vrijdag 15 maart 2024

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer.
Allebei houden we van teksten. Om te schrijven, om te lezen, om naar te luisteren en om voor te lezen. En voorlezen kunnen we toevallig heel goed; we zijn allebei professioneel voorlezer (geweest) bij Dedicon.

K. was mijn directe collega tot ze een paar jaar geleden door langdurige ziekte thuis kwam te zitten. We blijven elkaar opzoeken om bij te praten en toen ik haar begin februari opzocht om samen iets leuks te doen op haar verjaardag, begonnen we voor elkaar mooie teksten te zoeken en voor te lezen. Dat was zo inspirerend dat we aan de rest van de plannen voor die dag niet toe kwamen (behalve een lekkere lunch dan)

Het werd meteen een traditie. Nu ze me een tegenbezoek komt brengen, heb ik ‘Sprakeloos’ van Tom Lanoye klaarliggen. Ik weet zeker dat ze dat een mooi boek zal vinden en bijna zeker dat ze het nog niet gelezen heeft. Op haar beurt heeft K. een tas meegenomen met een stapeltje boeken erin. Ik mag kiezen waaruit ze iets zal voorlezen. Lastig, want ik ken de boeken niet. Het wordt háár keus: een verhaal van Renate Dorrestein.

Behalve het voorlezen en commentaar op elkaars keus geven, hebben we nog heel wat andere dingen te bespreken. Van het voornemen om samen ook een bordspel of dobbelspelletje te doen, komt ook nu weer niets terecht. Grinnikend vertelt K. die alleen woont, dat ze een tijdje geleden via Facebook probeerde om een maatje te vinden voor gezamenlijk museumbezoek of om samen spelletjes te doen. De reacties waren wonderlijk. In plaats van aanmeldingen kreeg ze duimpjes of werden er namen geopperd van mannen die ook ‘een maatje’ zochten. ‘Ik zoek geen man’, had ze onder die reacties laten weten, waar dan weer met schaterlachende emoticons op werd gereageerd. Kortom, deze zoektocht via Facebook leverde niets anders op dan verbazing.

Volgende keer dan maar een spelletje? Wie weet. Maar als we een paar weken verder zijn kan het ook zomaar zijn dat we lekker op het waterterras gaan luieren of een eindje varen. In elk geval zullen er boeken en verhalen in de buurt zijn en wordt er minstens een klein stukje voorgelezen. En lekker geluncht. Een goede traditie moet je in ere houden, hoe jong die ook nog is.

zondag 10 maart 2024

Gesprekjes waar je vrolijk van wordt

Zondag is het goed fietsweer. Het regent niet, het is niet koud; een beetje meer zon en een beetje minder wind was nog beter geweest, maar dit is helemaal niet verkeerd. We hebben bedacht dat we op de nuchtere maag naar Nijmegen rijden, daar ontbijten en dan een tochtje naar Duitsland te maken.

Minstens een keer per jaar verwennen we onszelf met een ontbijt bij De Blonde Pater. Het is rustig deze zondagmorgen. We installeren ons aan een tafeltje voorin en bestellen. Iets verderop zit een vrouw met een klein hondje, dat ineens hard begint te blaffen. Het geblaf is gericht aan een man die buiten door het raam staat te kijken. Een griezel? Nee, hij loopt om naar de deur en wordt enthousiast door het hondje begroet en ook door de vrouw.

H. lacht hardop: ‘Ik dacht: hij blaft tegen een slechte man, maar het is juist een goede man.’ Met het beestje in z’n armen draait de man zich naar ons en vertelt dat de hond altijd zo hard naar hem blaft. ‘En naar bezoek ook,’ zegt de vrouw lachend. ‘Onze buren houden er niet van als wij visite krijgen.’

Dan komt ons ontbijt en hun koffie en voert iedereen weer z’n eigen gesprekken. Ik vertel H. dat ik gisteren in de krant een artikel las van iemand die ‘hoi’ begon te zeggen tegen vreemden. Het is een goede gewoonte. ‘Mensen die vaker ‘hoi’ of  ‘bedankt’ zeggen tegen vreemden zijn tevredener met het leven dan anderen,’ werd door verschillende onderzoeken bewezen.

We zijn het er over eens dat dit soort minigesprekjes met onbekenden heel goed zijn voor ons humeur, waar toch al niks mis mee was. Het lekkere ontbijt draagt nog wat extra bij. Als we hebben afgerekend en aanstalten maken om te vertrekken, staat iemand van het tafeltje naast ons op en komt naar het onze, dat groter is. Met z’n vieren willen ze graag verhuizen, en inmiddels is het zo druk dat hij alvast het plekje komt reserveren.

