een bessenschildwants en een fluweelmijt
Eindelijk begint het zomer te worden. Vandaag schijnt de zon en als ik in m’n tuin rondloop, hoor ik het gezoem van bijen en andere insecten rond de bloeiende planten. Een tijdje geleden heb ik de app obsidentify gedownload en nu kan ik em gebruiken. Met mijn iPad sta ik voor de border met flox die sinds twee dagen knalroze bloeit.

Het idee van de app is, dat je een foto maakt van het beestje (of de plant) waarvan je wilt weten wat het is. Is de foto duidelijk genoeg, dan vertelt de app wat de naam is. Simpel, zou je denken. Maar probeer maar eens een bij te fotograferen! De honingbij herken ik inmiddels wel. Maar elke hommel die ik met m’n iPad achtervolg, is weggevlogen voor ik hem goed in beeld heb. 

Als het eindelijk lukt om op tijd de foto te maken van een hommel midden op een roze bloem, tik ik op ‘identificeer’. Zonder aarzelen laat de app weten dat dit een foto is van de phlox paniculata. Ja, duh, die bloem bedoelde ik niet!

Langzaam krijg ik door hoe het moet. Ik kan de foto het beste van iets verder weg maken en daarna inzoomen en ‘bijknippen’. Bijen blijven lastig, maar intussen heb ik al een heel lijstje namen van leuke insecten verzameld. Het muntvlindertje is maar 1 cm. groot, maar prachtig oranje met zwart en geel. Het gele soldaatje heet wel geel, maar het kevertje is meer oranje. De fraaie schijnbok is van een glanzend lichtblauw.

Als je goed naar die kleine beestjes kijkt, zie je hoe mooi sommige zijn. Zo ontdek ik steeds wat nieuws op safari in onze eigen tuin. Leuk!


dinsdag 18 juni 2024

Overnachtingen

Luxe keuken in GeraardsbergenEén van de leuke dingen van een fietsvakantie vind ik dat het steeds weer verrassend is in wat voor hotel of B&B je terechtkomt. O ja, we boeken wel van te voren, want je wilt niet de kans lopen dat je nog twintig kilometer door moet fietsen om een plek te vinden. Maar de foto’s op internet zeggen niet alles. En bovendien bekijken we zoveel verschillende sites dat we niet meer weten wat ook weer wat was.

De mooiste overnachtingsplek hadden we in Geraardsbergen. Na een slopende etappe van 100 kilometer klimmen, dalen en vooral modder en kasseien, werden we beloond met een prachtige, ruime kamer en een al even prachtige, luxe keuken die we officieel deelden met andere gasten - maar in de praktijk hadden we de ruimte voor onszelf.

De dag erna, in Kortrijk, verbleven we in een oud, krakend herenhuis, waar het naar eten rook. De planken vloer deed ons denken aan studentenkamers in Amsterdam, lang, lang geleden. Maar het was wel sfeervol en het ontbijt de volgende ochtend was fantastisch.

Na de lelijkste kamer met het gezelligste ontbijt (zie De Last Post) kwamen we in Nieuwpoort in het meest onpersoonlijke, ongezellige vakantiecomplex terecht. Online inchecken, naar binnen met een code, zelf handdoeken meebrengen (of huren voor 8,50 per dag). Een functionele maar doodsaaie kamer in een complex met heel veel dezelfde doodsaaie woonblokken.
In een brede gang was een driehoog stapelbed waar je acuut claustrofobie van kreeg; je kon er niet rechtop in zitten. Gelukkig bleek de bank een uitklapbed te zijn.

De hotelkamer in Antwerpen was gewoon oké, en het laatste adres voordat we naar huis gingen, was het bijzonderst. ‘Praktijkhuis’, heette het en dat wás het ook. Een compleet huis met behalve een grote woonkamer, keuken, badkamer en slaapkamer ook twee praktijkruimtes, een wachtkamer en een inpandige berging.

We hadden het hele huis voor ons, behalve de praktijkruimtes; die waren niet op slot maar het was niet de bedoeling dat we er kwamen. Op een prikbord in de hal hingen mededelingen voor bezoekers. Een vreemde plek om te overnachten, maar wel grappig.

Zo had iedere plek (behalve Kortrijk) z’n eigen charme. Maar toen we na twee weken thuiskwamen, vonden we ons eigen huis toch eigenlijk wel de beste plek om te wonen.

Ex-collega’s

“Mis je de redactie eigenlijk?” vraagt mijn ex-collega terwijl we in onze ijsthee roeren. Ik denk even na. “Niet echt,” zeg ik en ik voel me...