woensdag 26 juni 2019

Feestje

“Hallo ik (naam) vier aanstaande zaterdag mijn feestje van 20.00 tot 24.00 op (adres) en hierbij komt muziek kijken. Wij willen het vast even laten weten en hopen op begrip. Alvast bedankt.”

Dat vind ik nou sympathiek, denk ik als ik het briefje lees dat door de brievenbus geduwd is. Om even de buurt te laten weten dat je een feestje geeft. Ik neem me voor om later op de dag even een felicitatiekaartje in de bus te doen – met een bedankje voor de waarschuwing - op het aangegeven adres. Het is in de straat die aan beide kanten om onze eigen straat heen loopt, maar waar dit nummer is, weet ik niet.

Als ik het opzoek, ben ik verrast. Het is het huis iets verderop achter ons, waar regelmatig veel geluid geproduceerd wordt. Vrijwel elk weekend wordt er wel iets in de tuin gedaan met zwaar klinkende machines en als de ouders (waarschijnlijk) niet thuis zijn, draaien de tienerkinderen Nederlandse hits waar de hele buurt van mee kan genieten.

Ineens krijgt het briefje een andere lading. Als ze het nodig vinden om nu wél de buurt te waarschuwen… zijn ze dan een knalfeest van plan waarbij de hele wijk op z’n grondvesten zal schudden? Of zijn ze gewoon kort geleden aangesproken op geluidsoverlast en willen ze geen ellende in de buurt? Ik twijfel over het kaartje.

Dan hoor ik buiten muziek. Iets Nederlandstaligs met een zware beat. Het is duidelijk waar het geluid vandaan komt. Nu weet ik zeker dat ik geen behoefte heb om de feestvierder te bedanken voor z’n waarschuwing. Ik gun hem z’n feestje, maar ik hoop voor de buurt dat het binnen de perken blijft met het geluidsniveau.
Zelf maak me daar geen zorgen over; we gaan morgen met vakantie.

vrijdag 21 juni 2019

Struikelstoep

In de straat waar ik woon, doet de stoep denken aan een heuvellandschap. Op regelmatige afstand van elkaar staan bomen in kleine, vierkante vakken. Om die vakken heen worden langzaam maar zeker de stoeptegels omhoog gedrukt. Hier en daar begint de situatie best gevaarlijk te worden.

Ik hou van bomen, maar toen er een brief van de gemeente binnenkwam over een plan om deze bomen weg te halen, leek me dat geen slecht idee. Bij de brief zat een A-4tje met een priegelig nieuw plan voor beplanting van de buurt en een uitnodiging om naar een inloopavond hierover te komen.

Vanaf half zeven zijn we welkom op het Gemeentehuis, waar we eerst een tijdje moeten zoeken naar de kleine zijdeur die voor deze gelegenheid geopend is. In een zaaltje is op verschillende plaatsen het groenplan opgehangen in een formaat dat wél zichtbaar is. Dat is alvast verhelderend.

Twee mannen van de gemeente ontvangen de buurtbewoners en staan klaar om vragen te beantwoorden. Twee is niet veel als dertig mensen tegelijk van alles willen weten. Ik wacht tot een van hen het woord zal nemen om centraal wat uitleg te geven, maar dat gebeurt niet. Er vormen zich groepjes waar druk gesproken wordt over bomen, struiken, groenbakken en parkeerplekken.

Ergernissen worden gedeeld over de wildernis van auto’s elke dag rondom de school. Mensen mopperen over de onbegaanbare stoepen, maar ook over het weghalen van bomen. Iemand heeft gehoord dat het plan al definitief is, een ander juist dat alles nog bespreekbaar is. Er zijn onduidelijke verhalen over boomwortels en grondwater. Geen van de beide gemeentemannen doet een poging om enige sturing aan de avond te geven en er wordt ook niets genoteerd.

In een hoek staat een flip-over en mijn H., nooit te beroerd om wat reuring te veroorzaken, heeft er een aantal opties op geschreven. “Ja, mag ik even de aandacht voor een kleine enquête!” roept hij hard genoeg om die aandacht te krijgen. Hij stelt voor dat iedereen achter maximaal twee opties z’n straat en huisnummer zet.
-Bomen weg
-Andere boom
-Struiken i.p.v boom in lege gaten
-Alle gaten bestraten
Mensen komen naar de flip-over, noteren ernstig hun voorkeur, een meisje voegt het idee “Meer bloemen” toe en een mevrouw wil juist GEEN struiken en zet dat als extra optie neer.

Al gauw is het vak achter ‘andere boom’ volgeschreven, terwijl de vakken achter ‘bomen weg’ en ‘alle gaten bestraten’ helemaal leeg blijven. De tendens is duidelijk, al blijft de bijeenkomst rommelig.
Een buurtgenoot die een brief heeft rondgestuurd vraagt ook aandacht. Zij heeft veel bijval gekregen en wil graag met een afvaardiging komen praten bij de gemeente. Geroezemoes, onderling gepraat, het ontgaat me eigenlijk hoe de gemeentewoordvoerders reageren.