Er volgt alweer zo’n vrolijkmakend oppervlakkig gesprekje en als we vertrekken wordt ons vanaf twee plekken een mooie dag gewenst. En een mooie dag wordt het. Met tegenwind heen, koffie in Duitsland en meewind terug. Als we halverwege de middag weer thuis komen, zijn we dan ook heel tevreden over deze zondag

zondag 3 maart 2024

Artificiële Intelligentie

‘Vind je het leuk om nog één keer mee te werken aan een special?’ vraagt mijn collega A. Een paar keer per jaar maken we een audiospecial over een actueel onderwerp, met de focus op onze doelgroep: mensen die slechtziend of blind zijn.

De vorige special waaraan ik meewerkte ging over koken met een visuele beperking en er zat een podcast aan vast, waarvoor ik onder andere bij een blinde dame langsging die een Santiago-taart bakte. Leuk was dat! Deze keer gaat het over A.I., een onderwerp waar de media ons de laatste tijd mee overspoelen en dat een belangrijke rol kan spelen voor onze doelgroep. 

Ik sta klaar als collega A. me komt halen, want we hebben een strak schema. Eerst pikken we H. op in Spankeren, dan gaan we naar M. in Harmelen, waar we onszelf hebben uitgenodigd. Het is de meest efficiënte manier om met z’n vieren bij elkaar te komen voor de opname van een gesprek over A.I.

H. is slechtziend en onze gastvrouw M. is blind. We willen van hen weten wat A.I. ze brengt en wat de nadelen ervan zijn. Voor iemand met een visuele beperking zijn de voordelen groot. Een app die je alles kan voorlezen of beschrijven dat in beeld komt, helpt geweldig om onafhankelijk te kunnen leven.
H. en M. vertellen ons hoe ze A.I. gebruiken en we hebben het over privacy, afhankelijkheid van apparaten (wat als de elektriciteit uitvalt?) en wat er nog uitgevonden zou moeten worden. Een gesprek waarin veel aan de orde komt. We zijn er tevreden over. 

Als H. weer netjes in Harmelen is afgeleverd, rijden we terug en zet A. me thuis af. Bij een kop thee praten we even na over de opname en de rest van het project. Leuk, om je zo in een onderwerp te verdiepen voor een special. Dit ga ik missen als ik binnenkort met pensioen ga. 

zaterdag 24 februari 2024

Fietstochten, wandelstokken en treurtrips

Glanzende, nieuwe (elektrische) fietsen om een hoog bouwwerk met reclame heen
‘We gaan morgen naar de fiets- en wandelbeurs in Utrecht’, app ik naar dochter E.
Ik krijg een knipogend icoontje terug: ‘Lekker burgerlijk; ANWB koppel’
‘Ja,’ app ik, ‘doen we allebei hetzelfde trainingspak aan.’
H. en ik weten niet zeker of we zo’n beurs leuk zullen vinden, maar omdat we veel fietstochten en -vakanties van plan zijn de komende tijd, gaan we kijken of we er inspiratie op kunnen doen.

In de trein naar Utrecht is het druk. Om me heen hoor ik veel verschillende gesprekken. De meest doordringende stem is die van een man die met zijn reisgenoten een uitgebreid gesprek voert over auto’s en motoren. Hetzelfde groepje loopt vanaf het station vlak voor ons in de meute richting jaarbeurs. Zouden die ook naar de fiets- en wandelbeurs gaan? Nou nee, bij de hoofdingang zien we dat er ook een motorbeurs gaande is. Ons vooroordeel wordt bevestigd en de mannen gaan naar een andere hal.

Wat is zo’n beurshal groot! Veel elektrische fietsen, een parcours om die uit te proberen en dan een grote hoeveelheid stands met foldertjes, kaarten en andere informatie over fietsen in Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en verder weg. Kleine en grote tochten, Volledig verzorgd of zelfvoorzienend, we kunnen alle kanten op. Standhouders zijn vaak zelf enthousiaste fietsers die graag hun kennis delen, vragen beantwoorden, meedenken.

Een jonge man prijst ons Italië aan als fietsland en haalt me over om me in te schrijven voor een nieuwsbrief met fietsblogverhalen. Een oude veteraan van ‘Nivon natuurvrienden’ vertelt grinnikend aan H. dat die club vroeger socialistische liederen zong tijdens het wandelen in de natuur. We krijgen her en der uitleg in het Engels, Frans en Duits en vooral ook veel routekaarten en folders.

We hebben een flink stapeltje verzameld als we naar boven lopen voor de lezing die we graag willen horen: ‘Treurtrips,’ door Mark van Wonderen. Hij heeft een boekje gemaakt met routes langs lelijke plekken in Nederland. Zijn verhaal is origineel en hilarisch. Hij heeft niet alleen oog voor vreemde, onverwachte, treurige en wonderlijke plekken, maar weet ook vaak iets te vertellen over de oorsprong ervan.

Dan weer naar de stands. Bij ‘Vrienden op de fiets’ krijgen we op vertoon van mijn lidmaatschapsnummer een kop koffie die beter smaakt dan de dure koffie die we eerder dronken. Nog een rondje langs het laatste stuk van de hal;  de tent bovenop een auto lijkt ons niet echt handig, nooit-meer-zadelpijn-zadels hebben we eigenlijk niet nodig en voor wandelschoenen komen we hier niet. We laten alle wandel-stands links liggen, behalve die met mooie, handgemaakte wandelstokken. Ik neem me voor ooit zelf zoiets te gaan maken.

Om half vier hebben we het wel gezien. We gaan terug naar het station en hebben zowaar snel twee op elkaar aansluitende treinen. Vonden we het leuk? Ja. We hebben zeker inspiratie opgedaan. Enige nadeel is dat er zoveel mooie en leuke routes zijn dat we straks niet meer weten wat we moeten kiezen.

zaterdag 17 februari 2024

Buiten spelen

Ik sta voor het raam en kijk naar buiten. In de achtertuin liggen op verschillende plaatsen bossen afgeknipte takken die nog afgevoerd moeten worden. De lente begint weer vroeg dit jaar en we zijn al flink aan het knippen geweest.

'Sneeuwwitje', witte, harige kat met een rozebruine zweem - op het terras

In mijn ooghoek zie ik iets bewegen. Een beest? Achter een takkenbos zie ik een bijna-witte dikke staart heen en weer bewegen. Het is de staart van Sneeuwwitje. Een lichtgekleurde ragdoll (kat) die twee huizen verderop woont. Ik weet de echte naam niet, maar toen ik die witte wolk vacht voor het eerst langs zag komen, werd het voor mij meteen ‘Sneeuwwitje’. 

Langzaam verdwijnt de zwiepende staart en even later zie ik het dier aan de andere kant van de takkenbos tevoorschijn komen. Sluipend. Op jacht naar een vogel?
Maar dan springt ze ineens naar voren, er blijkt een tweede kat achter een bosje te zitten. Het is stiefbroer Milo. Bij ons bekend als zwart-witte, brutale wildpoeper (zie Strijd om de moestuinbakken )

Milo, zwartwitte kat met een dikke, zwarte staart

Na de ontmoeting sluipen ze weer elk een kant op. Om een muurtje heen, achter een andere bos takken langs, tot ze elkaar weer ontmoeten. Dan herhaalt het spel zich.
Als ze in de buurt van de moestuinbakken komen, sta ik klaar om de achterdeur open te doen en ze weg te jagen. Want al zijn ze leuk, ik ben geen liefhebber van kattenpoep tussen de veldsla.

Maar vandaag hebben ze het veel te druk met elkaar aan het schrikken te maken. Achter elkaar aan sluipen ze uit mijn gezichtsveld. Ik glimlach. Het is een mooie dag om buiten te spelen.



zaterdag 10 februari 2024

Alles wat je niet aanstaat vergiftigen

Planken met bestrijdingsmiddelen
Ik ben op zoek naar een flinke hoeveelheid zaad voor gemengde wildbloemen. Online vind ik verschillende pakjes en zakjes zaden voor bloemen die insecten, vlinders, bijen, vogels zouden aantrekken. Wat de soorten precies zijn blijft overal onduidelijk en ook het formaat van de verpakkingen. Ik besluit dat ik eerst maar eens bij het tuincentrum ga kijken, dan weet ik tenminste precies wat ik koop.

Ik fiets naar Overvecht, een groot tuincentrum, waar we in het voorjaar regelmatig wat plantjes gaan halen. Tot mijn verbazing is het pand donker en leeg. Dicht? Dat had ik helemaal gemist. Gelukkig is er nóg een tuincentrum op fietsafstand, dus ik rij door tot een stukje buiten het dorp. Tuincentrum Bull is open en ik ga op zoek naar de zaden.