De bijeenkomst eindigt net zo vaag als ie begint. Mensen groeten elkaar en lopen de deur uit. Op de fiets naar huis mopper ik tegen H. dat een inloopbijeenkomst een volkomen nutteloze constructie is. Er is niets duidelijk geworden, niets beloofd, geen vervolgafspraak gemaakt en de enige pogingen tot structuur kwamen niet van de gemeente, maar van de buurtbewoners.

Ik neem me voor om te reageren op de oproep van de buurgenoot, hoewel ik het met de argumenten in haar brief niet erg eens was. Maar ik ben toch wel erg benieuwd naar het vervolg van dit bomenverhaal.


zondag 16 juni 2019

Fotograferen






Als verjaardagsfeestje gaan we met ons gezin iets leuks doen. We hebben nogal verschillende interesses en het is even puzzelen voordat we iets gevonden hebben wat iedereen leuk zal vinden. Het wordt een korte cursus fotografie met de smartphone. Eigenlijk is zo’n cursus van één middag helemaal niet te vinden, maar we weten iemand die ons kan bieden wat we willen. Even navragen en JA, José vindt het een leuk idee en het kan op 15 juni.

Zaterdagmiddag om twee uur wandelen we de loopplank af naar de woonboot waar we moeten zijn. We krijgen koffie met lekkere cakejes en terwijl we daarvan genieten begint de workshop meteen. Eerst een korte uitleg over de basisprincipes van fotografie. Lens, sluitertijd, scherptediepte en wat dat je daarmee kunt. Een beetje theorie over compositie, regels daarvoor en dat je je daar niet aan hoeft te houden.

José laat ons voorbeelden zien van heel verschillende foto’s en hoe daar gespeeld is met licht, kleur, compositie. Tenslotte downloaden we allemaal de bewerkingsapp snapseed en proberen we een aantal dingen uit die je daarmee kunt doen.

Dan is het tijd voor de praktijkopdracht. Ga naar buiten, kijk rond, fotografeer en kies dan drie foto’s uit om te bewerken. Met een fluisterbootje worden drie van ons naar de overkant van het water gevaren. H. hoeft niet. Hij vindt zijn onderwerpen aan deze kant. We struinen rond, zoeken naar mooie plaatjes in het stuk land tussen de Waal en de zijarm waar de woonboot ligt.

De schapen hebben geen zin om model te staan, maar bomen, bloemen en waterpartijen zijn geduldig. Mijn dochter krijgt haar broer zover om te poseren. Leuk, want meestal duikt ie weg als iemand een foto van hem probeert te maken. Na een tijdje komen we terug met genoeg materiaal en moeten we allemaal drie plaatjes uitkiezen.

Intussen zijn er al 150 minuten van de afgesproken twee uur om. We spreken af om het bewerken ieder voor zich thuis te doen en de resultaten op te sturen. Wel bekijken we nog van iedereen de drie gekozen foto’s en vertellen elkaar iets over die keus. Dan bedanken we José voor de cursus. “Het was leuk!” zeggen we. Dat vond zij ook, en mochten we nog meer mensen weten die zo’n eendagsworkshop fotograferen leuk vinden, dan moeten we ze vooral naar haar toesturen.

Bij dezen: Je kunt José vinden onder de naam Joos foto’s op facebook en op Flickr.

zaterdag 8 juni 2019

Dansvoorstelling (ook) voor blinden

Ik heb niet zoveel met moderne dans. Dacht ik.

Mijn ervaring als toeschouwer van dansvoorstellingen ligt vooral in talloze buitenkunst-vakanties. Kampeerweken waarin workshops op allerlei gebieden van de kunst centraal stonden. Zelf kwam ik altijd om muziek te maken, maar tijdens elke buitenkunst-week waren er dagelijks voorstellingen van alle disciplines.
Zo ontstond bij mij het beeld dat moderne dans vooral te maken had met een bepaalde, extatische manier van bewegen, al of niet op muziek, die me meestal vooral vervulde met een soort plaatsvervangende schaamte. Tenenkrommend. Ik ging het vermijden.

Afgelopen woensdag ging ik naar een voorstelling van Scapino in Rotterdam. Een mix van dans en muziek, waarvoor ik was uitgenodigd door blinde collega D. die vrijkaartjes had. Het was een speciale voorstelling, waarbij voor mensen met een visuele handicap vooraf een ‘meet and feel’ was. En via oortjes konden zij luisteren naar een beschrijving van wat er op het podium gebeurde: audiodescriptie.

Als ‘begeleider’ van D. was ik bij de uitleg vooraf en het verkennen van danskostuums, dansers en podium. Overal mocht aan gevoeld worden, met inbegrip van enkele dansers, die zich kwamen voorstellen. We liepen over het podium waar even later gedanst zou worden. Konden voelen hoe schuin de wand was, waar dansers met touwen tegenop zouden klimmen en hoe klein de slaapkooien, waar later een hele kluit muzikanten opgepropt in zou zitten spelen.

Tijdens de voorstelling werd door twee mensen verteld wat er te zien was. En dat was veel. Dansers en muzikanten bewogen zich met soepele, hoekige of wonderlijke bewegingen over het toneel. Saluerend in een strakke opstelling, golvend alsof ze op een woeste zee voeren, innig verstrengeld in een liefdesdans.

Samen met D. (en haar hond) zat ik op de voorste rij. Na de voorstelling spraken we nog wat mensen van Scapino en van ‘Komt dat Zien’, de stichting die de audiodescriptie verzorgt. Hoe we met het OV terug naar huis kwamen is een verhaal op zich, maar zeker is, dat we allebei van de voorstelling hebben genoten. Wat ik over moderne dans dacht te weten, klopte niet. Deze voorstelling voor blinden heeft mijn ogen geopend.  Een dansvoorstelling kan wél mooi en meeslepend zijn!

zondag 2 juni 2019

Tuintjesmarkt

Het ganzeneiland, zo heet dit pleintje niet ver van mijn huis. In
de tuin van één van de zestien huizen zit een meisje van een jaar of elf, twaalf achter een tafel waarop spulletjes staan uitgestald. Ik stap van mijn fiets en loop naar haar toe.
“Ach, je zit wel uit de route hè. Komen er wel wat mensen?”
Ze lacht vriendelijk.
“Ja hoor, straks komen er een paar vriendinnen.”
Ik bekijk haar kraampje en kan het niet over mijn hart verkrijgen om niets te kopen. Ik kies een paar oorbelletjes uit voor één euro. Dan heeft ze in elk geval alvast íets verkocht.

Het is vandaag Garden Sale. Verkoop van spullen in de eigen tuin van mensen op adressen in het hele dorp. Er stond een lange adressenlijst in de plaatselijke krant die ik heb uitgeknipt. Ik hou van rommelmarkten.

Het is heerlijk weer om buiten te zijn. Ik laat de lijst in m’n tas zitten en fiets op goed geluk verder. Bij een bord met een pijl en “Garden Sale” sla ik af. Ik zie meteen dat in deze straat mensen meedoen. Op het erf van een boerderij staat van alles uitgestald. Een vrouw zit op haar hurken te wieden. Ik zet m’n fiets neer en bekijk de spullen.
“Handig,” zeg ik, “dat je meteen in de tuin aan het werk kunt zijn.”
We maken een praatje over het weer en ik ga naar de kraam verderop.
Ook daar ben ik de enige klant en een slissend meisje met een beugel doet ernstig haar best om me iets te verkopen. Haar ouders zitten er gezellig op tuinstoeltjes bij. Jammer, ik zie niks dat ik wil hebben en wens haar geluk met de volgende bezoekers.

Zo fiets ik kriskras door het dorp. In sommige straten doen veel tuinen mee en is het druk. Op andere plaatsen zit iemand eenzaam rond te kijken. Bijna overal maak ik een praatje met de mensen die er zitten. En soms vind ik iets dat ik wel wil kopen. Een boek, een handige tas, een zak walnoten. Op een groot terrein vol opklaptafels met diverse spullen krijg ik het aanbod om een stapeltje mandjes waar ik even naar kijk gratis mee te nemen. Ik hoef ze niet, maar het levert wel een grappig gesprek op over de herkomst van de mandjes en de spullen er omheen.

Op de hoek van een rustige straat zie ik tussen allerlei andere dingen een groot, opgezet dier staan. Nieuwsgierig loop ik er naartoe. De tuin-eigenaar, die stond te klussen, komt naar me toe en vraagt of ik weet wat voor beest het is.
“Het lijkt op das,” zeg ik voorzichtig. 
Het ís een das. En verderop staat een fazant. Hij heeft ze gewoon ooit ergens op de kop getikt en wil ze nu wel weer kwijt. Ik hoef ze niet, maar wens hem succes met de verkoop.

Mijn laatste aankoop is een onverwachte: zes afrikaantjes. Het zijn een beetje tuttige plantjes, maar ik zet ze in de kruidentuin waar ze de slakken van de andere planten weghouden. Die eten schijnbaar liever afrikaantjes. Dat vertel ik niet aan de man die ze verkoopt, want in de border van dit tuintje staan dezelfde afrikaantjes als siergewas keurig in een rij.

Als ik met een volle fietstas weer thuis kom, zie ik op m’n teller dat ik 10 kilometer gefietst heb. Dat zijn dus een heleboel vliegen in één klap. Tevreden laat ik H. mijn vondsten zien. Straks de afrikaantjes in de grond zetten, maar eerst een kop koffie.

Een nieuwe traditie

Vrijdagmorgen heb ik afgesproken met K. Ze komt op de koffie met. En ‘met’ is geen koek of taart, maar leesvoer. Allebei houden we van tekst...