Dat valt tegen. De wand met een hoopvolle hoeveelheid haakjes waar zakjes zaad aan kunnen hangen is tamelijk leeg. Hier en daar hangen wat zakjes zaad voor bloemen en verderop wat meer voor groente en fruit… maar veel is het niet. Dat verbaast me, want in februari begin je toch zeker wel na te denken over wat je in je moestuin of je bloemenperk wilt zaaien.

Wat ik wel zie, zijn bestrijdingsmiddelen. Schappen vol. Onkruidverdelgers, middeltjes tegen slakken, tegen mieren, tegen muizen, tegen onbenoemd ongedierte. Ik word er een beetje droevig van. Onverrichter zake fiets ik naar huis.

Een dag later, na mijn werkdag in Grave, bedenk ik dat hier een Welkoop is, waar ze natuurlijk ook bloemzaden hebben. Ik loop er binnen en het eerste wat ik zie zijn de groene flessen roundup en ander gif. Naast veel dierenvoer, snoepjes, speeltjes en andere benodigdheden voor huisdieren zijn het ook hier bestrijdingsmiddelen waar de nadruk op ligt.

Gelukkig zijn er tussen alle ellende ook twee hele schappen met zaden, een voor groente en een voor bloemen. Ik vind wat ik zoek. Maar echt blij ben ik niet als ik de winkel verlaat. Dit is dus blijkbaar de manier waarop je geacht wordt je tuin te beheren. Alles wat je niet aanstaat vergiftigen. Het staat me zó tegen dat ik dit voorjaar zelfs de vraatzuchtige slakken zal verwelkomen.  

zondag 4 februari 2024

Rare perenbomen

Met de zaterdaggroep van Vrijwillig Landschapsbeheer gaan we aan de slag op een stukje gemeentegrond. Tot een paar maanden geleden stond hier een noodschoolgebouw. Daarachter een lang stuk grasland met aan beide kanten een sloot en middendoor een verhard pad. Langs de sloten staan wilgen, die we twee weken geleden hebben geknot. Nu zijn de perenboompjes aan de beurt die verspreid in het gras staan.

“Het is een lastige klus,” vertellen de-mannen-die-er-verstand-van-hebben. “We moeten de bomen weer een beetje in vorm krijgen, maar ze zien er niet best uit.”
We zijn met z’n veertienen. Ik heb wel eens perenbomen gesnoeid in een boomgaard, maar deze zien er heel anders uit.
“Kijk nou hoe raar dat groeit,” klinkt het verontwaardigd. “Die zijn he-le-maal verkeerd gesnoeid. Nou ja, gesnoeid, ze hebben gewoon alles eraf gehaald wat in de weg zat toen ze met een grote machine het gras gingen maaien.”

Terwijl in een boomgaard de belangrijkste zij-armen op heuphoogte of nog lager beginnen, zijn deze stammen kaal tot zeker twee meter hoog. Je kunt zien dat er vroeger lagere takken af zijn gehaald.
De takken die er wel zijn, groeien niet de breedte in, maar vooral naar boven en buigen soms zelfs weer terug naar de stam.

Wil je bloesem en later fruit aan je boom hebben, dan heb je vooral horizontale takken nodig, heb ik geleerd. Bij het snoeien haal je alles wat recht omhoog groeit weg en alles wat elkaar in de weg zit. Maar hoe moet dat bij deze lange-lijzenbomen? Ik ga eerst bij een ervaren snoeier afkijken en kies dan een boom uit om te bestuderen. Als ik een idee heb hoe het aan te pakken, vraag ik J. om raad. Hij wijst wat er door elkaar groeit, waar wel en niet een tak weg kan. Het klopt in grote lijnen met wat ik van plan was.

Zagen met een stokzaag boven reikhoogte is vermoeiend. Ik wissel af met anderen: zagen, knippen en takken sjouwen. In de koffiepauze zijn we al een heel eind. Er staat nog één wilg die we vorige keer vergeten zijn. Een lekker concreet klusje na al het gepuzzel met de perenbomen. Samen met twee anderen ga ik die wilg te lijf. Gewoon alles eraf. Dunne takjes met de snoeischaar, dikke met de zaag. Kijk uit voor de vallende dikke takken! 

Om een uur of twaalf zijn we klaar met de wilg. Omdat dit veldje zo dicht bij ons huis is, hebben H. en ik beloofd voor de soep te zorgen. We gaan die alvast op het vuur zetten en spreiden in de hal een zeil uit voor alle modderschoenen. Terwijl buiten een miezerbui valt, zitten we met z’n allen in onze huiskamer. Het was geen grote klus vandaag, maar wel een lastige. Over twee weken fruitbomen snoeien in een park verderop. Ik vind het nog steeds leuk.

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...